Verordening op de gemeentelijke begraafplaats 2004

Geldend van 06-05-2004 t/m heden

Intitulé

Verordening op de gemeentelijke begraafplaats 2004

DE RAAD DER GEMEENTE SIMPELVELD;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 3 maart 2004

gelet op artikel 149van de Gemeentewet en artikel 33 Wet op de lijkbezorging;

b e s l u i t:

met ingang van de dag waarop de hierna onder B. bedoelde "Verordening op de algemene begraafplaats van de gemeente Simpelveld in werking treedt in te trekken de "Verordening op de algemene begraafplaats van de gemeente Simpelveld" zoals deze laatstelijk is gewijzigd bij besluit van de raad van de gemeente Simpelveld van7 november 2000;

B.vast te stellen de

"VERORDENING OP DE GEMEENTELIJKE BEGRAAFPLAATS 2004".

Artikel 1

De gemeentelijke begraafplaats bestaat uit 2 delen genoemd naar de straat waaraan de ingang is gelegen, te weten

  • 1.

    a. begraafplaats Oranjeplein (Or)

    b. begraafplaats Schilterstraat (Sc).

  • 2.

    De gemeentelijke begraafplaats is bestemd voor het begraven van lijken van personen, woonplaats hebbende in de gemeente Simpelveld.

  • 3.

    Met toestemming van burgemeester en wethouders kan ook het begraven van lijken van andere dan in lid 2 genoemde personen op de begraafplaats worden toegestaan.

Artikel 2

  • 1. De begraafplaats is voor het publiek geopend:

    • a.

      elke dag van 09.00 uur tot 20.00 uur;

    • b.

      op de dag van de viering van Allerheiligen van 09.00 uur tot 21.00 uur;

    • e.

      op andere dan voornoemde tijden, indien zulks door burgemeester en wethouders nodig wordt geacht.

  • 2. Kinderen beneden de leeftijd van 12 jaar hebben slechts toegang tot de begraafplaats indien zij onder geleide zijn van een der ouders of een meerderjarige toezichthoudende persoon, dan wel toestemming hebben van of vanwege burgemeester en wethouders.

  • 3. Ter beoordeling van burgemeester en wethouders kan de begraafplaats voor het publiek tijdelijk gesloten worden.

Artikel 3

  • 1. De administratie van de begraafplaats is volledig geautomatiseerd.

  • 2. De gedigitaliseerde plattegrond geeft de wegen, paden en plantsoenen aan en verder de genummerde graven.

Artikel 4

  • 1. Ter gemeentesecretarie,afdeling Burgerzaken, sector Welzijn Algemeen juridische zaken en Bevolking, worden in de gravenadministratie ingeschreven de naam en voornamen, het adres alsmede de datum van geboorte en overlijden van de personen waarvoor een verlof tot begraving op de gemeentelijke begraafplaats is verleend.

  • 2. In dit register worden tevens vermeld de dag der begraving, het gedeelte van de begraafplaats waarop de begraving heeft plaatsgevonden, soort en nummer van het graf, naam en adres van de rechthebbende en welk recht op de grafruimte hem toekomt.

Artikel 5

Voor de toepassing van deze verordening wordt als lijk aangemerkt het stoffelijk overschot alsmede de as ná crematie geborgen in een asbus. Onder graftekenen verstaat men de op de graven aanwezige kruisen, grafstenen, gedenktekenen en andere grafbedekkingen.

Artikel 6

  • 1. Met eerbiediging van de bestaande en verworven rechten voor het in werking treden van deze verordening worden de graven en asbezorging ingedeeld in:

    a. huurgraven;

    b. urnengraven;

    c. urnennissen

    d. verstrooiingsplaatsen

    e. Kosteloze graven

    De onder a. genoemde graven zijn graven ten aanzien waarvan men een uitsluitend recht heeft om daarin twee lijken te begraven tegen betaling van een bepaald recht, en welke tegen betaling van een nieuw recht kunnen worden bijgehuurd, telkens wanneer zij aan de beurt komen om te worden geroerd. Het recht op een huurgraf kan uitsluitend schriftelijk worden gevestigd voor niet langer dan twintig jaren. Het recht wordt op ver¬zoek, mits binnen een jaar voor het verstrijken van de termijn gedaan, verlengd, doch telkens voor niet langer dan tien jaren. In deze graven mogen ook asbussen worden geplaatst.

    De onder b. en c. genoemde graven zijn urnengraven/urnennissen ten aanzien waarvan men een uitsluitend recht heeft om daarin twee asbussen te begraven/bij te zetten tegen betaling van een bepaald recht, en welke tegen betaling van een nieuw recht kunnen worden bijgehuurd, telkens wanneer zij aan de beurt komen om te worden geroerd. Het recht op een huurgraf kan uitsluitend schriftelijk worden gevestigd voor niet langer dan twintig jaren. Het recht wordt op ver¬zoek, mits binnen een jaar voor het verstrijken van de termijn gedaan, verlengd, doch telkens voor niet langer dan tien jaren.

    De onder d. genoemde verstrooiingsplaatsen ten aanzien waarvan men een uitsluitend recht heeft om aldaar tegen betaling as te verstrooien.

    De onder e. genoemde graven zijn graven niet vallende onder a. die ná verloop van tien jaren kunnen worden geruimd en waarin geen bijbegravingen of bijzet¬tingen van asbussen zijn toegestaan.

  • 2. Voor het verkrijgen van een in het vorige lid onder a.,b.,c. en d. bedoelde recht is een bedrag verschuldigd overeenkomstig de "Verordening op de heffing en invordering van begraafrechten".

  • 3. Het exclusief recht om in een graf te begraven wordt geacht te zijn verleend onder de voorwaarden door de gemeenteraad nu of later vast te stellen en slechts tot de tijd waarop de begraafplaats, ingevolge de Wet op de lijkbezorging, gesloten wordt verklaard.

  • 4. Het verkrijgen van een huur- of kosteloos graf is en blijft gelijk aan een publiekrechtelijke overheidsvergunning, waaraan in geen geval enig burgerlijk recht kan worden ontleend en welke nimmer gevolgen kan hebben verder strekkende dan de aard en de duur van de begraafplaats.

  • 5. Aanvragen tot het verkrijgen van een graf zijn slechts mogelijk nadat het gebruik van een graf noodzakelijk is geworden.

  • 6. Aanvragen tot het verkrijgen of bijhuren van een uitsluitend recht op een graf op de gemeentelijke begraafplaats dienen te worden gericht aan burgemeester en wethouders.

  • 7. Ten aanzien van een huurgraf wordt voor de toepassing van deze verorde¬ning slechts één persoon als rechthebbende ingeschreven.

  • 8. Het lijk of de lijken welke in een kosteloos graf zijn begraven kunnen gedurende het tijdvak van de eerste tien jaren ieder moment beschouwd worden als zijnde begraven in een huurgraf, mits de verschuldigde rech¬ten worden voldaan en aan de verplichtingen van de huurgraven gevolg wordt gegeven. Behoudens het vorenstaande vervallen de rechten op een kosteloos graf na tien jaren, tenzij dan de verschuldigde rechten voor de volgende tien jaren worden voldaan en tevens de verplichtingen van de huurgraven worden nagekomen. De zich op een kosteloos graf bevinden opstanden en dergelijke worden bij het vervallen van het grafrecht gedurende dertig dagen ter beschikking van de nabestaanden gesteld. Worden deze niet van zijnentwege weggehaald, dan kan de gemeente hierover naar eigen goed-vinden beschikken.

  • 9. De rechthebbende op een graf kan aan de plantstrook of de opstanden de nodige herstellingen verrichten of laten verrichten of de opstanden doen wegnemen, indien de door burgemeester en wethouders in het belang van orde en veiligheid gegeven voorschriften stipt worden op¬gevolgd.

  • 10. Indien door de rechthebbende de kosten, ingevolge artikel 13, sub 1 en 3 door de gemeente gemaakt , niet binnen drie maanden na de door burgemees¬ter en wethouders gedane aanschrijving zijn terugbetaald, kunnen burge¬meester en wethouders hem van zijn recht op het graf vervallen verklaren.

Artikel 7

  • 1. Op beide begraafplaatsen zijn alleen huur- en kosteloze graven gesitueerd. De kosteloze graven worden door burgemeester en wethouders aangewezen.

  • 2. Op de begraafplaats Oranjeplein worden de bestaande huurovereenkomsten tussen rechthebbenden en het R.K. Kerkbestuur van de parochie St. Remigius in acht genomen, in zoverre deze via overgelegde lijsten schriftelijk zijn bevestigd door genoemd bestuur of door kwitantie worden aangetoond.

  • 3. De aanleg der graven, het openen, sluiten en ruimen geschiedt uitsluitend door de door burgemeester en wethouders aangewezen doodgraver of diens plaatsver-vanger. Deze staat onder de bevelen van burgemeester en wethouders.

Artikel 8

  • 1. Een graf voor één lijk of voor twee boven elkaar geplaatste lijken van personen ouder dan 12 jaar mag ten hoogste een afmeting hebben van 2 meter lengte en een breedte van 1 meter.

  • 2. Een graf bestemd voor een kind jonger dan 12 jaar mag ten hoogste een afmeting hebben van 1,50 bij 0,80 meter.

  • 3. Een urnengraf mag ten hoogste een afmeting hebben van 50 x 50 centimeter.

  • 4. De nis in de urnenmuur is voorzien van een afdekplaat. Deze plaat kan door de rechthebbende voor eigen rekening worden voorzien van tekst, gedenkteken en/of foto. De plaat wordt door de gemeente of eventueel een steenhouwer herplaatst.

  • 5. Er mogen niet meer dan twee lijken boven elkaar worden begraven voor de onder sub 1 bedoelde personen; voor de onder sub 2 bedoelde personen slechts één lijk, eveneens slechts één lijk in een kosteloos graf. In een urnengraf mogen slechts 2 urnen, diagonaal ten opzichte van elkaar, worden begraven c.q. bijgezet in een urnenmuur.

  • 5. De eerste aanleg van een graf als bedoeld onder sub 1 wordt steeds gemaakt tot 2 meter onder het maaiveld, de aanleg van een graf als bedoeld in sub 2 tot 1,20 meter onder maaiveld en die van een urnengraf tot 1,00 meter onder maaiveld.

Artikel 9

  • 1. De indeling van de begraafplaats geschiedt door of namens burgemeester en wethouders.

  • 2. De graven worden voor ingebruikneming aangewezen in opvolging van de nummering der graven, tenzij de begraving in een geroerd graf moet plaatsvinden. Aanwijzing van vorenbedoelde graven vindt niet eerder plaats dan nadat het verlof tot begraven als bedoeld in de Wet op de lijkbezorging is ontvangen.

  • 3. Afwijking van de vorenbedoelde aaneengesloten volgorde van begraving kan geschieden als door omstandigheden het delven van een graf in bedoelde volgorde niet mogelijk is, of, in andere zeer uitzonderlijke gevallen, te bepalen door burgemeester en wethouders.

Artikel 10

Op beide begraafplaatsen wordt de aanleg van grafkelders niet toegestaan. Reeds voor de overname van de begraafplaats gerealiseerde grafkelders mogen gehandhaafd blijven.

Artikel 11

  • 1. Op de graven als bedoeld in artikel 8, sub 1, mogen alleen opstanden worden geplaatst die aan de volgende voorschriften voldoen:

    a begraafplaats Schilterstraat:

    - op de huurgraven opstanden van uitsluitend natuursteen met een maxi¬male hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een maximale breedte van 1 meter en een minimale breedte van 0,90 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen.

    - op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een maximale hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een maximale breedte van 1 meter en een minimale breedte van 0,90 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen.

    b. begraafplaats Oranjeplein: op de huurgraven:

    - opstanden van natuursteen met een maxi¬male hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een variabele breedte, maximale 1 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen. De graven dienen te zijn voorzien van banden van natuursteen met een maximale hoogte van 10 cm. boven maaiveld. De graven mogen worden voorzien van een natuurstenen afdekplaat, beplanting, natuursteensplit of siergrind;

    - liggende stenen of grafzerken van natuursteen¬¬;

    - hout of smeedwerk in de vorm van een kruis;

    - op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een maximale hoogte van 1 meter en een minimale hoogte van 0,90 meter; een maximale breedte van 1 meter en een minimale breedte van 0,90 meter. De dikte moet minimaal 10 centimeter en mag maximaal 15 centimeter bedragen.

  • 2. Op de graven als bedoeld in artikel 8, sub 2, mogen alleen opstanden worden geplaatst die aan de volgende voorwaarden voldoen:

    a. begraafplaats Schilterstraat: op de huurgraven opstanden van:

    - natuursteen met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 meter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen; - op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 me¬ter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen.

    2. begraafplaats Oranjeplein

    - natuursteen met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 meter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen; - hout of smeedijzer in de vorm van een kruis;

    - op kosteloze graven mag een opstand uit kunst- of natuursteen worden geplaatst met een hoogte van maximaal 0,60 en minimaal 0,55 meter. De dikte mag maximaal 15 en minimaal 10 centimeter bedragen.

  • 3. Op de graven als bedoeld in artikel 8, sub 3, mogen alleen opstanden worden geplaatst van uitsluitend natuursteen met een hoogte van 25 centimeter aflopend naar 15 centimeter boven maaiveld en afgedekt met een dekplaat van hetzelfde materiaal en de afmetingen 55 x 55 cm. De dikte van de te bezigen dekplaat dient 5 centimeter te bedragen.

  • 4. Het oprichten van opstanden is onderworpen aan de goedkeuring van burge¬meester en wethouders. Hiertoe dient een tekening schaal 1 : 10 met voor-, boven- en zijaanzicht van de grafsteen, de afmetingen, de aandui¬ding van het te bezigen materiaal en de naam van de begravene te worden over¬gelegd. Tot plaatsing kan pas worden overgegaan na het betalen van het verschuldigde recht. De plaatsing der opstanden, zomede het aanbrengen van de fundering dient te geschieden onder toezicht van de door burge-meester en wethouders aangewezen beheerder of diens plaatsvervanger.

  • 5.6. Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van de in dit artikel genoemde maten.

  • 4. De bij de werkzaamheden vrijkomende grond en puin dienen van de begraafplaats verwijderd te worden.

Artikel 12

Bij het plaatsen van grafopstanden op graven bedoeld in artikel 8, sub 1, dient vooraf een fundering te worden aangebracht welke reikt tot 2 meter beneden maaiveld, voor graven als bedoeld in artikel 8, sub 2 tot 1,20 meter beneden maaiveld en voor graven als bedoeld in artikel 8, sub 3 een betonplaat van 5 cm. dikte.

Artikel 13

  • 1. De bij het graf op de begraafplaats Schilterstraat aan de opstand aansluitende strook, ter diepte van 35 centimeter, kan door de rechthebbende op het graf worden beplant met heesters of bloemplanten die volgroeid geen grotere hoogte mogen bereiken dan 40 centimeter; eveneens kunnen ter plaatse snijbloemen worden geplaatst of gelegd. Eenieder die een zodanige beplanting heeft aangebracht is verplicht die te onderhouden. Bij niet voldoen aan deze verplichting zijn burgemeester en wethouders gerechtigd de beplanting te doen wegnemen of te doen onderhouden op kosten van belanghebbenden.

  • 2. Het gedeelte van het graf buiten de onder sub 1 bedoelde strook wordt onderhouden door de gemeente.

  • 3. Het onderhoud van de opstanden, met inbegrip van hun funderingen, is ten laste van de belanghebbenden. Bij niet voldoen aan deze verplichting tijdens de huurtijd kunnen burgemeester en wethouders, zo mogelijk na een voorafgaande waarschuwing, overgaan tot het uitvoeren van de verbeteringen van opstand en/of fundering c.q. het opruimen van opstanden en/of fundering, zulks op kosten van de nalatigen.

  • 4. Eenieder moet gedogen, dat graf- en gedenktekens of andere voorwerpen, door of namens hem op enig graf geplaatst, vanwege de gemeente en op haar kosten tijdelijk worden weggenomen of verplaatst, indien zulks ter begraving van lijken in de nabijheid van het betreffende graf of om andere redenen nodig is.

  • 5. Indien een bijlegging in een bestaand graf dient te geschieden, behoort de rechthebbende zorg te dragen dat de voorwerpen welke zich op het betreffende graf bevinden, dan wel de afsluitplaat, zulks naar genoegen van burgemeester en wethouders, op kosten van de rechthebbende worden weggenomen en herplaatst.

Artikel 14

  • 1. Het is niet toegestaan op de opstanden reclameplaatjes of namen van leveranciers aan te brengen, anders dan op de achterzijde van de opstanden op ten hoogste 10 cm. boven maaiveld, met de maximale afmetingen van 5 x 8 cm.

  • 2. Op de opstanden moet de steenhouwer het nummer van het graf inbeitelen.

  • 3. Op de begraafplaats Schilterstraat is het niet toegestaan achter, naast of voor de opstanden kantafzettingen, steenslag, grind of andere materialen aan te brengen.

Artikel 15

Het plaatsen van opstanden en het verrichten van daarmede verband houdende werkzaamheden is toegestaan, na voorafgaande toestemming van burgemeester en wethouders, iedere werkdag - behalve zaterdag - van 09.00 tot 12.00 uur en van 13.00 tot 16.00 uur, uitgezonderd in het tijdvak van 27 oktober t/m 3 november.

Artikel 16

  • 1. Wie enig grafteken heeft geplaatst is verplicht dit behoorlijk te onderhouden, zulks ten genoegen van burgemeester en wethouders.

  • 2. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders in het onderhoud van een graf niet of niet op behoorlijke wijze wordt voorzien, zal de rechthebbende, indien mogelijk, mondeling dan wel schriftelijk worden aangemaand alsnog binnen dertig dagen nadat de eventuele aanmaning heeft plaatsgevonden aan zijn verplichtingen te voldoen. Indien hieraan geen gevolg wordt gegeven kan burgemeester en wethouders verklaren dat het verkregen recht door genoemd verzuim is komen te vervallen, van welke verklaring, indien mogelijk, mededeling wordt gedaan aan de rechthebbende. De zich op het graf bevindende voorwerpen blijven dan nog gedurende dertig dagen ter beschikking van de rechthebbende. Worden deze niet verwijderd van zijnentwege, dan kan de gemeente hierover naar eigen goedvinden beschikken.

  • 3. Voor het geval de verblijfplaats van de rechthebbende door middel van het bevolkingsregister dezer gemeente niet is op te sporen, kunnen burgemeester en wethouders, zonder voorafgaande waarschuwing, eveneens handelen conform de laatste volzin van het vorige lid.

  • 4. Indien een grafteken zodanig in verval is geraakt dat het gevaar oplevert voor de omgeving, zijn burgemeester en wethouders bevoegd het grafteken onmiddellijk te doen opruimen.

Artikel 17

  • 1. De graven voor welke niet na verloop van de bij de uitgifte bepaalde tijd opnieuw een uitsluitend recht tot begraven wordt verlangd, vervallen aan de gemeente en kunnen worden geruimd.

  • 2. Wanneer het uitsluitend recht tot het begraven in een bepaald graf is beëindigd, blijven de zich op het graf bevindende graftekenen nog gedurende dertig dagen ter beschikking van de rechthebbende. Daarna vervallen zij aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding is verplicht.

Artikel 18

Indien, met inachtneming van het bepaalde in artikel 29, eerste lid, van de Wet op de lijkbezorging, het opgraven en overbrengen van lijken noodzakelijk is, zal dit, voor zover mogelijk, geschieden gedurende de uren dat de begraafplaats is gesloten.

Artikel 19

De door burgemeester en wethouders aangewezen beheerder of diens plaatsvervanger, belast met het dagelijks toezicht op de begraafplaats, is bevoegd personen die zich niet behoorlijk gedragen zonodig van de begraafplaats te doen verwijderen. Wanneer hij van deze bevoegdheid gebruik heeft gemaakt doet hij hiervan mededeling aan burgemeester en wethouders.

Artikel 20

Het is verboden zich op de begraafplaatsen te bevinden met honden.

Artikel 21

Op de begraafplaats worden geen fietsen, bromfietsen en andere vervoermiddelen, uitgezonderd invalidenvoertuigen en kinderwagens. toegelaten.

Artikel 22

  • 1. Burgemeester en wethouders worden gemachtigd om de uitvoering van de artikelen 6, lid 9; 7, lid 3; 11, lid 4; 13, lid 5; 15; 16, lid l; en 21 van deze verordening op te dragen aan de beheerder van de begraafplaats die belast is met het dagelijks toezicht.

  • 2. Van een beslissing door afdeling Burgerzaken c.q. de beheerder op grond van deze artikelen genomen kan degene, te wiens aanzien deze beslissing geldt, binnen 8 dagen nadat de beslissing te zijner kennis is gebracht, schriftelijk bij burgemeester en wethouders in beroep gaan.

Artikel 23.

In gevallen waarin deze verordening niet voorziet beslissen burgemeester en wethouders, uiteraard met inachtneming van de bepalingen in de Wet op de lijkbezorging.

Artikel 24.

Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening op de gemeentelijke begraafplaats van de gemeente Simpelveld".

Artikel 25.

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgende op die van haar afkondiging.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de Raad der gemeente Simpelveld, gehouden op 22-04-2004.
De Raad voornoemd,
De griffier, De voorzitter,
mr. J.J.A Jetten H.G.G. Bogman.