Inspraakverordening gemeente Simpelveld

1. Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur.

2. In elk geval wordt inspraak verleend ten aanzien van beleidsvoornemens betreffende:

• a.

  voorbereiding of de herziening van ruimtelijke plannen;

• b.

  stads- en dorpsvernieuwing;

• c.

  gemeentelijk milieubeleidsplan.

3. Geen inspraak wordt verleend:

• a.

  ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;

• b.

  indien de inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten;

• c.

  indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid geen sprake is.

1. Het bestuursorgaan stelt voor elk beleidsvoornemen waarop inspraak wordt verleend, een inspraakprocedure vast.

2. Deze inspraakprocedure omvat:

• a.

  de wijze waarop inspraak wordt verleend;

• b.

  een termijnstelling;

• c.

  een omschrijving van de mate waarin en de voorwaarden waaronder de in artikel 3 genoemde invloed op het beleidsvoornemen kunnen uitoefenen.

1. Het bestuursorgaan maakt ter afronding van de inspraak een eindverslag.

2. Dit eindverslag bevat in ieder geval:

• a.

  een overzicht van de gevolgde procedure;

• b.

  een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling danwel schriftelijk naar voren zijn gebracht;

• c.

  een reactie op deze zienswijzen waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen zou kunnen worden overgegaan.

3. Het bestuursorgaan brengt bet eindverslag onmiddellijk ter kennis van de gemeenteraad.

1. Ingezetenen en in de gemeente belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen kunnen over de wijze van uitvoering van deze verordening en inspraakprocedure bij het bestuursorgaan een schriftelijke klacht indienen.

2. Een klacht, als bedoeld in het eerste lid, dient uiterlijk vier weken na afloop van de inspraakprocedure te worden ingediend.

3. Het bestuursorgaan beslist binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift omtrent de ingediende klacht. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd.

4. Het bestuursorgaan brengt de beslissing ter kennis van de klager en de gemeenteraad.