Regeling vervallen per 01-01-2022

Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld

Geldend van 15-05-2013 t/m 31-12-2021

Intitulé

Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld

Het college stelt de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld vast.

HOOFDSTUK 1: ALGEME BEPALINGEN

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a)

    gemeente: de gemeente Simpelveld;

  • b)

    raad: de Raad van de gemeente Simpelveld;

  • c)

    college: het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Simpelveld;

  • d)

    subsidie: de aanspraak op financiële middelen als bedoeld in artikel 4:21 Awb;

  • e)

    budgetsubsidie: subsidie voor activiteiten van semipublieke/professionele organisaties, die wordt verleend voor maximaal een periode van 4 jaar en waarbij met de organisatie een subsidieovereenkomst wordt gesloten, conform de bepalingen in de ‘deelsubsidieverordening budgetsubsidies’;

  • f)

    stimuleringssubsidie: subsidie aan organisaties die voor de eigen leden / doelgroep activiteiten organiseren en die voor een tijdvak van 1 jaar wordt vastgesteld, een en ander conform de bepalingen in de deelsubsidieverordeningen jeugdparticipatie, cultuur, sport, ouderenparticipatie, maatschappelijke zorg, investeringssubsidies en projectsubsidies;

  • g)

    incidentele subsidie: subsidie voor (een) activiteit(en) met een eenmalig of experimenteel karakter een en ander conform de bepalingen in de ‘deelsubsidieverordening incidentele subsidies’;

  • h)

    instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie, die zich ten doel stelt zonder winstoogmerk activiteiten te verrichten ten behoeve van de ingezetenen van de gemeente Simpelveld;

  • i)

    subsidieovereenkomst: een overeenkomst ter uitvoering van een subsidieverleningsbesluit tussen het college en een instelling, waarin afspraken zijn vastgesteld met betrekking tot meetbare activiteiten, die deze instelling zal uitvoeren in relatie tot het subsidiebedrag dat voor een vastgesteld subsidietijdvak is verleend;

  • j)

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht;

  • k)

    subsidieplafond: het bedrag dat in de goedgekeurde gemeentebegroting ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies ten behoeve van een bepaalde deelsubsidieverordening/ beleidssector;

  • l)

    subsidiejaar/boekjaar: de periode van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 2 Reikwijdte van de verordening

  • 1. Deze verordening is van toepassing op het verlenen van subsidies aan organisaties op het terrein van welzijn, waarvan activiteiten een directe bijdrage leveren aan het welbevinden van de ingezetenen van de gemeente Simpelveld;

  • 2. Aan politieke partijen wordt geen subsidie verleend;

  • 3. Een aanvraag van subsidie van organisaties die op enigerlei wijze discrimineren op grond van ras, etniciteit, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid, politieke gezindheid of welke grond dan ook wordt te allen tijde geweigerd;

  • 4. Een religieuze instelling kan uitsluitend aanspraak maken op een incidentele subsidie, als naar het oordeel van het college het religieuze karakter van de activiteit ondergeschikt is aan wat de activiteit bijdraagt aan het welbevinden van de inwoners van de gemeente Simpelveld.

Artikel 3 Beleid

De gemeenteraad kan per deelsubsidieverordening/beleidssector beleidsregels vaststellen, waarin wordt bepaald welke activiteiten voor subsidie in aanmerking komen en welke specifieke voorschriften van toepassing zijn.

Artikel 4 Uitvoering

  • 1. het college is belast met de uitvoering van deze verordening;

  • 2. Uitvoering houdt mede in:

    • a.

      het nemen van besluiten op aanvragen;

    • b.

      het aangaan van subsidieovereenkomsten;

    • c.

      het aangaan van besluiten tot:

      • -

        bevoorschotting;

      • -

        terugvordering;

      • -

        intrekking en/of wijziging van besluiten tot subsidieverlening en/of subsidievaststelling.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. De raad stelt jaarlijks, met de vaststelling van de gemeentebegroting, voor de diverse deelsubsidieverordeningen de subsidieplafonds vast.

  • 2. De subsidieplafonds worden tijdig en in ieder geval gepubliceerd voor 31 december van het jaar voorafgaande aan het jaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd, gepubliceerd.

  • 3. De subsidie wordt geweigerd indien verlening/vaststelling ervan zou leiden tot overschrijding van het door de raad vastgestelde subsidieplafond van de betreffende deelsubsidieverordening.

  • 4. Indien een subsidieplafond dreigt te worden overschreden, geeft het college bij de verdeling van het beschikbare bedrag die aanvragen voorrang, waarvan de inwilliging in vergelijking met andere aanvragen naar verwachting:

    • a.

      van meer belang is voor het beleid waarvoor de raad en/of het college verantwoordelijkheid dragen;

    • b.

      meer zal bijdragen aan het doel van de subsidie.

  • 5. Indien met toepassing van het vierde lid geen voorrang kan worden bepaald, verdeelt het college het per deelsubsidieverordening beschikbare subsidiebedrag onder toepassing van een voor alle onder de betreffende deelsubsidieverordening ressorterende organisaties, met een gelijk kortingspercentage.

Artikel 6 Rechtspersoonlijkheid.

  • 1. Subsidie kan slechts worden verleend aan rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid.

  • 2. De instelling dient volgens haar statuten haar zetel te hebben in de gemeente Simpelveld.

  • 3. Het college kan in bijzondere gevallen toestaan dat van het bepaalde in het tweede lid wordt afgeweken.

Artikel 7 Intrekking, vermindering en terugvordering

  • 1. Het college kan, bij een met redenen omkleed besluit:

    • -

      de subsidie verminderen;

    • -

      de verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen of

    • -

      de instelling van verdere subsidie uitsluiten indien:

      • a.

        de gelden niet of in onvoldoende mate worden besteed voor het doel, waarvoor de subsidie is verleend;

      • b.

        sprake is van misbruik;

      • c.

        sprake is van oneigenlijk gebruik;

      • d.

        de instelling zich niet of niet in voldoende mate houdt aan de voorwaarden en bepalingen van deze verordening respectievelijk de deelsubsidieverordeningen;

      • e.

        sprake is van opheffing, faillissement of surseance van betaling van de instelling;

      • f.

        de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaats-

        gevonden of zullen plaatsvinden;

      • g.

        de subsidieverlening onjuist was en de instelling dit wist of behoorde te weten;

      • h.

        de doelstelling van een instelling wordt gewijzigd;

      • i.

        de instelling wegens discriminatie, racisme en/of strafbare feiten is veroordeeld.

  • 2. Het college zorgt voor de handhaving van het in het eerste lid bepaalde.

  • 3. De vermindering of intrekking werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij bij de wijziging of intrekking anders is bepaald.

  • 4. Indien zich een of verschillende van de in het eerste lid genoemde omstandigheden voordoet/voordoen, kan het college besluiten over te gaan tot terugvordering van reeds betaalde subsidies, ook na de periode waarvoor deze zijn verleend.

Artikel 8 Weigeringsgrond subsidie

Naast weigeringsgronden voortvloeiende uit de Awb respectievelijk voorliggende verordening/deelsubsidieverordeningen wordt een aanvraag voor subsidie in elk geval geweigerd, wanneer (in) de door de aanvrager aangeboden activiteiten naar het oordeel van het college:

  • a.

    voor de inwoners van de gemeente Simpelveld in voldoende mate is voorzien en/of

  • b.

    onvoldoende voorzien in de behoefte van de inwoners van de gemeente Simpelveld en/of

  • c.

    van geen respectievelijk ondergeschikt belang zijn voor de inwoners van de gemeente Simpelveld.

Artikel 9. Opheffing, liquidatie

  • 1. In geval van opheffing of liquidatie is een instelling gehouden het college hiervan direct op de hoogte te stellen.

  • 2. Bij het op de hoogte stellen van het college van het besluit tot opheffing of liquidatie van de instelling dient in ieder geval te worden overlegd:

    • a.

      het verslag van de vergadering waarin het besluit tot opheffing of liquidatie is genomen;

    • b.

      de namen en adressen van de personen of organisaties, die belast zijn met de uitvoering van het opheffings- respectievelijk het liquidatiebesluit;

    • c.

      een financieel overzicht betreffende het laatste boekjaar van de instelling, waaruit de vermogenspositie van de instelling blijkt, evenals het exploitatieresultaat op het moment van besluitvorming tot opheffing/liquidatie, en

    • d.

      een afschrift van het besluit tot bestemming van eventuele batige exploitatiesaldi.

  • 3. Voor zover een eventueel batig liquidatiesaldo door subsidiegelden tot stand is gekomen, is de instelling gehouden het aan haar, vanaf de opheffingsdatum tot het einde van het subsidiejaar, toe te rekenen subsidiebedrag aan de gemeente terug te betalen.

Artikel 10. Betaling

  • 1. Het subsidiebedrag wordt binnen 8 weken betaald na de bekendmaking van het besluit tot subsidieverlening c.q. het besluit tot subsidievaststelling, tenzij het college in het besluit een andere termijn heeft aangegeven.

  • 2. In het besluit als bedoeld in het eerste lid kan eveneens een besluit tot voorschotverlening worden vermeld.

Artikel 11. Democratisering

  • 1. De instelling dient op zodanige wijze te zijn georganiseerd, dat personeel en eventuele vrijwilligers, evenals degenen ten behoeve van wie de activiteiten worden georgani-seerd, in de gelegenheid zijn invloed uit te oefenen op het beleid van die instelling.

  • 2. Het college kan terzake nadere regels stellen.

Artikel 12. Rechten van de mens

  • 1. Behoudens voor zover er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit dienen de activiteiten van de aanvrager open te staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.

  • 2. De activiteiten van de instelling mogen op geen enkele wijze strijdig zijn met de op grond van internationale verdragen algemeen erkende rechten van de mens.

Artikel 13. Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze verordening afwijken, indien toepassing ervan zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard.

HOOFDSTUK 2 BUDGETSUBSIDIE

Artikel 14. Budgetsubsidie

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op die semipublieke/professionele organisaties

waaraan:

  • a.

    een subsidie voor maximaal een 4-jaarlijks tijdvak wordt verleend voor activiteiten en

  • b.

    waarbij een subsidieovereenkomst met de instelling wordt gesloten een en ander conform de bepalingen in de ‘deelsubsidieverordening budgetsubsidies’.

Artikel 15. Aanvraag

  • 1. 1Een eerste aanvraag voor subsidieverlening ten behoeve van budgetsubsidie dient voor 1 mei van het jaar voorafgaande aan het eerste subsidiejaar bij het college te worden ingediend.

  • 2. 2Een tweede en iedere volgende aanvraag voor subsidieverlening ten behoeve van budgetsubsidie dient voor 1 mei van het laatste jaar van de in het subsidieverleningsbesluit aangegeven tijdvak bij het college te worden ingediend.

  • 3. Bij de indiening van de aanvraag dienen in ieder geval te worden overlegd:

    • a.

      het activiteitenplan, waarin zijn vermeld:

      • -

        de beoogde doelstellingen;

      • -

        de activiteiten en resultaten, uitgedrukt in meetbare prestaties;

    • b.

      een begroting met per activiteit of cluster van activiteiten, de toegerekende kosten en opbrengsten, inclusief de personeelslasten en de accommodatielasten;

    • c.

      de totale begroting van baten en lasten van de instelling voor de periode, waarvoor subsidie wordt aangevraagd, met een toelichting op deze begroting.

  • 4. Indien de aanvrager nog niet eerder subsidie heeft ontvangen van de gemeente, overlegt de aanvrager bij een eerste aanvraag tevens:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm voor zover deze niet reeds in de statuten is vervat;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • d.

      een overzicht van zijn financiële toestand op het moment van het indienen van de aanvraag;

    • e.

      een afschrift van het bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 5. Bij een wijziging van de statuten dient de aanvrager bij de eerstvolgende subsidieaanvraag een afschrift van de nieuwe statuten aan het college te overleggen.

  • 6. Voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag kan het college overlegging van andere bescheiden eisen.

  • 7. Voor het verstrekken van de in dit artikel genoemde informatie kan het college vragen-lijsten dan wel richtlijnen vaststellen.

  • 8. Op de per boekjaar te verstrekken subsidies is afdeling 4.2.8 van de Awb van toepassing.

Artikel 16 Tijdelijke indiening aanvraag

  • 1. Een aanvraag is tijdig ingediend indien deze voor het einde van de termijn als bedoeld in artikel 15, eerste lid, is ontvangen.

  • 2. Bij verzending per post is een aanvraag tijdig ingediend indien deze voor het einde van de termijn per post is bezorgd, mits zij niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.

Artikel 17 Besluittermijn en toetsing aanvraag

  • 1. Binnen 6 weken na vaststelling van de gemeentebegroting stelt het college de subsidieontvanger schriftelijk op de hoogte van zijn besluit op de aanvraag voor een budgetsubsidie.

  • 2. Het college toetst de aanvraag aan:

    • a.

      deze verordening;

    • b.

      het gemeentelijk beleid;

    • c.

      het door de raad, voor deze deelsubsidieverordening, vastgestelde subsidieplafond.

Artikel 18 Overleg met organisatie

  • 1. Het college treedt periodiek in overleg met de instelling om tot overeenstemming te komen over:

    • a.

      de van die instelling te verlangen activiteiten;

    • b.

      de door de gemeente ter beschikking te stellen middelen.

  • 2. De resultaten van dit overleg en de daarbij afgesproken wederzijdse verplichtingen zullen worden vastgelegd in een subsidieovereenkomst. Deze subsidieovereenkomst wordt telkens voor de periode van maximaal 4 jaar afgesloten.

Artikel 19 Subsidieovereenkomst

  • 1. Het college besluit tot subsidieverlening onder de opschortende voorwaarde dat de subsidieontvanger meewerkt aan de totstandkoming van de in artikel 18, tweede lid bedoelde subsidieovereenkomst.

  • 2. Tenzij de aard van de subsidie zich daartegen verzet, bevat de overeenkomst de volgende elementen:

    • a.

      de prestaties waartoe de instelling zich verbindt;

    • b.

      de consequenties van het niet nakomen van de te verrichten prestaties;

    • c.

      de gevolgen van eventuele onder- of overbesteding van het budget;

    • d.

      de wijze waarop tussentijds over de voortgang van de realisering van de activiteiten dient te worden gerapporteerd.

Artikel 20 Besluit tot subsidieverlening

Het college geeft in het besluit tot subsidieverlening in ieder geval aan:

  • a.

    welk bedrag ten hoogste voor welk(e) product/prestatie of cluster hiervan beschikbaar wordt gesteld, dan wel de wijze waarop dit bedrag wordt bepaald;

  • b.

    voor welke periode het bedrag is bedoeld.

Artikel 21 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger is verplicht de activiteiten zoals deze zijn opgenomen in het besluit tot subsidieverlening/de subsidieovereenkomst te verrichten.

  • 2. De subsidieontvanger voert een zodanige administratie, dat daaruit te allen tijde kunnen worden nagegaan:

    • a.

      de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen;

    • b.

      de betalingen en ontvangsten.

  • 3. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende minimaal zeven jaren bewaard.

  • 4. De subsidieontvanger is verplicht verzekeringen af te sluiten tegen wettelijke aansprakelijkheid, evenals ter bescherming van beroepskrachten, vrijwilligers en deelnemers, die bij de uitvoering van de activiteiten zijn betrokken.

  • 5. Het college kan naast de in dit artikel genoemde verplichtingen nadere voorwaarden opleggen aan de subsidieontvanger.

Artikel 22 Ontsnappingsbepaling meerjarigheid

  • 1. Zolang de subsidie nog niet is vastgesteld, kan het college een meerjaarlijkse subsidieverlening tussentijds beëindigen of wijzigen met inachtneming van een redelijke termijn, indien veranderde omstandigheden of gewijzigde inzichten zich in overwegende mate verzetten tegen voortzetting of ongewijzigde voortzetting van de subsidie.

  • 2. Bij tussentijdse wijziging van de subsidie worden de verlangde activiteiten in overleg met de instelling aangepast.

  • 3. Bij tussentijdse beëindiging of wijziging van de subsidie als bedoeld in het eerste lid vergoedt het college de instelling de kosten, die hiervan het directe gevolg zijn.

Artikel 23 Vergoeding aan de gemeente bij vermogensvorming

  • 1. In de gevallen bedoeld in artikel 4.41 tweede lid Awb legt het college een vergoedingsplicht op.

  • 2. In het geval dat het verstrekken van de subsidie heeft geleid tot vermogensvorming, die uitgaat boven wat als maximale risicoreserve is vastgelegd, is de subsidieontvanger daar eveneens een vergoeding over verschuldigd.

  • 3. Het college stelt de hoogte van de vergoeding vast na overleg met de betrokken instelling.

  • 4. Bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding houdt het college rekening met de mate waarin de subsidie heeft bijgedragen tot het verwerven van eigendommen en/of relateert de hoogte van de vergoeding aan de reeds geleverde activiteiten.

  • 5. Het besluit tot vaststelling van de subsidie geeft de hoogte van de vergoeding aan en verrekent deze, indien mogelijk, met de subsidie.

  • 6. Dit artikel is niet van toepassing in gevallen waarin de activiteiten door een derde worden voortgezet en activa en passiva, met toestemming van het college, tegen boekwaarde aan die derde worden overgedragen.

Artikel 24 Tussentijdse rapportage

  • 1. In de subsidieovereenkomst wordt vastgelegd op welke momenten de instelling verplicht is tussentijds te rapporteren.

  • 2. Over de wijze van rapporteren kan het college nadere regels stellen.

Artikel 25 Aanvraag tot subsidievaststelling

  • 1. Uiterlijk voor 1 mei van het jaar volgend op het subsidiejaar dient de instelling een aanvraag tot vaststelling van de subsidie, de zogenaamde subsidieafrekening, in.

  • 2. De aanvraag gaat vergezeld van:

    • a.

      de in artikel 4.45 Awb genoemde schriftelijke bescheiden;

    • b.

      een verantwoording en evaluatie van het feitelijk resultaat van de activiteiten in relatie tot het beoogde resultaat, als bedoeld in artikel 15 lid 3 onder a. van de Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld.

  • 3. Naast de in lid 2 genoemde bescheiden kan het college van een accountant, als bedoeld in artikel 393, eerste lid, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, een verklaring eisen over de getrouwheid van het financiële verslag.

Artikel 26 Indiening nieuwe aanvraag meerjarenperiode

De aanvraag voor een nieuwe meerjarenperiode dient te voldoen aan het in artikel 15, eerste en tweede lid van deze verordening.

HOOFDSTUK 3 STIMULERINGSSUBSIDIE

Artikel 27 Stimuleringssubsidie

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op organisaties waarvoor de subsidie voor een tijdvak van 1 jaar wordt vastgesteld een en ander conform de bepalingen in de deelsubsidieverordeningen jeugdparticipatie, cultuur, sport, ouderenparticipatie, maatschappelijke zorg, investeringssubsidies en projectsubsidies.

Artikel 28 Aanvraag

  • 1.

    • a.

      Een eerste en iedere volgende subsidieaanvraag ten behoeve van stimuleringssubsidie dient voor 1 mei van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar bij het college te worden ingediend;

    • b.

      Een aanvraag ten behoeve van een stimuleringssubsidie op basis van de deelsubsidieverordening ‘Projectsubsidies’ dient voor 1 november van het jaar voorafgaande aan het subsidiejaar bij het college te worden ingediend.

  • 2. Een aanvraag voor een subsidie dient vergezeld te gaan van een opgave van:

    • a.

      het totaal aantal leden;

    • b.

      het aantal in de gemeente Simpelveld woonachtige jeugdleden van 4 tot en met 12 jaar én van 13 tot en met 18 jaar.

  • 3. Het college kan door middel van een steekproef de opgave van het (totaal) aantal (jeugd)leden van de aanvrager controleren. Wanneer de aanvrager hiertoe een strekkend verzoek van het college krijgt, moet hij een ledenlijst naar de toestand per 1 januari voorafgaand aan het subsidiejaar aan het college overleggen. Deze ledenlijst dient te allen tijde gewaarmerkt te zijn door een daartoe bevoegd medewerker van de overkoepelende landelijke, provinciale en/of regionale organisatie, waarbij de aanvrager is aangesloten.

  • 4. Een aanvraag voor een projectsubsidie dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      een beschrijving van het project en de hiermee beoogde doelstelling(en);

    • b.

      een begroting van het project.

  • 5. Indien de aanvrager nog niet eerder subsidie heeft ontvangen van de gemeente, overlegt zij bij een eerste aanvraag tevens:

    • a.

      een afschrift van de statuten van de instelling;

    • b.

      een beschrijving van de organisatievorm, voor zover deze niet reeds in de statuten is vervat;

    • c.

      een opgave van de bestuurssamenstelling;

    • d.

      een overzicht van haar financiële toestand op het moment van het indienen van de aanvraag;

    • e.

      een afschrift van het bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel.

  • 6. Bij een wijziging van de statuten dient de aanvrager bij de eerstvolgende subsidieaanvraag een afschrift van de nieuwe statuten aan het college te overleggen.

  • 7. Voor een goede beoordeling van de subsidieaanvraag kan het college overlegging van andere bescheiden eisen.

  • 8. Het college kan vragenlijsten dan wel richtlijnen vaststellen voor het verstrekken van de informatie.

Artikel 29 Tijdige indiening aanvraag

  • 1. Een aanvraag is tijdig ingediend indien zij voor het einde van de termijn als bedoeld in artikel 28, eerste lid is ontvangen.

  • 2. Bij verzending per post is een aanvraag tijdig ingediend indien zij voor het einde van de termijn per post is bezorgd, mits zij niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.

Artikel 30 Besluittermijn, toetsing aanvraag en subsidiebesluit

  • 1. Binnen 6 weken na vaststelling van de gemeentebegroting stelt het college de subsidieontvanger schriftelijk op de hoogte van zijn besluit op de aanvraag voor een stimuleringssubsidie.

  • 2. Het college toetst een aanvraag aan:

    • a.

      deze verordening;

    • b.

      het gemeentelijk beleid;

    • c.

      het door de raad vastgestelde subsidieplafond per deelsubsidieverordening.

Artikel 31 Verplichtingen van de subsidieontvanger

  • 1. De subsidieontvanger voert een zodanige administratie, dat daaruit te allen tijde kunnen worden nagegaan:

    • a.

      de voor de vaststelling van de subsidie van belang zijnde rechten en verplichtingen;

    • b.

      de betalingen en ontvangsten.

  • 2. De administratie en de daartoe behorende bescheiden worden gedurende minimaal vijf jaren bewaard.

  • 3. Het college kan naast de in dit artikel genoemde verplichtingen nadere voorwaarden opleggen aan de subsidieontvanger.

  • 4. In geval het college een stimuleringssubsidie op basis van de deelsubsidieverordening projectsubsidies heeft verleend, is de subsidieontvanger verplicht:

    • a.

      de activiteiten als opgenomen in het door hem ingediende en door het college geaccordeerde activiteitenoverzicht te verrichten.

    • b.

      uiterlijk 3 maanden na afloop van het project de aanvraag tot vaststelling van de subsidie in te dienen. Daarbij dient de subsidieontvanger tevens in te dienen:

      • -

        het evaluatieverslag van het verloop en het resultaat van het project;

      • -

        de financiële afrekening en

      • -

        het financieel verslag.

HOOFDSTUK 4 INCIDENTELE SUBSIDIE

Artikel 32 Incidentele subsidie

Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op organisaties waaraan subsidie wordt verleend voor een of meerdere activiteiten met een eenmalig en/of experimenteel karakter, een en ander conform de bepalingen in de deelsubsidieverordening incidentele subsidies.

Artikel 33 Aanvraag

  • 1. Een aanvraag voor een incidentele subsidie moet minimaal 8 weken voordat de activiteit wordt verricht, zijn ingediend.

  • 2. De aanvraag dient vergezeld te gaan van:

    • a.

      een gespecificeerde begroting met toelichting;

    • b.

      een beschrijving van de geplande activiteiten en de hiermee beoogde doelstellingen;

    • c.

      de redenen waarom de activiteiten alleen met behulp van gemeentelijke subsidie gerealiseerd kunnen worden;

    • d.

      een mededeling of er tevens subsidie is aangevraagd bij een of meer andere bestuursorganen en/of fondsen.

Artikel 34 Toetsing aanvraag en subsidiebesluit

  • 1. Het college kan nadere regels stellen over de aard en de hoogte van de incidentele subsidie.

  • 2. Het college toetst de aanvraag aan:

    • a.

      deze verordening;

    • b.

      het gemeentelijk beleid;

    • c.

      het door de raad, voor deze deelsubsidieverordening, vastgestelde subsidieplafond.

Artikel 35 Subsidievaststelling

  • 1. Binnen 3 maanden nadat de activiteit heeft plaatsgevonden, dient een instelling aan wie, ten behoeve van de subsidievaststelling, een incidentele subsidie is verleend te overleggen:

    • a.

      een activiteitenverslag en

    • b.

      een gespecificeerde opgave van de werkelijke uitgaven met bewijsstukken.

  • 2. Het activiteitenverslag beschrijft de aard en omvang van de activiteiten waarvoor subsidie is verleend.

  • 3. Het college kan in bepaalde gevallen ontheffing verlenen van het onder het eerste lid gestelde.

HOOFDSTUK 5 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 36 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2010.

  • 2. Met de vaststelling van deze verordening wordt de Subsidieverordening Specifiek Welzijn 1998 gemeente Simpelveld laatstelijk gewijzigd bij raadsbesluit van 27 september 2001 ingetrokken.

Artikel 37 Overgangsbepaling subsidies

  • Het college kan nadere regels stellen over de overgang van de oude subsidiesystematiek naar de nieuwe subsidiesystematiek voor nader te bepalen organisaties die een stimuleringssubsidie gaan ontvangen.

Artikel 38 Indexering

De subsidies worden jaarlijks per 1 januari, voor het eerst per 1 januari 2011met het jaarprijs-indexcijfer volgens de consumentenprijsindexcijfers (CPI) reeks alle huishoudens (2006 = 100), gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) geïndexeerd.

Artikel 39 Citeertitel

Deze verordening kan aangehaald worden als Subsidieverordening Welzijn 2010 Gemeente Simpelveld.

Ondertekening

Deze verordening is vastgesteld bij raadsbesluit van 9 december 2009
Burgemeester en wethouders van Simpelveld,
De secretaris,
      De burgemeester,
P.J.J.M. Schillings
      H.G.G. Bogman

Bijlage 1

Deelsubsidieverordening Sport

Bijlage 2

Deelsubsidieverordening Projectsubsidies

Bijlage 3

Deelsubsidieverordening Ouderenparticipatie

Bijlage 4

Deelsubsidieverordening Maatschappelijke zorg

Bijlage 5

Deelsubsidieverordening Jeugdparticipatie

Bijlage 6

Deelsubsidieverordening Investeringssubsidies

Bijlage 7

Deelsubsidieverordening Incidentele subsidies

Bijlage 8

Deelsubsidieverordening Cultuur

Bijlage 9

Deelsubsidieverordening budgetsubsidies

Toelichting

Algemene en artikelgewijze toelichting