Regeling vervallen per 01-01-2024

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Simpelveld houdende regels omtrent rekenkamercommissie Verordening op de rekenkamercommissie Simpelveld 2018

Geldend van 31-10-2018 t/m 31-12-2023

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Simpelveld houdende regels omtrent rekenkamercommissie Verordening op de rekenkamercommissie Simpelveld 2018

De raad van de gemeente Simpelveld;

gelet op artikel 81oa van de Gemeentewet;

gelezen het voorstel van het presidium d.d. 11 september 2018;

besluit vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie 2018:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze wet wordt verstaan onder:

  • a.

    Wet: Gemeentewet

  • b.

    commissie: rekenkamercommissie van de gemeente Simpelveld

  • c.

    voorzitter: voorzitter van de rekenkamercommissie

  • d.

    college: college van burgemeester en wethouders

  • e.

    rekenkamercommissie: de rekenkamercommissie van de gemeente Simpelveld

  • f.

    griffie: griffie van de gemeente Simpelveld

  • g.

    griffier: griffier van de gemeente Simpelveld

Artikel 2 Rekenkamercommissie

  • 1. Er is een commissie die door de raad wordt ingesteld en wordt aangeduid als de rekenkamercommissie.

  • 2. De commissie heeft als taak het uitoefenen van de rekenkamerfunctie als bedoeld in art. 81oa Gemeentewet.

  • 3. De commissie bestaat uit één lid, tevens zijnde voorzitter.

Artikel 3 Benoeming voorzitter

  • 1. De raad benoemt de voorzitter van de commissie die geen lid mag zijn van de raad of een commissie van advies van de gemeente Simpelveld.

  • 2. De voorzitter van de commissie is niet tevens burgemeester van, dan wel werkzaam als secretaris, griffier of ambtenaar bij de gemeente voor welke de rekenkamercommissie functioneert.

  • 3. De voorzitter van de commissie wordt voor een periode van vier jaren aangewezen waarbij de voorzitter voor maximaal een periode van 4 jaren kan worden herbenoemd.

Artikel 4 Eed/belofte

Ten aanzien van de voorzitter is artikel 81g van de wet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1. De raad ontslaat de voorzitter of stelt hem op non-actief.

  • 2. Het commissielidmaatschap van de voorzitter eindigt:

    • a.

      op eigen verzoek;

    • b.

      bij de aanvaarding van een functie die onverenigbaar is met het lidmaatschap van de commissie;

    • c.

      wanneer de voorzitter bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld, dan wel bij zulk een uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      indien de voorzitter bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, surseance van betaling heeft verkregen of wegens schulden is gegijzeld.

    • e.

      aan het einde van de benoemingstermijn.

  • 3. Indien de voorzitter door de raad op non-actief wordt gesteld kan de raad voor de tijdelijke vervanging van de voorzitter een regeling treffen.

Artikel 6 Vergoeding voor werkzaamheden van de externe leden van de commissie

  • 1. De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 50,- per vergaderuur voor het bijwonen van vergaderingen van de commissie. Dit bedrag is inclusief onkostenvergoeding.

  • 2. De voorzitter ontvangt een vergoeding van € 80,- per uur voor de uitvoering van onderzoekswerkzaamheden.

  • 3. De vergoeding genoemd in de eerste twee leden komen ten laste van het budget van de commissie.

Artikel 7 Onderzoeksondersteuning

  • 1. De griffier staat de commissie bij de uitvoering van haar taken terzijde

  • 2. Bij de griffie is ondersteuning bij onderzoek beschikbaar

  • 3. De griffie draagt ten behoeve van het onderzoek zorg voor het vergaren van documenten en planning van de interviews.

Artikel 8 Reglement van orde

De commissie stelt indien gewenst een reglement van orde voor haar werkzaamheden vast. Zij zendt het reglement na vaststelling onverwijld ter kennisneming naar de raad.

Artikel 9 Onderwerpselectie en opdrachtverlening

  • 1. De commissie bespreekt de onderzoeksonderwerpen met het presidium. De commissie bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt. De commissie geeft beredeneerde uitleg over de onderwerpkeuze of prioritering als deze afwijkt van hetgeen besproken is met het presidium. De commissie formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast.

  • 2. De in het vorige lid bedoelde onderzoeksopzet wordt door de commissie ter kennisneming aan de raad gestuurd.

  • 3. De raad kan de commissie een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De commissie bericht de raad in hoeverre aan dat verzoek wordt voldaan. Indien de commissie niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij daarvoor goede gronden aanvoeren.

Artikel 10 Werkwijze/inhoudelijk

  • 1. De commissie is belast met en verantwoordelijk voor de uitvoering, het eventueel aantrekken van onderzoekers, begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2. De commissie beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 3. Indien de raad daarom verzoekt, geeft de commissie tussentijds informatie over de vorderingen van de onderzoeken.

  • 4. De commissie is bevoegd bij alle leden van het gemeentebestuur en bij alle ambtenaren de mondelinge en schriftelijke inlichtingen in te winnen die zij nodig acht voor de uitvoering van onderzoeken. De leden van het gemeentebestuur en de ambtenaren van de gemeente zijn verplicht de gevraagde inlichtingen binnen de door de commissie gestelde termijn te verstrekken.

  • 5. De commissie is bevoegd bij de instellingen zoals bedoeld in artikel 184 lid 1 van de Gemeentewet nadere inlichtingen in te winnen over de jaarrekeningen, daarop betrekking hebbende rapporten van hen die deze jaarrekeningen hebben gecontroleerd en overige documenten met betrekking tot die instelling die bij het gemeentebestuur berusten. Indien een of meer documenten ontbreken, kan de commissie van de betrokken instelling de overlegging daarvan vorderen.

  • 6. De commissie kan, indien de documenten, bedoeld in het vorige lid, daartoe aanleiding geven, bij de betrokken instelling dan wel bij de derde die de administratie in opdracht van de instelling voert, een onderzoek instellen. De commissie stelt de raad en het college van haar voornemen een dergelijk onderzoek in te stellen in kennis.

  • 7. De commissie vergadert zoveel als zij nodig acht, ter bespreking van procedurele en inhoudelijke aspecten van het onderzoek.

  • 8. De commissie vergadert in beslotenheid, haar rapporten zijn openbaar. Op grond van de belangen genoemd in artikel 10 van de Wet Openbaarheid van Bestuur kan de commissie rapporten die aan de raad worden voorgelegd of gedeelten daarvan als geheim aanmerken.

  • 9. De commissie kan openbare informatieve vergaderingen beleggen.

  • 10. De uitvoering van het onderzoek vindt plaats, met inachtneming van het beschikbare budget en de daarop gebaseerde planning.

  • 11. De commissie stelt de betrokkenen in de gelegenheid om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt een feitencheck op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie te plegen. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 12. De commissie kan de betrokkenen in de gelegenheid stellen om binnen een door haar te stellen termijn, die tenminste twee weken bedraagt hun zienswijze op het conceptonderzoeksrapport aan de commissie kenbaar te maken. Betrokkenen zijn degenen wier taakuitvoering (mede) voorwerp van onderzoek is of is geweest. De commissie bepaalt wie verder als betrokkenen worden aangemerkt.

  • 13. Na vaststelling door de commissie worden het onderzoeksrapport en de nota met conclusies en aanbevelingen en de zienswijze van de betrokkenen op het rapport zo spoedig mogelijk, onder toezending van een afschrift aan het college en betrokkenen, aan de raad aangeboden.

Artikel 11 Werkwijze/procedureel

  • 1. De voorzitter maakt openbaar welke andere functies dan zijn lidmaatschap van de commissie worden vervuld. Openbaarmaking geschiedt door ter inzagelegging van een opgave van de bedoelde functies op het gemeentehuis (griffie).

  • 2. Voor het bepalen van wat voor de voorzitter van de commissie als verboden handelingen moet worden aangemerkt, is artikel 15 lid 1 Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Budget

  • 1. De commissie is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2. De commissie is voor de besteding van het budget uitsluitend verantwoording verschuldigd aan de raad.

  • 3. Het budgetbeheer van de commissie ligt in formele zin bij de voorzitter van de commissie en in materiële zin bij de griffier.

  • 4. De commissie verantwoordt de baten en lasten van het vorig begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad.

  • 5. Ten laste van het in lid 1 bedoelde budget worden de kosten gebracht van:

    • a.

      de vergoeding van de voorzitter;

    • b.

      Externe deskundigen/onderzoeker die door de commissie zijn ingeschakeld.

    • c.

      eventuele overige uitgaven die de commissie nodig acht voor de uitoefening van haar taak.

  • 6. De administratie van baten en lasten, alsook de financiële verantwoording daarover, vindt plaats via de gemeentelijke boekhouding waaronder inbegrepen begroting en jaarstukken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekendgemaakt. Op dat moment vervalt de “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2014”.

Artikel 15 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening gemeentelijke rekenkamercommissie 2018”.

Ondertekening

DE GEMEENTERAAD VAN SIMPELVELD

Aldus besloten in de raadsvergadering van 11 oktober 2018.

de griffier,

mr. M. Dupont

de voorzitter,

mr. R. de Boer