Regeling vervallen per 15-01-2018

Mandaat-, machtiging- en volmachtregeling 2016 gemeente Sint Anthonis

Geldend van 09-05-2016 t/m 14-01-2018

Intitulé

Mandaat-, machtiging- en volmachtregeling 2016 gemeente Sint Anthonis

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Sint Anthonis, ieder voor zover het diens bevoegdheden betreft;

Overwegende:

  • 1.

    dat het gewenst is om, in het belang van een doelmatige en spoedige besluitvorming, de uitoefening van bepaalde bevoegdheden en de ondertekening van bepaalde stukken te mandateren aan daartoe aangewezen functionarissen;

  • 2.

    dat een aantal van de bestaande mandaten aan functionarissen niet meer toereikend is dan wel geactualiseerd dient te worden;

  • 3.

    dat een aantal organisatiewijzigingen is doorgevoerd;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en in de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n

vast te stellen de volgende regels met betrekking tot de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen van de gemeente Sint Anthonis:

Paragraaf 1 Mandatering van bevoegdheden

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • -

    Mandaatgever: het college van burgemeester en wethouders van Sint Anthonis, voor zover het zijn bevoegdheid betreft of de burgemeester van Sint Anthonis, voor zover het zijn bevoegdheid betreft;

  • -

    Gemandateerde: functionaris aan wie het mandaat is verleend;

  • -

    Mandaat: de bevoegdheid om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen, zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    Afdoeningsmandaat: verleent de gemandateerde de gehele bevoegdheid om te beslissen en af te doen zonder bemoeienis of tussenkomst van het bestuursorgaan, inclusief ondertekening van het besluit;

  • -

    Ondertekeningsmandaat: vorm van mandaat waarbij de gemandateerde het besluit slechts ondertekent, maar waarbij het bestuursorgaan vooraf aan de hand van een ambtelijk advies heeft besloten hoe te handelen.

  • -

    Volmacht: de bevoegdheid om privaatrechtelijke rechtshandelingen te verrichten;

  • -

    Machtiging: de bevoegdheid om feitelijke rechtshandelingen en proceshandelingen te verrichten die noch een besluit noch een privaatrechtelijke rechtshandeling zijn.

 

Artikel 2 Uitoefening mandaat

  • 1.

    De uitoefening van de taken en het nemen van de besluiten welke vermeld zijn op het bij dit besluit behorende mandaatregister wordt opgedragen aan de in dit register aangegeven functionarissen.

  • 2.

    Aan de in het mandaatregister aangegeven functionarissen wordt de bevoegdheid verleend de daarin genoemde taken, met inachtneming van de aangegeven specifieke voorwaarden en beperkingen, in naam van de mandaatgever uit te oefenen, de aangegeven besluiten in naam van de mandaatgever te nemen en deze besluiten tevens in naam van de mandaatgever te ondertekenen.

  • 3.

    Het mandaat op een aanvraag te beslissen omvat mede de beslissing een aanvraag niet in behandeling te nemen wegens het niet verstrekken van de noodzakelijke gegevens.

  • 4.

    Indien de uitoefening van de in het mandaatregister opgenomen mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentelijke begroting en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen bijzondere bepalingen en van de budgethoudersregeling.

  • 5.

    De functionaris die bevoegd is namens het college of de burgemeester te besluiten op een aanvraag, is tevens bevoegd alle privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging) te verrichten die direct voortvloeien uit het genomen besluit.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Indien ten aanzien van een bevoegdheid sprake is van doormandatering (ondermandaat of submandaat) is dat expliciet in het bij dit besluit behorende register aangegeven.

  • 2.

    Van deze bevoegdheid wordt geen gebruik gemaakt dan na uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en wethouders of van de burgemeester, ieder voor zover het haar of zijn bevoegdheden betreft.

  • 3.

    De mandaatgever kan de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven terzake van de uitoefening van de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde bevoegdheid.

  • 4.

    Mandaat en ondermandaat doen geen afbreuk aan de in de organisatieregeling vastgelegde verantwoordingslijnen.

  • 5.

    Indien doormandatering/het verlenen van ondermandaat in zijn geheel niet is toegestaan, is dit expliciet in het bij dit besluit behorende mandaatregister aangegeven.

  • 6.

    Op ondermandaat zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 2 Toepassing van het mandaat

Artikel 4 Hiërarchische lijn en afwezigheid gemandateerde

  • 1.

    (Onder)mandaat wordt ingevolge de hierna genoemde hiërarchische lijn gegeven: van burgemeester c.q. college van burgemeester en wethouders naar de gemeentesecretaris/algemeen directeur en adjunct-directeur (directie), van de directie naar de teamleiders, van de teamleiders naar een andere functionaris, ieder voor zover de bevoegdheden zijn genoemd in het register.

  • 2.

    De in het register genoemde functionarissen zijn primair bevoegd.

  • 3.

    De hiërarchisch hogere functionaris blijft bevoegd de via het college respectievelijk burgemeester gemandateerde bevoegdheid uit te oefenen.

  • 4.

    Met de hiërarchisch hogere functionaris wordt bedoeld:

    • a.

      de algemeen directeur;

    • b.

      de adjunct-directeur;

    • c.

      de teamleider.

Artikel 5 Uitzondering op mandaatverlening

Deze mandaatverlening geldt niet voor de bevoegdheid tot:

  • a.

    het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

  • b.

    het vaststellen van beleidsregels.

Artikel 6 Algemene regels, bijzondere situaties

  • 1.

    De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen.

  • 2.

    De gemandateerde zal van zijn bevoegdheid geen gebruik maken en een zaak ter besluitvorming voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester, wanneer: a. voor de uitoefening van de bevoegdheid een budget beschikbaar is gesteld en het budget als gevolg van het besluit zal worden overschreden; b. (een lid van) het college of de burgemeester kenbaar heeft gemaakt dat het college of de burgemeester de beslissing aan zich wil houden; c. het besluit belangrijke politieke, financiële en/of maatschappelijke consequenties heeft of kan hebben; d. het besluit genomen wordt ondanks andersluidende adviezen van andere afdelingen.

  • 3.

    De verantwoordelijkheid voor de toepassing van lid 2 berust bij de gemandateerde. In geval van twijfel moet deze daaromtrent overleg voeren met zijn directe leidinggevende en/of de portefeuillehouder.

  • 4.

    Indien bij een namens burgemeester en wethouders te nemen besluit het beleid van het college is betrokken, legt de (onder)gemandateerde de zaak vooraf voor aan de portefeuillehouder. De portefeuillehouder bepaalt of de kwestie in mandaat kan worden afgedaan of ter besluitvorming aan het college moet worden voorgelegd.

  • 5.

    Indien bij een namens de burgemeester te nemen besluit het beleid van deze is betrokken, legt de (onder)gemandateerde de zaak vooraf voor aan de burgemeester. Indien deze zulks nodig acht, wordt de zaak ter nadere besluitvorming voorgelegd aan de burgemeester.

  • 6.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde en vijfde lid worden besluiten geacht in elk geval beleidsaspecten te bevatten indien:

  • a.

    die zouden leiden tot een afwijking of aanvulling van een eerder vastgestelde gedrags- of beleidslijn;

  • b.

    die bestuurlijk gevoelig zijn en waarvan kennisneming door de betrokken portefeuillehouder, het college of de burgemeester gewenst is;

  • c.

    afdoening daarvan niet voorziene financiële en/of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien en/of het budget wordt overschreden;

  • d.

    dit door of namens de betrokken portefeuillehouder, het college of de burgemeester kenbaar is gemaakt.

  • 7.

    Indien een voorgenomen besluit meer dan één organisatieonderdeel aangaat, dient overeenstemming te bestaan over de wijze van afdoening. Bij het ontbreken van deze overeenstemming legt de gemandateerde de zaak ter besluitvorming voor aan het college van burgemeester en wethouders of aan de burgemeester, inclusief de van elkaar afwijkende standpunten.

Artikel 7 Uitzondering ondertekeningsmandaat

De (onder)gemandateerde mag geen gebruik maken van de bevoegdheid tot ondertekening van besluiten en correspondentie indien:

  • a.

    de wens daartoe door of namens het college van burgemeester en wethouders of de burgemeester kenbaar is gemaakt;

  • b.

    het correspondentie betreft die is gericht aan de gemeenteraad;

  • c.

    het correspondentie betreft waarvan ondertekening door het bestuursorgaan uit een oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;

  • d.

    zich na de beslissing nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het besluit alsnog andere zwaarwegende aspecten verbonden raken.

Artikel 8 Ondertekeningwijze bij afdoeningsmandaat

Een krachtens afdoeningsmandaat genomen besluit alsmede de op de gemandateerde bevoegdheden betrekking hebbende brieven worden op de volgende wijze door de (onder)gemandateerde ondertekend:

Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis,

Namens dezen,

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

of

De burgemeester van Sint Anthonis,

Namens deze,

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

Artikel 9 Ondertekeningwijze bij ondertekeningsmandaat

Indien het een ondertekeningsmandaat betreft moet uit het besluit blijken dat het door het college dan wel door de burgemeester zelf is genomen. De ondertekening is als volgt:

Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit d.d.

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

of

Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit d.d.

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

Artikel 10 Noodzakelijke uitvoeringshandelingen

Indien in het register mandaat wordt verleend voor het nemen van een besluit, dan houdt dit mandaat tevens in het verrichten van de noodzakelijke uitvoeringshandelingen in het kader van dat besluit.

Paragraaf 3 Volmachten en machtigingen

Artikel 11 Uitoefening volmacht en machtiging

  • 1.

    De burgemeester verleent volmacht voor het verrichten van de in het mandaatregister genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen aan de daarbij genoemde functionarissen.

  • 2.

    Het college verleent machtiging voor het verrichten van de in het mandaatregister genoemde feitelijke rechtshandelingen en proceshandelingen aan de daarbij genoemde functionarissen.

  • 3.

    Op volmacht of machtiging zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 4 Het mandaatregister

Artikel 12 Register

  • 1.

    Het bij dit besluit behorende mandaat-, machtiging- en volmachtregister en zoals dit register nadien zal worden gewijzigd, geeft een overzicht van de bevoegdheden welke zijn gemandateerd en waarvoor ondermandaat is verleend.

  • 2.

    Het mandaatregister is openbaar en ligt voor een ieder ter inzage.

Paragraaf 5 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 13 Wijziging of vervallen van wet- en regelgeving

De in dit besluit opgenomen (onder)mandaten worden geacht te zijn gewijzigd of vervallen voor zover en op het tijdstip dat de hierin genoemde wetten, regelingen, beschikkingen en verordeningen zijn gewijzigd, ingetrokken of vervallen.

Artikel 14 Periodieke evaluatie

  • 1 Het bepaalde in deze regeling inclusief register en de werking daarvan wordt periodiek, doch minstens eenmaal per jaar geëvalueerd.

  • 2 Indien deze evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt de regeling en/of het register aangepast.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

  • 2 Op dat tijdstip vervalt de mandaatregeling 2013, vastgesteld d.d. 19 maart 2013 door burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester van Sint Anthonis

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als "Mandaat-, machtiging- en volmachtregeling 2016 gemeente Sint Anthonis".

Ondertekening

Sint Anthonis, 12-1-2016.
Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis,
de secretaris, de burgemeester,
  
Drs.ing. N.M.P. van Hooy, M.L.P. Sijbers
De burgemeester van Sint Anthonis,
  
M.L.P. Sijbers
 

Mandaat machtiging volmachtregister 2016 (vastgesteld 19-4-2016)

Bijlage 1 Mandaat machtiging volmachtregister (algemeen doorlopende volmacht)

Bijlage 2 Bijlage 2 Mandaat machtiging volmachtregister (algemeen doorlopende machtiging)

Bijlage 3 Mandaat machtiging volmachtregister (mandaat Wet tijdelijk huisverbod)

Bijlage 4 Mandaat machtiging volmachtregister (mandaat ontheffing landbouwverkeer)

Bijlage 5 Mandaat machtiging volmachtregister (mandaat crisisbeheersing bevolkingszorg)

Bijlage 6 Mandaat machtiging volmachtregister (mandaat Omgevingsdienst Brabant Noord)