Regeling vervallen per 01-01-2020

Mandaat-, machtiging- en volmachtregeling 2018 gemeente Sint Anthonis

Geldend van 15-01-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Mandaat-, machtiging- en volmachtregeling 2018 gemeente Sint Anthonis

Het college van burgemeester en wethouders en de burgemeester van Sint Anthonis, ieder voor zover het diens bevoegdheden betreft;

Overwegende:

  • dat het voor het efficiënt en doelmatig functioneren van de gemeente Sint Anthonis gewenst is een mandaatregeling vast te stellen;

  • dat in het kader van de doorgevoerde wijzigingen in de organisatie een actualisatie en optimalisatie van de verantwoordelijkheden noodzakelijk is;

gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en in Titel 10.1, afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht;

b e s l u i t e n

vast te stellen de volgende regels met betrekking tot de verlening van mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen van de gemeente Sint Anthonis:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    Mandaat: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan een besluit te nemen;

  • b.

    Volmacht: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan privaatrechtelijke handelingen te verrichten;

  • c.

    Machtiging: de bevoegdheid om namens een bestuursorgaan feitelijke handelingen en proceshandelingen te verrichten, die noch besluiten noch privaatrechtelijke handelingen zijn;

  • d.

    Mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een in het mandaatregister genoemde functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen;

  • e.

    Gemandateerde: de functionaris, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen;

  • f.

    Mandaatregister: een overzicht van door de mandaatgever aan de gemandateerde opgedragen bevoegdheden;

  • g.

    Ondertekeningmandaat: de bevoegdheid om namens het bestuursorgaan een besluit te ondertekenen.

Artikel 2 Uitoefening mandaat

  • 1.

    De uitoefening van de taken en het nemen van de besluiten welke vermeld zijn op het bij dit besluit behorende mandaatregister wordt opgedragen aan de in dit register aangegeven functionarissen.

  • 2.

    Aan de in het mandaatregister aangegeven functionarissen wordt de bevoegdheid verleend de daarin genoemde taken, met inachtneming van de aangegeven specifieke voorwaarden en beperkingen, in naam van de mandaatgever uit te oefenen, de aangegeven besluiten in naam van de mandaatgever te nemen en deze besluiten tevens in naam van de mandaatgever te ondertekenen.

  • 3.

    Het mandaat op een aanvraag te beslissen omvat mede de beslissing een aanvraag niet in behandeling te nemen wegens het niet verstrekken van de noodzakelijke gegevens.

  • 4.

    Indien de uitoefening van de in het mandaatregister opgenomen mandaten het beslissen over de besteding van budgetten met zich meebrengt, maakt dit onderdeel uit van het vermelde mandaat. Dit voor zover daarbij de te nemen besluiten niet zullen leiden tot overschrijding van het betreffende budget zoals opgenomen in de gemeentelijke begroting en voorts met inachtneming van de in het register opgenomen bijzondere bepalingen en van de budgethoudersregeling.

  • 5.

    De functionaris die bevoegd is namens de mandaatgever te besluiten op een aanvraag, is tevens bevoegd alle privaatrechtelijke rechtshandelingen (volmacht) en feitelijke handelingen (machtiging) te verrichten die direct voortvloeien uit het genomen besluit.

Artikel 3 Ondermandaat

  • 1.

    Indien ten aanzien van een bevoegdheid sprake is van doormandatering (ondermandaat of submandaat) is dat expliciet in het bij dit besluit behorende register aangegeven.

  • 2.

    Ondermandaat dient gebaseerd te zijn op uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de mandaatgever.

  • 3.

    De mandaatgever kan de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde per geval of in het algemeen instructies geven ter zake van de uitoefening van de gemandateerde dan wel de ondergemandateerde bevoegdheid.

  • 4.

    Mandaat en ondermandaat doen geen afbreuk aan de in de organisatieregeling vastgelegde verantwoordingslijnen.

  • 5.

    Indien doormandatering/het verlenen van ondermandaat in zijn geheel niet is toegestaan, is dit expliciet in het bij dit besluit behorende mandaatregister aangegeven.

  • 6.

    Op ondermandaat zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4 Hiërarchische lijn en plaatsvervanging

  • 1.

    De mandaatgever verleent:

    • een algemeen mandaat aan de gemeentesecretaris/algemeen directeur;

    • ondermandaat aan de teamleiders/afdelingshoofden;

    • ondermandaat aan de teamleiders/afdelingshoofden om een bevoegdheid te mandateren binnen de afdeling.

De uitvoering van het ondermandaat wordt afgestemd binnen het overleg leidinggevenden.

  • 2.

    Ingeval van afwezigheid van functionarissen, aan wie bij of krachtens deze regeling bevoegdheden zijn toegekend, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun daartoe schriftelijk aangeven plaatsvervanger.

  • 3.

    Indien zowel de gemandateerde als zijn plaatsvervanger(s) afwezig zijn, wordt de gemandateerde bevoegdheid uitgeoefend door de direct leidinggevende van de gemandateerde.

Artikel 5 Uitzondering op mandaatverlening

Deze mandaatverlening geldt niet voor de bevoegdheid tot:

  • a.

    het vaststellen van algemeen verbindende voorschriften;

  • b.

    het vaststellen van beleidsregels.

Artikel 6 Algemene regels, bijzondere situaties

  • 1.

    De mandaatgever blijft bevoegd de gemandateerde bevoegdheid zelf uit te oefenen.

  • 2.

    De gemandateerde zal van zijn bevoegdheid geen gebruik maken en een zaak ter besluitvorming voorleggen aan het college van burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester, wanneer:

    • a.

      voor de uitoefening van de bevoegdheid een budget beschikbaar is gesteld en het budget als gevolg van het besluit zal worden overschreden;

    • b.

      (een lid van) het college of de burgemeester kenbaar heeft gemaakt dat het college of de burgemeester de beslissing aan zich wil houden;

    • c.

      het besluit belangrijke politieke, financiële en/of maatschappelijke consequenties heeft of kan hebben;

    • d.

      het besluit genomen wordt in afwijking van ingewonnen interne of externe adviezen.

  • 3.

    De verantwoordelijkheid voor de toepassing van lid 2 berust bij de gemandateerde. In geval van twijfel moet deze daaromtrent overleg voeren met zijn directe leidinggevende en/of de portefeuillehouder.

  • 4.

    Indien bij een namens burgemeester en wethouders te nemen besluit het beleid van het college is betrokken, legt de (onder)gemandateerde de zaak vooraf voor aan de portefeuillehouder. De portefeuillehouder bepaalt of de kwestie in mandaat kan worden afgedaan of ter besluitvorming aan het college moet worden voorgelegd.

  • 5.

    Indien bij een namens de burgemeester te nemen besluit het beleid van deze is betrokken, legt de (onder)gemandateerde de zaak vooraf voor aan de burgemeester. Indien deze zulks nodig acht, wordt de zaak ter nadere besluitvorming voorgelegd aan de burgemeester.

  • 6.

    Voor de toepassing van het bepaalde in het vierde en vijfde lid worden besluiten geacht in elk geval beleidsaspecten te bevatten indien:

    • a.

      die zouden leiden tot een afwijking of aanvulling van een eerder vastgestelde gedrags- of beleidslijn;

    • b.

      die bestuurlijk gevoelig zijn en waarvan kennisneming door de betrokken portefeuillehouder, het college of de burgemeester gewenst is;

    • c.

      afdoening daarvan niet voorziene financiële en/of andere belangrijke consequenties kunnen voortvloeien en/of het budget wordt overschreden;

    • d.

      dit door of namens de betrokken portefeuillehouder, het college of de burgemeester kenbaar is gemaakt.

  • 7.

    Indien een voorgenomen besluit meer dan één organisatieonderdeel aangaat, dient vereenstemming te bestaan over de wijze van afdoening. Bij het ontbreken van deze overeenstemming legt de gemandateerde de zaak ter besluitvorming voor aan het college van burgemeester en wethouders of aan de burgemeester, inclusief de van elkaar afwijkende standpunten.

Artikel 7 Uitzondering ondertekeningsmandaat

De (onder)gemandateerde mag geen gebruik maken van de bevoegdheid tot ondertekening van besluiten en correspondentie indien:

  • a.

    de wens daartoe door of namens de mandaatgever kenbaar is gemaakt;

  • b.

    het correspondentie betreft die is gericht aan de gemeenteraad;

  • c.

    het correspondentie betreft waarvan ondertekening door het bestuursorgaan uit een oogpunt van representatie van de gemeente gewenst is;

  • d.

    zich na de beslissing nieuwe feiten voordoen of bekend worden als gevolg waarvan het besluit heroverweging verdient of aan het besluit alsnog andere zwaarwegende aspecten verbonden raken.

Artikel 8 Ondertekeningwijze bij afdoeningsmandaat

Een krachtens afdoeningsmandaat genomen besluit alsmede de op de gemandateerde bevoegdheden betrekking hebbende brieven worden op de volgende wijze door de (onder)gemandateerde ondertekend:

Namens burgemeester en wethouders van Sint Anthonis,

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

of

Namens de burgemeester,

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

Artikel 9 Ondertekeningwijze bij ondertekeningsmandaat

Indien het een ondertekeningsmandaat betreft moet uit het besluit blijken dat het door het college dan wel door de burgemeester zelf is genomen. De ondertekening is als volgt:

Overeenkomstig het door burgemeester en wethouders genomen besluit d.d.

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

of

Overeenkomstig het door de burgemeester genomen besluit d.d.

(handtekening)

Naam gemandateerde

Functie gemandateerde

Artikel 10 Noodzakelijke uitvoeringshandelingen

Indien in het register mandaat wordt verleend voor het nemen van een besluit, dan houdt dit mandaat tevens in het verrichten van de noodzakelijke uitvoeringshandelingen in het kader van dat besluit.

Artikel 11 Uitoefening volmacht en machtiging

  • 1.

    De burgemeester verleent volmacht voor het verrichten van de in het mandaatregister genoemde privaatrechtelijke rechtshandelingen aan de daarbij genoemde functionarissen.

  • 2.

    Het college verleent machtiging voor het verrichten van de in het mandaatregister genoemde feitelijke rechtshandelingen en proceshandelingen aan de daarbij genoemde functionarissen.

  • 3.

    Op volmacht of machtiging zijn de bepalingen van deze regeling van overeenkomstige toepassing.

Artikel 12 Register

  • 1.

    Het bij dit besluit behorende mandaat-, machtiging- en volmachtregister en zoals dit register nadien zal worden gewijzigd, geeft een overzicht van de bevoegdheden welke zijn gemandateerd en waarvoor ondermandaat is verleend.

  • 2.

    Het mandaat-, machtiging en volmachtregister is openbaar en ligt voor een ieder ter inzage.

Artikel 13 Wijziging of vervallen van wet- en regelgeving

De in dit besluit opgenomen (onder)mandaten worden geacht te zijn gewijzigd of vervallen voor zover en op het tijdstip dat de hierin genoemde wetten, regelingen, beschikkingen en verordeningen zijn gewijzigd, ingetrokken of vervallen.

Artikel 14 Periodieke evaluatie

  • 1.

    Het bepaalde in deze regeling inclusief register en de werking daarvan wordt periodiek, doch jaarlijks vóór 1 oktober geëvalueerd.

  • 2.

    Indien deze evaluatie daartoe aanleiding geeft wordt de regeling en/of het register aangepast.

Artikel 15 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van haar bekendmaking.

  • 2.

    Op dat tijdstip vervalt de mandaatregeling 2016, vastgesteld d.d. 12 januari 2016 door burgemeester en wethouders respectievelijk de burgemeester van Sint Anthonis.

Artikel 16 Citeertitel

Deze regeling kan worden aangehaald als “Mandaat-, machtiging- en volmachtregeling 2018 gemeente Sint Anthonis”.

Ondertekening

Sint Anthonis, 9 januari 2018

Burgemeester en wethouders van Sint Anthonis,

de secretaris, de burgemeester,

P. (Piet) W. Wanrooij M. (Marleen) L.P. Sijbers

De burgemeester van Sint Anthonis,

M.(Marleen) L.P. Sijbers