Regeling vervallen per 01-01-2022

Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2019

Geldend van 01-01-2019 t/m 31-12-2021

Intitulé

Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2019

De Raad van de gemeente Sint Anthonis besluit,

gelet op artikel 212 van de Gemeentewet,

vast te stellen:

Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Sint Anthonis, te noemen: Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2019

INLEIDENDE BEGRIPPEN

Artikel 1. Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    team:

    Iedere organisatorische eenheid binnen de gemeentelijke organisatie met een eigen rechtstreekse verantwoordelijkheid aan het college.

  • b.

    administratie:

    Het systematisch verzamelen, vastleggen, verwerken en verstrekken van informatie ten behoeve van het besturen, het functioneren en het beheersen van (onderdelen van) de organisatie van de gemeente Sint Anthonis en ten behoeve van de verantwoording die daarover moet worden afgelegd.

  • c.

    overheidsbedrijf:

    Onderneming met privaatrechtelijke rechtspersoonlijkheid, niet zijnde een personenvennootschap met rechtspersoonlijkheid, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon, al dan niet tezamen met een of meer andere publiekrechtelijke rechtspersonen, in staat is het beleid te bepalen of een onderneming in de vorm van een personenvennootschap, waarin een publiekrechtelijke rechtspersoon deelneemt.

II. BEGROTING EN VERANTWOORDING

Artikel 2. Programma-indeling

De raad stelt desgewenst bij de aanvang van de nieuwe raadsperiode een nieuwe programma-indeling vast.

Artikel 3. Inrichting begroting en jaarstukken

  • 1.

    Onder elk van de programma’s worden bij de begroting de geraamde baten en lasten en bij de jaarstukken de gerealiseerde baten en lasten weergegeven.

  • 2.

    In de begroting wordt bij de uiteenzetting van de financiële positie een overzicht gegeven van de nieuwe investeringen.

  • 3.

    In de jaarrekening wordt van de investeringen de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten alsmede de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

Artikel 4. Autorisatie begroting en investeringskredieten

  • 1.

    De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de baten en lasten per programma, het overzicht van algemene dekkingsmiddelen alsmede de in het in artikel 3, lid 2 bedoeld overzicht vermelde nieuwe investeringen.

  • 2.

    Van investeringen, die in de loop van het begrotingsjaar worden gedaan en die niet in het in artikel 3, lid 2 bedoeld overzicht zijn vermeld, legt het college een investeringsvoorstel alsmede een voorstel voor het vaststellen van het ter zake benodigde krediet aan de raad voor. Bij investeringen, groter dan € 1.000.000,-, informeert het college de raad in het voorstel over het effect van de investering op de schuldpositie van de gemeente.

Artikel 5. Rapportage en informatie

  • 1.

    Bij de behandeling van zowel de voorjaarsnota als de najaarsnota informeert het college door middel van deze nota’s de raad over de realisatie van de begroting van de gemeente over het lopende begrotingsjaar.

  • 2.

    Afwijkingen op de oorspronkelijke ramingen van de baten en lasten en investeringskredieten, ook in de begroting en jaarrekening, kleiner dan € 25.000,- worden niet nader toegelicht. Ook niet toegelicht worden afwijkingen die uitsluitend administratief van aard zijn.

  • 3.

    In het overzicht Incidentele baten en lasten worden bedragen vanaf € 25.000,- afzonderlijk gespecificeerd.

  • 4.

    Het college informeert vooraf de raad en neemt pas een besluit, nadat de raad in de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen, voor zover het betreft niet bij begroting vastgestelde afzonderlijke verplichtingen inzake:

    • a.

      investeringen groter dan € 25.000,-;

    • b.

      aankoop en verkoop van goederen en diensten groter dan € 25.000,-;

    • c.

      het verstrekken van subsidies groter dan € 25.000,-;

    • d.

      het verstrekken van leningen, waarborgen en garanties groter dan € 25.000,-.

Dit evenwel met uitzondering van de door de gemeente ten opzichte van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) te verstrekken waarborgen inzake door een toegelaten instelling in de zin van de Woningwet aan te trekken geldleningen, waarvoor de garantie van het WSW van toepassing is;

  • 5.

    Het college biedt de raad ,1 maal per 4, jaar bij aanvang van de nieuwe raadsperiode een geactualiseerde nota reserves en voorzieningen aan.

Artikel 6. EMU-saldo

Wanneer het Rijk de gemeente bericht dat alle gemeenten samen het collectieve aandeel van gemeenten in het EMU-tekort, bedoeld in artikel 3, zesde lid, van de Wet houdbare overheidsfinanciën, hebben overschreden, informeert het college de raad of een aanpassing van de begroting nodig is. Als het college een aanpassing nodig acht, doet het college een voorstel voor het wijzigen van de begroting.

III. FINANCIEEL BELEID

Artikel 7. Waardering en afschrijving vaste activa

  • 1.

    Immateriële en materiële vaste activa met een aanschafwaarde van minimaal € 25.000,- worden afgeschreven volgens de termijnen zoals vermeld in de bijlage afschrijvingsbeleid bij deze verordening. Aanschaffen onder € 25.000,- worden direct in de exploitatie verantwoord. Dit met uitzondering van gronden en terreinen; deze worden altijd geactiveerd.

  • 2.

    Met ingang van deze verordening wordt voor alle nieuwe investeringen, de lineaire afschrijvingsmethode gebruikt.

  • 3.

    Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.

  • 4.

    Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief worden in 5 jaar afgeschreven. Dit kan alleen indien is voldaan aan artikel 60 BBV, anders worden ze rechtstreeks in de exploitatie verantwoord.

  • 5.

    Een saldo voor agio of disagio wordt in 5 jaar afgeschreven.

  • 6.

    Er wordt geen rekening gehouden met een restwaarde op het moment van beëindiging van de gebruiksduur.

  • 7.

    Het eerste jaar van afschrijving is het boekjaar volgend op het jaar waarin het kapitaalgoed gereedkomt of verworven wordt.

Artikel 8. Kostprijsberekening

  • 1.

    Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van de in gebruik zijnde activa betrokken.

  • 2.

    Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW) en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.

  • 3.

    Voor de toerekening van de overheadkosten aan de kostprijs van rechten en heffingen wordt jaarlijks voorafgaand aan het opstellen van de begroting en de belastingverordeningen, een methode aan het college voorgelegd door middel van een uitgangspuntennotitie voor het opstellen van de begroting.

  • 4.

    Voor de inzet van materiële activa worden naast directe kosten, indirecte kosten en afschrijvingskosten, de rente voor de financiering van het actief toegerekend. Hiervoor wordt gerekend met een renteomslagpercentage. Dit percentage wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten en op een half procent afgerond. Het renteomslagpercentage wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld.

  • 5.

    In afwijking van het vierde lid worden bij vennootschapsbelastingplichtige activiteiten en grondexploitaties alleen de rentekosten voor de inzet van vreemd vermogen aan de kostprijs toegerekend. Bij projectfinanciering worden dan de werkelijke rentekosten toegerekend. In andere gevallen wordt uitgegaan van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de portefeuille leningen.

Artikel 9. Prijzen economische activiteiten

  • 1.

    Voor de levering van goederen, diensten of werken aan overheidsbedrijven en derden en met welke bijbehorende activiteiten de gemeente in concurrentie met marktpartijen treedt, wordt tenminste de geraamde integrale kostprijs in rekening gebracht. Bij afwijking doet het college vooraf voor elk van deze activiteiten afzonderlijk een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de activiteit wordt gemotiveerd.

  • 2.

    Bij het verstrekken van leningen of garanties aan overheidsbedrijven en derden brengt de gemeente de geraamde integrale kosten in rekening. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de lening of garantie wordt gemotiveerd.

  • 3.

    Bij het verstrekken van kapitaal door de gemeente aan overheidsbedrijven en derden gaat het college uit van een vergoeding van tenminste de geraamde integrale kosten van de verstrekte middelen. Bij afwijking doet het college vooraf een voorstel voor een raadsbesluit, waarin het publiek belang van de kapitaalverstrekking wordt gemotiveerd.

  • 4.

    Raadbesluiten met de motivering van het publiek belang als bedoeld in de vorige leden zijn niet nodig als sprake is van:

    • a.

      leveringen van goederen, diensten of werken en het verstrekken van leningen, garanties en kapitaal aan andere overheden voor zover deze leveringen en verstrekkingen zijn bedoeld voor de uitoefening van de publieke taak door die andere overheid;

    • b.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een bij wet opgedragen publiekrechtelijke taak;

    • c.

      een bevoordeling van activiteiten in het kader van een toegekend bijzonder of uitsluitend recht waarvoor prijsvoorschriften gelden;

    • d.

      een bevoordeling van sociale werkplaatsen;

    • e.

      een bevoordeling van onderwijsinstellingen;

    • f.

      een bevoordeling van publieke media-instellingen; en

    • g.

      een bevoordeling die valt onder de reikwijdte van de staatssteunregels van het Werkingsverdrag van de Europese Unie en daarmee verenigbaar is.

Artikel 10. Vaststelling hoogte belastingen en retributies

Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven voor alle belastingen, afvalstoffenheffing, rioolheffing en leges.

Artikel 11. Financieringsfunctie

  • 1.

    Het college neemt bij het uitzetten en het aantrekken van middelen de volgende kaders in acht:

    • a.

      voor het aantrekken van financieringen met een looptijd langer dan één jaar worden tenminste twee prijsopgaven bij verschillende financiële instellingen gevraagd; en

    • b.

      er wordt geen gebruik gemaakt van financiële derivaten als bedoeld in artikel 1, onder c, van de Wet financiering decentrale overheden.

  • 2.

    Het college informeert de raad vooraf als de wettelijke kasgeldlimiet, bedoeld in artikel 1, onder f, van de Wet financiering decentrale overheden, of de wettelijke renterisiconorm, bedoeld in artikel 1, onder h, van de Wet financiering decentrale overheden, dreigt te worden overschreden.

  • 3.

    Bij het verstrekken van leningen, het verstrekken van garanties en het verstrekken van risicodragend kapitaal bedingt het college indien mogelijk zekerheden.

  • 4.

    Bij het verstrekken van een garantie wordt een voorziening ten laste van de begroting gevormd ter grootte van het risico dat de gemeente met de garantie loopt. Als in de begroting niet is voorzien in budget voor deze voorziening dan doet het college vooraf aan de garantieverlening een voorstel aan de raad voor een begrotingswijziging.

IV. FINANCIËLE ORGANISATIE EN FINANCIEEL BEHEER

Artikel 12. Administratie

De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij in ieder geval dienstbaar is voor:

  • a.

    het sturen en het beheersen van activiteiten en processen in de gemeente als geheel en in de teams;

  • b.

    het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa met economisch nut, activa met maatschappelijk nut, voorraden, vorderingen, schulden, contracten, enzovoorts;

  • c.

    het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en investeringskredieten en voor het maken van kostencalculaties;

  • d.

    het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving;

  • e.

    de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en regelgeving.

Artikel 13. Financiële organisatie

Het college draagt zorg voor:

  • a.

    een eenduidige indeling van de gemeentelijke organisatie en een eenduidige toewijzing van de gemeentelijke taken aan de teams;

  • b.

    een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden, verantwoordelijkheden;

  • c.

    de verlening van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende budgetten en investeringskredieten;

  • d.

    de interne regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende informatievoorziening van de financieringsfunctie;

  • e.

    de te maken afspraken met de teams over de te leveren prestaties, de daarvoor beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de activiteiten en uitputting van middelen;

  • f.

    de kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de baten en lasten aan de taakvelden en producten;

  • g.

    het beleid en de interne regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;

  • h.

    het beleid en de interne regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en instellingen;

  • i.

    het beleid en de interne regels voor het voorkomen van misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en verantwoording wordt voldaan.

Artikel 14. Interne controle

Ten behoeve van het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de baten en lasten en de balansmutaties zorgt het college voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking en de rechtmatigheid van de beheershandelingen. Bij afwijkingen neemt het college maatregelen tot herstel.

VI. SLOTBEPALINGEN

Artikel 15. Intrekken oude verordening en overgangsrecht

  • 1.

    De Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2017 wordt ingetrokken op het tijdstip van inwerkingtreding van de Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2019, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de jaarrekening en het jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar voorafgaand aan het jaar waarin deze verordening in werking treedt en op de begroting, jaarrekening en jaarverslag en bijbehorende stukken van het begrotingsjaar dat samenvalt met het jaar waarin deze verordening in werking treedt.

  • 2.

    Op investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut die voor 1 januari 2017 zijn gedaan, blijven de destijds geldende voorschriften ongewijzigd van toepassing.

Artikel 16. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt, na bekendmaking, in werking met ingang van 1 janaurai 2019.

  • 2.

    Deze verordening wordt aangehaald als: Financiële verordening gemeente Sint Anthonis 2019.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Sint Anthonis van 13 december 2018.

De Raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter,

mr. A. (Ton) P.J.L. Keijzers M. (Marleen) L.P. Sijbers