Eilandsverordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting (Verordening Toeristenbelasting 2013 Sint Eustatius)

Geldend van 01-06-2013 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting (Verordening Toeristenbelasting 2013 Sint Eustatius)

DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM SINT EUSTATIUS;

OVERWEGENDE dat op grond van artikel 53 (Wet financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba) de eilandelijke toeristenbelasting kan worden geheven ter zake van verblijf binnen het grondgebied van het openbaar lichaam door niet-ingezetenen van het openbaar lichaam;

OVERWEGENDE dat het wegens de gewijzigde staatkundige structuur derhalve noodzakelijk is dat het openbaar lichaam Sint Eustatius een eilandsverordening vaststelt op de heffing en invordering van Toeristenbelasting;

GELEZEN het voorstel van het bestuurscollege;

GELET OP De artikelen 40 en 53 van de Wet financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en artikel 166, eerste en tweede lid, onderdeel h, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

BESLUIT:

vast te stellen de Eilandsverordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting (Verordening Toeristenbelasting 2013 Sint Eustatius)

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    appartement: een lokaliteit, waarvoor een appartementvergunning is vereist als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Vergunningwet BES;

  • b.

    hotel: een lokaliteit, waarvoor een hotelvergunning vereist (als bedoeld in artikel 10 van de Vergunningwet BES;

  • c.

    logement: een lokaliteit, waarvoor een logementvergunning is vereist [als bedoeld in artikel 16 van de Vergunningwet BES;

  • d.

    logeerruimte: een appartement of een in een hotel of logement aan logeergasten ter beschikking staande ruimte voor overnachting

  • e.

    Homestay: een woonhuis bestaande uit maximaal 5 (gasten-)kamers, dat geregistreerd dient te zijn bij Sint Eustatius Tourism Development Foundation, waar de betalende gast interactie kan hebben met de gastheer alsmede deel kan nemen aan de gemeenschappelijke woonruimte;

  • f.

    vaartuig: een passagiersschip, zeilend bedrijfsvaartuig, pleziervaartuig of sportvissersvaartuig;

  • g.

    passagiersschip: een schip dat uitsluitend of hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van passagiers die voor toeristische doeleinden, hoofdzakelijk in de zeereis zelf gelegen, deelnemen aan die reis;

  • h.

    zeilend bedrijfsvaartuig: een vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk met behulp van zeilen pleegt te worden voortgestuwd en dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen;

  • i.

    pleziervaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip of een zeilend bedrijfsvaartuig;

  • j.

    sportvissersvaartuig: een vaartuig, niet zijnde een passagiersschip, vissersschip of pleziervaartuig, dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van personen die sportvisserij beoefenen;

  • k.

    etmaal: een aaneengesloten tijdvak van 24 uren, aanvangend om 21.00 uur, dan wel een gedeelte daarvan;

  • l.

    maand: een aaneengesloten tijdvak van 30 etmalen.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam toeristenbelasting wordt een eilandbelasting geheven ter zake van het verblijf binnen het grondgebied van het openbaar lichaam door niet-ingezetenen van het openbaar lichaam:

  • a.

    in een logeerruimte met overnachting, tegen monetaire vergoeding, verder te noemen landtoeristenbelasting;

  • b.

    aan boord van vaartuigen, waarvoor wegens de aanwezigheid in de territoriale wateren van het openbaar lichaam in welke vorm dan ook een vergoeding wordt betaald, verder te noemen: watertoeristenbelasting.

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene ter zake van wiens verblijf de belasting verschuldigd wordt.

  • 3. Als degene die gelegenheid biedt tot verblijf wordt in ieder geval aangemerkt:

    • a.

      de eigenaar van een onroerende zaak waar een niet-ingezetene verblijft, indien deze onroerende zaak door de eigenaar zelf wordt geexploiteerd;

    • b.

      de exploitant van een onroerende zaak waar een niet-ingezetene verblijft;

    • c.

      de schipper of gezagvoerder die een vaartuig onder zijn verantwoordelijkheid heeft of de beheerder of gebruiker van het vaartuig.

  • 4. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is belastingplichtig degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

  • 1. De landtoeristenbelasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

    • a.

      van een lid van de bemanning van een vliegtuig dat het grondgebied van het openbaar lichaam aandoet;

    • b.

      van degene die mede verblijf houdt op een vaartuig voor welk verblijf de watertoeristenbelasting is verschuldigd;

    • c.

      In een woning dat bij het Sint Eustatius Tourism Development Foundation geregistreerd is als een Homestay;

  • 2. De watertoeristenbelasting wordt niet geheven ter zake van het verblijf:

    • a.

      dat korter duurt dan vier uren;

    • b.

      aan boord van een vaartuig dat is ingericht en wordt gebruikt tot verpleging of verzorging van zieken, van gebrekkigen, van hulpbehoevenden of van bejaarden;

    • c.

      aan boord van kano's, roei- en volgboten;

    • d.

      aan boord van motor- en zeilboten met een lengte van ten hoogste 4 meter;

    • e.

      aan boord van een vaartuig dat zich op last of bevel van de overheid in het water van het openbaar lichaam bevindt;

Artikel 5 Maatstaf van heffing

  • 1. De landtoeristenbelasting wordt berekend over de vergoeding die ter zake van het verblijf in rekening wordt gebracht, de toeristenbelasting daaronder niet begrepen.

  • 2. Als vergoeding bedoeld in het eerste lid wordt aangemerkt het bedrag dat verschuldigd is wegens logics en aan de heffing van algemene bestedingsbelasting is onderworpen.

  • 3. De watertoeristenbelasting wordt geheven per persoon naar het aantal etmalen dat verblijf is gehouden.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1. Het tarief van de landtoeristenbelasting bedraagt 7 procent van de heffingsmaatstaf.

  • 2. Het tarief van de watertoeristenbelasting bedraagt per etmaal:

    • a.

      voor verblijf met overnachting USD 3,-

    • b.

      voor verblijf zonder overnachting USD 2,-

Artikel 7 Belastingtijdvak

  • 1. Het belastingtijdvak voor de landtoeristenbelasting is gelijk aan de kalendermaand.

  • 2. Het belastingtijdvak voor de watertoeristenbelasting is gelijk aan de aaneengesloten periode gedurende welke het vaartuig binnen het watergebied van het openbaar lichaam aanwezig is volgens vooraf door de belastingplichtige verstrekte opgave.

Artikel 8 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van voldoening op aangifte geheven.

  • 2. Een door de eilandambtenaar, bedoeld in artikel 67, tweede lid, onderdeel b, van de Wet financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, uitgereikt aangiftebiljet voor de landtoeristenbelasting moet binnen een termijn van vijftien dagen na het einde van het belastingtijdvak bij hem worden ingeleverd. De in de vorige volzin bedoelde eilandambtenaar kan voor de genoemde termijn een kortere termijn in de plaats stellen.

  • 3. Een door de eilandambtenaar, bedoeld in artikel 67, tweede lid, onderdeel b, van de Wet Financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, uitgereikt aangiftebiljet voor de watertoeristenbelasting moet binnen een termijn van zes uren na aanvang van het verblijf ter zake waarvan de belasting verschuldigd wordt, bij hem worden ingeleverd. De in de vorige volzin bedoelde eilandambtenaar kan voor de genoemde termijn een kortere termijn in de plaats stellen.

Artikel 9 Ontstaan van de belastingschuld ter zake van het verblijf op vaartuigen

De watertoeristenbelasting is verschuldigd bij de aanvang van het verblijf.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. De landtoeristenbelasting moet binnen vijftien dagen na het einde van het belastingtijdvak overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de eilandambtenaar, bedoeld in artikel 67, tweede lid, onderdeel c, van de Wet financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 2. De watertoeristenbelasting moet binnen zes uren na aanvang van het verblijf ter zake waarvan de belasting verschuldigd wordt of, zo dit eerder is, voor het vertrek van het vaartuig naar zee, overeenkomstig de aangifte worden betaald bij de eilandambtenaar, bedoeld in artikel 67, tweede lid, onderdeel c, van de Wet Financien openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

  • 3. Indien voor het doen van aangifte uitstel is verleend, wordt de in het eerste en tweede lid genoemde termijn met de duur van dit uitstel verlengd.

  • 4. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij de invordering van de belasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Nadere regels door het bestuurscollege

Het bestuurscollege kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de belasting.

Artikel 13 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 maart 2013.

Artikel 14 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening toeristenbelasting 2013.

Ondertekening

Vastgesteld in openbare vergadering van de eilandsraad 15 mei 2013.
De Voorzitter, De Eilandgriffier,