Eilandsverordening houdende regels terzake van de basisadministratie van persoonsgegevens (Eilandsverordening basisadministratie persoonsgegevens)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening houdende regels terzake van de basisadministratie van persoonsgegevens

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze eilandsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      basisadministratie: de administratie, bedoeld in artikel 2;

    • b.

      andere basisadministratie: de geautomatiseerde basisadministratie met persoonsgegevens over de bevolking in een ander eilandgebied of Aruba;

    • c.

      persoonslijst: het geheel van gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, over een persoon in de basisadministratie;

    • d.

      inschrijving: de opneming van een persoonslijst in de basisadministratie;

    • e.

      ingeschrevene: degene ten aanzien van wie een persoonslijst is opgenomen in de basisadministratie of een andere basisadministratie;

    • f.

      uitschrijving: de overdracht van een persoonslijst naar een andere basisadministratie;

    • g.

      ingezetene: de ingeschrevene op wiens persoonslijst niet het gegeven van zijn overlijden of zijn vertrek naar een ander land dan de Nederlandse Antillen of Aruba of zijn uitschrijving naar een andere basisadministratie is opgenomen;

    • h.

      afnemer: een overheidsorgaan, een daaronder ressorterende dienst of een bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, als zodanig aangewezen bedrijf of instelling met een publiekrechtelijke taak gericht op het territoir van het eilandgebied Sint Eustatius;

    • i.

      derde: elke andere persoon of instelling dan een afnemer of een ingeschrevene;

    • j.

      gegevensuitwisseling: het verstrekken van informatie over een ingeschrevene aan een andere basisadministratie;

    • k.

      gegevensverstrekking: het verstrekken van informatie uit de persoonslijst van de ingeschrevene aan afnemers of derden;

    • l.

      adres: het adres waar betrokkene woont, of bij ontbreken hiervan een adres waar betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden het merendeel van de tijd zal overnachten;

    • m.

      verblijfstitel: een verblijfstitel krachtens de Landsverordening toelating en uitzetting (P.B. 1966, no. 17).

  • 2. Onder adres wordt mede begrepen het adres van een woning die zich in een voertuig of vaartuig bevindt, indien het voertuig of vaartuig een vaste stand- of ligplaats heeft.

Artikel 2

Er is een geautomatiseerde basisadministratie met persoonsgegevens over de bevolking.

Artikel 3

  • 1. Het bestuurscollege is houder van de basisadministratie.

  • 2. De beheerder van de basisadministratie is de ambtenaar belast met de leiding van de dienst die verantwoordelijk is voor het bijhouden van de basisadministratie.

  • 3. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent het beheer, de technische en administratieve inrichting, de werking en de beveiliging van de basisadministratie.

Artikel 4

  • 1. De basisadministratie heeft tot doel de afnemers te voorzien van gegevens, voor zover deze gegevens noodzakelijk zijn voor de vervulling van hun publiekrechtelijke taken.

  • 2. De basisadministratie heeft mede tot doel:

    • a.

      een derde te voorzien van algemene gegevens, in bij of krachtens deze eilandsverordening aangewezen gevallen;

    • b.

      een ingeschrevene te voorzien van de hem betreffende algemene gegevens.

Hoofdstuk II Het bijhouden van de basisadministratie

Afdeling 1. Algemene bepalingen

Paragraaf 1 HET INSCHRIJVEN EN UITSCHRIJVEN

Artikel 5
  • 1. Inschrijving in de basisadministratie vindt plaats door de beheerder van de basisadministratie op grond van de geboorteakte, de aangifte van verblijf en adres, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van betrokkene of ambtshalve.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen categorieën personen worden aangewezen die in verband met hun bijzondere verblijfsrechtelijke status niet in aanmerking komen voor inschrijving.

  • 3. Alleen ingeschreven worden personen die beschikken over een geldige verblijfstitel in het eilandgebied Sint Eustatius.

Artikel 6
  • 1. Op grond van de geboorteakte, opgemaakt door de ambtenaar van de burgerlijke stand in de Nederlandse Antillen of Aruba, wordt het kind ingeschreven dat niet reeds is ingeschreven in de basisadministratie of in een andere basisadministratie, indien de moeder op de geboortedatum van het kind als ingezetene is ingeschreven. Ingeval de moeder niet als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie of in een andere basisadministratie, wordt het kind ingeschreven in de basisadministratie, indien de vader op de geboortedatum van het kind ingezetene is.

  • 2. Als datum van inschrijving geldt de geboortedatum.

Artikel 7
  • 1. Op grond van zijn aangifte van verblijf en adres wordt degene die niet als ingezetene is ingeschreven in de basisadministratie en die naar redelijke verwachting gedurende een halfjaar ten minste twee derden van de tijd in het eilandgebied Sint Eustatius verblijf zal houden, als ingezetene ingeschreven in de basisadministratie.

  • 2. De houder van de basisadministratie draagt ambtshalve zorg voor inschrijving, indien geen aangifte is gedaan door een persoon als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 8

Degene die is ingeschreven in de basisadministratie blijft daarin na zijn vertrek naar een ander land dan de Nederlandse Antillen of Aruba danwel na zijn overlijden ingeschreven. Alsdan wordt de bijhouding van diens persoonslijst opgeschort.

Artikel 9
  • 1. Uitschrijving uit de basisadministratie geschiedt door de beheerder van de basisadministratie uitsluitend op grond van een mededeling van de beheerder van een andere basisadministratie dat hij heeft besloten tot inschrijving van de betrokken persoon in die basisadministratie. De uitschrijving geschiedt terstond na ontvangst van de mededeling.

  • 2. Als datum van uitschrijving geldt de datum van inschrijving in de andere basisadministratie.

Paragraaf 2 HET OPNEMEN VAN PERSOONSGEGEVENS

Artikel 10
  • 1. In de basisadministratie worden door de beheerder van de basisadministratie over de ingeschrevene uitsluitend de volgende gegevens opgenomen:

    • a.

      algemene gegevens:

      1° gegevens over de burgerlijke staat;

      2° gegevens over curatele;

      3° gegevens over het gezag dat over de minderjarige wordt uitgeoefend;

      4° gegevens over de nationaliteit;

      5° gegevens over de verblijfstitel;

      6° gegevens over het adres alsmede over het verblijf in het eilandgebied en het vertrek uit het eilandgebied;

      7° gegevens over de administratienummers van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten en de kinderen;

      8° gegevens over het ID-nummer van de ingeschrevene, de ouders, de echtgenoot, de eerdere echtgenoten en de kinderen;

      9° gegevens over het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot of eerdere echtgenoot.

    • b.

      bijzondere gegevens:

      1° gegevens, noodzakelijk in verband met de uitvoering van de Paspoortwet;

      2° gegevens, noodzakelijk in verband met de uitvoering van het Kiesreglement Eilandsraad eilandgebied Sint Eustatius (AB 1991, no. 1), en het Nederlands-Antilliaans Kiesreglement (P.B. 1989, no. 78).

    • c.

      administratieve gegevens:

      1° gegevens in verband met de inschrijving en uitschrijving;

      2° gegevens ter aanduiding van akten en andere geschriften waaruit algemene gegevens zijn verkregen, dan wel van de rechtsgrond krachtens welke gegevens over het Nederlanderschap zijn opgenomen;

      3° gegevens ter aanduiding van de onjuistheid van een opgenomen algemeen gegeven of van strijd met de Nederlands-Antilliaanse openbare orde van een opgenomen gegeven over de burgerlijke staat dan wel over een onderzoek naar die onjuistheid of strijdigheid, alsmede andere gegevens, noodzakelijk in verband met het bijhouden van de basisadministratie;

      4° gegevens over de systematische verstrekking van gegevens;

      5° gegevens over de niet-verstrekking krachtens artikel 28.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt nader bepaald welke algemene, bijzondere en administratieve gegevens worden opgenomen en worden regels gesteld met betrekking tot de verwijdering en de vernietiging van deze gegevens.

Artikel 11
  • 1. In de basisadministratie worden door de beheerder van de basisadministratie na de uitschrijving over de uitgeschreven persoon in ieder geval de volgende gegevens opgenomen:

    • a.

      verwijsgegevens:

      1° gegevens over de naam en de geboorte;

      2° gegevens over het administratienummer;

      3° gegevens over het eilandgebied of over het land waar de persoon is ingeschreven, over het adres in dat eilandgebied of land en over de datum van inschrijving.

    • b.

      administratieve gegevens verband houdende met de verwijsgegevens.

  • 2. Een verwijsgegeven dat in de basisadministratie is opgenomen, blijft daarin opgenomen, tenzij de betrokkene wederom in de basisadministratie als ingezetene wordt ingeschreven.

  • 3. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt nader bepaald welke verwijsgegevens en welke administratieve gegevens in verband met de verwijsgegevens worden opgenomen en worden regels gesteld met betrekking tot de verwijdering en de vernietiging van deze gegevens.

Artikel 12

Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald aan de hand van welke geschriften, in de daarbij aangegeven gevallen, gegevens als bedoeld in de artikelen 10 en 11 worden opgenomen in de basisadministratie.

Afdeling 2. De verplichtingen van de burger

Artikel 13

  • 1. Degene die naar redelijke verwachting gedurende een halfjaar twee derden van de tijd in het eilandgebied verblijf zal houden en die beschikt over een geldige verblijfstitel, meldt zich binnen vijf dagen na aanvang van zijn verblijf in persoon bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte te doen van verblijf en adres.

  • 2. De ingezetene die zijn adres wijzigt binnen het eilandgebied, meldt zich binnen vijf dagen na wijziging van het adres in persoon bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte te doen van adreswijziging.

  • 3. De ingezetene die gedurende een halfjaar ten minste twee derden van de tijd in een ander eilandgebied van de Nederlandse Antillen of in Aruba zal verblijven, meldt zich binnen tien dagen voor zijn vertrek bij de beheerder van de basisadministratie om schriftelijk aangifte van vertrek te doen. Eenzelfde verplichting geldt voor de ingezetene die gedurende een jaar twee derden van de tijd in een ander land dan de Nederlandse Antillen of Aruba zal verblijven.

  • 4. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld omtrent de gegevens die in het kader van de in het eerste, tweede en derde lid genoemde verplichtingen door de betrokkene dienen te worden verstrekt en worden de gevallen geregeld waarin het eerste, tweede en derde lid niet van toepassing zijn.

  • 5. De ingezetene brengt zo spoedig mogelijk alle feiten, betreffende zijn burgerlijke staat en nationaliteit, die zich buiten het eilandgebied hebben voorgedaan, ter kennis van de beheerder van de basisadministratie en verschaft aan deze, desverlangd in persoon, de inlichtingen en legt de geschriften over die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de basisadministratie. Op verzoek van de houder van de basisadministratie legt hij van een geschrift een door een beëdigde vertaler vervaardigde Nederlandse vertaling over.

Artikel 14

De echtgenoot en de nabestaanden tot en met de tweede graad van een ingeschrevene die in het buitenland is overleden, geven op verzoek van de houder van de basisadministratie aan de beheerder van de basisadministratie over dat overlijden, voor zover mogelijk, de inlichtingen en leggen de geschriften over die noodzakelijk zijn voor het bijhouden van de basisadministratie.

Artikel 15

  • 1. Verplichtingen als bedoeld in artikel 13 rusten op:

    • a.

      ouders, voogden en verzorgers van minderjarige personen, jonger dan 18 jaar;

    • b.

      ouders, voogden en verzorgers van minderjarigen vanaf 18 jaar, tenzij de minderjarige zelf aangifte heeft gedaan;

    • c.

      curatoren voor onder curatele gestelden.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt bepaald op welke instellingen verplichtingen rusten als bedoeld in artikel 13, indien betrokkene niet reeds zelf aangifte heeft gedaan.

Artikel 16

Verplichtingen als bedoeld in artikel 135 kunnen worden vervuld door:

  • a.

    de ouder en zijn meerderjarig kind, indien beiden hetzelfde adres hebben, voor elkaar;

  • b.

    echtgenoten die hetzelfde adres hebben, voor elkaar;

  • c.

    elke meerderjarige voor een persoon die hem daartoe schriftelijk heeft gemachtigd;

  • d.

    het hoofd van een instelling voor gezondheidszorg voor een in die instelling verblijvende persoon die wegens de toestand van zijn gezondheid niet in staat kan worden geacht aan zijn verplichtingen te voldoen of een machtiging daartoe te geven, dan wel de echtgenoot of de bloed- of aanverwanten tot en met de tweede graad van een zodanige persoon, onder overlegging van een schriftelijke verklaring van het hoofd van de desbetreffende instelling.

Afdeling 3. De rechten van de burger

Artikel 17

  • 1. De houder van de basisadministratie deelt een ieder op diens verzoek schriftelijk binnen vier weken mede, of hem betreffende gegevens zijn opgenomen in de basisadministratie. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.

  • 2. De houder van de basisadministratie verleent een ieder op diens verzoek binnen vier weken inzage in hem betreffende gegevens in de basisadministratie. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.

  • 3. De houder van de basisadministratie verstrekt op verzoek van de ingeschrevene binnen vier weken een afschrift van de hem betreffende gegevens die zijn opgenomen in de basisadministratie.

Artikel 18

  • 1. De houder van de basisadministratie voldoet binnen vier weken aan het schriftelijk verzoek van betrokkene de hem betreffende gegevens in de basisadministratie op de aangegeven wijze te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien de gegevens onjuist dan wel onvolledig zijn of ten onrechte zijn opgenomen. Hiervoor worden geen kosten in rekening gebracht.

  • 2. De termijn, bedoeld in het eerste lid, kan door de houder van de basisadministratie, voor zover noodzakelijk, ten hoogste drie maal met telkens acht weken worden verlengd, indien het verzoek betrekking heeft op gegevens over de burgerlijke staat of de nationaliteit. Van een beslissing tot verlenging wordt terstond schriftelijk mededeling gedaan aan de verzoeker.

  • 3. De beheerder van de basisadministratie doet terstond schriftelijk mededeling aan de verzoeker van de voldoening aan het verzoek.

Artikel 19

  • 1. Als de houder van de basisadministratie het voornemen heeft:

    • a.

      aan een aangifte geen of slechts ten dele gevolg te geven;

    • b.

      een gegeven over de burgerlijke staat niet op te nemen, dan wel een geschrift daarover dat als akte is aangeboden niet als zodanig aan te merken;

    • c.

      een gegeven over de nationaliteit niet op te nemen;

    • d.

      ambtshalve over te gaan tot inschrijving, of tot opneming van gegevens in het geval dat inschrijving of opneming op grond van een aangifte had moeten geschieden;

    • e.

      bij een opgenomen algemeen gegeven een aantekening over de onjuistheid van dat plaatsen;

    • f.

      niet te voldoen aan een verzoek als bedoeld in de artikelen 17, 18 en 28, eerste lid, doet schriftelijk mededeling onder vermelding van de gronden.

  • 2. De houder van de basisadministratie stelt de betrokkene in de gelegenheid binnen vier weken na de verzending van de mededeling van het voornemen, bedoeld in het eerste lid, zijn zienswijze schriftelijk kenbaar te maken en zonodig mondeling toe te lichten.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde termijn kan op schriftelijk verzoek van betrokkene, ten hoogste drie maal met telkens acht weken worden verlengd, voor zover het voornemen betrekking heeft op gegevens over de burgerlijke staat of de nationaliteit.

  • 4. De houder van de basisadministratie neemt binnen vier weken nadat de betrokkene zijn zienswijze kenbaar heeft gemaakt dan wel binnen vier weken na het verstrijken van de in het tweede lid bedoelde termijn de beslissing omtrent het voornemen.

  • 5. De houder van de basisadministratie brengt zijn beslissing schriftelijk ter kennis van de betrokkene. De beslissing vermeldt de gronden daarvan, voor zover de zienswijze van de betrokkene niet wordt gevolgd.

Hoofdstuk III Het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie

Paragraaf 1 ALGEMEEN

Artikel 20

  • 1. Het verstrekken van gegevens vindt uitsluitend plaats op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek, dat de gronden voor het verzoek bevat.

  • 2. Op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, wordt door de houder van de basisadministratie beslist.

  • 3. Aan een beslissing tot inwilliging van het verzoek kunnen door de houder van de basisadministratie voorwaarden, voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4. Een afnemer of een derde mag de verstrekte gegevens niet gebruiken voor een ander doel dan waarvoor zij verstrekt zijn.

Artikel 21

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden nadere regels gesteld ten aanzien van de wijze van indiening van een verzoek tot verstrekking, de wijze van verstrekking en de frequentie van verstrekking.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de bewaring en vernietiging van verstrekte gegevens.

Paragraaf 2 DE VERSTREKKING AAN AFNEMERS

Artikel 22

  • 1. Verstrekking aan een afnemer geschiedt uitsluitend voor zover noodzakelijk voor de vervulling van diens publiekrechtelijke taak.

  • 2. De verstrekking heeft uitsluitend betrekking op de algemene gegevens, bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel a, en de verwijsgegevens, bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a.

Artikel 23

In afwijking van artikel 22 kan worden bepaald dat een verstrekking ook omvatten administratieve gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, mits de afnemer ten genoege van de houder van de basisadministratie heeft aangetoond bij de verstrekking daarvan een gerechtvaardigd belang te hebben.

Artikel 24

Indien een verstrekking een algemeen gegeven betreft, dat is voorzien van een aantekening als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, ten 3°, wordt dat gegeven uitsluitend verstrekt onder mededeling van die aantekening.

Paragraaf 3 DE VERSTREKKING AAN DERDEN

Artikel 25

Een derde heeft geen rechtstreekse toegang tot de basisadministratie.

Artikel 26

  • 1. Aan een derde worden op schriftelijk verzoek door de houder van de basisadministratie de algemene gegevens en de verwijsgegevens verstrekt die noodzakelijk zijn in verband gronden voor de verstrekking. Aan de verstrekking kunnen door de houder van de basisadministratie voorwaarden worden verbonden.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen op een daartoe strekkend schriftelijk en gemotiveerd verzoek derden worden aangewezen, aan wie meer gegevens van een ingeschrevene kunnen worden verstrekt, dan in het eerste lid bedoeld.

  • 3. In de gevallen, bedoeld in het tweede lid, kan de verstrekking alleen betrekking hebben op algemene en verwijsgegevens over de naam, de geslachtsnaam van de echtgenoot of de eerdere echtgenoot, het gebruik door de ingeschrevene van de geslachtsnaam van de echtgenoot of de eerdere echtgenoot, het adres, de geboortedatum en de datum van overlijden.

Artikel 27

  • 1. Een verstrekking kan ook omvatten administratieve gegevens als bedoeld in artikel 10, eerste lid, onderdeel c, mits de derde ten genoege van de houder van de basisadministratie heeft aangetoond bij de verstrekking daarvan een gerechtvaardigd belang te hebben.

  • 2. Artikel 24 is van toepassing op de verstrekking aan derden.

Paragraaf 4 HET RECHT OP GEHEIMHOUDING

Artikel 28

  • 1. De houder van de basisadministratie geeft aan het schriftelijke verzoek van betrokkene om in de gevallen, bedoeld in artikel 26, tweede lid, geen gegevens die opgenomen zijn op zijn persoonslijst of hem betreffende verwijsgegevens aan derden te verstrekken, binnen vier weken gevolg en doet daarvan terstond schriftelijk mededeling aan de verzoeker, onder vermelding van de geldende regels ter zake.

  • 2. In afwijking van het eerste lid, worden omtrent de verzoeker in de gevallen bedoeld in artikel 26, tweede lid, gegevens verstrekt, indien de persoonlijke levenssfeer daardoor niet onevenredig wordt geschaad.

  • 3. De houder van de basisadministratie maakt de beslissing om krachtens artikel 26, tweede lid, in afwijking van het eerste lid gegevens te verstrekken, terstond bekend aan de betrokkene. Het geeft geen uitvoering aan de beslissing binnen een daarbij gestelde termijn.

Artikel 29

Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld over de verwijdering van gegevens.

Hoofdstuk IV Overige bepalingen

Paragraaf 1 TOEZICHT

Artikel 30

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze eilandsverordening bepaalde zijn belast door het bestuurscollege aangewezen ambtenaren. En zodanig besluit wordt bekend gemaakt in een of meer door het bestuurscollege te bepalen dagbladen welke in het eilandgebied worden verspreid.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle bescheiden en informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner te betreden.

  • 3. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren.

Paragraaf 2 STRAFBARE FEITEN

Artikel 31

  • 1. Overtreding van het gestelde bij of krachtens de artikelen 13, 14, 20, vierde lid en 32, tweede en vierde lid, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste tweeduizend gulden.

  • 2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Paragraaf 3 BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 32

  • 1. Bij alle handelingen betreffende het bijhouden van de basisadministratie en het verstrekken van gegevens uit de basisadministratie en het bevolkingsregister draagt de beheerder van de basisadministratie zorg voor een deugdelijke vaststelling van de identiteit van de betrokkene onderscheidenlijk de verzoeker.

  • 2. Degene die ingevolge deze verordening in persoon verschijnt bij de houder van de basisadministratie of bij de beheerder van de basisadministratie, overlegt desgevraagd met het oog op de vaststelling van zijn identiteit een op hem betrekking hebbend document.

  • 3. Als document, bedoeld in het tweede lid, worden geaccepteerd:

    • a.

      een binnen de Nederlandse Antillen en Aruba afgegeven geldige identiteitskaart;

    • b.

      een geldig paspoort;

    • c.

      een binnen het koninkrijk afgegeven geldig rijbewijs.

  • 4. De ouders, voogden, verzorgers en curatoren van minderjarigen of onder curatele gestelden, zijn met het oog op de vaststelling van de identiteit van de minderjarige of onder curatele gestelde desgevraagd verplicht, deze te laten verschijnen bij de beheerder van de basisadministratie en een op de minderjarige of onder curatele gestelde betrekking hebbend document als bedoeld in het tweede lid over te leggen.

Hoofdstuk V Overgangsbepalingen

Artikel 33

  • 1. Het bestuurscollege draagt ambtshalve zorg dat de in het gezinsregister, bedoeld in artikel 2, onderdeel a, van het Besluit van den 16den december 1929, ter uitvoering van de verordening van de 21sten juni 1929, (P.B. 1929, no. 89) tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters, (P.B. 1929, no. 103), opgenomen personen worden ingeschreven in de basisadministratie aan de hand van de relevante gegevens uit dat gezinsregister, voor zover zij in dat register als woonachtig in het eilandgebied zijn vermeld.

  • 2. In afwijking van het eerste lid behoeven bij de inschrijving niet te worden opgenomen de algemene gegevens over kinderen die geboren zijn voor 1 januari 1968.

Artikel 34

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld omtrent de zorg voor de bevolkingsregisters, bedoeld in artikel 2, van het Besluit van den 16den december 1929, ter uitvoering van de verordening van de 21sten juni 1929 (P.B. no. 89), tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters (P.B. 1929, no. 103). Daarbij kan worden bepaald dat de bevolkingsregisters op een andere wijze dan in de vorm van gezinskaarten kunnen worden aangehouden en kan de vernietiging van gezinskaarten worden geregeld.

  • 2. Uit de bevolkingsregisters worden geen andere gegevens verstrekt dan gegevens als bedoeld in de artikelen 22 tot en met 27.

Artikel 35

In afwijking van hoofdstuk III kunnen gedurende zes kalendermaanden na inwerkingtreding van de eilandsverordening, voor zover nog niet is beslist ten aanzien van gegevensverstrekking aan een afnemer, niettemin de gegevens worden verstrekt waarover die afnemer onmiddellijk voor de inwerkingtreding van deze eilandsverordening kon beschikken.

Hoofdstuk VI Slotbepalingen

Artikel 36

Met inachtneming van de voorschriften van deze eilandsverordening kunnen bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regels worden gesteld omtrent punten waarin deze eilandsverordening niet voorziet.

Artikel 37

De Landsverordening van den 21sten juni 1929, tot het vaststellen van bepalingen nopens het aanleggen en bijhouden van bevolkingsregisters (P.B. 1929, no. 89), wordt ingetrokken.

Artikel 38

Deze eilandsverordening treedt in werking met ingang van de dag na die van haar afkondiging en werkt terug tot en met 1 januari 1998.

Artikel 39

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Eilandsverordening basisadministratie persoonsgegevens”.