Besluit van de regeringscommissaris van 22 mei 2018 no. 5.1, handelende in plaats van het bestuurscollege en in plaats van de gezaghebber, tot vaststelling van de Mandaatregeling Sint Eustatius 2018

1. In deze regeling wordt verstaan onder:

• a.

  mandaatgever: het bestuursorgaan dat aan een functionaris de bevoegdheid geeft om in naam van het bestuursorgaan besluiten te nemen.

• b.

  gemandateerde: de functionaris, die van de mandaatgever de bevoegdheid heeft gekregen om in naam van de mandaatgever besluiten te nemen en te ondertekenen.

• c.

  mandatenregister: overzicht van door mandaatgever aan gemandateerde opgedragen bevoegdheden.

• d.

  machtiging: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan of namens het openbaar lichaam feitelijke handelingen te verrichten;

• e.

  mandaat: de bevoegdheid om in naam van een bestuursorgaan publiekrechtelijke rechtshandelingen te verrichten.

• f.

  volmacht: de bevoegdheid om te besluiten tot privaatrechtelijke rechtshandelingen namens het openbaar lichaam Sint Eustatius, deze te verrichten en daarbij het openbaar lichaam buiten rechte te vertegenwoordigen.

2. Waar in deze regeling het woord “mandaat” en afleidingen van dat woord gebruikt worden, wordt daarmee in voorkomende gevallen ook machtiging en volmacht bedoeld.

1. De in het bij deze regeling behorende mandatenregister genoemde bevoegdheden worden namens en onder verantwoordelijkheid van het ter zake bevoegde bestuursorgaan uitgeoefend door de per bevoegdheid genoemde gemandateerde.

2. Bij afwezigheid van de functionarissen aan wie bij of krachtens dit besluit bevoegdheden zijn gemandateerd, worden deze bevoegdheden uitgeoefend door hun aangewezen plaatsvervangers.

3. Het voornemen tot het aangaan van een financiële verplichting wordt voor advies aan de unitmanager Financiën van het openbaar lichaam of, bij zijn afwezigheid, aan zijn eerste of tweede plaatsvervanger voorgelegd.

1. De verlening van het mandaat geschiedt in de ruimste zin van het woord. Naast het nemen van positieve en negatieve besluiten omvat het mandaat tevens:

• a.

  het stellen van nadere voorwaarden en het verbinden van voorschriften en beperkingen;

• b.

  alle werkzaamheden ter voorbereidingen van het besluit;

• c.

  het uitreiken van bewijs van ontvangst van de aanvragen en dergelijke;

• d.

  verdagen en/of uitstellen van besluiten;

• e.

  het verzoeken om aanvullende informatie;

• f.

  het voeren van correspondentie, welke direct te maken heeft met de opgedragen taak;

• g.

  het interpreteren van de regelgeving;

• h.

  het toekennen van bedragen in termijnen;

• i.

  het toekennen van voorschotten;

• j.

  het uitvoeren van selectie;

• k.

  het uitvoeren van gunning;

• l.

  het bekend maken van besluiten/beschikkingen

• m.

  het toezenden van besluiten/beschikkingen aan instanties, daar waar die verplichting daartoe in een wettelijke regeling is opgenomen;

• n.

  de bevoegdheid tot bewaking van uitvoering van de rechtshandeling waartoe kan worden gerekend ingebrekestelling, ontbinding, vorderen van nakoming, opzegging van een overeenkomst en alle andere besluiten, die hiermee verband houden of kunnen houden;

• o.

  alle andere besluiten die genomen moeten worden en alle andere handelingen die moeten worden verricht binnen het kader van de uitvoeringen van de verleende bevoegdheid;

• p.

  het ondertekenen van besluiten.

2. Het verstrekken van ambtelijke informatie geschiedt niet krachtens mandaat en niet namens het bestuurscollege, maar op eigen naam. Onder ambtelijke informatie dient te worden verstaan het verstrekken van inlichtingen over geldende regelingen of over bestaand beleid, door het verstrekken waarvan geen rechtsgevolgen ontstaan.

3. De gemandateerde is verplicht om per kwartaal een verslag te geven aan de mandaatgever omtrent de namens deze verrichte werkzaamheden.

1. Ondermandaat is toegestaan, indien dit in het mandatenregister is aangegeven.

2. Het verlenen van een algemeen ondermandaat dient te geschieden bij schriftelijk besluit door de oorspronkelijke gemandateerde.

3. Op verleende ondermandaten zijn deze bepalingen overeenkomstig van toepassing.

4. De functionaris aan wie middels ondermandaat bevoegdheden zijn gemandateerd mag deze bevoegdheid niet verder mandateren. Indien de gemandateerde niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de mandaatgever, behoeft de mandaatverlening de instemming van de gemandateerde en in het voorkomende geval van degene onder wiens verantwoordelijkheid hij werkt.

1. Dit besluit kan worden aangehaald als Mandaatregeling Sint Eustatius 2018.

2. De Mandaatregeling openbaar lichaam Sint Eustatius 2016 wordt ingetrokken.

3. Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na die van de openbare bekendmaking.