Verordening tot het verlenen van subsidies door het openbaar lichaam Sint Eustatius (Subsidieverordening 2013)

Geldend van 01-01-2013 t/m heden

Intitulé

Verordening tot het verlenen van subsidies door het openbaar lichaam Sint Eustatius (Subsidieverordening 2013)

De eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

gelezen het advies van het bestuurscollege van 22 oktober 2012 nummer 0259/12;

gelezen het advies van de centrale commissie van 08 november 2012;

gelet op de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

mede gelet op de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

b e s l u i t:

vast te stellen de navolgende verordening tot het verlenen van subsidies door het openbaar lichaam Sint Eustatius (Subsidieverordening 2013):

Definities

Artikel 1

  • 1.

    Taaksubisdie: een finaciële bijdrage van het openbaar lichaam aan een instelling ter uitvoering van een door het openbaar lichaam erkende taak waarvoor gelden op de begroting zijn bescikbaar zijn gesteld.

  • 2.

    Evenementsubsidie: een finaciële bijdrage van het openbaar lichaam aan een instelling terondersteuning van de organisatie van een evenement voor de inwoners of specifieke doelgroepen van het openbaar lichaam, waarvoor gelden op de begroting beschikbaar zijn gesteld.

  • 3.

    Subsidie: taaksubsidie en evenementensubsidie tezamen;

  • 4.

    Openbaar lichaam: Sint Eustatius;

  • 5.

    Hoofd Financiën: functionaris belast met de leiding over de afdeling Financiën van het openbaar lichaam Sint Eustatius.

  • 6.

    Functionele dienst: de afdeling van het openbaar lichaam die verantwoordelijk is voor deaangevraagde subsidie.

  • 7.

    Instelling: een rechtspersoonlijkheid bezittende organisatie zonder winstoogmerk.

  • 8.

    Taken: de door het openbaar lichaam schriftelijke en openbaar vastgestelde erkende taken die in aanmerking komen om te worden gesubsidieerd.

  • 9.

    Prestatieovereenkomst: een schriftelijke overeenkomst tussen een instelling en het openbaar lichaam betreffende de subsidiëring van een taak of evenement.

Bevoegdheden

Artikel 2

  • 1. Het bestuurscollege is bevoegd een taaksubsidie te verlenen, te weigeren, geheel of gedeeltelijk op te schorten, in te trekken of terug te vorderen conform het bepaalde in artikel 8 van deze verordening.

  • 2. Het bestuurscollege is bevoegd een evenementsubsidie te verlenen, te weigeren, geheel of gedeeltelijk op te schorten, in te trekken of terug te vorderen conform het bepaalde in artikel 16.

Taaksubsidie: aanvraag, verlening en uitvoering

Artikel 3

  • 1. Een aanvraag voor een taaksubsidie geschiedt schriftelijk in tweevoud aan het bestuurscollege vóór 01 april voorafgaand aan het begrotingsjaar waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 2. De in het eerste lid genoemde indieningsdatum is niet van toepassing op een aanvraag voor een aanvullende taaksubsidie op een reeds toegekende subsidie voor het desbetreffende begrotingsjaar.

  • 3. Het bestuurscollege stelt bij besluit het model van het aanvraagformulier voor een taaksubsidie vast.

  • 4. De aanvraag dient het gewenste subsidiebedrag te bevatten.

  • 5. Bij de taaksubsidieaanvraag dienen de volgende bescheiden te worden overlegd:

    • a.

      een taaksubsidieaanvraagformulier

    • b.

      een afschrift van reglement of statuten van de instelling;

    • c.

      een uitreksel van de inschrijving van de instelling in het handels of stichtingenregister voor zover door de wet vereist;

    • d.

      het werkprogramma;

    • e.

      de (meerjaren)begroting van het werkprogramma voorzien van een toelichting;

    • f.

      de jaarrekening van de instelling van het jaar voorafgaand aan het jaar van de subsidie aanvraag voorzien van een toelichting;

    • g.

      inhoudelijk jaarverslag van de activiteiten van de instelling over het afgelopen begrotingsjaar.

Artikel 4

  • 1. Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 3, vijfde lid gestelde eisen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2. Van de beslissing zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel doet de functionele dienst zo spoedig mogelijk, op schriftelijke wijze, mededeling aan de aanvrager, onder opgaaf van redenen en terugzending van alle ingediende bescheiden. De aanvrager heeft eenmaal de mogelijkheid de aanvraag opnieuw in te dienen.

  • 3. Na een besluit en de hierop volgende vernieuwde aanvraag zoals verwoord in de tweede lid, is het een instelling niet toegestaan om nogmaals een aanvraag in te dienen voor dezelfde subsidieperiode waarop de eerdere aanvraag betrekking had.

Artikel 5

  • 1. Na ontvangst van de aanvraag en een uitgebreid en beargumenteerd advies van de functionele dienst, als ook een advies van de afdeling financiën ten aanzien van beschikbaarheid van financiele middelen, met medeparaaf van het hoofd Financiën, bepaalt het bestuurscollege haar standpunt. Het bestuurscollege informeert de aanvrager over haar standpunt.

  • 2. Een voorlopig besluit wordt door het bestuurscollege genomen vóór 01 november van het jaar waarin de aanvraag is ingediend, op alle in de artikel 3, lid 1 ontvangen aanvragen. Het besluit zal opgemaakt worden in de vorm van een voorlopige subsidietoekenningsbesluit.

  • 3. Het bestuurscollege neemt in alle gevallen vóór uiterlijk 31 december van het jaar waarin de aanvraag is gedaan, een besluit betreffende de aanvraag.

  • 4. Indien het bestuurscollege niet binnen de in de voorgaande leden genoemde termijnen een beslissing uitbrengt, wordt de aanvraag geacht te zijn geweigerd.

Artikel 6

  • 1.

    Een subsidie zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, wordt bepaald en verleend voor de termijn van maximaal één jaar binnen het begrotingsjaar waarop de aanvraag van toepassing is.

  • 2.

    Aan de taaksubsidieverlening kunnen specifieke voorwaarden worden verbonden.

  • 3.

    De in het tweede lid bedoelde subsidie en de daaraan verbonden voorwaarden kunnen worden gewijzigd door het bestuurscollege indien de aanvrager zich niet of niet volledig houdt aan devoorwaarden verbonden aan de subsidie.

  • 4.

    Het voorlopige subsidietoekenningbesluit van het bestuurscollege dient in ieder geval te bevatten:

    • a.

      een verwijzing naar het advies van de functionele dienst die het advies heeft uitgebracht, als ook het advies van de afdeling financiën ten aanzien van beschikbaarheid van financiele middelen met medeparaaf van het hoofd Financiën;

    • b.

      een verwijzing naar de specifieke taak die de aanvrager beoogt uit te voeren;

    • c.

      de datum waarop de aanvraag is ingediend;

    • d.

      de naam van de instelling die de aanvraag heeft ingediend;

    • e.

      de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag;

    • f.

      het maximale bedrag dat wordt verleend en de eventuele termijnen waarin wordt uitbetaald met de daarbij behorende motivering;

    • g.

      de subsidieperiode;

  • 5.

    Het voorlopige subsidietoekenningsbesluit wordt afgegeven onder de voorwaarden dat:

    • 1.

      de subsidie voorlopig wordt verleend onder de voorwaarde dat de aanvrager binnen een in het toekenningbesluit nader gepreciseerde termijn, een prestatieovereenkomst met het openbaar lichaam afsluit;

    • 2.

      de op het jaar van de aanvraag betreffende begroting van het openbaar lichaam door de eilandsraad wordt goedgekeurd en wordt voorzien van een goedkeurende verklaring door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties conform de Wet Financiën openbare

      lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba;

    • 3.

      zolang er geen prestatieovereenkomst is gesloten, er geen gelden beschikbaar worden gesteld aan de aanvrager.

Artikel 7

  • 1. Een taaksubsidie wordt door middel van een degelijk gemotiveerd besluit van het bestuurscollege geweigerd indien:

    • a.

      bij de aanvraag blijkt dat de werkzaamheden van de instelling niet tot de erkende taken van het openbaar lichaam horen;

    • b.

      blijkt dat de aanvrager niet voldoet aan hetgeen in artikel 1, zevende lid, wordt verstaan onder instelling;

    • c.

      blijkt dat de instelling de uitvoering van de taken volledig uit eigen middelen of uit middelen van derden kan bekostigen;

    • d.

      er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

      • 1.

        de instelling niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

      • 2.

        de instelling niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de uitvoering van de taken en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

    • e.

      de instelling in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beslissing op de aanvraag zou hebben geleid;

    • f.

      aan de instelling surseance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend;

    • g.

      de aanvrager failliet is verklaard;

    • h.

      de aanvrager haar aanvraag na de in artikel 3, eerste lid genoemde datum heeft ingediend

    • i.

      de aanvraag niet past binnen het vigerende beleid.

    • j.

      bij het ontbreken van voldoende beschikbare financiële middelen van de zijde van het openbaarlichaam.

  • 2. Een afschrift van het besluit wordt aan de aanvrager per aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

Artikel 8

  • 1. Het bestuurscollege kan de taaksubsidie geheel of gedeeltelijk opschorten, intrekken of

    terugvorderen indien:

    • a.

      een van de bepalingen genoemd onder artikel 7 van toepassing is;

    • b.

      de aanvrager niet of niet naar behoren voldoet aan de bepalingen van de prestatieovereenkomst;

    • c.

      de aanvrager de subsidie op andere wijze besteedt dan op grond van de prestatie overeenkomst overeen is gekomen;

  • 2. Het besluit tot gehele of gedeeltelijke opschorting, intrekking of terugvordering van een subsidie vermeldt de dag, waarop het in werking treedt en de periode van intrekking of opschorting.

  • 3. Een besluit als bedoeld in het tweede lid, wordt op degelijke wijze gemotiveerd.

  • 4. Een afschrift van het besluit wordt aan de aanvrager per aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

Artikel 9

  • 1. De prestatieovereenkomst wordt, in afstemming met het hoofd Financiën, door de aanvrager ingevuld.

  • 2. Een prestatieovereenkomst voor een taaksubsidie dient minimaal de volgende bepalingen te bevatten:

    • a.

      algemene afspraken

    • b.

      te bereiken doelstelling(en)

    • c.

      monitoring

    • d.

      verantwoorden van de financiën

Artikel 10

  • 1. De instelling zal voor het sluiten van de prestatieovereenkomst en tijdens de looptijd ervan te allen tijde alle medewerking tot inzage in de boekhouding van de instelling verlenen aan medewerkers van het openbaar lichaam, die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.

  • 2. De instelling zal over de betreffende subsidieperiode, op verzoek van het bestuurscollege alle inlichtingen verschaffen en gegevens overleggen.

  • 3. De instelling voert zelfstandig de administratie van de bestedingen van de subsidie.

  • 4. Vóór 1 april van het jaar volgend op de subsidieperiode, wordt door de instelling een jaarverslag en een jaarrekening voorzien van een accountantsverklaring ingediend conform de bepalingen in de prestatieovereenkomst.

  • 5. Door het openbaar lichaam kunnen bij besluit regels worden gesteld betreffende de financiële controle.

Evenementensubsidie: aanvraag, verlening en uitvoering

Artikel 11

  • 1.

    Een evenementensubsidie kunnen alleen worden aangevraagd door een legale entiteit, hierna te noemen "de aanvrager". Een aanvraag door een natuurlijke persoon is niet toegestaan.

  • 2.

    Een aanvraag voor een evenementsubsidie geschiedt in tweevoud aan het bestuurscollege minimaal zes weken voorafgaand aan de periode waarvoor subsidie wordt aangevraagd.

  • 3.

    Het bestuurscollege stelt bij besluit het model van het aanvraagformulier voor eenevenementsubsidie vast.

  • 4.

    De aanvraag dient het gewenste subsidiebedrag te bevatten.

  • 5.

    Bij de evenementsubsidieaanvraag dienen de volgende bescheiden te worden overlegd:

    • a.

      een evenementsubsidieformulier;

    • b.

      afschrift van reglement of statuten van de instelling;

    • c.

      een uitreksel van de inschrijving van de instelling in het handels of stichtingenregister voor zover door de wet vereist; nota van toelichting opnemen

    • d.

      het werkprogramma van het evenement;

    • e.

      de evenementbegroting voorzien van een toelichting.

    • f.

      financiële verantwoording van eerder georganiseerde evenementen

Artikel 12

  • 1. Indien de aanvraag niet voldoet aan de in artikel 11, vijfde lid gestelde eisen, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 2. Van de beslissing zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel doet de functionele dienst zo spoedig mogelijk, op schriftelijke wijze, mededeling aan de aanvrager, onder opgaaf van redenen en terugzending van alle ingediende bescheiden. De aanvrager heeft eenmaal de mogelijkheid de aanvraag opnieuw in te dienen.

  • 3. Na een besluit en de hierop volgende vernieuwde aanvraag zoals verwoord in de tweede lid, is het de aanvrager niet toegestaan om nogmaals een aanvraag in te dienen voor een evenementensubsidie voor eenzelfde subsidieperiode.

Artikel 13

Na ontvangst van de aanvraag en een uitgebreid en beargumenteerd advies van de functionele dienst, als ook een advies van de afdeling financiën ten aanzien van beschikbaarheid van financiele middelen, met medeparaaf van het hoofd Financiën, beslist het bestuurscollege. Het bestuurscollege brengt de beslissing uiterlijk vier weken na datum van de aanvraag schriftelijk ter kennis van de aanvrager.

Artikel 14

  • 1. Aan een subsidie zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, kunnen specifieke voorwaarden worden verbonden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde subsidie en de daaraan verbonden voorwaarden kunnen worden gewijzigd door het bestuurscollege, indien de aanvrager zich niet of niet volledig houdt aan de voorwaarden verbonden aan de subsidie.

  • 3. Het voorlopige subsidietoekenningbesluit dient in ieder geval te bevatten:

    • a.

      een verwijzing naar het advies van de verantwoordelijke dienst die het advies heeft uitgebracht, met de uitgebreide en beargumenteerde advies van financiën met medeparaaf van het hoofd Financiën;

    • b.

      een verwijzing naar het specifieke evenement die de aanvrager beoogt te organiseren;

    • c.

      de datum waarop de aanvraag is ingediend;

    • d.

      de naam van de instelling die de aanvraag heeft ingediend;

    • e.

      de hoogte van het aangevraagde subsidiebedrag;

    • f.

      het maximale bedrag dat wordt verleend en de eventuele termijnen waarin wordt uitbetaald met de daarbij behorende motivering;

    • g.

      een verwijzing naar de data waarop het evenement zal plaatsvinden en de locatie:

  • 4. Het voorlopige subsidietoekenningsbesluit wordt afgegeven onder de voorwaarden dat

    • 1.

      de subsidie voorlopig wordt verleend onder de voorwaarde dat de aanvrager binnen een in het toekenningbesluit nader gepreciseerde termijn, een prestatieovereenkomst met het openbaar lichaam afsluit;

    • 2.

      zolang er geen prestatieovereenkomst is gesloten, er geen gelden beschikbaar worden gesteld aan de aanvrager.

Artikel 15

  • 1. Een evenementsubsidie wordt door middel van een degelijk gemotiveerd besluit van het

    bestuurscollege geweigerd indien:

      • a.

        blijkt dat de aanvrager van het evenement volledig uit eigen middelen of uit middelen van derden kan bekostigen;

      • b.

        er gegronde redenen bestaan om aan te nemen dat:

        • 1.

          de aanvrager niet zal voldoen aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

        • 2.

          de aanvrager niet op een behoorlijke wijze rekening en verantwoording zal afleggen omtrent de organisatie van het evenement en de daaraan verbonden uitgaven en inkomsten, voor zover deze voor de vaststelling van de subsidie van belang zijn;

      • c.

        de aanvrager in het kader van de aanvraag onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van deze gegevens tot een onjuiste beslissing op de aanvraag zou hebben geleid;

      • d.

        aan de aanvrager surseance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend;

      • e.

        de aanvrager failliet is verklaard;

      • f.

        de aanvrager haar aanvraag na de in artikel 11, tweede lid bepaalde termijn heeft ingediend.

      • g.

        de aanvraag niet past binnen het vigerende beleid.

      • h.

        bij het ontbreken van voldoende beschikbare financiële middelen van de zijde van het openbaar lichaam.

  • 2. Een afschrift van het besluit wordt aan de aanvrager per aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

Artikel 16

  • 1. Het bestuurscollege kan de evenementsubsidie geheel of gedeeltelijk opschorten, intrekken of terugvorderen indien:

    • a.

      de aanvrager niet of niet naar behoren voldoet aan de bepalingen van de prestatieovereenkomst;

    • b.

      de aanvrager onjuiste gegevens heeft verstrekt, welke ten onrechte hebben geleid tot het verlenen van de subsidie;

    • c.

      de aanvrager de subsidie op andere wijze besteedt dan op grond van de prestatieovereenkomst overeen is gekomen;

    • d.

      aan de aanvrager surseance van betaling is verleend dan wel een verzoek daartoe bij het gerecht is ingediend.

  • 2. In het geval van opheffing van de aanvrager of indien deze failliet is verklaard, wordt de subsidie geheel ingetrokken.

  • 3. Het besluit tot gehele of gedeeltelijke opschorting, intrekking of terugvordering van een subsidie vermeldt de dag, waarop het in werking treedt en de periode van intrekking of opschorting.

  • 4. Een besluit als bedoeld in het derde lid, wordt op degelijke wijze gemotiveerd.

  • 5. Een afschrift van het besluit wordt aan de aanvrager per aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

Artikel 17

  • 1. De prestatieovereenkomst wordt, in afstemming met het hoofd Financiën, door de aanvrager ingevuld.

  • 2. Een prestatieovereenkomst voor een evenementsubsidie dient minimaal de volgende bepalingen te bevatten:

    • a.

      algemene afspraken

    • b.

      te bereiken doelstelling(en)

    • c.

      monitoring

    • d.

      verantwoorden van de financiën

Artikel 18

  • 1. De aanvrager zal voor het sluiten van de prestatieovereenkomst en tijdens de looptijd ervan, te allen tijde alle medewerking tot inzage in de boekhouding verlenen aan medewerkers van het openbaar lichaam, die belast zijn met het toezicht op de naleving van deze verordening.

  • 2. De aanvrager zal over de betreffende subsidieperiode, op verzoek van het bestuurscollege alle inlichtingen verschaffen en gegevens overleggen.

  • 3. De aanvrager dient, uiterlijk acht weken na afloop van het evenement, financiële en inhoudelijke verantwoording af te leggen conform de bepalingen in de prestatieovereenkomst.

  • 4. Door het openbaar lichaam kunnen bij besluit regels worden gesteld betreffende de financiële controle.

Wijze van uitkering

Artikel 19

  • 1. De uitkering van een subsidie geschiedt gedurende de periode waarvoor deze is toegekend, in één of meerdere termijnen.

  • 2. De uitkering geschiedt door middel van overmaking op een bankrekening die op naam is gesteld van de aanvragende legale entiteit.

Bezwaar

Artikel 20

  • 1. Tegen een besluit van het bestuurscollege tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag van een taaksubsidie, geheel of gedeeltelijke intrekking, opschorting, weigering of terugvordering van een taaksubsidie, kan de aanvrager binnen dertig dagen na dagtekening van het besluit, door indiening van een schriftelijk en duidelijk gemotiveerd verzoek het bestuurscollege vragen haar besluit te heroverwegen. In dat schriftelijk verzoek tot heroverweging kan de aanvrager aangeven dat hij de kans krijgt om mondeling zijn verzoek toe te lichten bij het bestuurscollege.

  • 2. Het bestuurscollege besluit binnen zestig dagen na indiening van het schriftelijk verzoek tot heroverweging (zoals bedoeld in het vorige lid) en brengt de uitkomst van het besluit binnen een termijn van veertien dagen ter kennis van de aanvrager; dit besluit bevat de gronden waarop zij berust.

  • 3. Tegen het in het tweede lid van dit artikel opgenomen besluit staan geen rechtsmiddelen open.

Artikel 21

  • 1. Tegen een besluit van het bestuurscollege tot het niet in behandeling nemen van een aanvraag van een evenementsubsidie, geheel of gedeeltelijke intrekking, opschorting, weigering of terugvordering van een evenementsubsidie, kan de aanvrager binnen veertien dagen na dagtekening van het besluit, door indiening van een schriftelijk en duidelijk gemotiveerd verzoek het bestuurscollege vragen haar besluit te heroverwegen. In dat schriftelijk verzoek tot heroverweging kan de aanvrager aangeven dat hij de kans krijgt om mondeling zijn verzoek toe te lichten bij het bestuurscollege.

  • 2. Het bestuurscollege besluit binnen veertien dagen na indiening van het schriftelijk verzoek tot heroverweging (zoals bedoeld in het vorige lid) en brengt de uitkomst van het besluit binnen een termijn van veertien dagen ter kennis van de aanvrager; dit besluit bevat de gronden waarop zij berust.

  • 3. Tegen het in het tweede lid van dit artikel opgenomen besluit staan geen rechtsmiddelen open.

Toepassingsgebied

Artikel 22

  • 1. Deze verordening is van toepassing op de verlening van subsidies door het openbaar lichaam Sint Eustatius.

  • 2. Op de entiteiten die reeds subsidie ontvangen zal deze verordening bij de eerstvolgende subsidieaanvraag van toepassing zijn.

Artikel 23

  • 1. Deze verordening treedt in werking op 01 januari 2013.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als Subsidieverordening 2013.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare eilandsraadsvergadering van 1 november 2012.
De Voorzitter, De Eilandgriffier,