Regeling vervallen per 25-10-2014

Referendumverordening Sint Eustatius 2014

Geldend van 16-06-2014 t/m 24-10-2014

Intitulé

Referendumverordening Sint Eustatius 2014

De eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

gelezen het advies van de Centrale Commissie d.d.28 mei 2014, nr 037/14 CC;

gelet op artikel 152 van de Wet openbare lichamen Bonaire Sint Eustatius en Saba;

B E S LU I T:

vast te stellen de volgende Referendumverordening Sint Eustatius 2014:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    concept eilandsraadsbesluit: een aan de eilandsraad voorgelegd besluit dat op de agenda van de eilandsraadsvergadering is opgenomen;

  • b.

    referendum: stemming waarbij de kiesgerechtigden zich uitspreken over een concept eilandsraadsbesluit;

  • c.

    kiesgerechtigden: diegenen die stemrecht hebben voor de verkiezing van de leden van de eilandsraad.

Artikel 2. Referendabele besluiten

Concept eilandsraadsbesluiten kunnen onderwerp zijn van een referendum, met uitzondering van besluiten:

  • a.

    over individuele kwesties, zoals benoemingen, ontslagen, schorsingen, kwijtscheldingen en, schenkingen;

  • b.

    over de hoogte van geldelijke voorzieningen voor ambtsdragers, gewezen ambtsdragers en hun nabestaanden;

  • c.

    de vaststelling, wijziging of intrekking van de arbeidsvoorwaardenregeling en daaruit voortvloeiende besluiten met betrekking tot de griffier en de medewerkers van de griffie;

  • d.

    over de vaststelling van de eilandelijke begroting en de rekening;

  • e.

    over de vaststelling van eilandelijke tarieven en belastingen;

  • f.

    over het voor kennisgeving aannemen van notities en rapporten in het kader van deze verordening;

  • g.

    ter uitvoering van een besluit van een hoger bestuursorgaan of de wetgever waaromtrent de eilandsraad geen beleidsvrijheid heeft;

  • h.

    die naar het oordeel van de eilandsraad hun grondslag vinden in een eerder genomen besluit waarover een referendum is gehouden of kon worden gehouden;

    of

  • i.

    waarvan de eilandsraad van mening is dat andere dringende redenen aanleiding zijn om geen referendum te houden.

Artikel 3. Samenstelling referendumcommissie

  • 1. De eilandsraad stelt een onafhankelijke referendumcommissie in en benoemt en ontslaat haar leden.

  • 2. De referendumcommissie bestaat uit drie leden; de voorzitter wordt door de eilandsraad benoemd.

  • 3. Voor de besluitvorming is een quorum vereist van drie leden.

  • 4. De commissie wordt ondersteund door de eilandgriffier of een door de eilandgriffier aan te wijzen medewerker van de griffie.

  • 5. De voorzitter en de leden van de commissie kunnen geen deel uitmaken van of werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van het openbaar lichaam Sint Eustatius.

  • 6. De leden worden benoemd voor een periode van vierjaren. Aftredende leden kunnen worden herbenoemd indien de eilandsraad na vierjaren besluit de referendumcommissie in stand te houden.

  • 7. De leden kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij die aftreden of ontslag hebben genomen blijven hun functie waarnemen totdat in hun opvolging is voorzien.

Artikel 4. Taken referendumcommissie

  • 1. De commissie als bedoeld in artikel 3 heeft tot taak:

    • a.

      de eilandsraad te adviseren over de toepassing van artikel 2;

    • b.

      de eilandsraad een voorstel te doen voor de vraagstelling van een referendum;

    • c.

      toezicht te houden op de uitvoering van de verordening en de organisatie van het referendum;

    • d.

      toezicht te houden op de objectiviteit van de door het openbaar lichaam te verstrekken voorlichting;

    • e.

      de eilandsraad te adviseren over de evaluatie van een gehouden referendum.

  • 2. De commissie adviseert voorts gevraagd en ongevraagd over aanpassingen van deze verordening, over de bij referenda en referendumverzoeken te volgen procedure en over alle overige zaken die het referendum betreffen.

  • 3. De adviezen van de commissie zijn openbaar.

  • 4. De commissie kan zich, na goedkeuring van de eilandsraad, doen laten bijstaan door externe adviseurs.

Artikel 5 Initiatief van de eilandsraad (raadplegend referendum)

  • 1. De eilandsraad kan besluiten tot het houden van een raadplegend referendum.

  • 2. Het bepaalde in artikel 8 en volgende is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 6. Inleidend verzoek (raadgevend referendum)

  • 1. Een inleidend verzoek om een referendum te houden wordt uiterlijk een week voor de plenaire behandeling van het concept eilandsraadsbesluit bij de eilandsraad ingediend. Het verzoek is voorzien van een dagtekening en vermeldt om welk concept besluit het gaat.

  • 2. Het verzoek wordt ondersteund door ten minste 10 % van de kiesgerechtigden. Elke handtekening gaat vergezeld van een daarbij behorende naam, adres, woonplaats en geboortedatum.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde ondersteuningsverklaringen worden geplaatst op een daartoe door het bestuurscollege verstrekt standaard formulier, dat ter ondertekening in het eilandelijke administratie-gebouw aan de Van Tonningenweg ligt. Bij het plaatsen van een handtekening op een lijst dient de kiesgerechtigde zich te legitimeren met een geldig identiteitsbewijs.

  • 4. Indien het verzoek voldoet aan het bepaalde in de voorgaande leden, beslist de eilandsraad, met in achtneming van artikel 2, of het verzoek tot het houden van een referendum wordt ingewilligd.

  • 5. Als het verzoek wordt ingewilligd, wordt het concept eilandsraadsbesluit waarop het referendumverzoek betrekking heeft in de vergadering van de eilandsraad plenair behandeld.

  • 6. De stemming over het concept eilandsraadsbesluit, zoals dat luidt na verwerking van de aanvaarde amendementen, wordt aangehouden tot de eerstvolgende vergadering na de dag waarop het referendum wordt gehouden, tenzij eerder negatief over de ontvankelijkheid van het referendumverzoek wordt beslist.

Artikel 7. Definitief verzoek (raadgevend referendum)

  • 1. Kiesgerechtigden dienen binnen zes weken na de dag dat de eilandsraad het besluit bedoeld in artikel 6, vierde lid, heeft genomen, een definitief verzoek om een referendum te houden in.

  • 2. Dit verzoek wordt ondersteund door ten minste 20% van kiesgerechtigden.

  • 3. Artikel 6, tweede lid, tweede volzin en artikel 6, derde lid, zijn van toepassing.

  • 4. Als het verzoek voldoet aan het bepaalde in de voorgaande leden neemt de eilandsraad een besluit over het houden van het referendum.

Artikel 8. Datum

De eilandsraad stelt tegelijk met het besluit om een referendum te houden, of zo spoedig mogelijk daarna, gehoord het bestuurscollege, de dag vast waarop het referendum wordt gehouden.

Artikel 9. Vraagstelling

Tenzij de eilandsraad anders besluit wordt bij het referendum aan de kiesgerechtigden de vraag voorgelegd of zij voor of tegen het concept eilandsraadsbesluit zijn.

Artikel 10. Budget

Nadat is besloten tot het houden van een referendum, brengt de eilandsraad een bedrag op de begroting voor voorlichting en organisatie.

Artikel 11. Uitvoering

Het bestuurscollege is belast met de organisatie en uitvoering van het referendum.

Artikel 12. Kiesgerechtigden

  • 1. Kiesgerechtigd zijn meerderjarige ingezetenen van van het openbaar lichaam Sint Eustatius met de Nederlandse nationaliteit en voor zover van hen niet het actieve kiesrecht is ontnomen.

  • 2. Kiesgerechtigd zijn ook meerderjarige ingezetenen van het openbaar lichaam Sint Eustatius die vijf jaren of langer legaal ingezetene zijn en voor zover van hen niet het actieve kiesrecht is ontnomen.

Artikel 13. Geldigheid van de uitslag

  • 1. De uitslag van het referendum is geldig, indien het aantal geldig uitgebrachte stemmen 60% of meer is van het aantal kiesgerechtigden.

  • 2. De uitslag van het referendum wordt in het algemeen berekend op basis van de gewone meerderheid van het totale aantal uitgebrachte geldige stemmen.

  • 3. De uitslag van een referendum betreffende de constitutionele status van het eilandgebied Sint Eustatius is geldig bij een gekwalifideerde meerderheid dat wil zeggen tweederde deel van het totale aantal uitgebrachte geldige stemmen.

Artikel 14. Strafbepalingen

Met een hechtenis van ten hoogste drie maanden of een geldboete van de tweede categorie wordt gestraft degene die:

  • a.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen namaakt of vervalst met het oogmerk deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • b.

    stembiljetten, volmachtbewijzen of stempassen die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toenhij deze ontving, bekend was, opzettelijk als echt en onvervalst gebruikt of door anderen doet gebruiken, dan wel deze met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken, in voorraad heeft met het met het oogmerk deze wederrechtelijk te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;

  • c.

    als gemachtigde stemt voor een persoon, wetende dat deze is overleden;

  • d.

    bij een verkiezing door gift of belofte een kiezer omkoopt om volmacht te geven tot het uitbrengen zijn stem;

  • e.

    stelselmatig personen aanspreekt of anderszins persoonlijk benadert ten einde hen te bewegen het formulier op hun oproepingskaart, bestemd voor het stemmen bij volmacht, te ondertekenen en deze kaart af te geven.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de derde dag na de bekendmaking.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als 'Referendumverordening Sint Eustatius 2014'.

Ondertekening

Vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad 5 juni 2014.
De voorzitter, De eilandgriffier,