Verordening op de commissie, welke de functioneringsgesprekken met de gezaghebber houdt

1. De commissie bestaat uit de fractievoorzitters in de eilandsraad, te benoemen door en uit de eilandsraad.

2. Indien de eilandsraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie is, kiest de commissie deze uit haar midden.

3. De commissie kent geen plaatsvervangende leden.

1. De eilandgriffier is secretaris van de commissie.

2. De eilandsecretaris wordt vanwege de vervulling van de in artikel 1 genoemde taak als plaatsvervangend secretaris aan de commissie toegevoegd.

3. De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.

4. De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van de commissie.

1. De eilandsraad voegt één gedeputeerde aan de commissie toe als adviseur in verband met de vervulling van de in artikel 1 genoemde taak.

2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.

3. Een adviseur is geen lid van de commissie.

1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste twee leden dit noodzakelijk achten.

2. De voorzitter bepaalt na overleg met de gezaghebber dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de commissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, de adviseur en, indien het gesprek met hem plaatsvindt, de gezaghebber.

3. De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden aanwezig is.

1. De commissie houdt minimaal eens per jaar een functioneringsgesprek met de gezaghebber.

2. Indien de fractievoorzitters dan wel de gezaghebber de wens daartoe kenbaar maken, houdt een commissie tussentijds een functioneringsgesprek met de gezaghebber.

3. In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe gezaghebber vindt tevens een 100-dagengesprek plaats.

4. De commissie maakt vooraf kenbaar aan de gezaghebber bij wie zij informatie zal inwinnen over het functioneren van de gezaghebber. De commissie en de gezaghebber stellen in onderling overleg de agenda voor het functioneringsgesprek vast. De commissie en de gezaghebber krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van toepassing, het verslag van het vorige functioneringsgesprek in te zien.

5. Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de gezaghebber als het functioneren van de eilandsraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het functioneren van de gezaghebber in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken van de gezaghebber alsmede de andere aan de gezaghebber toebedeelde taken. Tevens wordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige functioneringsgesprek.

1. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.

2. De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

3. De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 8 en 11 van deze verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

4. De commissie en de eilandsraad kunnen respectievelijk zullen de geheimhouding waarin de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba voorziet, en het derde lid van dit artikel verplicht, niet opheffen.

5. De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.

6. Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend) secretaris en, indien van toepassing, de adviseur.