Eilandsverordening Havengelden Sint Eustatius 2016

Geldend van 25-05-2017 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-11-2016

Intitulé

Eilandsverordening Havengelden Sint Eustatius 2016

DE EILANDSRAAD VAN HET OPENBAAR LICHAAM SINT EUSTATIUS;

GELEZEN,

  • -

    Het vonnis van het Gerecht in Eerste Aanleg d.d. 27 oktober 2015, inzake de publicatie van de Verordening havengelden Sint Eustatius 2015;

OVERWEGENDE,

  • -

    dat de Havengeldenverordening Sint Eustatius opnieuw moet worden gepubliceerd conform de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en de vorige verordeningen ingetrokken moeten worden;

  • -

    dat het noodzakelijk is om de regelgeving inzake de havengelden, zo spoedig mogelijk te publiceren en in werking te laten treden, mede in verband met de precaire financiële situatie van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

Gelet op,

  • -

    artikelen 61 tot en met 63 van de Wet Openbare Financiën Bonaire, Sint Eustatius en Saba,

BESLUIT:

Vast te stellen deze eilandsverordening Havengelden Sint Eustatius 2016:

Algemene Bepalingen

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • 1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      openbaar lichaam: het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • b.

      eilandsraad: de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • c.

      bestuurscollege: het bestuurscollege van het openbaar lichaam Sint Eustatius;

    • d.

      bruto ton: de eenheid voor de bruto inhoud van een vaartuig, zoals bedoeld in het Verdrag inzake meting van Schepen, London 1969 en die uit de meetbrief volgt;

    • e.

      bunkeren: het door een vaartuig innemen van brandstof voor eigen gebruik;

    • f.

      container: een laadkist, omschreven in de aanbeveling ISO688 als Series 1 freight containers van de International Organisation for Standardisation, voor zover de lengte tenminste 6,055 meter bedraagt;

    • g.

      gebruiker: de partij die gebruik maakt van het havengebied en/of andere diensten van het openbaar lichaam afneemt, waaronder mede begrepen de kapitein, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven, de agent, alsmede degene die (als vertegenwoordiger van voornoemde personen) de voorbereidende handelingen jegens (de havenbeheerder van) het openbaar lichaam heeft verricht ter voorbereiding van het gebruik c.q. verblijf van het vaartuig of afname van diensten;

    • h.

      gebruiksvergoeding: de vergoeding ten aanzien van gebruik of afname van diensten dat de gebruiker is verschuldigd aan het openbaar lichaam en waarvan de hoogte uit het tarievenoverzicht blijkt;

    • i.

      geregistreerd vaartuig: een vaartuig wat volgens de Vaartuigenwet 1930 geregistreerd is in het openbaar lichaam en niet beschikt voor een meetbrief;

    • j.

      Haven of Havengebied: het havengebied zoals omschreven in artikel 2 lid 2 onderdeel c van de Marien Milieu Verordening Sint Eustatius, daaronder begrepen baaien, redes, pieren, aanlegsteigers, meerstoelen, meerpalen, meerboeien, en andere soortgelijke werken of inrichtingen.

    • k.

      havengeld: havenbelasting als bedoeld in artikel 61 van de Wet financiën openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba en rechten als bedoeld in artikel 62 van die wet geheven ter vergoeding van kosten in verband met het gebruik van de haven met een vaartuig en met het genot van diensten die verstrekt zijn door of vanwege het openbaar lichaam in verband met dat gebruik;

    • l.

      havenmeester: de door het bestuurscollege als zodanig benoemde of aangewezen functionaris;

    • m.

      kapitein: degene die de feitelijke leiding over een vaartuig voert;

    • n.

      lading: alle door een vaartuig geloste en ingenomen goederen, waaronder verpakkingsmateriaal, containers en trailers. Voor de toepassing van de verordening worden, niet tot de lading gerekend: ballast, brandstof, proviand en andere voor eigen gebruik bestemde scheepsbenodigdheden, alsmede de handbagage die wordt vervoerd door opvarenden;

    • o.

      ligplaats: het nemen van een ligplaats waarbij het aanleggen van een vaartuig langs een kade of steiger op een directe dan wel indirecte wijze plaatsvindt. Hieronder wordt mede verstaan het innemen van een ligplaats langs een naastgelegen vaartuig dat reeds een ligplaats langs de kade heeft genomen. Ook het innemen van een (lig)plaats op een andere wijze binnen het havengebied wordt gezien als ligplaats;

    • p.

      meetbrief: een meetbrief, als bedoeld in artikel 24 van de Meetbrievenwet 1981, die voldoet aan de eisen, neergelegd in het Internationaal Verdrag betreffende de meting van schepen, Londen 1969;

    • q.

      oorlogsschip: vaartuig, behorende tot de operatieve sterkte van de Koninklijke Marine of behorende tot de marine van een vreemde mogendheid, waarover een militair der zeemacht het bevel voert en dat geheel of gedeeltelijk met militairen is bemand;

    • r.

      pleziervaartuig: een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor de recreatie, niet zijnde een passagiersschip;

    • s.

      tarievenoverzicht: het overzicht met de door het openbaar lichaam gehanteerde tarieven per belasting, recht of andere soort vergoeding zoals bedoeld in deze verordening;

    • t.

      territoriale wateren: de territoriale wateren rond het openbaar lichaam Sint Eustatius zoals vastgesteld bij of krachtens artikel 1 van de Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk;

    • u.

      tijdvak: een op het tarievenoverzicht genoemde tijdsduur, waarin het gebruik van de haven plaatsvindt, met dien verstande dat, indien het vaartuig gedurende een toegepast tijdvak de haven verlaat en terugkeert, een nieuw tijdvak begint

    • v.

      ton: een massa van 1.000 kilogram;

    • w.

      trailer: voertuig dat door een ander voertuig wordt voortbewogen of kennelijk is bestemd om door een ander voertuig te worden voortbewogen;

    • x.

      vaartuig of schip: elk drijvend lichaam, dat blijkens zijn constructie is bestemd of wordt gebruikt voor het vervoer te water, al dan niet met het drijvende lichaam één geheel uitmakende;

    • y.

      vissersschip: een vaartuig dat hoofdzakelijk is bestemd of wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vangen van vis of andere levende rijkdommen van de wateren en de zee;

  • 2. Deze verordening is van toepassing op het openbaar lichaam en haar territoriale wateren.

Artikel 2 Tarievenoverzicht

  • 1. De in de artikelen genoemde en te heffen tarieven en tijdvakken zijn opgenomen in het tarievenoverzicht en worden vastgesteld bij besluit van het bestuurscollege.

  • 2. In het geval dat in een bepaald jaar geen besluit vastgesteld is gelden de tarieven zoals die in het voorafgaande jaar geldig waren.

Artikel 3 Aanvang gebruik

De verschillende tarieven worden berekend vanaf het moment dat het gebruik van de haven dan wel het genot van de in dat verband verleende diensten is begonnen. Het bedoelde gebruik en/of genot vangt in ieder geval aan bij invaren van het havengebied, dan wel het innemen van een ligplaats en/of het gebruik van andere faciliteiten in het havengebied.

Titel 1 Havengeld

Artikel 4 Belastbaarfeit met betrekking tot havenbe l ast i ng

Havenbe l ast i ng wordt geheven voor het:

  • a.

    het ankeren in de territoriale wateren, bedoeld in de Rijkswet uitbreiding territoriale zee van het Koninkrijk voor zover deze wateren grenzen aan het openbaar lichaam;

  • b.

    liggen of meren van vaartuigen in de haven;

  • c.

    liggen of meren van vaartuigen aan kaden en terreinen welke bij het openbaar lichaam in eigendom of in beheer en onderhoud zijn.

Artikel 5 Rechten ten aanzien van gebruik

  • 1. Rechten worden geheven:

    • a.

      Voor het gebruik van de territoriale wateren voor zover deze wateren grenzen aan het openbaar lichaam;

    • b.

      Voor het gebruik overeenkomstig de bestemming van de haven met een vaartuig en voor het genot van diensten door of vanwege het openbaar lichaam verstrekt in verband met dat gebruik.

  • 2. De in het eerste lid van dit artikel genoemde rechten worden aangemerkt als eilandbelasting.

Artikel 6 Meldplicht

  • 1. Voorafgaand aan de aanvang van het verblijf in het havengebied dient de gebruiker melding te doen van de gegevens van het vaartuig, het doel van het verblijf, de beoogde ligplaats en de lading. Deze melding wordt verricht aan de havenmeester.

  • 2. Direct na afloop van het verblijf in de haven dient de gebruiker melding te doen van de voor facturatie benodigde gegevens, zoals deze door de havenmeester bekend worden gemaakt.

Artikel 7 Belastingplicht

Voor de betaling van het havengeld is hoofdelijk aansprakelijk, de schipper, de gezagvoerder, de kapitein, de reder, de eigenaar van het vaartuig, degene aan wie het vaartuig in gebruik is gegeven alsmede degene die de voorbereidende handelingen jegens de havenbeheerder heeft verricht ter voorbereiding van het verblijf van het vaartuig, bijvoorbeeld in het kader van de vertegenwoordiging van de reder of kapitein. Betaling door één van deze partijen bevrijdt de andere partijen.

Artikel 8 Maatstaven van heffing en belastingtarieven

  • 1. Het havengeld wordt geheven naar de maatstaven en de tarieven, opgenomen in het bij deze verordening behorende tarievenoverzicht.

  • 2. De tarieven gelden voor het tijdvak als genoemd in het tarievenoverzicht.

  • 3. In geval van twijfel of onduidelijkheid bepaalt de havenmeester welke maatstaf, tijdvak of tarief wordt toegepast.

  • 4. Het totaal verschuldigde havengeld wordt naar beneden op gehele dollars afgerond.

Artikel 9 Tarieven

  • 1. Het havengeld wordt berekend vanaf het moment dat het gebruik van de haven dan wel het genot van de in dat verband verleende diensten is begonnen, waarbij een niet onderbroken verblijf in de haven tot ten hoogste de duur van de in het tarievenoverzicht genoemde tijdvakken in aanmerking wordt genomen;

  • 2. Het bestuurscollege van het openbaar lichaam heeft het recht tarieven te wijzigen en vast te stellen. Vanaf het moment van vaststelling gelden die gewijzigde tarieven als zijnde de door het openbaar lichaam gehanteerde tarieven per soort belasting, recht of andere soort vergoeding.

Artikel 10 Geregistreerde vaartuigen

Voor in het openbaar lichaam volgens de Vaartuigenwet 1930 geregistreerde vaartuigen welke regelmatig gebruik maken van de publieke ligplaatsen geldt een tarief zoals opgenomen in het tarievenoverzicht. Vaartuigen voorzien van een meetbrief worden behandeld als niet zijnde geregistreerde vaartuigen.

Artikel 11 Tarieftoepassing

Bij de toepassing van de tarieven:

  • a.

    geldt de (grootste) bruto tonnage van een vaartuig, uitgedrukt in bruto tonnen, zoals deze blijkt uit de meetbrief;

  • b.

    geldt voor een geregistreerd vaartuig de lengte;

  • c.

    wordt een gedeelte van een eenheid van lengte, breedte, tonnage en massa voor een volle eenheid gerekend;

  • d.

    gelden de lengte, breedte, zomerdiepgang, bruto tonnage en massa, zoals die ambtshalve door de havenmeester wordt vastgelegd indien geen meetbrief wordt overgelegd;

  • e.

    wordt de door het vaartuig geloste en ingenomen lading, uitgedrukt in metrische tonnen;

  • f.

    wordt de door het vaartuig bij het bunkeren ingenomen brandstof voor eigen gebruik, uitgedrukt in metrische tonnen;

  • g.

    wordt het aantal tonnen geloste en/of ingenomen lading of bunkers ambtshalve door de havenmeester bepaald, indien deze onvoldoende worden aangetoond;

Artikel 12 Vrijstellingen

  • 1. Geen havengeld is verschuldigd voor:

    • a.

      een vaartuig in dienst van het openbaar lichaam;

    • b.

      een vaartuig dat in opdracht of op verzoek van het openbaar lichaam wordt gebruikt voor werkzaamheden of diensten;

    • c.

      vaartuigen welke op grond van de ‘Marien milieu verordening Sint Eustatius’ ankergeld verschuldigd zijn;

    • d.

      een vaartuig in directe dienst van het Koninkrijk, mits geen personen of goederen bedrijfsmatig worden vervoerd;

    • e.

      een oorlogsschip;

    • f.

      een vaartuig, geen oorlogsschip zijnde, dat uitsluitend wordt gebruikt voor het vervoer van manschappen en goederen van de strijdkracht van het Koninkrijk of van de strijdkracht van bevriende mogendheden;

    • g.

      een vaartuig waarmee door het openbaar lichaam een overeenkomst voor het havengeld is aangegaan.

  • 2. De havenmeester kan in incidentele gevallen op schriftelijke verzoek een vrijstelling of reductie van het havengeld verlenen.

Titel 2 Meergeld

Artikel 13 Assistentie bij meren, ontmeren of verhalen

  • 1. Voor assistentie bij het meren, ontmeren en verhalen van vaartuigen aan publieke ligplaatsen is een vergoeding verschuldigd. De tarieven voor de assistentie bij het meren, ontmeren en verhalen zijn in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 2. Voor assistentie bij het meren, ontmeren of verhalen van vaartuigen buiten de normale werktijden wordt een toeslag in rekening gebracht zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 3. Indien bij het meren, ontmeren of verhalen gebruikt wordt gemaakt van een vaartuig, worden deze kosten apart in rekening gebracht.

Titel 4 Gebruiksvergoeding

Artikel 14 Gebruiksvergoeding

  • 1. De gebruiker is voor het gebruik van de haven of de afname van diensten een gebruiksvergoeding verschuldigd. De gebruiksvergoeding is verschuldigd vanaf het moment dat het daadwerkelijke gebruik of dienst is aangevangen onder voorwaarde dat het openbaar lichaam akkoord is met het bedoelde gebruik.

  • 2. In het tarievenoverzicht wordt per soort gebruik aangegeven welke gebruiksvergoeding verschuldigd is en hoe deze tot stand komt.

  • 3. Voor de berekening van de gebruiksvergoeding worden gedeelten van de in het tarievenoverzicht genoemde eenheden voor één geheel gerekend.

Artikel 15 Gebruik publieke pier

Voor het aanlanden en voor vervoer aanleveren van goederen op een pier toebehorend aan het openbaar lichaam, is piergeld verschuldigd. Hieraan zijn voorwaarden verbonden:

  • a.

    Aangelande en voor vervoer aangeleverde goederen mogen maximaal twee dagen op een publieke pier blijven staan.

  • b.

    Voor goederen welke zonder ontheffing langer op een pier staan zal een toeslag worden berekend.

  • c.

    Goederen welke langer op de pier staan kunnen door de havenmeester naar het opstalterrein worden verplaatst op kosten van de eigenaar, vervoerder of vertegenwoordiger van dezen. Het openbaar lichaam is niet aansprakelijk voor schade ontstaan tijdens deze verplaatsing van goederen.

  • d.

    Voor verschillende soorten goederen zal het openbaar lichaam verschillende tarieven met verschillende tijdvakken in rekening brengen, zoals dezen op het tarievenoverzicht zijn vermeld.

  • e.

    Het openbaar lichaam is niet aansprakelijk voor schade ontstaan tijdens de op- en overslag van goederen.

  • f.

    In speciale gevallen kan de havenmeester ontheffing verlenen van hetgeen in dit artikel is bepaald. Aan deze ontheffing kunnen aanvullende voorwaarden verbonden zijn.

Artikel 16 Overslag via publieke pier

Voor gebruik van een pier toebehorend aan het openbaar lichaam is piergeld verschuldigd als lading van het ene vaartuig naar het andere vaartuig wordt overgebracht. Het piergeld is aangegeven op het tarievenoverzicht.

Artikel 17 Materieel

Voor gebruik van materieel in dienst van het openbaar lichaam is een vergoeding verschuldigd zoals op het tarievenoverzicht vermeld.

  • 1.

    Alle vergoeding zijn inclusief kosten zoals brandstof en personeel.

  • 2.

    Voor gebruik van het materieel buiten de normale werktijden wordt een toeslag in rekening gebracht welke op het tarievenoverzicht is vermeld.

  • 3.

    Aanvullende voorwaarden voor gebruik en tarieven zijn op het tarievenoverzicht aangegeven.

  • 4.

    In incidentele gevallen kan de havenmeester afwijken van het tarievenoverzicht.

Artikel 18 Opstalterrein

  • 1. Voor gebruik van het opstalterrein voor de opslag van goederen en voorwerpen is een gebruiksvergoeding verschuldigd volgens het tarievenoverzicht.

  • 2. Voor verschillende goederen kunnen verschillende tarieven worden berekend zoals aangegeven op het tarievenoverzicht.

  • 3. Goederen mogen alleen met toestemming van de havenmeester op het terrein worden geplaatst.

  • 4. Vrijgesteld van de kosten voor gebruik van het opstalterrein zijn:

    • a.

      voertuigen in gebruik bij personen in dienst van het openbaar lichaam en voor zover voor de dienst noodzakelijk;

    • b.

      voertuigen in gebruik beheer of dienst van overheidsdiensten zoals politie, brandweer, GGD, Koninklijke Marechaussee, douane en scheepvaartinspectie;

  • 5. In speciale gevallen kan de havenmeester ontheffing verlenen van hetgeen in dit artikel is bepaald. Aan deze ontheffing kunnen voorwaarden verbonden zijn

Artikel 19 Vaartuig

  • 1. Voor gebruik van een vaartuig in dienst van het openbaar lichaam is een gebruiksvergoeding verschuldigd zoals op het tarievenoverzicht vermeld.

  • 2. Er gelden verschillende tarieven voor gebruik in het havengebied van het openbaar lichaam en voor gebruik buiten dit havengebied.

  • 3. Gebruik van het vaartuig is op verzoek aan de havenmeester. De havenmeester kan in overleg met het bestuurscollege nadere voorwaarden stellen aan het gebruik. Deze voorwaarden zullen vooral betrekking hebben op het gebied van orde en veiligheid.

Titel 4 Beveiliging

Artikel 20 Toegangspas

  • 1. Alle bezoekers van het haventerrein moeten beschikken over een toegangspas. De geldigheid van deze pas is minimaal 1 week. Aan een toegangspas kunnen kosten verbonden zijn, zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 2. Regelmatig bezoekers van het haventerrein kunnen een toegangspas aanvragen. De geldigheid van deze toegangspas is maximaal een jaar. Aan een toegangspas zijn kosten verbonden zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 3. Voertuigen moeten voor toegang tot het haventerrein beschikken over een toegangspas. De geldigheid van deze toegangspas is maximaal een jaar. Aan een toegangspas zijn kosten verbonden zoals in het tarievenoverzicht vermeld.

  • 4. Vrijgesteld van de kosten voor een toegangspas zijn:

    • a.

      personen in dienst van het openbaar lichaam, zover een beroepsmatige betrokkenheid op het haventerrein noodzakelijk is;

    • b.

      voertuigen in gebruik bij personen in dienst van het openbaar lichaam;

    • c.

      personen in dienst en functie bij overheidsdiensten zoals politie, brandweer, GGD, Koninklijke Marechaussee, douane, Koninklijke Marine, kustwacht en scheepvaartinspectie;

    • d.

      voertuigen in gebruik beheer of dienst van overheidsdiensten zoals politie, brandweer, GGD, Koninklijke Marechaussee, douane en scheepvaartinspectie;

  • 5. Het openbaar lichaam is niet aansprakelijk voor letsel of schade ontstaan tijdens verblijf op het haventerrein.

Titel 5 Betalingen en vertrekpas

Artikel 21 Vertrekpas

  • 1. De havengelden zijn verschuldigd, voor zoveel een vaartuig betreft, door de kapitein, eigenaar, gebruiker of vertegenwoordiger.

  • 2. Betaling van havengelden geschiedt bij het havenkantoor, vóór het vertrek van het vaartuig.

  • 3. Geen vertrekpas wordt uitgereikt, indien het verschuldigde havengeld niet is voldaan, tenzij daartoe naar het oordeel van het openbaar lichaam voldoende zekerheid is gesteld.

Artikel 22 Facturering en betaling

  • 1. Voor de betaling van de door gebruiker verschuldigde bedragen is hoofdelijk aansprakelijk elke partij die valt onder het begrip “gebruiker”, met in achtneming van het bepaalde in artikel 7 van deze verordening. Betaling door één van deze partijen bevrijdt de andere partijen.

  • 2. Het havengeld wordt berekend op basis van de opgave en bij gebreke daarvan op basis van de vaststelling door de havenmeester.

  • 3. Voor alle verschuldigde bedragen in het kader van deze verordening zal het openbaar lichaam aan gebruiker een factuur zenden.

  • 4. De betalingstermijn van de factuur bedraagt 30 dagen tenzij op de factuur een andere betalingstermijn staat vermeld.

  • 5. Geschillen ten aanzien van de door het openbaar lichaam in rekening gebrachte bedragen geven gebruiker niet het recht de betaling op te schorten.

  • 6. Gebruiker is niet gerechtigd de door de het openbaar lichaam in rekening gebrachte bedragen te verrekenen met vorderingen die hij eventueel op het openbaar lichaam heeft of pretendeert te hebben.

  • 7. De gebruiker dient voor bedragen boven de $ 1,500.00 voorafgaand aan de uitvoering van het gebruik of dienst genoegzame zekerheid te stellen voor de voldoening van de verplichtingen van gebruiker, bijvoorbeeld door middel van betaling van een voorschot, een borgstelling of een bankgarantie.

Artikel 23 Algemene bestedingsbelasting (ABB)

Alle bedragen en tarieven die zijn opgenomen in het tarievenoverzicht zijn exclusief eventueel verschuldigde bestedingsbelasting, tenzij uit het tarievenoverzicht uitdrukkelijk het tegendeel blijkt. Indien de bestedingsbelasting is verschuldigd krachtens het bepaalde in de Wet Belastingwet BES, zal gebruiker deze bestedingsbelasting tegelijk met de in rekening gebrachte bedragen voldoen.

Titel 6 Uitvoering en slotbepalingen

Artikel 24 Uitvoering

Met de uitvoering van deze eilandsverordening is belast de havenmeester, bijgestaan door het daartoe door het bestuurscollege aangewezen personeel.

Artikel 25 Toepasselijk recht en geschillen

Op alle uit deze verordening voortvloeiende rechten, verplichtingen en geschillen zijn uitsluitend van toepassing de wetten en verordeningen welke van toepassing zijn op het openbaar lichaam Sint Eustatius.

Artikel 26 Overggangsbepalingen

  • 1. De Havengeldenverordening Sint Eustatius 1982, A.B. 1982 no. 2, ingegaan op 5 oktober 1982 en bestendigd op 10 oktober 2010, zoals laatst gewijzigd, en de Verordening havengelden Sint Eustatius 2015, zoals laatst gewijzigd, worden ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van deze verordening.

  • 2. Op belastbare feiten die zich hebben voorgedaan vóór de inwerkingtreding van deze verordening blijven de bepalingen van de in het eerste lid van dit artikel genoemde verordeningen van toepassing.

Artikel 27 Inwerkingtreding, citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de dag na haar afkondiging.

  • 2. Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de eilandsraad van het openbaar lichaam Sint Eustatius van 31 augustus 2016.
De Voorzitter, wnd. De Eilandgriffier, plv.

Memorie van Toelichting op de Eilandsverordening tot wijziging van de Marien Milieu verordening Sint Eustatius en de Verordening Havengelden Sint Eustatius

A. Algemeen

De Marien Milieu verordening Sint Eustatius en de Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016 dienen aangepast te worden met name in verband met wijziging van de aangewezen havenzone.

B. Artikelgewijze toelichting

Artikel 1

lid A:

In Artikel 1onderdeel a wordt het gebied van de onderwaterpark weer terug gedraaid naar de originele omvang. Het onderwater park zal dus weer het hele eiland omsingelen, net als voor de wijziging van van 2015.

Lid B:

In artikel 2 wordt naast de bestaande resevaten een havengebied in het onderwaterpark aangebracht. De omvang en lokatie van de reservaten blijven hetzelfde, keren tot de situatie als voor de wijziging in 2015. Het havengebied ligt nu tussen de twee reservaten in, maar ook binnen het park. Verder sterkt het havengebied zich verder uit zeeinwaarts dan de grens van het onderwaterpark. Dit is nodig ter regulering van het verkeer in het havengebied, inclusief de schepen die voor de have van NuStar komen.

Artikel 2

Lid A:

Artikel 1 lid 1 onder j van de Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016, is aangepast om conform de wijziging van het havengebied in de Marine Milieu Verordening Sint Eustatius.

Lid B:

Artikel 7 is aangepast, om inning van de verschuldigde gelden beter te waarborgen.

Lid C:

Artikel 22 is aangepast om op één lijn te zijn met de aangepaste artikel 7.

Lid D

Artikel 23 is aangepast ter verduidelijking, in verband met de wijziging in het tarieventabel behorende bij de Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016.

Artikel 3

Lid 1 spreekt voor zich. In lid twee is gekozen om deze verordening in werkingte laten treden tegelijkertijd met de gewijzigde tarieven voor de Verordening Havengelden Sint Eustatius 2016.