Eilandsverordening houdende regels inzake de drinkwatervoorziening (Eilandsverordening drinkwatervoorziening Sint Eustatius)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Eilandsverordening houdende regels inzake de drinkwatervoorziening (Eilandsverordening drinkwatervoorziening Sint Eustatius)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze eilandsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      drinkwater: water bestemd of mede bestemd voor menselijk gebruik, met uitzondering van gebotteld water;

    • b.

      Geneeskundige Dienst: de geneeskundige- en gezondheidsdienst van het eilandgebied Sint Eustatius;

    • c.

      concessie: een concessie als bedoeld in artikel 5, eerste lid.

  • 2. In deze eilandsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt onder bedrijf mede verstaan een beheersmaatschappij en de daaronder ressorterende bedrijven. De beheersmaatschappij en die bedrijven zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de nalevering van deze eilandsverordening en de daarop berustende bepalingen.

Artikel 2

Het bestuurscollege draagt zorg voor het totstandbrengen en instandhouden van een deugdelijke en duurzame drinkwatervoorziening in het eilandgebied.

Artikel 3

  • 1. De eilandsraad stelt voor een periode van telkens vijf jaar een beleidsplan drinkwatervoorziening vast.

  • 2. Het beleidsplan bevat in ieder geval:

    • a.

      de hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot de drinkwatervoorziening in het eilandgebied;

    • b.

      een prognose van de toekomstige behoefte aan drinkwater;

    • c.

      een beschrijving van de wijze waarop in de betrokken periode wordt voorzien in de levering van drinkwater, de noodzakelijke uitbreiding of vernieuwing van productie- of distributiemiddelen en een raming van de daarmee gemoeide investeringen;

    • d.

      een beschrijving van de wijze waarop wordt voorzien in de levering van drinkwater indien de normale productie- of distributiemiddelen geheel of gedeeltelijk zijn uitgevallen.

  • 3. Bij de voorbereiding van het beleidsplan betrekt het bestuurscollege producenten en leveranciers van drinkwater alsmede andere belanghebbende instanties en organisaties.

Artikel 4

  • 1. Het bestuurscollege brengt jaarlijks voor 1 juli een verslag uit aan de eilandsraad over de stand van zaken met betrekking tot de drinkwatervoorziening.

  • 2. Het verslag omvat in ieder geval:

    • a.

      een overzicht van de kwaliteit van het drinkwater in het voorgaande kalenderjaar;

    • b.

      bijzondere feiten en omstandigheden die zich in het voorgaande kalenderjaar met betrekking tot de kwaliteit en leveringszekerheid van de drinkwatervoorziening hebben voorgedaan en de in dat verband genomen maatregelen;

    • c.

      een overzicht van de activiteiten die het voorgaande kalenderjaar in het kader van het toezicht en de handhaving met betrekking tot de drinkwatervoorziening hebben plaatsgevonden;

    • d.

      de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het geldende beleidsplan, bedoeld in artikel 3, alsmede met betrekking tot de voorbereiding van het ontwerp van een zodanig plan.

Hoofdstuk 2 Regels betreffende de drinkwatervoorziening

Paragraaf 1 Organisatie van de drinkwatervoorziening

Artikel 5

  • 1. Het bestuurscollege draagt de productie, de distributie en de levering van drinkwater bij concessie op aan een of meer bedrijven.

  • 2. Ingeval de productie, de distributie en de levering van drinkwater niet aan eenzelfde bedrijf wordt opgedragen, houdt het bestuurscollege bij het verlenen van de concessies rekening met een goede afstemming van de kwaliteitszorg bij productie, distributie en levering.

  • 3. Het bestuurscollege legt een exemplaar van de concessie over aan de eilandsraad.

Artikel 6

  • 1. Het is aan anderen dan de in artikel 5 bedoelde bedrijven verboden drinkwater te produceren, te distribueren of aan gebruikers te leveren.

  • 2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor degene aan wie door het bestuurscollege vergunning is verleend tot het produceren, het distribueren of het aan gebruikers leveren van drinkwater.

  • 3. Een vergunning als bedoeld in het tweede lid wordt slechts verleend indien naar het oordeel van het bestuurscollege het belang van de gezondheid van de mens of van een doelmatige drinkwatervoorziening zich daartegen niet verzet.

Paragraaf 2 Kwaliteit van het drinkwater

Artikel 7

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden eisen gesteld met betrekking tot de kwaliteit van het drinkwater:

    • a.

      voordat het in het distributienet of in een ander distributiemiddel wordt gebracht, en;

    • b.

      bij levering aan de gebruiker.

  • 2. Het bestuurscollege kan aanvullende eisen met betrekking tot de kwaliteit van het drinkwater stellen indien er sprake is van een bijzonder productie- of distributiesysteem.

Artikel 8

Het is verboden aan gebruikers drinkwater te leveren dat niet voldoet aan de krachtens artikel 7, eerste of tweede lid, gestelde eisen.

Paragraaf 3 Productie, distributie en levering van drinkwater

Artikel 9

Het is verboden drinkwater te produceren, te distribueren of te leveren in strijd met het bepaalde in deze paragraaf.

Artikel 10

  • 1. Een bedrijf dat drinkwater produceert, distribueert of levert:

    • a.

      richt onderscheidenlijk de productie, de distributie en de levering zodanig in dat de kwaliteit van het drinkwater en de continuïteit van de levering van het drinkwater zo goed mogelijk worden gewaarborgd;

    • b.

      gebruikt bij de productie, distributie en levering van drinkwater geen chemicaliën en materialen die de kwaliteit van het drinkwater nadelig kunnen beïnvloeden;

    • c.

      doet mededeling aan het bestuurscollege van belangrijke wijzigingen in het productie-, distributie- of leveringssysteem.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld ten aanzien van:

    • a.

      de inrichting van de productie, de distributie of de levering van drinkwater met het oog op de kwaliteit van het drinkwater en de continuïteit van de levering van het drinkwater;

    • b.

      de kwaliteit en het gebruik van chemicaliën en materialen die bij de productie, de distributie en de levering van drinkwater worden toegepast;

    • c.

      de soort en omvang van de wijzigingen in het productie-, distributie- of leveringssysteem die aan het bestuurscollege worden gemeld en de wijze waarop de melding wordt gedaan.

Artikel 11

  • 1. Een bedrijf dat drinkwater produceert, distribueert of levert:

    • a.

      onderzoekt regelmatig de kwaliteit van het geproduceerde, gedistribueerde of geleverde drinkwater;

    • b.

      deelt de resultaten van dit onderzoek mee aan het bestuurscollege;

    • c.

      doet onmiddellijk melding aan het bestuurscollege van feiten of omstandigheden die gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van de mens en van de maatregelen die ter zake zijn of worden getroffen.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld ten aanzien van:

    • a.

      de te onderzoeken parameters, de frequentie van het onderzoek, alsmede de wijze waarop en de plaats waar het onderzoek wordt verricht;

    • b.

      de wijze waarop de resultaten van het onderzoek worden medegedeeld en de frequentie van zodanige mededelingen, en;

    • c.

      de feiten en omstandigheden ten aanzien waarvan een melding als bedoeld in het eerste lid, onder c, in elk geval verplicht is, alsmede de wijze waarop de melding wordt gedaan.

Artikel 12

In geval er sprake is van een bijzonder productie-, distributie- of leveringssysteem, kan het bestuurscollege:

  • a.

    naast onderzoek naar parameters waarvan dat is voorgeschreven ingevolge artikel 11, ook onderzoek laten verrichten naar andere parameters;

  • b.

    vaker onderzoek laten verrichten dan is voorgeschreven ingevolge artikel 11;

  • c.

    onderzoek laten verrichten naar de kwaliteit van het water dat als grondstof voor de productie van drinkwater wordt gebruikt.

Artikel 13

  • 1. De ingevolge de artikelen 11 en 12 voorgeschreven onderzoeken worden verricht door ter zake deskundig personeel of door terzake deskundige laboratoria.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gegeven ten aanzien van de deskundigheid, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 14

  • 1. Indien zich bij de productie, distributie of levering van drinkwater bijzondere feiten of omstandigheden voordoen die gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van de mens, kan het bestuurscollege, het Hoofd van de Geneeskundige Dienst gehoord, het betrokken bedrijf verplichten de daarbij aangegeven maatregelen te nemen.

  • 2. Het bedrijf verleent medewerking aan een in het bedrijf in te stellen onderzoek door het Hoofd van de Geneeskundige Dienst.

Hoofdstuk 3 Concessie

Artikel 15

  • 1. Een concessie wordt aangegaan:

    • a.

      voor tenminste 20 jaar en ten hoogste 30 jaar indien de concessie betreft eigendom en beheer van de middelen voor winning, productie, transport, distributie en levering;

    • b.

      voor ten hoogste 10 jaar indien de concessie uitsluitend betrekking heeft op de exploitatie van de productie, de distributie of de levering van drinkwater.

  • 2. Van een besluit met betrekking tot een concessie wordt mededeling gedaan in het blad waarin de officiële berichten van het eilandgebied worden openbaar gemaakt.

Artikel 16

  • 1. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regelen gesteld betreffende de eisen waaraan voldaan moet worden bij de aanvrage tot het verkrijgen van een concessie.

  • 2. Het bestuurscollege kan voorwaarden aan de concessie verbinden en de concessievoorwaarden te allen tijde wijzigen in het belang van een deugdelijke en duurzame watervoorziening.

  • 3. Aan een concessie is de beperking verbonden welke voortvloeit uit een vergunning als bedoeld in artikel 6, tweede lid.

  • 4. Het bestuurscollege kan in bijzondere gevallen vrijstelling of ontheffing van het uitsluitende recht van de concessiehouder verlenen.

  • 5. De bepalingen van de waterleveringsovereenkomsten van de concessiehouder behoeven, alvorens van kracht te zijn, de goedkeuring van het bestuurscollege, dat zijn desbetreffende besluit en de goedgekeurde bepalingen doet opnemen in het blad waarin de officiële berichten van het eilandgebied worden openbaar gemaakt. Het bepaalde in de voorgaande volzin is eveneens van toepassing op wijzigingen van goedgekeurde bepalingen.

Artikel 17

  • 1. De concessie vervalt door verloop van de termijn waarvoor zij is verleend.

  • 2. De concessie wordt ingetrokken:

    • a.

      indien niet binnen drie maanden na de dagtekening van de concessie met het uitvoeren van de concessie is aangevangen;

    • b.

      op verzoek van de concessiehouder;

    • c.

      wanneer de inrichtingen of leidingen niet op het in de concessie bepaalde tijdstip in gebruik zijn gesteld;

    • d.

      wanneer een of meer voorwaarden of voorschriften van de concessie naar het oordeel van het bestuurscollege niet of niet voldoende worden nageleefd;

    • e.

      wanneer de exploitatie van het bedrijf geheel of gedeeltelijk wordt gestaakt en niet binnen een door het bestuurscollege te stellen termijn wordt hervat.

Hoofdstuk 4 Vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen

Artikel 18

  • 1. Aan vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen krachtens deze eilandsverordening kunnen voorwaarden, beperkingen en voorschriften worden verbonden.

  • 2. De vergunningen, vrijstellingen en ontheffingen worden verleend met een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaren.

  • 3. Een vergunning, vrijstelling of ontheffing kan voor het nog te doorlopen deel van de geldigheidsduur worden ingetrokken indien:

    • a.

      een reden waarom zij werd verleend of verlengd is vervallen;

    • b.

      een daaraan verbonden voorwaarde, beperking of voorschrift niet werd nageleefd.

  • 4. Van een besluit met betrekking tot een vergunning, een vrijstelling of een ontheffing wordt mededeling gedaan in het blad waarin de officiële berichten van het eilandgebied worden openbaar gemaakt.

Hoofdstuk 5

Artikel 19

  • 1.

    Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze eilandsverordening bepaalde zijn belast het Hoofd van de Geneeskundige Dienst, alsmede de daartoe door het bestuurscollege aangewezen ambtenaren of personen.

  • 2.

    De in het eerste lid bedoelde toezichthouders leggen in handen van de Gezaghebber de navolgende eed of belofte af of geven de navolgende bevestiging:

    "Ik zweer (beloof, verklaar) dat ik de mij opgelegde plichten met alle ijver zonder aanzien des persoons zal vervullen. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (Dat beloof ik, dat verklaar ik)".

  • 3.

    De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opnemingen en nader onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

    • e.

      vaartuigen, stilstaande voertuigen en de lading daarvan te onderzoeken;

    • f.

      woningen of tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner binnen te treden.

  • 4.

    Zo nodig wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het derde lid onder d verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 5.

    Op het binnentreden van woningen of van tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen als bedoeld in het derde lid onder f Titel X van het Derde Boek van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 156, tweede lid, en 158, eerste lid, laatste zinsnede.

  • 6.

    Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 7.

    Een ieder is verplicht aan de in het eerste lid bedoelde toezichthouders desgevraagd alle medewerking te verlenen en met betrekking tot de stoffen die hij voorhanden heeft of waarvan hij zich ontdoet of heeft ontdaan, alle inlichtingen te verstrekken, die zij redelijkerwijs bij de uitvoering van de hun op grond van deze eilandsverordening opgedragen taak nodig achten.

Artikel 20

  • 1. Bij de uitoefening van hun taak dragen de toezichthouders een legitimatiebewijs bij zich.

  • 2. Zij tonen hun legitimatiebewijs desgevraagd aanstonds, tenzij het met het toezicht beoogde doel daartoe niet zou worden bereikt. In het laatste geval tonen zij hun legitimatiebewijs zodra dat redelijkerwijs mogelijk is.

  • 3. Het legitimatiebewijs bevat in ieder geval een foto van de toezichthouder en vermeldt diens naam en hoedanigheid. Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen.

Artikel 21

  • 1. Met de opsporing van de bij of krachtens deze eilandsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, belast de daartoe door het bestuurscollege aangewezen ambtenaren of personen.

  • 2. Bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de krachtens het eerste lid aangewezen ambtenaren of personen dienen te voldoen.

Artikel 22

Iedereen aan wie ter zake van de uitvoering van deze eilandsverordening een toezichthoudende taak of enig andere taak is opgedragen of opgedragen is geweest, is verplicht tot geheimhouding van hetgeen uit dien hoofde te zijner kennis is gekomen, voor zover die verplichting volgt uit de aard der zaak.

Hoofdstuk 6 Sancties

Paragraaf 1 Administratieve sancties

Artikel 23

  • 1.

    Indien wordt gehandeld in strijd met:

    • a.

      de verboden genoemd in de artikelen 6, eerste lid, 8 en 9;

    • b.

      een verleende concessie, vergunning, vrijstelling of ontheffing;

    • c.

      de krachtens artikel 18, eerste lid, gegeven voorwaarden, beperkingen en voorschriften;

    • d.

      de krachtens de artikelen 7, eerste lid, 10, tweede lid, en 13, tweede lid, gegeven regelen;kan het bestuurscollege de overtreder ambtshalve of op verzoek van een ieder bevelen de verboden handelingen geheel of gedeeltelijk stop te zetten.

  • 2.

    De beschikking houdende een bevel tot stopzetting bevat het tijdstip waarop de stopzetting van kracht wordt. Het bestuurscollege kan bepalen dat het bevel tot stopzetting terstond van kracht wordt. Het is niet toegestaan de verboden handelingen voort te zetten zolang de beschikking tot stopzetting van kracht is.

  • 3.

    Het bestuurscollege zendt een exemplaar van de beschikking, die het heeft genomen, aan de houder van een vergunning, vrijstelling of ontheffing en aan degene die om de maatregel heeft verzocht.

  • 4.

    In geval van toepassing van het eerste lid kan het bestuurscollege de overtreder in de gelegenheid stellen te voldoen aan de bepalingen die bij of krachtens deze eilandsverordening zijn gesteld. Het bestuurscollege trekt het bevel tot stopzetting in, indien is voldaan aan de bepalingen die bij of krachtens deze eilandsverordening zijn gesteld.

  • 6.

    De houder van een vergunning, vrijstelling of ontheffing kan onder vermelding van redenen het bestuurscollege schriftelijk verzoeken het bevel tot stopzetting in te trekken. Is het bestuurscollege binnen een maand nadat het verzoek is ontvangen niet tot intrekking van het bevel overgegaan, dan wordt het geacht die intrekking te hebben geweigerd.

  • 7.

    Zolang de beschikking waarbij een bevel tot stopzetting is gegeven, van kracht is, kan de plaats waar de verboden handeling plaatsvindt, worden verzegeld en hetgeen zich daarin bevindt worden verzegeld of verwijderd op kosten van de overtreder.

Paragraaf 2 Strafbepalingen

Artikel 24

Overtreding van de bepalingen van de artikelen 6, eerste lid, 8, 9, 10, eerste lid, 11, eerste lid, 13, eerste lid, 14, tweede lid, 19, zevende lid, en 22, van de bepalingen, gesteld krachtens de artikelen 7, tweede lid, 10, tweede lid, 11, tweede lid, 12, 13, tweede lid, en 14, eerste lid, van voorwaarden, beperkingen en voorschriften krachtens een verleende concessie, vergunning, vrijstelling of ontheffing, dan wel een krachtens artikel 23, tweede lid, gegeven bevel wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van ten hoogste tweeduizend vijfhonderd gulden.

Artikel 25

De in artikel 24 strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Hoofdstuk 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 26

Indien door de werking van enige bepaling van deze eilandsverordening een verplichting wordt opgelegd aan een rechtspersoon, een vennootschap of enig andere vereniging van personen, rust die verplichting tevens op de bestuurders van die rechtspersoon, vennootschap of vereniging van personen. Rechten die aan een zodanige rechtspersoon, vennootschap of vereniging van personen toekomen worden uitgeoefend door de bestuurders daarvan.

Artikel 27

Voor zover daarin bij deze eilandsverordening niet is voorzien, kunnen bij eilandsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regelen ter uitvoering van de bepalingen van deze eilandsverordening worden vastgesteld.

Artikel 28

Ten aanzien van een bedrijf dat op het tijdstip van in werkingtreding van deze eilandsverordening drinkwater produceert, distribueert of levert, is artikel 6 gedurende twee jaar vanaf dat tijdstip niet van toepassing.

Artikel 29

Deze eilandsverordening treedt in werking op een bij eilandsbesluit te bepalen tijdstip.

Artikel 30

Deze eilandsverordening kan worden aangehaald als: Eilandsverordening drinkwatervoorziening Sint Eustatius.