LANDSVERORDENING houdende regels inzake de instelling van economische zones

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regels inzake de instelling van economische zones

HOOFDSTUK 1 DEFINITIES, INSTELLING ECONOMISCHE ZONE, TOELATING EN EXPLOITATIE

Paragraaf I Definities

Artikel 1

  • 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder

    • a.

      economische zone: een als zodanig aangewezen terrein of terreinen, waar goederen kunnen worden opgeslagen, verwerkt, bewerkt, gemonteerd, verpakt, tentoongesteld en uitgeslagen dan wel andere behandelingen kunnen ondergaan, en waar of van waaruit diensten kunnen worden verleend;

    • b.

      goederen: roerende lichamelijke zaken;

    • c.

      invoer van goederen: het brengen van goederen in het vrije verkeer;

    • d.

      diensten:

      • het verrichten van onderhoud en reparatie in de zone aan goederen van buiten Sint Maarten hun bedrijf uitoefenende ondernemingen;

      • het verrichten van onderhoud en reparatie aan zich in het buitenland bevindende machines en ander materieel met in de economische zone opgeslagen goederen;

      • andere vormen van op het buitenland gerichte dienstverlening, daaronder begrepen het veembedrijf, en nieuwe in de internationale sfeer te plaatsen handels- en handelsondersteunende en andere dienstverlenende activiteiten die met of ten behoeve van elektronische communicatie- en informatiemogelijkheden kunnen worden verricht.

  • 2. Onder diensten als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, onder 3°, zijn niet begrepen: financiële dienstverlening, royalty-betalingen, verzekerings- en herverzekeringsactiviteiten, daaronder mede begrepen diensten ter zake van het optreden als directie van vennootschappen, wier statutaire zetel of feitelijke leiding in Sint Maarten gevestigd is en andere dienstverlening ter zake van het trustbedrijf, alsmede dienstverlening van notarissen, advocaten, openbare accountants, fiscale adviseurs en aanverwante dienstverlening.

Paragraaf 2 Instelling economische zone

Artikel 2

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen economische zones worden ingesteld en opgeheven.

  • 2. In het instellingsbesluit wordt opgenomen een nauwkeurige aanduiding en begrenzing van het terrein of de terreinen waar de economische zone zal worden ingesteld.

  • 3. De Minister van Financiën, hierna te noemen: de minister, stelt ten aanzien van het terrein of de terreinen waar de economische zone zal worden ingesteld, voorschriften vast waaraan moet zijn voldaan in geval van overdracht van de eigendom van het terrein dan wel de vestiging of overdracht van een beperkt zakelijk recht daarop. De voorschriften zullen moeten waarborgen dat het terrein, zolang het deel uitmaakt van een economische zone, uitsluitend zal worden aangewend ten behoeve van een tot de desbetreffende zone toegelaten rechtspersoon.

  • 4. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld inzake de bewaking van een economische zone door ambtenaren der Douane en de daaraan verbonden kosten, inzake de afscheiding en de afsluiting van het terrein of de terreinen behorende tot een economische zone, alsmede voorschriften ten behoeve van een doeltreffende douanecontrole.

Paragraaf 3 Toelating tot een economische zone

Artikel 3

  • 1. Tot een economische zone wordt alleen toegelaten een rechtspersoon met een in aandelen verdeeld kapitaal die uitsluitend in die zone een bedrijf zal uitoefenen. De toelating geschiedt door de minister.

  • 2. De toelating wordt verleend indien van het door de rechtspersoon uit te oefenen bedrijf verwacht kan worden dat het zal bijdragen tot de economische ontwikkeling van Sint Maarten:

    • a.

      door de uitbouw van Sint Maarten als internationaal distributiecentrum door goederen in hoofdzaak naar het buitenland te verhandelen, dan wel als internationaal centrum van dienstverlening door diensten in hoofdzaak aan het buitenland of aan in een economische zone gevestigd bedrijf te verlenen; en

    • b.

      hetzij door stimulering van de instroom van deviezen in Sint Maarten,

    • c.

      hetzij door directe of indirecte bevordering van de werkgelegenheid.

  • 3. Aan de toelating kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden.

  • 4. De minister kan besluiten de in het eerste lid genoemde bevoegdheid tot het verlenen van toelating te doen uitoefenen door een instantie als bedoeld in artikel 5, tweede lid.

  • 5. De minister, of ingeval de toelating is geschied door de instantie, bedoeld in artikel 5, tweede lid, die instantie, doet binnen een maand na de toelating daarvan mededeling aan de Afdeling Fiscale Zaken.

  • 6. Bij ministeriële regeling kan de minister regels stellen ten aanzien van de door de tot een economische zone toegelaten rechtspersoon bij te houden administratie.

Artikel 4

  • 1. Het besluit tot toelating kan door de minister of ingeval de toelating is geschied door de instantie, bedoeld in artikel 5, tweede lid, door die instantie, worden ingetrokken, indien blijkt dat door of namens de belanghebbende:

    • a.

      onjuiste of onvolledige gegevens werden verstrekt die van beslissende invloed zijn geweest op de totstandkoming van het besluit tot toelating;

    • b.

      is gehandeld in strijd met de bepalingen van deze landsverordening of de daarop berustende bepalingen;

    • c.

      de aan de toelating verbonden voorschriften en beperkingen niet of niet volledig in acht genomen zijn;

    • d.

      is gehandeld in strijd met de bepalingen van de Landsverordening op de winstbelasting, de Landsverordening op de loonbelasting of de Landsverordening I.U. en D.;

    • e.

      het bedrijf is gestaakt.

  • 2. Het besluit tot toelating kan voorts worden ingetrokken indien het bedrijf naar het oordeel van de minister dan wel de instantie, bedoeld in artikel 5, tweede lid, niet langer voldoet aan de in artikel 3, tweede lid, voor toelating tot een economische zone gestelde eisen.

  • 3. Intrekking op grond van het eerste lid, onderdeel a, kan geschieden met terugwerkende kracht tot en met de dag van de vaststelling van het besluit tot toelating. Intrekking op grond van het eerste lid, onderdeel b, c, d of e, kan geschieden met terugwerkende kracht tot en met de dag waarop de in de genoemde onderdelen aangegeven handeling werd verricht.

  • 4. Tot intrekking van een besluit tot toelating wordt niet overgegaan zonder dat de belanghebbende in de gelegenheid is gesteld binnen een termijn van ten minste twee weken schriftelijk bedenkingen tegen de intrekking kenbaar te maken.

  • 5. Het besluit tot intrekking is met redenen omkleed en wordt aan de belanghebbende toegezonden bij aangetekende brief.

  • 6. Intrekking van het besluit tot toelating verplicht de desbetreffende rechtspersoon zijn bedrijf binnen een termijn van ten hoogste zes maanden uit de economische zone te verwijderen.

  • 7. Indien het bedrijf niet overeenkomstig het zesde lid wordt verwijderd, geschiedt de verwijdering op kosten van de betrokken onderneming.

Paragraaf 4 Beheer en exploitatie economische zones

Artikel 5

  • 1. De minister is belast met het beheer en de exploitatie van economische zones.

  • 2. Bij landsbesluit kan worden besloten het beheer en de exploitatie van economische zones te doen geschieden door een publiekrechtelijke instelling dan wel door een naamloze vennootschap of besloten vennootschap.

Artikel 6

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de goederen aangewezen die niet dan wel slechts onder de in dat landsbesluit opgenomen voorwaarden in een economische zone aanwezig mogen zijn.

Paragraaf 5 Levering van goederen en diensten aan het binnenland

Artikel 7

  • 1. Op een in een economische zone gevestigd bedrijf zijn de Landsverordening ter bevordering van bedrijfsvestiging en hotelbouw en de Landsverordening belastingfaciliteiten industriële ondernemingen niet van toepassing.

  • 2. Levering aan het binnenland van goederen aanwezig in een economische zone door een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3, eerste lid, is slechts mogelijk op grond van een door de minister verleende vergunning. De vergunning wordt voor een bepaalde termijn verleend en kan telkens door de minister worden verlengd.

  • 3. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot onder meer de prijs, de kwaliteit en de distributie van de goederen, alsmede tot het voorkomen van ongewenste verstoringen van de binnenlandse markt. Voorschriften die tot strekking hebben ongewenste verstoringen van de binnenlandse markt te voorkomen, worden tevens door de minister vastgesteld.

  • 4. Een vergunning als bedoeld in het tweede lid kan worden geweigerd indien naar het oordeel van de minister het sociaal-economisch belang van Sint Maarten dit vereist. De vergunning kan door de minister worden ingetrokken indien de aan de vergunning verbonden voorschriften niet of niet volledig in acht zijn genomen.

  • 5. Onder levering aan het binnenland wordt voor de toepassing van het bepaalde in het tweede lid niet verstaan de levering aan schepen en luchtvaartuigen die Sint Maarten aandoen, alsmede de levering aan toeristen die Sint Maarten bezoeken, mits deze leveringen onderscheidenlijk de door de toeristen verrichte aankopen voldoen aan de door de minister gestelde regels.

  • 6. Door de minister kan aan een rechtspersoon als bedoeld in artikel 3, eerste lid, vergunning worden verleend om diensten die met of ten behoeve van elektronische communicatie- en informatiemogelijkheden kunnen worden verricht, te leveren aan het binnenland. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden. De tweede volzin van het tweede lid, de tweede volzin van het derde lid, en het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing.

Paragraaf 6 Bijzondere voorschriften inzake de toelating tot een economische zone

Artikel 8

  • 1. Voor het verkrijgen van eigendomsrechten op grond, het vestigen van een zakelijk genotsrecht op grond, waaronder begrepen het recht van opstal, in een economische zone, dan wel het tot stand brengen van infrastructurele voorzieningen in een economische zone, de bouw van bedrijfspanden daaronder begrepen, kan door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie dan wel de instantie, bedoeld in artikel 5, tweede lid, vergunning worden verleend.

  • 2. De vergunning wordt slechts verleend aan rechtspersonen. Zij behoeven geen toelating in de zin van artikel 3 tot de economische zone.

  • 3. Aan de vergunning kunnen voorschriften worden verbonden.

  • 4. De vergunning kan worden ingetrokken door de instantie die haar heeft afgegeven. Artikel 4, vierde en vijfde lid, zijn van toepassing.

  • 5. In geval van verlies of tenietgaan van een van de in het eerste lid genoemde zakelijke rechten vervalt de vergunning van rechtswege.

Paragraaf 7 Bepalingen betreffende de heffing van invoerrechten, uitvoerrechten, accijnzen, bijzondere heffingen en winstbelasting

Artikel 9

  • 1. Geen invoerrecht is verschuldigd in geval van:

    • a.

      inslag van goederen die bestemd zijn voor een economische zone;

    • b.

      uitslag uit een economische zone van goederen bestemd voor een entrepot of een andere economische zone, onder de voorwaarden vermeld in het landsbesluit, bedoeld in artikel 6.

  • 2. Geen accijns is verschuldigd in geval van inslag van aan accijns onderworpen goederen die bestemd zijn voor een economische zone, met inachtneming van de door de Directeur der Belastingen vast te stellen voorschriften

  • 3. Geen heffing als bedoeld in artikel 5, onderdeel b, van de Landsverordening in- en uitvoer is verschuldigd in geval van inslag van goederen die bestemd zijn voor een economische zone.

  • 4. Het tweede en derde lid zijn van toepassing in geval van uitslag van goederen uit een economische zone, onverminderd het bepaalde in artikel 146, tweede lid, van de Landsverordening I.U. en D.

Artikel 10

  • 1. Het opslaan in een economische zone van niet rechtstreeks uit het buitenland, uit een entrepot, uit het vrije verkeer van Sint Maarten of uit een andere economische zone afkomstige goederen, wordt beschouwd als uitvoer in de zin van de Landsverordening I.U. en D.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen ter vergemakkelijking van het gebruik van een economische zone, afwijkingen van de volgens de wettelijke regelingen betreffende de in-, uit- en doorvoer geldende voorschriften van formele aard worden toegestaan.

  • 3. Behoudens het in artikel 9 en het in het eerste en tweede lid bepaalde, blijven de wettelijke regelingen betreffende de in-, uit- en doorvoer van toepassing.

Artikel 11

  • 1. Over de winst van:

    • a.

      een met toepassing van artikel 3 tot een economische zone toegelaten rechtspersoon;

    • b.

      een instantie als bedoeld in artikel 5, tweede lid;

    • c.

      een rechtspersoon die ingevolge artikel 8 een vergunning van de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie dan wel de instantie, bedoeld in artikel 5, tweede lid, heeft verkregen, voor zover deze winst is behaald met de ontwikkeling van infrastructurele voorzieningen in de economische zone, de exploitatie en vervreemding daarvan inbegrepen;

      wordt tot 1 januari 2026, in afwijking van artikel 15, eerste lid, van de Landsverordening op de winstbelasting, winstbelasting geheven naar een tarief dat, met inbegrip van opcenten, 2% over de gerealiseerde winst bedraagt.

  • 2. Het in het eerste lid genoemde tarief is niet van toepassing op de winst van een rechtspersoon, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, voor zover die winst is verkregen uit levering van goederen aan het binnenland in de zin van artikel 7, tweede lid, of uit dienstverlening aan het binnenland in de zin van artikel 7, zesde lid, dan wel uit dienstverlening door die rechtspersoon aan een in het binnenland gevestigde onderneming waarmee zij in welke vorm ook is gelieerd.

Paragraaf 8 Strafbepalingen, toezicht en opsporing

Artikel 12

  • 1. Degene die ter verkrijging van de toelating van een rechtspersoon tot een economische zone opzettelijk onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, wordt gestraft, hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar en met een geldboete van de vierde categorie, hetzij met één van deze straffen.

  • 2. Degene aan wiens schuld te wijten is dat de in het eerste lid bedoelde gegevens onjuist of onvolledig zijn verstrekt, wordt gestraft hetzij met hechtenis van ten hoogste een jaar en met een geldboete van de derde categorie, hetzij met één van deze straffen.

  • 3. Degene die goederen vanuit een economische zone in het vrije verkeer brengt zonder betaling van invoerrechten, dan wel goederen in een economische zone heeft die ingevolge het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bedoeld in artikel 6, daarin niet aanwezig mogen zijn, dan wel goederen in een economische zone heeft in strijd met de in genoemd landsbesluit voor het hebben van die goederen in een economische zone gestelde voorwaarden, wordt gestraft, hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf maanden en meteen geldboete van de derde categorie, hetzij met één van deze straffen.

  • 4. De goederen, bedoeld in het derde lid, worden verbeurd verklaard.

  • 5. De in dit artikel strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven, met uitzondering van het in het tweede lid vermelde strafbaar feit, dat een overtreding is.

Artikel 13

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de ambtenaren der Douane alsmede de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2. De in of krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      alle plaatsen in en buiten een economische zone, met uitzondering van woningen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

    • e.

      vaartuigen, stilstaande voertuigen, luchtvaartuigen en de lading daarvan te onderzoeken;

    • f.

      woningen of tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner binnen te treden.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een plaats als bedoeld in het tweede lid, onderdeel d, verschaft met behulp van de sterke arm.

  • 4. Op het binnentreden van woningen of van tot woning bestemde gedeelten van vaartuigen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel f, is Titel X van het Derde Boek van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 155, vierde lid, 156, tweede lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, laatste zinsnede, en 160, eerste lid.

  • 5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de in of krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 6. Een ieder is verplicht aan de in of krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 14

  • 1. Met de opsporing van de bij deze landsverordening strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde personen, belast de ambtenaren der Douane alsmede de daartoe bij landsbesluit aangewezen ambtenaren van de Belastingdienst. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren dienen te voldoen.

HOOFDSTUK 2 WIJZIGINGEN IN DIVERSE LANDSVERORDENINGEN

Paragraaf 1 Wijziging van de Landsverordening omzetbelasting

Artikel 15

[wijzigt een andere regeling]

Paragraaf 2 Wijziging van de Landsverordening belasting op bedrijfsomzetten

Artikel 16

[wijzigt een andere regeling]

Paragraaf 3 Wijziging van de Grondbelastingverordening

Artikel 17

[wijzigt een andere regeling]

Paragraaf 4 Wijziging van de Gebruiksbelastingverordening

Artikel 18

[wijzigt een andere regeling]

HOOFDSTUK 3 OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN

Artikel 19

[vervallen]

Artikel 20

  • [vervallen]

Artikel 21

[vervallen]

Artikel 22

[vervallen]

Artikel 23

[vervallen]

Artikel 24

  • 1. Deze landsverordening wordt aangehaald als: Landsverordening economische zones.

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]

  • 3. [vervallen]

  • 4. [vervallen]