Quarantaineverordening

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

Quarantaineverordening

Artikel 1

Onder schepen verstaat deze verordening en de daarop berustende regelingen alle vaar- en vliegtuigen, van welke aard en vorm en tot welk doel dienend dan ook.

Artikel 2

De jongste zeereis wordt, in deze verordening en in de daarop berustende regelingen gerekend te zijn aangevangen in de haven waar het schip thuis behoort en overigens op niet langer dan zes maanden gesteld.

Artikel 3

Onder quarantainemaatregelen verstaat deze verordening en de daarop berustende regelingen de maatregelen, die ter voorkoming of wering van besmettingsgevaar, op uit zee komende en in Sint Maarten liggende schepen, hun inhoud en hun opvarenden, geheel of gedeeltelijk kunnen worden toegepast, als daar zijn:

  • 1º.

    een gezondheidsonderzoek;

  • 2º.

    het buiten gemeenschap met de wal en met andere schepen houden;

  • 3º.

    het voorkomen en verhinderen van verontreiniging of besmetting van bodem, lucht of water, door schepen en hun opvarenden;

  • 4º.

    het reinigen en ontsmetten van schepen met hun gehele inhoud, het opslaan van ladingen en goederen, het onschadelijk maken van smetstof in stoffen en goederen en het vernietigen van ratten of ander ongedierte en insecten aan boord;

  • 5º.

    de afzondering of waarneming van en toezicht op opvarenden, reiniging, ontsmetting, geneeskundig onderzoek, verzorging en verpleging en geneeskundige behandeling;

  • 6º.

    het verbieden of aan voorwaarden onderwerpen van de invoer, de doorvoer of het vervoer van huiden, lompen, gebruikte kledingstukken, gebruikt lijf- en beddengoed en van andere goederen, scheepslading of scheepsinhoud.

Artikel 4

Het gezondheidsonderzoek, in deze verordening en in de daarop berustende regelingen genoemd, kan zich uitstrekken tot alle scheepspapieren, tot het schip met zijn gehele inhoud en tot alle opvarenden, met aanwending van alle hulpmiddelen, die voor het onderzoek nodig of bevorderlijk zijn.

Artikel 5

Onder de geneeskundige verstaat deze verordening en de daarop berustende regelingen een geneeskundige, die door de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, hierna te noemen: de minister, met het gezondheidsonderzoek van schepen en met de uitvoering van quarantainemaatregelen is belast.

Artikel 6

  • 1. Elk schip, uit zee in Sint Maarten aankomend of na aankomst daar liggend, wordt onderworpen aan een gezondheidsonderzoek:

    • 1º.

      wanneer het komt uit landen, landstreken of plaatsen, die, op het tijdstip van het vertrek van het schip, door de minister besmet zijn verklaard of van besmetting verdacht verklaard, wegens een van de ziekten, in of krachtens het volgend artikel aangewezen, of waarvan op het tijdstip van aankomst van het schip in Sint Maarten bekend is, dat er een of meer gevallen van een van de ziekten in of krachtens het volgend artikel aangewezen, voorkomen;

    • 2º.

      wanneer een of meer gevallen van ziekte, al dan niet in het volgende artikel genoemd, tijdens de jongste zeereis zijn voorgekomen of nog voorkomen;

    • 3º.

      wanneer een van de opvarenden tijdens de jongste zeereis aan boord is overleden;

    • 4º.

      wanneer er veel ratten aan boord zijn of sterfte onder de ratten is waargenomen of met pest besmette of van pest verdachte ratten aan boord gevonden zijn;

    • 5º.

      wanneer de geneeskundige, die steeds de bevoegdheid heeft, om op elk binnenkomend schip de scheepspapieren in te zien, een gezondheidsonderzoek nodig acht;

    • 6º.

      wanneer een schip, niet vallend onder het bepaalde sub 1º tot en met 5º, in Sint Maarten aankomt en ligt op een plaats, die niet voor het gezondheidsonderzoek en voor quarantainemaatregelen is aangewezen.

  • 2. [vervallen]

  • 3. [vervallen]

Artikel 7

  • 1. De ziekten, in het voorgaande artikel bedoeld, zijn cholera, gele koorts, pest en pokken.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan deze landsverordening ook van toepassing verklaard worden op daarin niet genoemde ziekten.

  • 3. Dit landsbesluit is niet langer van kracht dan gedurende een jaar na zijn afkondiging, tenzij het binnen dat tijdvak door een landsverordening bekrachtigd is.

Artikel 8

  • 1. De gezagvoerder van een schip als bedoeld in artikel 6, sub 1º, 2º, 3º, 4º en 6º, uit zee Sint Maarten willende aandoen en niet rechtstreeks komende van een haven, baai of plaats van Sint Maarten zorgt, zodra hij in het gezicht van de wal is, dat zijn schip een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te omschrijven sein voert totdat het schip Sint Maarten heeft verlaten en zorgt voorts, dat geen gemeenschap met de wal of met andere schepen plaatsheeft, alvorens het gezondheidsonderzoek is afgelopen of het schip door of vanwege de geneeskundige tot het vrije verkeer is toegelaten.

  • 2. De loods, die het schip hulp verleent, is gehouden voor de naleving van het in de eerste lid van dit artikel vermelde voorschrift te waken, voor zover dit nog niet vóór zijn komst is nageleefd, en de gezagvoerder zoveel mogelijk bekend te maken met zijn verplichtingen krachtens deze verordening.

  • 3. De gezagvoerder is verplicht met zijn schip de ligplaats hem, door of vanwege de minister aangewezen, in te nemen en aldaar te blijven totdat hem, in verband met op een andere plaats te nemen quarantainemaatregelen, bevel tot opvaren daarheen is verstrekt, of zijn schip tot het vrije verkeer is toegelaten, of hij, gebruik makende van de bevoegdheid hem bij artikel 13 toegekend, weer zee kiest.

Artikel 9

  • 1. Het verbod van gemeenschap met de wal of met andere schepen brengt mee, dat geen van de opvarenden het schip mag verlaten en dat niemand zich aan boord van het schip mag begeven dan de loods, de geneeskundige, de desbetreffende inspecteur van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, de ambtenaren van de Dienst Collectieve Preventie, de personen onder hun leiding met de uitvoering van quarantainemaatregelen belast, de dienaren van de Godsdienst, voor zover hun ambtsplicht hen aan boord roept, de Inspecteur der Belastingen, de ambtenaren, bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering, wanneer hun ambtsverrichtingen dit vereisen, notarissen, voor zoveel hun tegenwoordigheid aan boord, voor het opmaken van een testament, verlangd wordt, en de naaste betrekkingen van een ernstig zieke, die niet naar de wal kan worden vervoerd; dat geen goederen uitgezonderd de post gelost mogen worden tenzij met toestemming van de minister en geen andere goederen aan boord gebracht mogen worden dan die voor het levensonderhoud van de opvarenden, voor de uitvoering van quarantainemaatregelen of voor de verpleging van zieken nodig zijn, met bepaling, dat de personen met het overbrengen belast zich niet aan boord mogen begeven.

  • 2. De personen, die krachtens het vorige lid aan boord worden toegelaten, zijn verplicht zich te onderwerpen aan de voorschriften van de geneeskundige, ook voor wat betreft de ontsmetting van hun kleren en andere materialen, die de besmetting kunnen overbrengen.

  • 3. Zij, die zich in strijd met het verbod aan boord hebben begeven, worden onder de opvarenden gerekend en zijn aan dezelfde bepalingen als deze onderworpen, onverminderd de straffen tegen de overtreding bedreigd.

  • 4. De gezagvoerder van een buiten gemeenschap met de wal of met andere schepen gehouden schip, die zich met de geneeskundige in verbinding wil stellen is verplicht een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te omschrijven sein te geven.

Artikel 10

[vervallen]

Artikel 11

  • 1. Het gezondheidsonderzoek heeft plaats tussen zonsopgang en zonsondergang.

  • 2. Het gezondheidsonderzoek wordt tussen zonsondergang en zonsopkomst ingesteld:

    • a.

      indien een of meer opvarenden aan boord van een schip, dat aan een gezondheidsonderzoek onderworpen is, zodanig ziek zijn, dat hun onmiddellijke overbrenging naar een ziekenhuis aan de wal nodig is;

    • b.

      indien de aard of toestand van lading aan boord van een schip als bedoeld in sub a bespoedigd onderzoek nodig maakt, om des te eerder met lossen te kunnen aanvangen;

    • c.

      om andere gewichtige redenen, ook die, in verband met de navigatie en de veiligheid van het schip;

    • d.

      indien de betrokken eigenaar, gezagvoerder of scheepsagent daartoe het verzoek doet;

    • e.

      in spoedeisende gevallen, dit ter beoordeling van de door de minister aangewezen geneeskundige.

  • 3. Door belanghebbenden is ten behoeve van Sint Maarten verschuldigd:

    • 1º.

      indien het onderzoek plaats heeft tussen 18:00 uur en 22:00 uur een bedrag van NAf 33,-;

    • 2º.

      indien het onderzoek plaats heeft tussen 22:00 uur en 06:00 uur een bedrag van NAf 55,-;

    • 3º.

      Voor een gezondheidsonderzoek van de opvarenden tot vaststelling van hun gezondheidstoestand zijn de in sub 1º en 2º genoemde bedragen niet verschuldigd.

Artikel 11a

  • 1. De beoordeling van de toestand in artikel 11, tweede lid, onder a, b en cbedoeld, staat aan de geneeskundige, genoemd in artikel 5.

  • 2. Het gezondheidsonderzoek kan slechts op die schepen 's nachts worden voltooid, die met een zodanig middel van verlichting zijn uitgerust, als voor het onderzoek bij kunstlicht nodig is; op de overige schepen, vallende onder de bepalingen in de artikelen 11 en 11a, wordt het 's nachts aangevangen onderzoek overdag herhaald en voltooid.

Artikel 12

De gezagvoerder van een in Sint Maarten liggend vaartuig geeft uiterlijk binnen 12 uur kennis wanneer een van de opvarenden ziek is geworden. Deze kennisgeving geschiedt aan de minister of een ambtenaar van de Dienst Collectieve Preventie of aan een van de ambtenaren, bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 13

  • 1. De gezagvoerder zorgt met al de tot zijn beschikking staande middelen, voor de middelen voor de stipte naleving van de voorschriften, die in of krachtens deze verordening worden gegeven.

  • 2. Het staat hem evenwel vrij weer naar zee te vertrekken, wanneer hij zich aan deze voorschriften niet wil onderwerpen; hij neemt daarbij de hem gegeven bevelen in acht.

  • 3. In het geval, bedoeld in het vorige lid, kan het ontschepen van passagiers, van poststukken en van enige lading door de minister worden toegestaan, onder nader te stellen voorwaarden.

  • 4. Echter mag de gezagvoerder, die zich eerst aan de gegeven voorschriften onderwierp, niet naar zee vertrekken zolang de voorgeschreven maatregelen nog niet zijn uitgevoerd, tenzij met vergunning van de minister en onder in achtneming van de nader gegeven voorschriften.

  • 5. De gezagvoerder is gehouden de hem door of vanwege de minister gegeven aanwijzingen in acht te nemen.

Maatregelen, waaraan het schip, dat aan een gezondheidsonderzoek onderworpen is geweest, zijn inhoud en zijn opvarenden worden of kunnen worden onderworpen

Artikel 14

  • 1. De geneeskundige, genoemd in artikel 5, zal bij de keuze en de mate van toepassing van de door hem nodig geachte maatregelen, rekening houden met:

    • a.

      de gezondheidsmaatregelen, die op een schip, in de haven van vertrek of in een andere haven zijn toegepast, indien van die maatregelen blijkt door juiste, volledige ondertekende en gedagtekende verklaringen van bevoegde ambtenaren van de gezondheidsdienst ter plaatse;

    • b.

      de aanwezigheid aan boord van een scheepsgeneeskundige, indien de wijze waarop de zieken verzorgd worden, maatregelen worden genomen, registers en ziektegeschiedenissen worden bijgehouden, vertrouwen wekken kan;

    • c.

      de aanwezigheid aan boord van een ontsmettingstoestel of van een inrichting tot het verdelgen van ratten en insecten, indien het gebruik en de bruikbaarheid van die toestellen en inrichtingen geen bedenking geven.

  • 2. Hij is gehouden de hem door het Hoofd van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid gegeven aanwijzingen in acht te nemen.

Artikel 14a

  • 1. Poststukken zullen niet aan ontsmetting worden onderworpen, uitgezonderd postpakketten, indien deze, naar het oordeel van de geneeskundige, ontsmetting behoeven.

  • 2. De zakken, waarin de poststukken worden aangebracht, zullen zo nodig worden ontsmet.

  • 3. Waardeloze bedvulling en kleding lorren, gebruikte verbandstoffen, papier en andere voorwerpen of goederen van weinig waarde, worden met goedvinden van de gezagvoerder, niet ontsmet, maar verbrand.

Artikel 14b

  • 1. Voor de toepassing van quarantainemaatregelen worden de schepen in de volgende klassen verdeeld:

    • -

      klasse A omvat de schepen, waar aan boord gevallen van cholera, gele koorts, pest of pokken voorkomen of gedurende de jongste zeereis zijn voorgekomen;

    • -

      klasse B omvat de schepen, komende uit landen of plaatsen, die besmet of van besmetting verdacht verklaard zijn wegens cholera, gele koorts, pest of pokken, maar waar aan boord geen geval van een van die ziekten voorkomt of gedurende de jongste zeereis voorkwam, alsmede de schepen, genoemd in artikel 6, eerste lid, onder 4º;

    • -

      klasse C omvat de schepen vallende onder artikel 6, onder 2º (voor zover niet schepen van klasse A bedoeld zijn), 3º, 5º en 6º.

  • 2. Verdachte gevallen van de ziekten, in dit artikel genoemd, worden, tot de definitieve uitslag van het ingestelde onderzoek bekend is, voor werkelijke gevallen van die ziekten gehouden.

Maatregelen bij cholera

Artikel 14c

  • 1. Schepen van klasse A worden aan de volgende maatregelen onderworpen:

    • 1º.

      de zieken worden, tenzij hun toestand dit niet gedoogt, ontscheept en overgebracht naar een daarvoor aan te wijzen inrichting; zij worden afgezonderd, gereinigd, nader onderzocht, geneeskundig behandeld en verpleegd tot zij geen gevaar voor het overbrengen van besmetting meer opleveren;

    • 2º.

      de personen, die met de lijders in aanraking zijn geweest en zij, die als verdacht worden beschouwd, worden eveneens ontscheept, gereinigd, nader onderzocht, verpleegd en gedurende een tijd van ten hoogste zes dagen na de aankomst van het schip afgezonderd;

    • 3º.

      de overige opvarenden worden, zo mogelijk en zo nodig, eveneens ontscheept, gereinigd, nader onderzocht en gedurende ten hoogste zes dagen na de aankomst van het schip, hetzij afgezonderd, hetzij aan waarneming en toezicht buiten afzondering onderworpen. Zij die aan waarneming en toezicht buiten afzondering worden onderworpen, zijn verplicht:

      • a.

        nauwkeurig hun verblijfplaats op te geven; wanneer die verblijfplaats, naar het oordeel van de geneeskundige, te veraf gelegen is moet een andere dichterbij worden gezocht;

      • b.

        zich in persoon voor een geneeskundig onderzoek aan te melden ter plaatse en ten tijde door de geneeskundige bepaald, en bij verhindering door overmacht om te komen, onmiddellijk kennis daarvan te geven aan de geneeskundige. Dit geneeskundig onderzoek geschiedt voor zover het de bemanning van stoomschepen betreft, zoveel doenlijk ter beoordeling van de geneeskundige aan boord van die schepen. Wanneer iemand zich niet strikt houdt aan de voorschriften in sub a en b gegeven of op andere wijze hinderlijk, nalatig en wederspannig is, wordt waarneming en toezicht in afzondering veranderd, onverminderd de straffen, bedreigd in de artikelen 23 en 24. De geneeskundige is bevoegd van de aanvang af, de waarneming en het toezicht te veranderen in afzondering, voor die personen, van wie hij vreest, dat zij de gegeven voorschriften niet of niet getrouw zullen nakomen. De personen in afzondering of onder waarneming en toezicht buiten afzondering, gedragen zich naar de bevelen en aanwijzingen, hun door de bevoegde autoriteiten gegeven;

    • 4º.

      lijf- en beddegoed, gebruiksvoorwerpen, kleding en bagage van de opvarenden worden, zoveel nodig, ontsmet en die opvarenden zelf gereinigd;

    • 5º.

      de gedeelten van het schip, waarin choleralijders verblijf hebben gehouden, toiletten, urinoirs, badkamers en andere gedeelten, die als besmet worden beschouwd, zomede, voor zoveel nodig, drink- en ballast-watertanks en de vullingen of het ruimwater worden ontsmet;

    • 6º.

      het drinkwater aan boord, als het verdacht is, wordt onschadelijk gemaakt en, zo mogelijk ten koste van het schip, vervangen door goed drinkwater; op dezelfde wijze kan met levensmiddelen en eetwaren worden gehandeld;

    • 7º.

      ballastwater, ingenomen in een besmet verklaarde haven, vulling- of ruimwater, huishoudwater en fecaliën mogen niet dan met vergunning en na ontsmetting uit het schip worden geloosd.

  • 2. Aan boord kunnen de nodige voorzieningen worden getroffen om het bepaalde inhet eerste lid, sub 7º, te bevorderen als daar zijn: het plaatsen van hulptoiletten en tonnen voor menagewater, het afsluiten van wc's en huishoud- en badleidingen.

Artikel 14d

  • 1. Op schepen van klasse B kunnen de voorschriften, bedoeld in sub 4º, 6º en 7º van het eerste lid van het vorige artikel, toegepast worden.

  • 2. Het schip kan, zo dit nodig wordt geoordeeld, geheel of gedeeltelijk worden gereinigd of ontsmet.

  • 3. Aan de bemanning kan, gedurende hoogstens zes dagen, na het verlaten van het besmette land of de besmette haven, verboden worden van boord te gaan, behoudens voor zoveel dienstredenen, naar het oordeel van de geneeskundige, het verlaten van het schip vereisen.

  • 4. Alle opvarenden, voor zoveel hun het verlaten van het schip niet verboden is, kunnen worden onderworpen aan waarneming en toezicht buiten afzondering, als in het vorige artikel beschreven, van gelijke tijdsduur als in het vorig lid vermeld.

Artikel 14e

Op schepen van klasse C kunnen, indien de omstandigheden dit vereisen, de maatregelen in de beide vorige artikelen aangegeven eveneens in hun geheel of gedeeltelijk worden toegepast.

Maatregelen bij gele koorts

Artikel 14f

  • 1. Voor schepen van klasse A gelden naar de omstandigheden de maatregelen voorgeschreven in artikel 14c tot aan het bepaalde in het eerste lid, sub 5ºvan dat artikel evenwel met dien verstande, dat de zieken en verdachten worden afgezonderd in ruimten, die vrij zijn van en ontoegankelijk voor muggen; voorts worden geen maatregelen van afzondering of waarneming en toezicht buiten afzondering toegepast op gezonde personen, die bewijzen kunnen, dat zij tien jaar vertoefden in een land, waar gele koorts voorkomt, of dat zij aan gele koorts hebben geleden.

  • 2. Het schip moet ankeren op minstens 200 meter verwijderd van de wal en van andere schepen, indien het tot de vastgestelde ligplaatsen voor het gezondheidsonderzoek en voor de quarantainemaatregelen aangewezen, wordt toegelaten.

  • 3. [vervallen]

  • 4. Het schip kan geheel of gedeeltelijk worden gereinigd of ontsmet.

Artikel 14g

Op schepen van klasse B kan de afgezonderde ligging, de verdelging van muggen, de waarneming en toezicht buiten afzondering, en de reiniging of ontsmetting worden toegepast, een en ander als bedoeld in het vorige artikel, evenals het bepaalde in artikel 14d, derde lid.

Artikel 14h

Op schepen van klasse C kunnen, indien de omstandigheden dit vereisen, de maatregelen in de beide vorige artikelen aangegeven, eveneens in hun geheel of gedeeltelijk worden toegepast.

Maatregelen bij pest

Artikel 14i

  • 1. Voor schepen van klasse A gelden naar de omstandigheden de maatregelen voorgeschreven in artikel 14c, met dien verstande, dat het bepaalde in het eerste lid, sub 5º, 6º en 7º niet van toepassing is.

  • 2. Voorts mag met de lossing of lading van het schip niet worden begonnen dan na vernietiging van ratten en insecten aan boord; deze uitroking zal uiterlijk binnen 24 uur na de aanvang moeten zijn afgelopen.

  • 3. Terstond na aankomst worden de kabels van het schip voorzien van rattenschermen, terwijl het schip op minstens vijf meter uit de wal wordt vastgesmeerd en vooral na zonsondergang en vóór zonsopkomst, niet door loopplanken of bruggen voortdurend met de wal verbonden mag zijn. De in de vorige alinea voorgeschreven maatregelen worden minstens gehandhaafd tot de uitroking van het schip is afgelopen.

Artikel 14j

  • 1. Op schepen van klasse B kunnen de voorschriften, bedoeld in artikel 14, eerste lid, sub 4º, worden toegepast. Het schip kan, zo dit nodig wordt geoordeeld, worden gereinigd, ontsmet en uitgerookt. Totdat de eventueel voorgeschreven maatregelen zijn uitgevoerd, mag met het lossen of laden niet worden aangevangen; eveneens gelden de voorschriften betreffende rattenschermen en betreffende de in acht te nemen afstand van de wal.

  • 2. Aan de bemanning kan, gedurende ten hoogste zes dagen, na het verlaten van het besmette land of de besmette haven, verboden worden van boord te gaan, behoudens voor zoveel dienstredenen, naar het oordeel van den geneeskundige, het verlaten van het schip vereisen. Alle opvarenden, voor zoveel hun het verlaten van het schip niet verboden is, kunnen worden onderworpen aan waarneming en toezicht buiten afzondering, van gelijke tijdsduur, als in het vorig lid vermeld.

Artikel 14k

Op schepen van klasse C kunnen, indien de omstandigheden dit vereisen, de maatregelen in de beide vorige artikelen aangegeven, eveneens in hun geheel of gedeeltelijk worden toegepast.

Maatregelen bij pokken

Artikel 14l

Schepen van klasse A worden aan de volgende maatregelen onderworpen:

  • 1.

    de zieken worden, tenzij hun toestand dit niet toelaat, ontscheept en overgebracht naar een daarvoor aan te wijzen inrichting; zij worden afgezonderd, gereinigd, nader onderzocht, geneeskundig behandeld en verpleegd tot zij geen gevaar voor het overbrengen van besmetting meer opleveren;

  • 2.

    de personen, die met de lijders in aanraking zijn geweest, en zij, die als verdacht worden beschouwd, worden eveneens ontscheept, gereinigd, nader onderzocht, zonodig ingeënt, verpleegd en gedurende een tijd van ten hoogste twee weken na de aankomst van het schip afgezonderd;

  • 3.

    de overige opvarenden worden, zo mogelijk en zo nodig, eveneens ontscheept, gereinigd, nader onderzocht en gedurende ten hoogste twee weken na de aankomst van het schip, hetzij afgezonderd, hetzij aan waarneming en toezicht buiten afzondering, onderworpen;

    voor waarneming en toezicht gelden verder de bepalingen in artikel 14c,eerste lid, sub 3º en 4º, ingelast.

  • 4.

    lijf- en beddengoed, gebruiksvoorwerpen, kleding en bagage van de opvarenden worden, zoveel nodig, ontsmet en die opvarenden zelf gereinigd;

  • 5.

    de gedeelten van het schip, waarin pokkenlijders hebben verblijf gehouden, en andere gedeelten, die als besmet worden beschouwd, worden ontsmet;

  • 6.

    de koepokinenting wordt toegepast op alle opvarenden, voor wie dit nodig wordt geoordeeld, in de eerste plaats bij het ontbreken van volledige en betrouwbare bewijzen, dat de koepokinenting met goed gevolg en binnen de afgelopen tien jaar is ondergaan;

  • 7.

    maatregelen van ontsmetting of uitroking van lading worden niet genomen, tenzij daarvoor bijzondere aanleiding bestaat, in de eerste plaats gelegen in de aard van de goederen en voorts in de mogelijkheid van besmetting.

Artikel 14m

  • 1. Op schepen van klasse B kunnen de voorschriften in sub 3º, 4º, 6º en 7º van het vorig artikel worden toegepast.

  • 2. Het schip kan, zo dit nodig wordt geoordeeld, geheel of gedeeltelijk worden gereinigd of ontsmet.

  • 3. Aan de bemanning kan, gedurende hoogstens twee weken na het verlaten van het besmette land of de besmette haven, verboden worden van boord te gaan, behoudens voor zoveel dienstredenen, naar het oordeel van de geneeskundige, het verlaten van het schip vereisen.

  • 4. Alle opvarenden, voor zoveel hun het verlaten van het schip niet verboden is, kunnen worden onderworpen aan waarneming en toezicht buiten afzondering, als in het vorig artikel beschreven, en van gelijken tijdsduur als in het vorig artikel geschreven, en van gelijke tijdsduur als in het vorig lid vermeld.

Artikel 14n

Op schepen van klasse C kunnen, indien de omstandigheden dit vereisen, de maatregelen in de beide vorige artikelen aangegeven eveneens in hun geheel of gedeeltelijk worden toegepast.

Artikel 15

  • 1. Een schip, zijn inhoud en opvarenden kunnen vóór en bij vertrek uit Sint Maarten aan maatregelen worden onderworpen:

    • a.

      indien in Sint Maarten een van de ziektes voorkomt, bedoeld in artikel 7;

    • b.

      indien goederen of lading van welke aard ook, eerst na de invoer van elders als besmet of van besmetting verdacht, zijn kenbaar geworden;

    • c.

      indien andere redenen, voornamelijk in verband met de gezondheid van de opvarenden, tot het nemen van maatregelen nopen.

  • 2. De hier bedoelde maatregelen zijn het verbod dat het schip vertrekt, voordat de algemene reiniging ontsmetting en uitroking daarvan heeft plaats gehad, het verbod dat zieken of bepaalde zieken worden meegenomen en kunnen voorts ontleend worden aan de voorschriften, die, ter wering en bestrijding van de ziekten, bedoeld in artikel 7 in Sint Maarten van kracht zijn.

  • 3. Het in het voorgaand lid bedoelde verbod wordt door de minister uitgevaardigd.

Artikel 15a

  • 1. Op verzoek van belanghebbenden kunnen, buiten het bepaalde in het vorige artikel om, maatregelen van reiniging, ontsmetting en uitroking, ter verdelging van ratten en insecten, door de Dienst Collectieve Preventie worden toegepast op vertrekkende schepen en hun inhoud.

  • 2. Door belanghebbenden zijn, ten behoeve van de Landskas, de voor de in het vorige lid bedoelde verrichtingen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde bedragen verschuldigd.

  • 3. Van de toegepaste maatregelen wordt, door of namens de minister aangewezen geneeskundige een verklaring aan belanghebbenden afgegeven, volgens model bij landsverordening vast te stellen.

  • 4. Indien bij onderzoek door het personeel van de Dienst Collectieve Prevenie is gebleken, dat er geen ratten aan boord van een schip zijn, kan de minister een vrijstellingscertificaat afgeven, volgens model bij ministeriële regeling vast te stellen. Dit certificaat is geldig voor ten hoogste zes maanden. De kosten van dit vrijstellingscertificaat worden door de minister aangewezen geneeskundige vastgesteld.

Artikel 16

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorschriften worden gegeven ten aanzien van de periodieke verdelging van ratten aan boord van alle schepen.

Artikel 17

  • 1. Desverlangd wordt kosteloos aan belanghebbenden een gezondheidspas afgegeven, alsmede desgevraagd verklaringen betreffende de quarantainemaatregelen toegepast op hun persoon, en op de schepen en goederen in hun eigendom of aan hun zorg toevertrouwd.

  • 2. Bij ministeriële regeling wordt de vorm van deze gezondheidspas en van deze verklaringen vastgesteld.

Artikel 18

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden de plaatsen aangewezen, waar het gezondheidsonderzoek wordt ingesteld en waar de quarantainemaatregelen worden toegepast.

  • 2. In het landsbesluit kunnen tevens de gevallen worden aangegeven, waarin afwijking van den regel kan worden toegestaan en de voorwaarden waaronder.

Artikel 19

Op oorlogsschepen kan het gezondheidsonderzoek zich bepalen tot een schriftelijke en ondertekende beantwoording van vragen door de geneeskundige gedaan.

Artikel 20

  • 1. Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde zijn belast de daartoe bij landsbesluit aangewezen personen. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 2. De krachtens het eerste lid aangewezen personen zijn, uitsluitend voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijze noodzakelijk is, bevoegd:

    • a.

      alle inlichtingen te vragen;

    • b.

      inzage te verlangen van alle boeken, bescheiden en andere informatiedragers en daarvan afschrift te nemen of deze daartoe tijdelijk mee te nemen;

    • c.

      goederen aan opneming en onderzoek te onderwerpen, deze daartoe tijdelijk mee te nemen en daarvan monsters te nemen;

    • d.

      de in Sint Maarten aankomende of afgemeerde schepen met uitzondering van tot woning bestemde gedeelten daarvan zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner, te betreden, vergezeld van door hen aangewezen personen;

    • e.

      de tot woning bestemde gedeelten van schepen zonder de uitdrukkelijke toestemming van de bewoner binnen te treden.

  • 3. Zo nodig, wordt de toegang tot een schip verschaft met behulp van de sterke arm. Van de handeling en van de aanleiding daartoe maken de betrokken personen binnen twee etmalen proces-verbaal op, dat aan de bij de handeling betrokken gezagvoerder in afschrift wordt toegezonden.

  • 4. Op het binnentreden in woningen als bedoeld in het tweede lid, onderdeel e, is titel X van het Derde boek van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van de artikelen 155, vierde lid, 156, tweede lid, 157, tweede en derde lid, 158, eerste lid, laatste zinsnede, en 160, eerste lid.

  • 5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze van taakuitoefening van de krachtens het eerste lid aangewezen personen.

  • 6. Een ieder is verplicht aan de krachtens het eerste lid aangewezen personen alle medewerking te verlenen die op grond van het tweede lid wordt gevorderd.

Artikel 21

[vervallen]

Artikel 22

  • 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 11, tweede lid, komen de kosten van het gezondheidsonderzoek, indien dit tussen 18:00 uur ’s en 06:00 uur plaats heeft, alsmede de kosten van de quarantainemaatregelen, waaronder niet begrepen het geneeskundig onderzoek, bedoeld in artikel 3, onder 5º, ten laste van de belanghebbende en worden door of namens deze in de Landskas gestort.

  • 2. De hoogte van de vergoeding voor quarantainemaatregelen wordt bepaald bij landsverordening.

  • 3. Schepen, die na 18:00 uur voor het gezondheidsonderzoek gereed liggen, dit ter beoordeling door de loods, die het schip binnenbracht en vastmeerde, worden ten aanzien van de volgens het eerste lid van dit artikel anders verschuldigde gelden beschouwd als voor die tijd onderzocht te zijn.

Artikel 23

  • 1. Overtreding van de artikelen 8, 9, 12 en 13 van deze verordening of van de krachtens deze verordening uitgevaardigde regelingen, wordt gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Met dezelfde straf wordt gestraft:

    • 1.

      overtreding van de maatregelen genomen ter uitvoering van het in deze verordening bepaalde betreffende de afzondering van zieken en andere personen en betreffende de waarneming en het toezicht buiten afzondering;

    • 2.

      het in strijd met deze verordening lossen of laden, van boord gaan of uit een schip lozen van ballast, vulling-, ruim- of huishoudwater of faecaliën;

    • 3.

      het niet in acht nemen van den bij deze verordening voorgeschreven afstand van de wal;

    • 4.

      overtreding van de maatregelen, bedoeld in artikel 15, voorlaatste lid.

Artikel 24

[vervallen]

Artikel 25

[vervallen]

Artikel 26

De stukken krachtens deze verordening of krachtens de naar aanleiding hiervan uit te vaardigen regelingen op te maken, zijn vrij van zegel.

Artikel 26a

De in artikel 11, derde lid, sub 1º en 2º en artikel 22, tweede lid, genoemde bedragen kunnen bij landsverordening worden gewijzigd.

Artikel 27

Deze verordening kan worden aangehaald als: Quarantaineverordening.

Artikel 28

[regelt de inwerkingtreding]

[vervallen]