LANDSVERORDENING, houdende bepalingen met betrekking tot het invoeren en doorvoeren van enige kleine dieren

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING, houdende bepalingen met betrekking tot het invoeren en doorvoeren van enige kleine dieren

Artikel 1

  • 1. Onder kleine dieren wordt in deze landsverordening verstaan de tot de hierna genoemde biologische indeling behorende dieren:

    • a.

      de hond (canis domesticus);

    • b.

      de kat (felis domestica);

    • c.

      de familie der hondachtigen;

    • d.

      de familie der katachtigen;

    • e.

      de familie der hyena-achtigen;

    • f.

      de familie der marterachtigen;

    • g.

      de familie der beren;

    • h.

      de familie der haasachtigen;

    • i.

      de familie der halfhoevigne;

    • j.

      de familie der eekhoornachtigen;

    • k.

      de familie der muisachtigen;

    • l.

      de orde der apen;

    • m.

      de orde der vleermuizen.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan deze landsverordening geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op andere kleine dieren.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden kleine dieren in Sint Maarten in te voeren zonder een geldige gezondheidsverklaring.

  • 2. Een geldig bewijs van vaccinatie tegen rabiës is bovendien vereist voor het invoeren of doorvoeren van de in artikel 1, onder a, b en e, genoemde diersoorten.

  • 3. Een geldig bewijs van vaccinatie tegen rabiës kan vereist worden voor het invoeren of doorvoeren van de in artikel 1, onder c, d, f, g, h, i, j, k, l en m genoemde diersoorten.

  • 4. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen andere voorschriften worden gegeven waaraan bij de invoer of doorvoer van de in artikel 1 genoemde diersoorten moet worden voldaan.

Artikel 3

  • 1. Indien niet aan de in of krachtens artikel 2 gestelde voorwaarden is voldaan, moet het betrokken dier onmiddellijk in quarantaine worden gesteld. In dat geval is de vervoerder die het dier heeft aangebracht, verplicht dit per eerstvolgende gelegenheid terug of door te voeren.

  • 2. De kosten van onderhoud en verpleging van het dier komen gedurende de quarantainetijd ten laste van de vervoerder die het dier heeft aangebracht, en kunnen op het schip of luchtvaartuig worden verhaald.

  • 3. Na het eindigen van de quarantainetijd kan het dier worden afgemaakt.

  • 4. Slechts in zeer bijzondere gevallen, dit ter beoordeling van de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, hierna te noemen: de minister, of de door deze aan te wijzen deskundige, kan verlenging worden toegestaan van de quarantainetijd.

Artikel 4

  • 1. Doorvoer van de in artikel 1 genoemde dieren zonder het in artikel 2, tweede en derde lid, vereiste bewijs van vaccinatie is geoorloofd, indien de dieren gedurende hun verblijf in Sint Maarten in quarantaine worden gesteld en per eerstvolgende gelegenheid worden doorgevoerd.

  • 2. De leden 2, 3 en 4 van het vorig artikel zijn van toepassing, behoudens dat de maximum quarantainetijd zes weken bedraagt.

Artikel 5

Van het in of krachtens artikel 2 bepaalde en van het bepaalde in artikel 4 kunnen geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld, dit ter beoordeling van de minister of de door deze aan te wijzen deskundige, die dieren, welke nodig zijn voor wetenschappelijke en exhibitionistische doeleinden.

Artikel 6

Indien geen geldig bewijs van vaccinatie tegen rabiës aanwezig is, kan de minister of de door deze aan te wijzen deskundige, hierbij geleid door maatstaven aangegeven door wetenschap en praktijk, het dier doen vaccineren op kosten van de vervoerder.

In een dergelijk geval vindt, tenzij de minister dit wel noodzakelijk acht, het bepaalde in artikel 3, eerste lid, tweede volzin, geen toepassing, ook indien niet is voldaan aan de overige bij of krachtens artikel 2 gestelde voorwaarden.

Artikel 7

Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze landsverordening gestelde regels is belast de minister of de door deze aan te wijzen deskundige.

Artikel 8

Niet nakoming van de bepalingen in deze landsverordening wordt beschouwd als een overtreding.

Artikel 9

Overtreding van enige bepaling van deze landsverordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van de eerste categorie.

Artikel 10

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening invoer kleine dieren.

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]