LANDSVERORDENING houdende regels betreffende het verlenen van eervol ontslag aan ambtenaren van Sint Maarten wegens het bereiken van een bepaalde leeftijd en het toekennen van een uitkering bij wijze van pensioen aan deze ambtenaren en aan hun weduwen en wezen

1. Ambtenaar in de zin van deze landsverordening is hij die door het bevoegde gezag is benoemd of aangesteld in openbare dienst om in Sint Maarten werkzaam te zijn.

2. Tot de openbare dienst behoren alle diensten en bedrijven door Sint Maarten en de openbare lichamen beheerd, met inbegrip van het van overheidswege gegeven openbare onderwijs.

3. Niet zijn ambtenaren in de zin van deze landsverordening:

• a.

  zij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is gesloten, met uitzondering van degene die vóór de datum van oprichting van de Stichting Overheidsaccountantsbureau op arbeidsovereenkomst in dienst was van de voormalige rechtspersoon de Nederlandse Antillen, en werkzaam was bij de Landsaccountantsdienst;

• b.

  [vervallen]

• c.

  de bedienaren van de godsdienst en de godsdienstleraren.

4. Onverminderd het bepaalde in de voorgaande leden, zijn de bepalingen van deze landsverordening tevens van toepassing op degene die vóór de oprichtingsdatum van de Stichting Overheidsaccountantsbureau in dienst was van de voormalige rechtspersoon de Nederlandse Antillen, en werkzaam was bij de Landsaccountantsdienst, en met ingang van bedoelde oprichtingsdatum in dienst is getreden van de Stichting Overheidsaccountantsbureau, voor zover voor hem geen pensioenregeling is getroffen.

1. Aan de ambtenaar wordt door het bevoegde gezag eervol ontslag verleend met ingang van de dag waarop hij de leeftijd van 62 jaar bereikt.

2. Indien de ambtenaar op de dag bedoeld in het voorgaande lid krachtens de ter zake voor hem geldende wettelijke bepalingen in het genot is van dan wel aanspraak heeft op verlof of vakantie, wordt het ontslag aan hem verleend in aansluiting op het einde daarvan, met dien verstande dat het verlof of de vakantie waarop hij nog aanspraak heeft ingaat op de dag bedoeld in het voorgaande lid.

1. De arbeidsovereenkomst met een verplichte leerkracht van een bijzondere school in de zin van de Landsverordening basisonderwijs voor speciaal onderwijs, de Landsverordening funderend onderwijs en de Landsverordening voortgezet onderwijs eindigt uiterlijk met ingang van de dag waarop de werknemer de leeftijd van 62 jaar bereikt.

2. Indien een werknemer als bedoeld in het eerste lid op de in dat lid bedoelde dag krachtens de ter zake voor hem geldende wettelijke of in de arbeidsovereenkomst opgenomen bepalingen in het genot is van dan wel aanspraak heeft op verlof of vakantie, eindigt de arbeidsovereenkomst in aansluiting op het einde daarvan, met dien verstande dat het verlof of de vakantie waarop hij nog aanspraak heeft, ingaat op de in het eerste lid bedoelde dag.

1. De arbeidsovereenkomst met een werknemer van een rechtspersoon die door een openbaar lichaam in het leven geroepen is en in financieel opzicht tot een zodanig lichaam in een bijzondere verhouding staat, eindigt uiterlijk met ingang van de dag waarop de betrokkene de leeftijd van 62 jaar bereikt.

2. Indien een werknemer als bedoeld in het eerste lid op de in dat lid bedoelde dag krachtens de ter zake voor hem geldende wettelijke of in de arbeidsovereenkomst opgenomen bepalingen in het genot is van dan wel aanspraak heeft op verlof of vakantie, eindigt de arbeidsovereenkomst in aansluiting op het einde daarvan, met dien verstande dat het verlof of de vakantie waarop hij nog aanspraak heeft, ingaat op de in het eerste lid bedoelde dag.

3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen een of meer rechtspersonen worden aangewezen waarop het eerste en tweede lid niet van toepassing zijn.