LANDSVERORDENING houdende regeling van de voorwaarden tot verkrijging van de bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunde als apotheker of als apothekersassistent

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regeling van de voorwaarden tot verkrijging van de bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunde als apotheker of als apothekersassistent

§ 1 De verkrijging van de bevoegdheid als apotheker

Artikel 1

Tot de uitoefening van de artsenijbereidkunde in haar volle omvang als apotheker zijn bevoegd:

  • a.

    zij, die de hoedanigheid van apotheker hebben verkregen op de wijze zoals voorgeschreven in de ter zake in Nederland geldende wettelijke bepalingen;

  • b.

    die aan een van de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, aan te wijzen buitenlandse universiteiten of hogescholen, een graad of diploma als apotheker hebben verworven en tot uitoefening van de artsenijbereidkunde in haar volle omvang in het betrokken land bevoegd zijn. Zodanige aanwijzing geschiedt niet dan nadat de in artikel 3, eerste lid, bedoelde commissie is gehoord omtrent de vraag of de betrokken opleiding ter verkrijging van bedoelde graad of diploma gelijkwaardig mag worden geacht te zijn aan die welke in de desbetreffende paragrafen van het in Nederland geldende Academisch Statuut ter zake wordt vereist.

Artikel 2

  • 1. De bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunde in haar volle omvang als apotheker kan ook in Sint Maarten worden verkregen door het afleggen van een examen in de artsenijbereidkunde.

  • 2. Tot het in het eerste lid bedoelde examen kunnen alleen zij worden toegelaten, die een diploma of graad als bedoeld in artikel 1, onder b, hebben verworven, doch niet tot uitoefening van de artsenijbereidkunde in haar volle omvang in het betrokken land bevoegd zijn, wanneer zij kunnen aantonen, na het verkrijgen van bedoelde graad of bedoeld diploma ten minste een jaar in een apotheek in Sint Maarten onder toezicht van een apotheker praktisch werkzaam te zijn geweest.

Artikel 3

  • 1. Het in artikel 2 bedoelde examen wordt afgenomen te Philipsburg door een commissie, bestaande uit een voorzitter en vier leden.

  • 2. De voorzitter en de leden van de commissie,alsmede hun plaatsvervangers, worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen en dienen allen de bevoegdheid van apotheker in Sint Maarten te bezitten, terwijl ten minste drie van hen de bevoegdheid van apotheker in de zin van artikel 1, onder a, moeten hebben.

  • 3. De voorzitter en de leden van de commissie, alsmede hun plaatsvervangers genieten een presentiegeld waarvan het bedrag bij landsbesluit wordt vastgesteld.

Artikel 4

Tot het in artikel 2 bedoelde examen kunnen alleen zij worden toegelaten, die in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit of gedurende ten minste vijf jaar in Sint Maarten gevestigd zijn geweest.

Artikel 5

  • 1. Het examen wordt afgenomen binnen drie maanden nadat de kandidaat een daartoe strekkende schriftelijke aanvraag, onder overlegging van de bewijzen voor zijn toelating bij deze landsverordening gevorderd, bij de voorzitter van de examencommissie heeft ingediend.

  • 2. Het examen wordt in de regel afgenomen in de Nederlandse taal, doch kan aan hen, die deze taal niet voldoende machtig zijn, ook in de Duitse, Engelse, Franse of Spaanse taal worden afgenomen.

  • 3. Het examen bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Het theoretische gedeelte wordt schriftelijk en mondeling afgenomen en omvat de vakken:

    • a.

      farmacie (waaronder uitlegging en toepassing van de Nederlandse farmacopee);

    • b.

      chemie;

    • c.

      toxicologie;

    • d.

      farmacognosie;

    • e.

      farmacologie; en

    • f.

      de wettelijke bepalingen op de uitoefening van de artsenijbereidkunde.

    Het praktische gedeelte omvat de vakken:

    • a.

      receptuur;

    • b.

      analytische chemie;

    • c.

      toxicologie; en

    • d.

      farmacognosie.

  • 4. De regeling van elk examen heeft plaats in een door de voorzitter belegde vergadering van de examencommissie.

  • 5. Eventuele afwijzing van de kandidaat geschiedt voor minimaal zes maanden en maximaal een jaar.

Artikel 6

  • 1. Alvorens tot het examen te worden toegelaten legt de kandidaat het bewijs, dat het verschuldigde examengeld, waarvan het bedrag bij landsbesluit zal worden vastgesteld in de Landskas is gestort, aan de voorzitter van de examencommissie over.

  • 2. Bij eerste herhaling van het examen na afwijzing is geen examengeld verschuldigd.

Artikel 7

  • 1. De beslissing omtrent de uitslag van het examen wordt bij meerderheid van stemmen genomen.

  • 2. Aan degene die het examen met gunstig gevolg heeft afgelegd, wordt hiervan een getuigschrift uitgereikt volgens een bij ministeriële regeling vast te stellen model.

Artikel 8

Zij, die de bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunde als apotheker op een van de wijzen, bedoeld in deze landsverordening hebben verkregen, leggen, voordat zij als zodanig worden ingeschreven, in handen van de Gouverneur de volgende eed (belofte) af: „Ik zweer (beloof), dat ik de artsenijbereidkunde volgens de daarop wettelijk vastgestelde bepalingen naar mijn beste weten en vermogen zal uitoefenen en dat ik aan niemand zal openbaren wat in die uitoefening als geheim mij is toevertrouwd of te mijner kennis is gekomen, tenzij mijn verklaring als getuige of deskundige in rechten gevorderd, of ik anderszins tot het geven van mededeling door de wet verplicht wordt. Zo waarlijk helpe mij God Almachtig (dat beloof ik)".

§ 2 De verkrijging van de bevoegdheid als apothekersassistent

Artikel 9

Tot de uitoefening van de artsenijbereidkunde als apothekersassistent zijn bevoegd zij, die met goed gevolg het examen van apothekersassistent hebben afgelegd, zoals voorgeschreven in de ter zake in Nederland, Aruba of Suriname geldende wettelijke regelingen.

Artikel 10

  • 1. De bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunde als apothekersassistent kan ook in Sint Maarten worden verkregen door het afleggen van een theoretisch en praktisch examen in artsenijbereidkunde, ten overstaan van een commissie als bedoeld in artikel 3.

  • 2. Tot dit examen kunnen alleen zij worden toegelaten, die de 18-jarige leeftijd hebben bereikt en een MULO- of ten minste daaraan gelijkwaardig diploma hebben behaald.

  • 3. Voor de toelating tot het examen moet worden overgelegd een bewijs, dat de kandidaat gedurende ten minste twee jaren de artsenijbereidkunde onder leiding van een bevoegde apotheker heeft beoefend.

Artikel 11

  • 1. Het in artikel 10 bedoelde examen bestaat uit een theoretisch en een praktisch gedeelte. Het theoretische gedeelte wordt schriftelijk en mondeling afgenomen en omvat de vakken:

    • a.

      theoretische receptuur;

    • b.

      beginselen der chemie;

    • c.

      beginselen der fysica;

    • d.

      kennis van de voornaamste in de farmacie gebruikelijke namen van grondstoffen en preparaten, en hun synoniemen;

    • e.

      kennis van de voornaamste plantaardige grondstoffen;

    • f.

      beginselen van het Latijn, voor zover nodig voor het lezen en begrijpen van recepten.

    Het praktische gedeelte omvat de praktische receptuur.

  • 2. Het examen wordt afgenomen in de Nederlandse taal.

Artikel 12

  • 1. Hij die zich aan het examen als apothekersassistent wenst te onderwerpen, wendt zich tot de voorzitter van de commissie, onder overlegging van de bewijzen, voor zijn toelating bij deze landsverordening gevorderd.

  • 2. De voorzitter bepaalt dag en uur van het examen en geeft daarvan aan belanghebbende kennis.

  • 3. Artikel 5, eerste en vijfde lid, en artikel 7 zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 13

  • 1. Alvorens tot het examen te worden toegelaten, legt de kandidaat het bewijs, dat het verschuldigde examengeld, waarvan het bedrag bij landsbesluit zal worden vastgesteld, in de Landskas is gestort, aan de voorzitter van de examencommissie over.

  • 2. Artikel 6, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 14

Zij, die de bevoegdheid tot uitoefening van de artsenijbereidkunde als apothekersassistent op een van de wijzen, bedoeld in deze landsverordening hebben verkregen, leggen voordat zij als zodanig worden ingeschreven, in handen van de Gouverneur de eed (belofte) af als omschreven in artikel 8.

Artikel 15

De in artikel 3 bedoelde examencommissie verstrekt aan het Hoofd van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid alle door hem met betrekking tot de uitvoering van deze landsverordening verlangde inlichtingen.

§ 3 Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 16

  • 1. Deze landsverordening, welke kan worden aangehaald als: Landsverordening bevoegdheid apothekers en apothekersassistenten, treedt in werking tegelijk met de Landsverordening op de geneesmiddelenvoorziening.

  • 2. [vervallen]

  • 3. [vervallen]

  • 4. [vervallen]