LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Cessantialandsverordening tot vaststelling van nadere regels betreffende het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 6, derde lid, van de Cessantialandsverordening tot vaststelling van nadere regels betreffende het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds

Artikel 1

Het beheer en de beleggingen van het Cessantiafonds, verder te noemen: het fonds, worden beheerst door de hierna volgende regels.

Artikel 2

  • 1. Het fonds wordt beheerd door de directeur van het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen, verder te noemen: de directeur. De directeur neemt daarbij de aanwijzingen van het bestuur van het fonds, verder te noemen: het bestuur, in acht. Het bestuur stelt, de directeur gehoord, het algemeen beleid vast.

  • 2. De directeur vertegenwoordigt het fonds in en buiten rechte.

  • 3. De Raad van Toezicht en Advies van het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen, verder te noemen: de Raad, is belast met het toezicht op het beheer van het fonds.

Artikel 3

  • 1. Het bestuur bestaat uit een voorzitter en twee overige leden.

  • 2. De voorzitter wordt bij landsbesluit benoemd voor de tijd van drie jaar. Hij kan evenwel tussentijds bij landsbesluit worden geschorst en ontslagen.

  • 3. Van de twee overige leden van de Raad wordt een lid bij landsbesluit benoemd uit werkgeverskring en een lid uit werknemerskring voor de tijd van drie jaar.

  • 4. Benoembaar tot voorzitter of lid van het bestuur zijn alleen Nederlanders, tevens ingezetenen van Sint Maarten, die de leeftijd van 30 jaar hebben bereikt, bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen niet uit de verkiesbaarheid zijn ontzet, noch van de uitoefening van het recht bij zodanige verkiezingen zijn uitgesloten, noch bij een onherroepelijke beslissing van een ter zake bevoegde autoriteit zijn ontzet uit het recht ambten te bekleden.

  • 5. Niet benoembaar tot voorzitter of lid van het bestuur zijn degenen, die bij het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen of het fonds in dienstbetrekking zijn, noch zij, die deel uitmaken van een College van Beroep, dat te oordelen heeft over geschillen tussen het Uitvoeringsorgaan Sociale en Ziektekosten Verzekeringen of het fonds enerzijds en werkgevers of verzekerden anderzijds, of die deel uitmaken van de Raad.

  • 6. Aan een lid van het bestuur kan op eigen verzoek dan wel anderszins bij een met redenen omkleed landsbesluit binnen het in het derde lid bedoelde tijdvak eervol ontslag worden verleend.

  • 7. Aan het lid van het bestuur dat langer dan zes achtereenvolgende maanden buiten Sint Maarten verblijft, wordt eervol ontslag verleend.

Artikel 4

De directeur is bevoegd met machtiging van het bestuur tot het aangaan en het opzeggen van arbeidsovereenkomsten naar burgerlijk recht met het overige personeel van het fonds.

Artikel 5

Het boekjaar van het fonds loopt van 1 januari tot en met 31 december.

Artikel 6

De jaarlijks in de maand april door de directeur op te maken en door het bestuur goedgekeurde verantwoordingsstukken worden door de Raad onderzocht. De cijfers in die verantwoordingsstukken worden getoetst aan die, voorkomende in de door de directeur aangehouden boeken en toelichtende bescheiden. De financiële controle wordt door de Raad opgedragen aan een particuliere accountant, die haar ten laste van het fonds uitvoert, tenzij de minister de Stichting Overheidsaccountantsbureau aanwijst tot het houden van controle op de boeken en financiële handelingen van het fonds.

Artikel 7

Indien de Raad van oordeel is, dat tegen goedkeuring van de verantwoording van het bestuur en de directeur geen bedenkingen bestaan of de gemaakte bedenkingen door de directeur bevredigend zijn opgelost, worden de verantwoordingsstukken door de voorzitter van de Raad gewaarmerkt en tegelijkertijd met de accountantsverklaring gezonden aan de minister. De waarmerking van de stukken strekt tot décharge van het bestuur en van de directeur.

Artikel 8

  • 1. Het bestuur neemt besluiten bij meerderheid van stemmen.

  • 2. Bij staking van stemmen wordt de behandeling van de zaak tot een volgende vergadering uitgesteld. Staken de stemmen wederom, dan beslist de voorzitter.

  • 3. Voor een wettig besluit moeten tenminste twee leden van het bestuur op de vergadering aanwezig zijn.

Artikel 9

De voorzitter en de overige leden van het bestuur en van de Raad ontvangen voor hun bemoeiingen een presentiegeld, dat bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt vastgesteld.

Artikel 10

De kosten van het beheer en van de administratie van het fonds komen ten laste van het fonds.

Artikel 11

De directeur bepaalt wie namens hem belast zijn met het ontvangen en betalen voor het fonds.

Artikel 12

  • 1. De gelden, die voor belegging beschikbaar komen, worden zo spoedig mogelijk op een van de volgende wijzen belegd in Sint Maarten:

    • -

      in overheidsprojecten;

    • -

      in onroerende goederen.

    Indien geen geschikte lokale beleggingsmogelijkheden aanwezig zijn, kan tijdelijk in het buitenland worden belegd.

  • 2. Voor het beleggen van gelden overeenkomstig het bepaalde in het eerste lid is de goedkeuring vereist van de Raad.

  • 3. Het aankopen en te gelde maken van effecten, alsmede het bewaren van de geldswaardige papieren, eigendom van het fonds, geschiedt op de door het bestuur te bepalen en door de Raad goed te keuren wijze.

Artikel 13

Dit landsbesluit, dat kan worden aangehaald als: Landsbesluit beheers- en beleggingsregelen Cessantiafonds, treedt in werking met ingang van de dag waarop de Cessantialandsverordening in werking treedt.