MINISTERIËLE REGELING houdende aanwijzing van gestichten als bedoeld in de Landsverordening beginselen gevangeniswezen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING houdende aanwijzing van gestichten als bedoeld in de Landsverordening beginselen gevangeniswezen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze beschikking wordt verstaan onder:

a. minister

:

de Minister van Justitie;

b. gedetineerde

:

de persoon ingesloten in een gevangenis, huis van bewaring of landsinrichting voor ter beschikking gestelden;

c. directeur

:

de locatie-directeur of bij zijn afwezigheid, degene die hem vervangt.

Artikel 2

  • 1. Als gevangenis als bedoeld in artikel 4 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, wordt aangewezen:

    - de Strafgevangenis te Sint Maarten.

  • 2. Als huis van bewaring als bedoeld in artikel 5 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, wordt aangewezen:

    - het Huis van Bewaring Sint Maarten.

  • 3. Als landsinrichting voor ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 6 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, bestemd voor de opneming van mannelijke gedetineerden, wordt aangewezen:

    - de daartoe bestemde afdeling van de Caprileskliniek te Curaçao.

Artikel 3

Als gevangenis bedoeld in de artikelen 7, 8, 9, 10 en 11 van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, wordt aangewezen de Strafgevangenis te Sint Maarten.

Artikel 4

  • 1. [vervallen]

  • 2. Vrouwelijke gedetineerden als bedoeld in artikel 5, eerste en tweede lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kunnen door de minister voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in:

    - het Huis van Bewaring Sint Maarten.

  • 3. [vervallen]

  • 4. De periode, bedoeld in het tweede lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.

Artikel 5

  • 1. Een veroordeelde gedetineerde, bedoeld in artikel 5, derde lid, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen, kan door de minister voor een aaneengesloten periode van maximaal drie maanden worden opgenomen in een huis van bewaring, onverminderd artikel 4, tweede lid, van deze regeling, indien:

    • a.

      de opnamecapaciteit in de gevangenis niet toereikend is; of

    • b.

      de gedetineerde een bedreiging vormt voor de orde, veiligheid of goede gang van zaken in de gevangenis; of

    • c.

      de persoonlijke veiligheid van de gedetineerde in het geding is; of

    • d.

      zulks met het oog op een zo optimaal mogelijke reclassering van de gedetineerde wenselijk is.

  • 2. De periode, bedoeld in het eerste lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.

Artikel 6

  • 1. Een in artikel 6, onderdeel c, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen bedoelde mannelijke gedetineerde kan door de minister op verzoek van de directeur van het gesticht alwaar hij opgenomen is dan wel zou moeten worden, voor maximaal zes aaneengesloten maanden worden geplaatst in een inrichting voor ter beschikking gestelden als bedoeld in artikel 2, derde lid, van deze regeling.

  • 2. De periode, bedoeld in het eerste lid, kan telkens met eenzelfde maximum duur worden verlengd door de minister.

  • 3. Alvorens tot plaatsing of tot verlenging wordt besloten, dient daarover te worden ingewonnen het advies van een aan de landsinrichting, bedoeld in het eerste lid, verbonden psychiater dat met redenen omkleed moet zijn.

  • 4. De psychiater, bedoeld in het derde lid, onderzoekt de gedetineerde na plaatsing ten minste een maal per twee weken.

  • 5. Zodra de reden voor plaatsing of verlenging niet meer aanwezig is, zulks op advies van de psychiater, bedoeld in het derde lid, wordt de plaatsing of verlenging door de minister ongedaan gemaakt en de gedetineerde geplaatst dan wel teruggeplaatst in de gevangenis of het huis van bewaring alwaar hij opgenomen was dan wel zou moeten worden.

  • 6. Het eerste tot en met vijfde lid zijn van overeenkomstige toepassing op de in artikel 6, onderdeel c, van de Landsverordening beginselen gevangeniswezen bedoelde vrouwelijke gedetineerde, onverminderd artikel 4, vierde lid, van deze regeling.

Artikel 7

  • 1. Deze regeling kan worden aangehaald als: Aanwijzingsregeling gestichten.

  • 2. [vervallen]

  • 3. [regelt de inwerkingtreding]