LANDSVERORDENING, houdende regels inzake de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING, houdende regels inzake de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

  • 1. In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    a. afzonderlijke watervoorziening

    :

    een voorziening ter zake van drinkwater dat niet afkomstig is van een openbare of een interne watervoorziening dan wel geleverd wordt in het kader van een commerciële- of openbare activiteit;

    b. drinkwater

    :

    alle voor menselijke consumptie bestemd water dat onbehandeld of na behandeling bestemd is voor drinken, koken, voedselbereiding of andere huishoudelijke doeleinden;

    c. gebouw

    :

    elk pand in gebruik voor bewoning of bedrijfsuitoefening;

    d. Inspecteur-Generaal

    :

    het Hoofd van de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid;

    e. intern leidingnet

    :

    een samenstel van leidingen, fittingen en toestellen bestemd voor de distributie van drinkwater binnen één gebouw of een aantal in elkaars directe nabijheid liggende en door dat leidingnet met elkaar verbonden gebouwen, die de verbinding vormt tussen een interne watervoorziening, een afzonderlijke watervoorziening of een openbaar leidingnet en een of meer tappunten in dat gebouw respectievelijk die gebouwen;

    f. interne watervoorziening

    :

    de al dan niet voor openbaar gebruik bestemde productie van drinkwater en de distributie daarvan via een intern leidingnet;

    g. de minister

    :

    de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid;

    h. openbaar leidingnet

    :

    een samenstel van leidingen, fittingen en toestellen bestemd voor de distributie van drinkwater afkomstig van een openbare watervoorziening, dat ieder die daarop is aangesloten tegen betaling aan tappunten kan afnemen;

    i. openbare watervoorziening

    :

    de voor openbaar gebruik bestemde productie van drinkwater en de distributie daarvan via een openbaar leidingnet;

    j. Raad

    :

    de Raad voor het drinkwater, bedoeld in artikel 19;

    k. tappunt

    :

    plaats in of aan een gebouw of een andere voor het publiek toegankelijke plaats waar drinkwater voor direct gebruik beschikbaar is.

    l. [vervallen]

  • 2. Onder distribueren en distributie wordt in deze landsverordening mede verstaan het leveren en afleveren onderscheidenlijk de levering en de aflevering aan een afnemer.

Artikel 2

Deze landsverordening is van toepassing op drinkwater ongeacht de herkomst ervan en ongeacht of het water wordt geleverd via een openbaar of intern leidingnet dan wel afkomstig is van een afzonderlijke watervoorziening, uit een tankschip of uit een tankauto.

Artikel 3

Deze landsverordening is niet van toepassing op drinkwater dat is verpakt in flessen of andersoortig klein verpakkingsmateriaal.

Artikel 4

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kan, gehoord de Inspecteur-Generaal, van de toepassing van deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen geheel of gedeeltelijk worden uitgezonderd drinkwater:

    • a.

      [vervallen]

    • b.

      dat afkomstig is van een afzonderlijke watervoorziening die gemiddeld minder dan 10m3 water per dag levert of waarvan minder dan 50 personen gebruik maken, tenzij het water wordt geleverd in het kader van een commerciële of openbare activiteit;

    • c.

      dat uitsluitend bestemd is voor doeleinden waarvoor de kwaliteit van het water direct noch indirect van invloed is op de gezondheid van de betrokken verbruikers.

  • 2. [vervallen]

  • 3. Voor zover het eerste lid toepassing heeft gevonden, stelt de minister ter zake regels ter waarborging dat de volksgezondheid wordt beschermd tegen de schadelijke gevolgen van verontreiniging van drinkwater. Deze regels zijn zoveel mogelijk in overeenstemming met deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen.

Artikel 5

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen, gehoord de Inspecteur-Generaal, deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen mede geheel of gedeeltelijk van toepassing worden verklaard op eigenaren of beheerders van gebouwen waar logies wordt geboden aan derden.

Artikel 6

De minister is belast met de zorg voor het tot stand brengen en instandhouden van een deugdelijke en duurzame voorziening van drinkwater voor alle inwoners dat voldoet aan de bij of krachtens deze landsverordening gestelde regels.

Artikel 7

De minister kan in het belang van de volksgezondheid geheel of gedeeltelijk voorzien in faciliteiten, middelen en bijstand die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens deze landsverordening.

Artikel 8

Ter zake van beslissingen inzake drinkwater die het belang van de volksgezondheid raken, raadplegen de minister alsmede de producenten en distributeurs van drinkwater tenminste de Inspecteur-Generaal.

HOOFDSTUK 2 Productie en distributie

Artikel 9

  • 1. Het is in het belang van de volksgezondheid verboden drinkwater te produceren of te distribueren zonder daartoe strekkende concessie of vergunning van, dan wel overeenkomst met, de minister.

  • 2. Een concessie of een vergunning als bedoeld in het eerste lid wordt slechts verleend en een overeenkomst als bedoeld in dat lid wordt slechts aangegaanindien het belang van de volksgezondheid en het belang van een doelmatige voorziening van drinkwater zich daartegen niet verzetten.

  • 3. Indien de productie en distributie van drinkwater in handen is van verschillende bedrijven draagt de minister zorg dat de desbetreffende concessies, vergunningen of overeenkomstenin het belang van de volksgezondheid voorzien in de afstemming van de productie en de distributie op elkaar.

Artikel 10

  • 1. Aan een concessie of een vergunning worden voorwaarden verbonden. Een concessie of een vergunning kan onder beperkingen worden verleend.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde voorwaarden of beperkingen hebben ten minste betrekking op de naleving van de bij of krachtens deze landsverordening gestelde eisen ter zake van:

    • a.

      de kwaliteit van het drinkwater;

    • b.

      de bij de productie en distributie van drinkwater te gebruiken materialen en chemicaliën;

    • c.

      de levering van het drinkwater;

    • d.

      voor de levering van drinkwater op te stellen en bekend te maken algemene voorwaarden;

    • e.

      de hoeveelheid te produceren water en de druk waarmee het water via een openbaar of intern leidingnet aan tappunten beschikbaar komt;

    • f.

      wijziging in de productie of in de distributie;

    • g.

      het regelmatig onderhoud van het leidingnet;

    • h.

      de regelmatige controle van de kwaliteit van het drinkwater;

    • i.

      de melding van elke daling van de waterkwaliteit beneden het niveau van de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen;

    • j.

      de te treffen maatregelen ter voorkoming van gevaar voor de volksgezondheid in geval van daling van de waterkwaliteit beneden het niveau van de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen;

    • k.

      de te treffen maatregelen voor het zo spoedig mogelijk herstel van de waterkwaliteit op tenminste het niveau van de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen;

    • l.

      de rapportage ter zake van kwaliteitscontrole;

    • m.

      de vakbekwaamheid van het personeel werkzaam bij producenten of distributeurs van drinkwater en de door hen in acht te nemen technische en hygiënische eisen; en

    • n.

      de voorlichting aan afnemers van drinkwater.

  • 3. Indien ter zake van de productie of distributie van drinkwater een overeenkomst wordt gesloten bevat deze overeenkomst ten minste bepalingen overeenkomende met de in het tweede lid bedoelde voorwaarden of beperkingen.

  • 4. Het is een producent of distributeur van drinkwater verboden te handelen in strijd met:

    • a.

      de bij of krachtens deze landsverordening gegeven voorschriften;

    • b.

      de voorwaarden die aan een concessie of vergunning zijn verbonden;

    • c.

      de beperkingen waaronder een concessie of vergunning is verleend;

    • d.

      de bepalingen van een overeenkomst als bedoeld in het derde lid.

Artikel 11

De producent of distributeur van drinkwater draagt zorg voor de productie respectievelijk de distributie van drinkwater dat in overeenstemming is met de in artikel 12, eerste lid, gestelde eis en de in artikel 12, tweede lid, bedoelde kwaliteitseisen in zodanige hoeveelheid en onder zodanige druk als het belang van de volksgezondheid vereist.

Artikel 12

  • 1. Drinkwater bevat geen micro-organismen, parasieten of andere stoffen in hoeveelheden of concentraties die een gevaar kunnen opleveren voor de volksgezondheid.

  • 2. Drinkwater voldoet aan bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gestelde minimum kwaliteitseisen. Deze eisen kunnen ook betrekking hebben op de door de producenten en distributeurs van drinkwater bij de winning, bereiding, behandeling, opslag, transport en distributie van zodanig water te gebruiken infrastructuur, materialen en chemicaliën.

  • 3. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, wordt vastgesteld door wie, waar, wanneer en op welke wijze wordt gecontroleerd of drinkwater voldoet aan de bij het eerste lid en krachtens het tweede lid gestelde eisen.

  • 4. Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voorts regels worden gesteld met betrekking tot:

    • a.

      de waarborging van de kwaliteit van de bedrijfsvoering;

    • b.

      de vakbekwaamheid van het personeel dat werkzaam is bij producenten en distributeurs van drinkwater;

    • c.

      gezondheidseisen te stellen aan het onder b bedoelde personeel;

    • d.

      de door het onder b bedoelde personeel in acht te nemen hygiënische eisen;

    • e.

      de voorlichting door producenten en distributeurs van drinkwater aan hun afnemers en gebruikers:

      • 1°.

        ter zake van de kwaliteit van het te leveren drinkwater;

      • 2°.

        indien het gebruik van het water een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid;

      • 3°.

        ter zake van te treffen herstelmaatregelen indien het drinkwater aan het tappunt niet voldoet aan de bij het eerste lid of krachtens het tweede lid gestelde eisen of anderszins ondeugdelijk is en zulks is te wijten aan een intern leidingnet.

  • 5. In het geval dat ingevolge de in het tweede, derde of vierde lid, bedoelde landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, nog niet in de aanpak van een bepaald probleem kan worden voorzien, kunnen, indien gevaar voor de volksgezondheid direct ingrijpen vereist, de regels, bedoeld in het tweede, derde en vierde lid, in afwachting van de totstandkoming van een in die leden bedoeld landsbesluit, houdende algemene maatregelen, tijdelijk bij ministeriële regeling worden vastgesteld.

  • 6. Een ministeriële regeling als bedoeld in het vijfde lid, vervalt na verloop van een termijn van zes maanden nadat zij in werking is getreden, dan wel, indien binnen die termijn een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter vervanging van die beschikking in werking getreden is, met ingang van het tijdstip waarop een zodanig landsbesluit in werking getreden is.

Artikel 13

  • 1. Indien drinkwater niet voldoet aan de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen:

    • a.

      stelt de producent of de distributeur onmiddellijk een onderzoek in naar de oorzaak daarvan en de mogelijke nadelige gevolgen daarvan voor de volksgezondheid;

    • b.

      stelt de producent respectievelijk de distributeur onmiddellijk de Inspecteur-Generaal in kennis van het feit dat het water niet langer voldoet aan de bij artikel 12, eerste lid of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen alsmede van de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan het in de onderdelen a en c bepaalde;

    • c.

      treft de producent of de distributeur zo spoedig mogelijk de nodige herstelmaatregelen om de kwaliteit weer op het peil te brengen dat tenminste gelijk is aan het niveau van de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen.

  • 2. [vervallen]

  • 3. De minister draagt zorg dat, indien er herstelmaatregelen worden genomen die de volksgezondheid raken, de producent of distributeur de gebruikers hiervan zo spoedig mogelijk in kennis stelt. Bij die gelegenheid worden de gebruikers tevens voorgelicht over door hen te nemen maatregelen om eventuele nadelige gevolgen voor de gezondheid te voorkomen.

  • 4. Het derde lid vindt geen toepassing indien de Inspecteur-Generaal van oordeel is dat de mate waarin niet wordt voldaan aan de bij artikel 12, eerste lid, en krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen niet van betekenis is en er geen gevaar voor de volksgezondheid is te duchten.

  • 5. Indien wordt vastgesteld dat het niet voldoen aan de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen, is te wijten aan het desbetreffende interne leidingnet of het onderhoud daarvan, zijn het eerste en tweede lid niet van toepassing. In een dergelijk geval is de producent of de distributeur van het desbetreffende drinkwater gehouden de eigenaar of gebruiker van het interne leidingnet hiervan op de hoogte te stellen en deze te adviseren over mogelijk te treffen herstelmaatregelen.

  • 6. Het eerste tot en met vijfde lid is niet van toepassing indien het afwijken van de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen tijdelijk van aard is en wordt veroorzaakt door onderhoud aan het leidingnet.

Artikel 14

  • 1. Het onderzoek naar de kwaliteit van het drinkwater, bedoeld in artikel 12, eerste en tweede lid, geschiedt met behulp van laboratoriumtesten. Zodanige testen geschieden uitsluitend door of op verzoek van een laboratorium dat door de minister daartoe is aangewezen met in achtneming van bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels.

  • 2. Indien het in het eerste lid bedoelde laboratorium bij het testen constateert dat het drinkwater niet voldoet aan de bij artikel 12, eerste lid, of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde eisen, stelt het onmiddellijk de producent of distributeur en de Inspecteur-Generaal hiervan in kennis.

  • 3. [vervallen]

Artikel 15

  • 1. De minister kan ter zake van drinkwater dat een gevaar kan opleveren voor de volksgezondheid, na overleg met de producent of distributeur van het desbetreffende drinkwater en gehoord de Inspecteur-Generaal, de producent of distributeur:

    • a.

      verplichten maatregelen te treffen ter bescherming van de volksgezondheid;

    • b.

      verplichten het gebruik hiervan in te perken; of

    • c.

      verbieden dit verder te produceren of te distribueren.

  • 2. In gevallen als bedoeld in het eerste lid, stelt de minister of de producent respectievelijk de distributeur de gebruikers zo spoedig mogelijk hiervan in kennis. Daarbij wordt zonodig advies verstrekt over het watergebruik.

  • 3. Bij de beoordeling of en zo ja welke maatregelen als bedoeld in het eerste lid, onder a, noodzakelijk zijn, wordt rekening gehouden met de risico’s die onderbreking van de levering of inperking van het gebruik van drinkwater zou kunnen opleveren voor de volksgezondheid.

Artikel 16

Indien het belang van de volksgezondheid zich daar niet tegen verzet, kan de Inspecteur-Generaal op verzoek van de producent of distributeur van drinkwater toestemming geven de productie of distributie in strijd met de bij of krachtens artikel 12 gegeven voorschriften gedurende een beperkte tijd voort te zetten in afwachting van de behandeling van een verzoek om ontheffing als bedoeld in artikel 17, eerste lid.

Artikel 17

  • 1. Indien het belang van de volksgezondheid zich daar niet tegen verzet, kan de minister op verzoek van de producent of distributeur van drinkwater, gehoord de Inspecteur-Generaal, tijdelijk overeenkomstig bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels ontheffing verlenen van de naleving van een of meer van de krachtens artikel 12, tweede, derde en vierde lid, gegeven voorschriften.

  • 2. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en aan een ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden.

Artikel 18

  • 1. De in een intern leidingnet of een openbaar leidingnet gebezigde materialen voldoen tenminste aan de bij of krachtens artikel 12, tweede lid, gestelde voorschriften.

  • 2. In het belang van de volksgezondheid wordt:

    • a.

      een intern leidingnet niet in gebruik genomen indien dit niet door de producent of distributeur is goedgekeurd overeenkomstig bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen regels.

    • b.

      een openbaar leidingnet niet in gebruik genomen indien dit niet door de Inspecteur-Generaal is goedgekeurd overeenkomstig bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te stellen eisen.

  • 3. Het eerste lid geldt mede ten aanzien van elke wijziging in het desbetreffende leidingnet.

HOOFDSTUK 3 Raad voor het drinkwater

Artikel 19

Er is een Raad voor het drinkwater.

Artikel 20

De Raad heeft tot taak:

  • a.

    het desgevraagd of uit eigen beweging uitbrengen van advies over aangelegenheden drinkwater betreffende aan:

    • 1°.

      de minister; en

    • 2°.

      [vervallen]

    • 3°.

      de producenten en distributeurs van drinkwater;

  • b.

    het uitbrengen van advies over ontwerpen van:

    • 1°.

      wijziging van deze landsverordening;

    • 2°.

      landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, en ministeriële regelingen, ter uitvoering van deze landsverordening.

    • 3°.

      [vervallen]

Artikel 21

  • 1. De Raad bestaat uit ten hoogste vijf leden, waaronder een voorzitter. De leden worden telkens voor een periode van vijf jaar bij landsbesluitbenoemd, geschorst en ontslagen.

  • 2. Tot lid worden benoemd zij die deskundig zijn ter zake van drinkwater.

  • 3. Gewezen leden van de Raad zijn terstond herbenoembaar.

  • 4. De Raad kan in het belang van de volksgezondheid advies inwinnen van externe deskundigen. Indien hieraan kosten verbonden zijn, is voorafgaande instemming van de minister vereist, tenzij de kosten niet op de begroting van het Ministerie van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid zullen drukken.

  • 5. De Raad kiest uit zijn midden een voorzitter.

  • 6. Het secretariaat van de Raad wordt gevoerd door de het Hoofd van de afdeling Volksgezondheid of door een door deze aangewezen medewerker van die afdeling.

Artikel 22

  • 1. De Raad stelt een reglement van orde op dat de goedkeuring van de minister behoeft.

  • 2. Jaarlijks dient de Raad vóór 1 april bij de minister een begroting in ter zake van de geraamde uitgaven in het daarop volgende jaar. Na afloop van het kalenderjaar legt de Raad binnen vier maanden schriftelijk verantwoording af aan de minister over de verrichte werkzaamheden. Daartoe behoort mede een overzicht van het financieel beheer.

Artikel 23

  • 1. De Raad is bevoegd tot het horen van producenten en distributeurs van drinkwater, deskundigen, maatschappelijke organisaties en andere betrokkenen ten einde informatie te verkrijgen die noodzakelijk is voor het voorbereiden van een advies.

  • 2. De Raad is voorts bevoegd voor zover zulks strekt ten behoeve van zijn werkzaamheden stukken die berusten onder producenten en distributeurs van drinkwater, deskundigen, maatschappelijke organisaties en andere betrokkenen, op te vragen of daarvan ter plekke inzage te nemen met uitzondering van stukken die betrekking hebben op of te herleiden zijn tot individuele personen, tenzij deze geanonimiseerd zijn.

HOOFDSTUK 4 Handhaving

§ 1 Toezicht

Artikel 24

[vervallen]

Artikel 25

[vervallen]

§ 2 Bestuursdwang

Artikel 26

Het minister is bevoegd tot het doen wegnemen, ontruimen, beletten, in de vorige toestand herstellen of verrichten van hetgeen in strijd met de in deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen is of wordt gedaan, gehouden of nagelaten.

Artikel 27

  • 1. Een beslissing tot toepassing van bestuursdwang wordt op schrift gesteld en geldt als een beschikking. De beschikking vermeldt welk voorschrift is overtreden.

  • 2. De bekendmaking ervan geschiedt aan de overtreder en andere belanghebbenden.

  • 3. In de beschikking wordt een termijn gesteld waarbinnen de overtreder en eventuele andere rechthebbenden de tenuitvoerlegging kunnen voorkomen door zelf de in de beschikking vermelde maatregelen te treffen. Geen termijn behoeft te worden gegund, indien de vereiste spoed zich daartegen verzet.

  • 4. Indien de situatie dermate spoedeisend is dat de minister de beslissing tot toepassing van bestuursdwang niet tevoren op schrift kan stellen, zorgt de minister alsnog zo spoedig mogelijk voor de opschriftstelling en de bekendmaking.

Artikel 28

  • 1. De overtreder is de kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang verschuldigd, tenzij de kosten redelijkerwijze niet of niet geheel te zijnen laste behoren te komen.

  • 2. De beschikking vermeldt dat de toepassing van bestuursdwang op kosten van de overtreder plaatsvindt.

  • 3. Indien echter de kosten geheel of gedeeltelijk niet ten laste van de overtreder zullen worden gebracht, wordt dat in de beschikking vermeld.

  • 4. Onder de kosten worden begrepen de kosten verbonden aan de voorbereiding van bestuursdwang, voor zover deze kosten zijn gemaakt na het tijdstip waarop de termijn bedoeld in artikel 27, derde lid, is verstreken.

  • 5. De kosten zijn ook verschuldigd indien de bestuursdwang door opheffing van de onrechtmatige situatie niet of niet volledig is uitgevoerd.

Artikel 29

  • 1. De minister kan van de overtreder bij dwangbevel de verschuldigde kosten, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, invorderen.

  • 2. Het dwangbevel wordt op kosten van de overtreder bij deurwaardersexploit betekend en levert een executoriale titel op in de zin van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 3. Gedurende zes weken na de dag van betekening staat verzet tegen het dwangbevel open door dagvaarding van Sint Maarten.

  • 4. Het verzet schorst de tenuitvoerlegging. Op verzoek van de minister kan het Gerecht in eerste aanleg de schorsing van de tenuitvoerlegging opheffen.

Artikel 30

De kosten verbonden aan de toepassing van bestuursdwang zijn bevoorrecht op de zaak ten aanzien waarvan zij zijn besteed en worden na de kosten, bedoeld in Boek 3, artikel 284, van het Burgerlijk Wetboek, uit de opbrengst van de zaak betaald.

Artikel 31

[vervallen]

Artikel 32

Tot de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang behoort het verzegelen van gebouwen, terreinen en hetgeen zich daarin of daarop bevindt.

Artikel 33

  • 1. Tot de bevoegdheid tot toepassing van bestuursdwang behoort het meevoeren en opslaan van daarvoor vatbare zaken voor zover de toepassing van bestuursdwang dit vereist.

  • 2. Indien zaken zijn meegevoerd en opgeslagen, doet de minister daarvan proces-verbaal opmaken, waarvan afschrift wordt verstrekt aan de rechthebbende.

  • 3. De minister draagt zorg voor de bewaring van de opgeslagen zaken en geeft deze zaken terug aan de rechthebbende, zodra dat redelijkerwijze nodig is.

  • 4. De minister is bevoegd de afgifte op te schorten totdat de verschuldigde kosten zijn voldaan. Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, is de minister bevoegd de afgifte op te schorten totdat de kosten van bewaring zijn voldaan.

  • 5. Sint Maarten is, behoudens in geval van onzorgvuldig handelen, niet aansprakelijk voor afgifte van het opgeslagene aan een onbevoegde.

Artikel 34

  • 1. De minister is bevoegd, indien een opgeslagen zaak niet binnen 13 weken na de opslag kan worden teruggegeven aan de rechthebbende, deze te doen verkopen of, indien verkoop naar zijn oordeel niet mogelijk is, de zaak om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te laten vernietigen.

  • 2. Gelijke bevoegdheid heeft de minister ook binnen die termijn zodra de aan de toepassing van bestuursdwang verbonden kosten vermeerderd met de voor de verkoop, de eigendomsoverdracht om niet of de vernietiging geraamde kosten, in verhouding tot de waarde van de zaak onevenredig hoog worden.

  • 3. Verkoop, eigendomsoverdracht of vernietiging vindt niet plaats binnen twee weken na de verstrekking van het afschrift van het proces-verbaal betreffende het meevoeren en opslaan, tenzij het gevaarlijke stoffen of eerder aan bederf onderhevige stoffen betreft.

  • 4. Gedurende drie jaren na het tijdstip van verkoop heeft degene die op dat tijdstip rechthebbende was, recht op de opbrengst van het goed onder aftrek van de aan de toepassing van bestuursdwang verbonden kosten en de kosten van de verkoop. Indien de rechthebbende niet tevens de overtreder is, worden van de opbrengst de kosten van bestuursdwang niet in mindering gebracht.

  • 5. Sint Maarten is, behoudens in geval van onzorgvuldig handelen, niet aansprakelijk voor afgifte van de opbrengst uit de verkoop aan een onbevoegde.

§ 3 Last onder dwangsom

Artikel 35

  • 1. De minister kan in plaats van het uitoefenen van bestuursdwang aan de overtreder een last onder dwangsom opleggen, die ertoe strekt de overtreding ongedaan te maken dan wel een herhaling van de overtreding te voorkomen.

  • 2. Een last onder dwangsom wordt niet opgelegd indien het belang dat het betrokken voorschrift beoogt te beschermen zich daartegen verzet.

  • 3. De minister stelt de dwangsom vast hetzij op een bedrag ineens hetzij op een bedrag per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd of op een bedrag per overtreding van de last. De minister stelt tevens een bedrag vast waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. Het vastgestelde bedrag van de dwangsom dient in redelijke verhouding te staan tot de zwaarte van het geschonden belang en de beoogde werking van de dwangsomoplegging.

  • 4. In de beschikking tot oplegging van een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken of het beëindigen wordt een termijn gesteld gedurende welke de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd.

Artikel 36

  • 1. Verbeurde dwangsommen komen toe aan het Land. De minister kan bij dwangbevel het verschuldigde bedrag invorderen.

  • 2. Artikel 29, tweede, derde en vierde lid, zijn van toepassing.

Artikel 37

  • 1. De minister kan op verzoek van de overtreder de last opheffen, de looptijd ervan opschorten voor een bepaalde termijn of de dwangsom verminderen ingeval van blijvende of tijdelijke gehele of gedeeltelijke onmogelijkheid voor de overtreder om aan zijn verplichtingen te voldoen.

  • 2. De minister kan op verzoek van de overtreder de last opheffen indien de beschikking een jaar van kracht is geweest zonder dat de dwangsom is verbeurd.

Artikel 38

  • 1. De bevoegdheid tot invordering van verbeurde bedragen verjaart door verloop van een jaar na de dag waarop zij zijn verbeurd.

  • 2. De verjaring wordt gestuit door faillissement en ieder wettelijk beletsel voor invordering van de dwangsom.

§ 4 Opsporing

Artikel 39

  • 1. Met de opsporing van de bij artikel 40 strafbaar gestelde feiten zijn, naast de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering en de krachtens artikel 39, eerste lid, van de Landsverordening Inspectie voor de Volksgezondheid bedoelde personen, belast de daartoe door de minister aangewezen personen.

  • 2. Een zodanige aanwijzing wordt bekendgemaakt in de Landscourant.

  • 3. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen regels worden gesteld omtrent de vereisten waaraan de ingevolge het eerste lid aangewezen personen dienen te voldoen.

HOOFDSTUK 5 Strafbepalingen

Artikel 40

  • 1. Overtreding van het in de artikelen 9, eerste lid, en 10, vierde lid, gestelde verbod is:

    • a.

      voor zover opzettelijk begaan, een misdrijf en wordt gestraft met, hetzij gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar en een geldboete van de zesde categorie, hetzij met één van beide straffen; en

    • b.

      voor zover niet opzettelijk begaan, een overtreding en wordt gestraft met, hetzij hechtenis van tien maanden en een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van beide straffen.

  • 2. Degene die verontreiniging van drinkwater veroorzaakt, zodanig dat door de betrokken producent of distributeur niet meer wordt voldaan aan artikel 12, eerste lid, of de krachtens artikel 12, tweede lid, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gestelde regels ter zake van de kwaliteit van het drinkwater, wordt gestraft:

    • a.

      voor zover opzettelijk begaan, met hetzij gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar en een geldboete van de zesde categorie, hetzij met één van beide straffen, een dergelijk vergrijp is een misdrijf; en

    • b.

      voor zover niet opzettelijk begaan, met hetzij hechtenis van tien maanden en een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van beide straffen, een dergelijk vergrijp is een overtreding.

Artikel 41

  • 1. Degene die opzettelijk de bij artikel 47 opgelegde geheimhouding schendt, wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaar, hetzij met een geldboete van de zesde categorie, hetzij met beide straffen. Het in dit lid strafbaar gestelde feit is een misdrijf.

  • 2. Degene aan wiens schuld schending van de geheimhouding te wijten is, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden, hetzij met een geldboete van de vijfde categorie, hetzij met beide straffen. Het in dit lid strafbaar gestelde feit is een overtreding.

  • 3. Geen vervolging wordt ingesteld dan op klacht van degene te wiens aanzien de geheimhouding geschonden is.

HOOFDSTUK 6 Overige bepalingen

§ 1 Beleidsplanning en rapportage

Artikel 42

  • 1. De minister stelt een maal per vijf jaar, gehoord de Raad, een beleidsplan vast ter zake van drinkwater.

  • 2. Het beleidsplan behoeft de goedkeuring van de Staten.

  • 3. Het plan heeft in het bijzonder betrekking op de gezondheidsaspecten van de voorziening van drinkwater en bevat in ieder geval:

    • a.

      de hoofdlijnen van het beleid met betrekking tot de voorziening van drinkwater;

    • b.

      een prognose van de toekomstige behoefte van drinkwater;

    • c.

      een beschrijving van de wijze waarop in de betrokken periode wordt voorzien in de levering van drinkwater, de noodzakelijke uitbreiding of vernieuwing van productie of distributiemiddelen en een raming van de daarmee gemoeide investeringen;

    • d.

      een beschrijving van de wijze waarop wordt voorzien in de levering van drinkwater indien de normale productie of distributiemiddelen geheel of gedeeltelijk zijn uitgevallen.

  • 4. De minister stelt de Inspecteur-Generaal in de gelegenheid zijn zienswijze te geven over het ontwerp van het beleidsplan voordat het aan de Staten wordt aangeboden.

  • 5. De minister zendt een exemplaar van het beleidsplan aan de Staten en de Inspecteur-Generaal.

  • 6. Bij de voorbereiding van het beleidsplan betrekt de minister de producenten en distributeurs van drinkwater alsmede andere belanghebbende instanties en organisaties.

Artikel 43

Jaarlijks vóór 1 september brengt de minister verslag uit over de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het in artikel 42 bedoelde beleidsplan aan de Staten. Het verslag bevat voorts alle relevante informatie over van belang zijnde gebeurtenissen ter zake van drinkwater gedurende de verslagperiode, maar bevat in ieder geval:

  • a.

    een overzicht van de kwaliteit van het drinkwater in het voorgaande kalenderjaar;

  • b.

    bijzondere feiten en omstandigheden die zich het voorgaande kalenderjaar met betrekking tot de kwaliteit en leveringszekerheid van de voorziening van drinkwater hebben voorgedaan en de in dat verband genomen maatregelen;

  • c.

    een overzicht van de activiteiten die het voorgaande kalenderjaar in het kader van het toezicht en de handhaving met betrekking tot de voorziening van drinkwater hebben plaatsgevonden;

  • d.

    de stand van zaken met betrekking tot de uitvoering van het geldende beleidsplan, bedoeld in artikel 42, alsmede met betrekking tot de voorbereiding van het ontwerp van een zodanig plan.

De minister zendt een exemplaar van het verslag tevens aan de Inspecteur-Generaal.

Artikel 44

[vervallen]

Artikel 45

[vervallen]

§ 2 Vergoedingen

Artikel 46

  • 1. Voor een concessie, vergunning of overeenkomst als bedoeld in artikel 9, eerste lid, is een bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen vergoeding verschuldigd welke vergoeding strekt ter dekking van de kosten van de bemoeiingen met betrekking tot het verlenen van de concessie, vergunning of het aangaan van de overeenkomst.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden regels gesteld betreffende een jaarlijkse bijdrage die is verschuldigd door een producent of distributeur van drinkwater ter dekking van de kosten die voor de overheid voortvloeien uit de toepassing van het bij of krachtens deze landsverordening ter zake van de kwaliteit van het drinkwater bepaalde, in het bijzonder waar het betreft kosten die verband houden met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze landsverordening gegeven regels, voorschriften en beperkingen.

  • 3. Indien de vergoeding en de bijdrage, bedoeld in respectievelijk het eerste en tweede lid, verschuldigd zijn door een privaatrechtelijke rechtspersoon, is iedere bestuurder van die rechtspersoon, behoudens voor zover deze kan aantonen dat hem ter zake geen verwijt treft, hoofdelijk aansprakelijk voor het afdragen van die vergoeding en bijdrage.

§ 3 Geheimhoudingsbepaling

Artikel 47

Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

§ 4 Evaluatiebepaling

Artikel 48

De minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze landsverordening in de praktijk.

HOOFDSTUK 7 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 49

  • 1. Een concessie, vergunning of overeenkomst, afgegeven,respectievelijk aangegaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening wordt aangemerkt als een concessie, vergunningof overeenkomst als bedoeld in artikel 9.

  • 2. Concessies, vergunningen of overeenkomsten, afgegeven,respectievelijk aangegaan vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening blijven, behoudens eerdere intrekking of beëindiging, in stand voor de resterende tijd van die concessie, vergunning of overeenkomst, met dien verstande dat bepalingen in die concessies, vergunningen of overeenkomsten die in strijd zijn met deze landsverordening of de daarop berustende bepalingen na drie maanden na inwerkingtreding van deze landsverordening komen te vervallen tenzij zij binnen die periode zijn vervangen door bepalingen die in overeenstemming zijn met het bij of krachtens deze landsverordening bepaalde.

Artikel 50

  • 1. Deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen zijn niet van toepassing op leidingen, fittingen en toestellen, die op het tijdstip van de inwerkingtreding van deze landsverordening in gebruik zijn in bestaande gebouwen, openbare, interne en afzonderlijke watervoorzieningen en openbare en interne leidingnetten.

  • 2. [vervallen]

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, kan de minister beperkingen stellen aan het gebruik van de aldaar bedoelde leidingen, fittingen en toestellen, indien deze naar de mening van de minister ernstig nadelige gevolgen kunnen hebben voor de volksgezondheid.

  • 4. [vervallen]

Artikel 51

[vervallen]

Artikel 52

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 52a

[wijzigt een andere regeling]

Artikel 53

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 54

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening drinkwater.