MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van de artikelen 8, tweede lid, 11, derde, vierde en vijfde lid, 19, 20, tweede lid, 46, derde lid, van de Landsverordening openbare registers

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

MINISTERIËLE REGELING ter uitvoering van de artikelen 8, tweede lid, 11, derde, vierde en vijfde lid, 19, 20, tweede lid, 46, derde lid, van de Landsverordening openbare registers

HOOFDSTUK 1 Begripsbepalingen

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    de landsverordening: de Landsverordening openbare registers;

  • b.

    de Instelling: de organisatie belast met het kadaster en de openbare registers;

  • c.

    de bewaarder: de bewaarder, bedoeld in art 1, onderdeel c, van de Landsverordening openbare registers;

  • d.

    schepen: alle zaken, geen luchtvaartuig zijnde, die blijkens hun constructie bestemd zijn om te drijven en drijven of hebben gedreven.

HOOFDSTUK 2 Het samenstel van de openbare registers en het afschrift van ter inschrijving aangeboden stukken; tekeningen

Artikel 2

  • 1. De registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de landsverordening bestaan uit:

    • a.

      een register OR1 voor het chronologisch boeken van alle akten en stukken, die ter inschrijving, overschrijving of aantekening worden aangeboden;

    • b.

      een register OR2b voor de inschrijving van stukken inzake hypotheken, alsmede inzake alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op hypotheken;

    • c.

      een register OR2d voor de inschrijving van stukken inzake beslagen, alsmede inzake alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op beslagen;

    • d.

      een register OR3 voor de inschrijving van alle overige stukken;

    • e.

      een register OR4, of repertorium, voor het extractgewijs, naarmate de formaliteiten van inschrijving en overschrijving vervuld zijn, onder de naam van iedere bezwaarde of nieuwe bezitter, en in het voor hem bestemde vak, inbrengen van de inschrijvingen die ten laste van de bezwaarde of nieuwe bezitter zijn gedaan, de overschrijvingen en alle andere akten die hen betreffen;

    • f.

      een register OR5, de alfabetische naamwijzer op het repertorium, waarin ieder vak, dat op het repertorium wordt gebezigd, naar de eerste letter van de naam die boven het vak wordt geplaatst, wordt ingeschreven, met verwijzing naar het deel en het vak, waarin die naam op het repertorium voorkomt (voor naamswijzigingen);

    • g.

      een register OR6 voor voorlopige aantekeningen.

  • 2. De registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de landsverordening bestaan uit:

    • a.

      een register OR3 voor de inschrijving van de verzoeken tot teboekstelling van schepen;

    • b.

      een register OR2b voor de inschrijving van stukken inzake hypotheken, alsmede inzake alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op hypotheken;

    • c.

      een register OR2d voor de inschrijving van stukken inzake beslagen, alsmede inzake alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op beslagen;

    • d.

      een register OR3 voor de inschrijving van de verzoeken tot teboekstelling als afgebouwd schip, alsmede voor de inschrijving van alle overige stukken.

  • 3. De registers, bedoeld in artikel 8, eerste lid, onderdeel c, van de landsverordening bestaan uit:

    • a.

      een register OR3 voor de inschrijving van de verzoeken tot teboekstelling;

    • b.

      een register OR2b voor de inschrijving van stukken inzake hypotheken, alsmede inzake alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op hypotheken;

    • c.

      een register OR2d voor de inschrijving van stukken inzake beslagen, alsmede inzake alle rechtshandelingen en rechtsfeiten die betrekking hebben op beslagen;

    • d.

      een register OR3 voor de inschrijving van alle overige stukken.

Artikel 3

  • 1. De verklaring van eensluidendheid, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de landsverordening wordt gesteld aan de voet van het afschrift en bevat de verklaring dat het afschrift eensluidend is met het ter inschrijving aangeboden stuk, onder vermelding van naam, voornamen en woonplaats van degene die de verklaring ondertekent.

  • 2. Ingeval de verklaring van eensluidendheid wordt ondertekend door een notaris of griffier, kan in plaats van de woonplaats, de benaming van het ambt alsmede de standplaats worden vermeld.

  • 3. De verklaring, bedoeld in het eerste lid, wordt ondertekend:

    • a.

      indien het notariële akten en notariële verklaringen betreft: door een notaris;

    • b.

      indien het rechterlijke uitspraken betreft: door de desbetreffende griffier of door een notaris;

    • c.

      indien het een proces-verbaal van inbeslagneming betreft: door de desbetreffende deurwaarder of procureur, of door een notaris;

    • d.

      indien het een instelling van een rechtsvordering, of een indiening van een verzoekschrift ter verkrijging van een rechterlijke uitspraak betreft: door degene die het ter inschrijving aangeboden stuk voor afschrift heeft getekend, of door een notaris;

    • e.

      indien het andere stukken, dan die bedoeld in de onderdelen a tot en met d, betreft: door de ondertekenaars van die stukken, dan wel door een of meer van hen die daartoe uitdrukkelijk in het stuk zijn gemachtigd, of door een notaris.

Artikel 4

Bij de aanbieding ter inschrijving van de volgende stukken behoeft geen afschrift als bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de landsverordening te worden aangeboden:

  • a.

    verzoek tot teboekstelling van een schip in aanbouw;

  • b.

    verzoek tot teboekstelling als afgebouwd schip van een schip dat reeds als schip in aanbouw te boek staat;

  • c.

    verzoek tot teboekstelling van een schip;

  • d.

    aangifte tot wijziging van de beschrijving van een te boek staand schip, mededeling omtrent de gekozen woonplaats en afwijkend beding inzake scheepstoebehoren;

  • e.

    aangifte tot doorhaling van de teboekstelling van een schip;

  • f.

    verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een schip;

  • g.

    verzoek tot teboekstelling van een luchtvaartuig;

  • h.

    verzoek tot doorhaling van de teboekstelling van een luchtvaartuig;

  • i.

    aangifte tot doorhaling van de teboekstelling van een luchtvaartuig;

  • j.

    rechterlijke uitspraak met betrekking tot onroerende zaken.

Artikel 5

  • 1. Tekeningen die deel uitmaken van ter inschrijving aangeboden stukken, voldoen aan de volgende vereisten:

    • a.

      de tekeningen worden in zwarte inkt op het formulier, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de landsverordening overgenomen, waarbij geen kleuren worden gebruikt;

    • b.

      wordt een tekening gesteld na de verklaring van eensluidendheid, bedoeld in artikel 3, dan behoort deze verklaring onder de tekening te worden herhaald.

  • 2. In afwijking van artikel 11, eerste lid, van de landsverordening kan van een tekening een niet op een door de Instelling verstrekt formulier gesteld afschrift worden aangeboden, ingeval naar het oordeel van de bewaarder de figuratie te groot of te ingewikkeld is om zonder bezwaar op bedoeld formulier te worden overgenomen.

  • 3. Het niet op een door de Instelling verstrekt formulier gesteld afschrift, bedoeld in het tweede lid, moet zijn voorzien van een verklaring van eensluidendheid als bedoeld in artikel 3.

  • 4. Indien de ruimte aan de voorzijde van een formulier ontoereikend is wordt de tekst aan de achterzijde van het formulier vervolgd en wordt niet op de voorzijde van een ander formulier verder gegaan.

  • 5. Onder tekeningen als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan appartementstekeningen.

Artikel 6

  • 1. Onverminderd artikel 5, voldoet de tekening, bedoeld in artikel 109, tweede lid, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek, aan de volgende vereisten:

    • a.

      elk blad waaruit de tekening bestaat, vermeldt de kadastrale aanduiding van het in de splitsing in appartementsrechten betrokken perceel en elk blad wordt door de desbetreffende notaris gewaarmerkt;

    • b.

      de tekening bevat plattegronden van de begane grond en van de verdiepingen en zonodig ook doorsneden en aanzichten van het gebouw, alsmede van de bij het gebouw behorende grond;

    • c.

      de tekening geeft de begrenzing aan van de onderscheidende gedeelten van de gebouwen en de grond, die bestemd zijn als afzonderlijk geheel te worden gebruikt en waarvan het uitsluitend gebruik in een appartementsrecht zal zijn begrepen, alsmede de ligging van die gedeelten ten opzichte van de overige gedeelten van de gebouwen of van de grond;

    • d.

      op de tekening is binnen de begrenzing van elk zodanig gedeelte een nummer in Arabische cijfers als kenmerk van dat gedeelte aangebracht;

    • e.

      voor het geval dat een zodanig gedeelte bestaat uit niet belendende onderdelen of uit onderdelen waarvan de grondvlakken niet in hetzelfde horizontale vlak zijn gelegen, bevat de tekening binnen de begrenzing van elk van die onderdelen hetzelfde nummer als kenmerk van dat gedeelte;

    • f.

      de nummers, bedoeld onder d en e, vormen een met het cijfer één aanvangende, zonder onderbreking opklimmende reeks van natuurlijke getallen;

    • g.

      de begrenzingen, bedoeld onder c, zijn zoveel mogelijk door een onuitwisbare lijn van in het oog vallende dikte aangegeven, welke dikte gelijk is in alle op de tekening voorkomende afbeeldingen, uitgezonderd de in het derde lid bedoelde situatieschets. Daarnaast zijn ter verduidelijking arceringen toegelaten, afzonderlijk gekozen voor verschillende gedeelten die voor gebruik als afzonderlijk geheel zijn bestemd;

    • h.

      de appartementsindex is aangebracht zoveel mogelijk in het midden binnen de begrenzing van elk voor gebruik als afzonderlijk geheel bestemd gedeelte, en, in het onder e bedoelde geval, zoveel mogelijk in het midden binnen de begrenzing van elk van de aldaar bedoelde onderdelen;

    • i.

      de schaal van de op de tekening voorkomende afbeeldingen is niet groter dan 1: 100 en niet kleiner dan 1: 200;

    • j.

      elk blad waaruit de tekening bestaat, vermeldt de voor de desbetreffende afbeelding gebruikte schaal;

    • k.

      de richting van het noorden is op elk blad van de tekening door een pijl aangegeven.

  • 2. Het is toegestaan dat de tekening van elk gedeelte van de gebouwen, dat voor gebruik als afzonderlijk geheel is bestemd, bedoeld in het eerste lid, de onderlinge ligging van alle tot dat gedeelte behorende vertrekken en andere ruimten aangeeft.

  • 3. In afwijking van het eerste lid, onderdeel i, kan een kleinere schaal worden gebruikt voor een situatieschets, welke met het oog op het aan het slot van het eerste lid, onderdeel c, omschreven vereiste, op de tekening wordt aangebracht, als overzicht van de overige afbeeldingen.

HOOFDSTUK 3 Vereisten waaraan in te schrijven stukken moeten voldoen

Artikel 7

  • 1. Ingeval een ter inschrijving aangeboden stuk betrekking heeft op een bepaald reeds eerder ingeschreven stuk als bedoeld in artikel 19 van de landsverordening, bevat het een verwijzing naar dit eerdere stuk door de vermelding van het kantoor van de Instelling waar het eerdere stuk is ingeschreven, het soort register waarin inschrijving plaatsvond, alsmede deel en nummer van inschrijving.

  • 2. Het eerste lid is tevens van toepassing op de verwijzing, bedoeld in artikel 46, derde lid, van de landsverordening.

Artikel 8

Indien in een in te schrijven stuk de plaatselijke aanduiding van een onroerende zaak of een appartementsrecht wordt vermeld, geschiedt zulks door de vermelding van de plaats en het adres, of, zo de desbetreffende onroerende zaak of het desbetreffende appartementsrecht geen adres heeft, de naam van de plaats en straat in welks nabijheid de onroerende zaak of het appartementsrecht is gelegen.

HOOFDSTUK 5 Overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9

Een Instelling, waarvan de registratie van akten en stukken is geautomatiseerd en de bijhouding van de gegevens via een geautomatiseerd systeem plaatsvindt, is ontheven van de verplichting tot het bijhouden van een register als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, e en f.

Artikel 10

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 11

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling openbare registers.