LANDSBESLUIT van de 12de december 1949 (P.B. 1949, no. 140) ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116)

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT van de 12de december 1949 (P.B. 1949, no. 140) ter uitvoering van artikel 24 van de Landsloterijverordening 1949 (P.B. 1949, no. 116)

Artikel 1

  • 1. De trekkingen hebben in het openbaar plaats op het eiland Curaçao.

  • 2. De trekking geschiedt ten overstaan van een commissie, bestaande uit de Procureur-Generaal, die zich van zijnentwege kan laten vervangen, de Directeur der Landsloterij, die op zijn verzoek om geldige redenen kan worden vervangen door een lid van de Raad van Toezicht en Advies, en twee door de Procureur-Generaal aan te wijzen getuigen.

  • 3. De dag, het uur en de plaats der trekking worden tenminste 8 dagen tevoren bekend gemaakt in tenminste één der op Curaçao verschijnende dagbladen.

Artikel 2

  • 1. Bij de gewone trekkingen wordt gebruik gemaakt van 37.318 houten balletjes, alle van gelijke afmetingen, waarvan 35.000 ongekleurd en 2.318 gekleurd zijn. De ongekleurde balletjes zijn genummerd 1 tot en met 35.000, overeenkomende met de nummers op de loten. Op de gekleurde balletjes worden de prijzen in cijfers vermeld.

  • 1a. Bij de bijzondere trekking in de maanden januari en juli wordt gebruik gemaakt van 37.583 houten balletjes, alle van gelijke afmetingen, waarvan er 35.000 ongekleurd en 2.583 gekleurd zijn. De ongekleurde balletjes zijn genummerd 1 tot en met 35.000, overeenkomende met de nummers op de loten. Op de gekleurde balletjes worden de prijzen in cijfers vermeld.

  • 1b. Bij de bijzondere trekking in de maanden april en oktober wordt gebruik gemaakt van 37.293 houten balletjes, alle van gelijke afmetingen, waarvan er 35.000 ongekleurd en 2.293 gekleurd zijn. De ongekleurde balletjes zijn genummerd 1 tot en met 35.000, overeenkomende met de nummers van de loten. Op de gekleurde balletjes worden de prijzen in cijfers vermeld.

  • 2. De commissie ziet toe, dat de balletjes tijdig worden vernieuwd.

Artikel 3

  • 1. Alvorens met de eerste trekking aan te vangen wordt door de commissie nagegaan of alle houten balletjes aanwezig zijn. In hun tegenwoordigheid worden de balletjes in de daarvoor bestemde, van gegalvaniseerd ijzer vervaardigde korven gestort, de ongekleurde balletjes in een grote korf en de gekleurde balletjes in een kleine korf.

  • 2. Van deze handelingen wordt door de commissie een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift wordt overgelegd aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst. Dit proces-verbaal wordt gedurende twee jaar bewaard ten parkette van de procureur-generaal.

  • 3. Bij een volgende trekking kan de controle als bedoeld in lid 1 achterwege blijven, mits na afloop van de vorige trekking voldaan is aan het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 3. In dit geval wordt door de commissie in het ex artikel 7 op te maken proces-verbaal melding gemaakt van de wederzijdse ontsluiting van de ruimte waarin het trekkingstoestel met de zich daarin bevindend korven wordt bewaard.

Artikel 4

  • 1. Onmiddellijk voordat met de trekking wordt aangevangen worden de beide korven gedurende enige tijd door middel van een aan het trekkingstoestel aangebrachte zwengel rondgedraaid.

  • 2. Nadat de trekking is aangevangen worden de beide korven telkenmale nadat 3 nummers en prijzen zijn getrokken minstens twee keer rondgedraaid.

Artikel 5

  • 1. De trekking vindt plaats door het gelijktijdig drukken op de knop van de uitlaatinrichting van de grote korf en op die van de kleine korf.

  • 2. Uit de grote korf valt een balletje, aangevende het nummer van het lot, waarop de prijs, waarvan de grootte is aangegeven op het balletje dat uit de kleine korf is gerold, is gevallen.

  • 3. Het nummer van het lot en de grootte van de daarop gevallen prijs worden met luide stem afgeroepen en aangetekend onder toezicht van de commissie, terwijl onmiddellijk na deze bekendmaking ten minste een van de commissieleden zich van de juistheid van het afgeroepene overtuigt. Daarna worden de beide balletjes door een van de leden der commissie in de daartoe bestemde houten borden gedeponeerd met dien verstande, dat ten aanzien van de hoofdprijzen en de prijzen vanaf ƒ 100,—, de beide balletjes samen gevoegd zullen worden.

  • 4. De trekking wordt voortgezet, totdat in de kleine korf geen balletjes meer aanwezig zijn.

Artikel 6

  • 1. Na afloop van de trekking worden de onder toezicht van de commissie gehouden aantekeningen met elkaar vergeleken en een eventueel verschil gecorrigeerd aan de hand van de in de betreffende houten borden aanwezige balletjes.

  • 2. Na akkoordbevinding van de al of niet gecorrigeerde aantekeningen worden de balletjes door de commissie weder in de korven gestort, de ongekleurde in de grote en de gekleurde in de kleine korf. Daarbij dient te worden toegezien, dat inderdaad alle balletjes worden teruggestort.

  • 3. Het trekkingstoestel wordt daarna met de zich daarin bevindende korven in een daartoe door de commissie bestemde ruimte bewaard onder wederzijdse afsluiting door de Procureur-Generaal en de Directeur der Landsloterij.

Artikel 7

  • 1. Van elke trekking wordt door de commissie een procesverbaal opgemaakt, dat in afschrift wordt overgelegd aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst.

  • 2. Het originele proces-verbaal van de trekking alsmede de daarbij behorende trekkingslijst worde gedurende twee jaar na de trekkingsdatum bewaard ten parkette van de procureur-generaal.

Artikel 8

  • 1. Tenminste drie maal per jaar wordt door de commissie op de door de Procureur-Generaal aangegeven tijdstippen nagegaan of de grote korf 35.000 ongekleurde houten balletjes, genummerd 1 tot en met 35.000, en in de kleine korf 2.318 gekleurde houten balletjes, waarop de juiste prijzen zijn vermeld, aanwezig zijn.

  • 1a. Door de commissie wordt minstens een week vóór de bijzondere trekkingen in de maand januari en in de maand juli nagegaan of in de grote korf 35.000 ongekleurde houten balletjes, genummerd 1 tot en met 35.000 en in de kleine korf 2.583 gekleurde houten balletjes, waarop de juiste prijzen zijn vermeld, aanwezig zijn.

  • 1b. Door de commissie wordt minstens een week vóór de bijzondere trekkingen in de maand april en in de maand oktober nagegaan of in de grote korf 35.000 ongekleurde houten balletjes, genummerd 1 tot en met 35.000 en in de kleine korf 2.293 gekleurde houten balletjes, waarop de juiste prijzen zijn vermeld, aanwezig zijn.

  • 2. Van deze handelingen wordt door de commissie een proces-verbaal opgemaakt, dat in afschrift wordt overgelegd aan het Hoofd van de Landsaccountantsdienst.

    Het origineel van het proces-verbaal wordt gedurende twee jaar bewaard ten parkette van de procureur-generaal.

Artikel 9

  • 1. De nummers der loten, waarop de prijzen gevallen zijn, worden zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen 48 uren bekend gemaakt op trekkingslijsten, welke gratis aan belanghebbenden worden uitgereikt.

  • 2. De nummers der loten waarop de hoofdprijzen gevallen zijn, worden op de dag der trekking in tenminste één der op Curaçao verschijnende dagbladen of bij de eerstvolgende uitzending van de plaatselijke radio-omroep bekend gemaakt.

Artikel 9a

  • 1. Van 1 januari 1989 tot en met 31 december 1989 wordt voor iedere trekking aan de Procureur-Generaal, de getuigen, de afroepers en de helpers de volgende vergoeding toegekend:

    Procureur-Generaal

    :

    NAF. 220,-- per trekking;

    Getuigen

    :

    NAF. 165,-- per trekking;

    Afroepers

    :

    NAF. 110,-- per trekking;

    Helpers

    :

    NAF. 82,50 per trekking;

  • 2. Met ingang van 1 januari 1990 wordt voor iedere trekking aan de Procureur-Generaal, de getuigen, de afroepers en de helpers de navolgende vergoeding toegekend:

    Procureur-Generaal

    :

    NAF. 23,15 per uur met een minimum van NAF. 220,-- per trekking;

    Getuigen

    :

    NAF. 17,35 per uur met een minimum van NAF. 165,-- per trekking;

    Afroepers

    :

    NAF. 24,40 per uur met een minimum van NAF. 110,-- per trekking;

    Helpers

    :

    NAF. 18,30 per uur met een minimum van NAF. 82,50 per trekking;

Artikel 9b

Aan de stempelaar wordt voor elke trekking een vergoeding van NAF. 8,25 per 500 loten toegekend.

Artikel 10

Dit besluit treedt in werking op een nader door de Gouverneur te bepalen tijdstip.