LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 77 van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 77 van de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf

Artikel 1

In dit landsbesluit wordt verstaan onder:

a. de landsverordening:

de Landsverordening toezicht verzekeringsbedrijf;

b. premie-inkomen:

het premie-inkomen over het jaar waarover de kosten werden berekend met dien verstande dat bij een gebroken boekjaar het premie-inkomen naar evenredigheid wordt toegerekend;

c. loonbedrag:

het totaal van de jaarlijkse bruto lonen;

d. directe kosten:

de kosten direct verbonden aan de uitoefening van de toezichtstaken;

e. indirecte kosten:

de kosten indirect verbonden aan de uitoefening van de toezichtstaken in het kader van de landsverordening.

Artikel 2

  • 1. De Bank legt jaarlijks vóór 1 december aan iedere verzekeraar een aanslag op ter dekking van de kosten, voor haar verbonden aan de uitvoering van de landsverordening in het voorafgaande kalenderjaar. Van de kosten, bedoeld in de vorige volzin, zijn uitgezonderd de kosten, voor de Bank verbonden aan de uitvoering van het Landsbesluit bijzondere vergunningen verzekeringsbedrijf en het Besluit natura-uitvaartverzekeraars.

  • 2. Ten behoeve van de aanslag vindt de vaststelling van het percentage, bedoeld in artikel 6, eerste lid, daaronder mede begrepen de vaststelling van de daaraan ten grondslag liggende gegevens, voor de gezamenlijke schadeverzekeraars en voor de gezamenlijke levensverzekeraars afzonderlijk plaats overeenkomstig de hierna volgende bepalingen.

Artikel 3

  • 1. De Bank stelt elk jaar het bedrag van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde kosten vast.

  • 2. De Bank voert een zodanige administratie dat de kosten voor het levensverzekeringsbedrijf en het schadeverzekeringsbedrijf separaat worden geregistreerd.

  • 3. De directe kosten worden rechtstreeks in de in het tweede lid bedoelde administratie verantwoord.

  • 4. De indirecte kosten worden als een percentage van de totale indirecte kosten van de Bank eveneens in de administratie, bedoeld in het tweede lid, verantwoord.

  • 5. Het percentage, bedoeld in het vierde lid, is gelijk aan honderd maal het quotiënt van:

    • a.

      het loonbedrag van het personeel van de Bank voor zo ver dit betrokken is bij de uitvoering van de landsverordening, daaronder niet begrepen de uitvoering van de landsbesluiten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, laatste volzin; en

    • b.

      het loonbedrag van het gehele bij de Bank werkzame personeel.

  • 6. Indien aan leden van het in het vijfde lid, onderdeel a, bedoelde personeel ook andere taken zijn opgedragen, wordt middels een tijdregistratiesysteem bepaald welk gedeelte van het loonbedrag van de betrokken personeelsleden moet worden opgenomen in het in het vijfde lid, onderdeel a, bedoelde loonbedrag.

Artikel 4

  • 1. De Bank stelt elk jaar het totale premie-inkomen van alle verzekeraars vast.

  • 2. Bij de vaststelling van het premie-inkomen gaat de Bank uit van de door elke verzekeraar over het betrokken jaar ingevolge artikel 26 van de landsverordening ingediende staten.

Artikel 5

  • 1. In afwijking van artikel 4, tweede lid:

    • a.

      kan de Bank van een verzekeraar schriftelijk opgave van het premie-inkomen verlangen;

    • b.

      schat de Bank ambtshalve het betrokken premie-inkomen, indien dat niet blijkt uit de staten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, of uit de opgave, bedoeld in onderdeel a;

    • c.

      gaat de Bank uit van de juiste gegevens, indien de staten, bedoeld in artikel 4, tweede lid, of de opgave, bedoeld in onderdeel a, niet de juiste gegevens bevatten.

  • 2. De opgave, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt door de verzekeraar gedaan vóór een door de Bank te bepalen tijdstip.

Artikel 6

  • 1. De aanslag bestaat uit een vast bedrag van NAƒ 3.000,-, vermeerderd met een percentage van het premie-inkomen van de verzekeraar. De aanslag wordt naar boven afgerond op gehele guldens.

  • 2. Het percentage bedoeld in het eerste lid is gelijk aan honderd maal het quotiënt van:

    • a.

      het overeenkomstig artikel 3 vastgestelde kostenbedrag verminderd met een bedrag gelijk aan het aantal verzekeraars maal NAƒ 3.000,-; en

    • b.

      het overeenkomstig artikel 4 vastgestelde totale premie-inkomen.

  • 3. De ingevolge het tweede lid verkregen uitkomst wordt in twee decimalen nauwkeurig naar boven afgerond.

Artikel 7

  • 1. Voorzover een verzekeraar de rechten en verplichtingen uit of krachtens overeenkomsten van verzekering heeft overgenomen van een verzekeraar die in de loop van het jaar waarover de aanslag moet plaatshebben, heeft opgehouden het verzekeringsbedrijf uit te oefenen, wordt het premie-inkomen van laatstbedoelde verzekeraar uit deze overeenkomsten gerekend te behoren tot dat van de overnemende verzekeraar.

  • 2. Indien een verzekeraar in de loop van het jaar waarover de aanslag moet plaatsvinden, alle rechten en verplichtingen uit of krachtens overeenkomsten van verzekering heeft overgedragen aan dan wel heeft over doen gaan naar een andere verzekeraar, wordt aan eerstbedoelde verzekeraar geen aanslag opgelegd.

Artikel 8

  • 1. De Bank deelt de aanslag schriftelijk aan de verzekeraar mee, onder vermelding van het in aanmerking genomen premie-inkomen, van het toegepaste percentage en van de wijze waarop en het tijdstip waarvoor de betaling moet geschieden.

  • 2. De Bank kan het bedrag van NAƒ 3.000,-, genoemd in artikel 6, eerste lid, verminderen, teneinde tegemoet te komen aan onbillijkheden van overwegende aard, die voor de verzekeraar uit de aanslag mochten voortvloeien.

  • 3. Gedurende twee jaar na de dagtekening van de mededeling van de in het eerste lid bedoelde aanslag kan de Bank deze herzien, indien haar de onjuistheid van de aanslag is gebleken.

Artikel 9

Het verschil tussen de in een jaar gemaakte kosten en de ontvangsten voortvloeiende uit de aanslagen over dat jaar, wordt verrekend met het bedrag van de kosten dat ten grondslag ligt aan de nieuwe aanslag. Bij de vaststelling van het percentage, bedoeld in artikel 6, eerste lid, wordt het kostenbedrag dienovereenkomstig aangepast.

Artikel 10

  • 1. De Bank kan aan de verzekeraars een voorlopige aanslag opleggen. De voorlopige aanslag bedraagt voor iedere verzekeraar maximaal 80% van de aanslag, opgelegd in het voorafgaande jaar, doch in elk geval NAƒ 3.000,-.

  • 2. Ten aanzien van een voorlopige aanslag als bedoeld in het eerste lid, is artikel 8, tweede lid, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 11

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als: Landsbesluit toezichtskosten verzekeringsbedrijf.

Artikel 12

[regelt de inwerkingtreding]