LANDSVERORDENING ter uitvoering van het op 10 december 1984 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 1985, 69)

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING ter uitvoering van het op 10 december 1984 te New York tot stand gekomen Verdrag tegen foltering en andere wrede, onmenselijke of onterende behandeling of bestraffing (Trb. 1985, 69)

Artikel 1

  • 1. De uitdrukking ambtenaar heeft in deze landsverordening dezelfde betekenis als in het Wetboek van Strafrecht.

  • 2. Voor de toepassing van de Sint Maartense strafwet wordt onder ambtenaar mede begrepen degene die ten dienste van een vreemde staat een openbaar ambt bekleedt.

Artikel 2

  • 1. Mishandeling gepleegd door een ambtenaar of een anderszins ten dienste van de overheid werkzame persoon in de uitoefening van zijn functie van iemand die van zijn vrijheid is beroofd, met het oogmerk om inlichtingen of een bekentenis te verkrijgen, hem te bestraffen, hem of een ander vrees aan te jagen of te dwingen iets te doen of te dulden, of uit minachting voor diens aanspraken op menselijke gelijkwaardigheid, wordt, zo deze gedragingen van dien aard zijn, dat zij het beoogde doel kunnen bevorderen, als foltering gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

  • 2. Met mishandeling wordt gelijkgesteld het opzettelijk teweegbrengen van een toestand van hevige angst of een andere vorm ernstige van geestelijke ontreddering.

  • 3. Indien het feit de dood tengevolge heeft wordt de schuldige gestraft met levenslange of met tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste twintig jaren of een geldboete van de vijfde categorie.

Artikel 3

Met gelijke straffen als gesteld op de in artikel 2 bedoelde feiten, wordt gestraft:

  • a.

    de ambtenaar of anderszins ten dienste van de overheid werkzame persoon die door een van de in artikel 1:123, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht vermelde middelen tot de in artikel 1 bedoelde vorm van mishandeling uitlokt of die opzettelijk toelaat dat een ander die vorm van mishandeling pleegt;

  • b.

    hij die de in artikel 2 bedoelde vorm van mishandeling pleegt, indien een ambtenaar of anderszins ten dienste van de overheid werkzame persoon in de uitoefening van zijn functie zulks door een van de in artikel 1:123, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafrecht vermelde middelen heeft uitgelokt of zulks opzettelijk heeft toegelaten.

Artikel 4

Artikel 1:114, eerste lid, onderdelen c en d, van het Wetboek van Strafrecht is ten aanzien van de feiten, bedoeld in de artikelen 2 en 3 niet van toepassing.

Artikel 5

De bij de artikelen 2 en 3 strafbaar gestelde feiten zijn misdrijven.

Artikel 6

De Sint Maartense strafwet is toepasselijk op ieder die zich buiten Sint Maarten aan een van de in de artikelen 2 en 3 van deze landsverordening omschreven misdrijven schuldig maakt.

Artikel 7

  • 1. [regelt de inwerkingtreding]

  • 2. Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Uitvoeringslandsverordening folteringverdrag.