LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 2 van de Statistieklandsverordening juncto de artikelen 9 en 10 van de Landsverordening inrichting en organisatie landsoverheid, regelende de organisatie en taakstelling van de Dienst Statistiek

1. De organisatie van de Dienst Statistiek, hierna te noemen: de dienst, is als volgt:

• a.

  Aan het hoofd van de dienst staat het Hoofd Dienst Statistiek, hierna te noemen: het hoofd.

• b.

  Het hoofd wordt bijgestaan door een adjunct-hoofd.

• c.

  Het maximum aantal formatieplaatsen van de dienst is: 41.

2. Het hoofd stelt als onderdeel van het beleidsplan, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Landsverordening inrichting en organisatie landsoverheid, een werkprogramma op, waarin wordt vastgesteld welke onderzoeken en diensten de dienst in het komende jaar zal verrichten.

3. Het hoofd bepaalt de methoden, waarmee de in het werkprogramma opgenomen onderzoeken zullen worden uitgevoerd, alsmede de wijze waarop de resultaten van die onderzoeken openbaar zullen worden gemaakt. De Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna te noemen: de minister, geeft hem hiertoe geen aanwijzingen.

1. De dienst bestaat uit vijf afdelingen:

• a.

  Een afdeling Algemene Zaken en Managementondersteuning;

• b.

  Een afdeling Statistieken;

• c.

  Een afdeling Statistische Ondersteuning;

2. Aan het hoofd van een afdeling staat een afdelingshoofd.

3. Bij ministeriële regeling worden de taken, de organisatorische structuur en het maximum aantal formatieplaatsen per afdeling vastgelegd, met inachtneming van de artikelen 1 en 2 van dit landsbesluit en het overige bij of krachtens de Landsverordening inrichting en organisatie landsoverheid bepaalde.

1. De dienst is bevoegd om ten behoeve van in het werkprogramma opgenomen onderzoeken gebruik te maken van gegevens uit registraties bij een ministerie, uitvoerende dienst, coördinator of secretariaat, zulks in overeenstemming met de minister onder wiens verantwoordelijkheid het ministerie, de uitvoerende dienst, de coördinator of het secretariaat ressorteert.

2. [vervallen]

3. De dienst is bevoegd om, ten behoeve van in het werkprogramma opgenomen onderzoeken, opgaven en inlichtingen te verkrijgen van natuurlijke en rechtspersonen.

1. Het hoofd en het adjunct-hoofd worden bij landsbesluit benoemd, geschorst en ontslagen, op aanbeveling van de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie.

2. Het overige personeel wordt benoemd, geschorst en ontslagen door de minister, op voordracht van het hoofd.

3. Het hoofd kan, binnen de grenzen gesteld door de minister en relevante regelgeving, de aan hem bij of krachtens de Landsverordening materieel ambtenarenrecht en andere daarmee samenhangende rechtspositionele regelingen toekomende bevoegdheden uitoefenen.

4. Het hoofd kan, binnen de grenzen gesteld door de regering en relevante regelgeving, zoals de Staatsregeling, de Landsverordening inrichting en organisatie landsoverheid en de Comptabiliteitslandsverordening, overeenkomsten met derden aangaan.