LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot herziening van de wegens het gebruik van het vliegveld verschuldigde landings- en parkeergelden

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot herziening van de wegens het gebruik van het vliegveld verschuldigde landings- en parkeergelden

HOOFDSTUK I

Algemeen

Artikel 1

Met betrekking tot de heffing van landings- en parkeergelden ingevolge dit landsbesluit wordt verstaan onder:

  • 1.

    luchtvaartterrein: delen van het territoir van Sint Maarten door de minister ingevolge de Luchtvaartlandsverordening als zodanig aangewezen;

  • 2.

    vliegtuig: een van een voortstuwingsinrichting voorzien toestel dat, hoewel zwaarder dan lucht, dynamisch in de lucht kan worden gehouden ten gevolge van de reactiekrachten welke de lucht daarop uitoefent, daaronder mede begrepen een autogiro-vliegtuig en een hefschroef-vliegtuig;

  • 3.

    vlucht: de verplaatsing van een vliegtuig tussen het tijdstip van opstijgen en dat van de daarop volgende landing;

  • 4.

    landing: het aan de grond brengen en vervolgens tot stilstand brengen van het vliegtuig met als oogmerk het beëindigen van de vlucht;

  • 5.

    startgewicht: het maximumgewicht waarmede een vliegtuig mag opstijgen, een en ander blijkens het bij het vliegtuig behorende bewijs van luchtwaardigheid;

  • 6.

    parkeren: het op een daartoe door of vanwege de minister aangewezen gedeelte van de luchthaven doen verblijven van een vliegtuig, ook al kan dit na een landing feitelijk niet dynamisch in de lucht worden gebracht of gehouden;

  • 7.

    ton: 1.000 kilogram;

  • 8.

    minister: de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie

Artikel 2

Voor het landen en het parkeren op het Prinses Juliana Vliegveld in Sint Maarten is landings- en parkeergeld verschuldigd.

Artikel 3

  • [vervallen]

Artikel 4

  • 1. Geen landings- of parkeergeld is verschuldigd voor het landen met of het parkeren van vliegtuigen, die kennelijk uitsluitend in diplomatieke dienst of andere niet-militaire officiële dienst gebruikt worden, tenzij de minister het tegendeel bepaalt.

  • 2. Geen landings- of parkeergeld is verschuldigd voor het landen met of het parkeren van vliegtuigen na een weersverkenningsvlucht of een vlucht ter opsporing of het redden van drenkelingen.

Artikel 5

In bijzondere gevallen kan de minister geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de verplichting tot betaling van landings- of parkeergelden.

Artikel 6

Het landings- en parkeergeld is verschuldigd door de eigenaar van het vliegtuig, de gebruiker daarvan en degene die als gemachtigde van de eigenaar of de gebruiker optreedt.

Artikel 7

De berekening van het wegens landings-of parkeergeld verschuldigde bedrag, alsmede de inning daarvan, vindt plaats volgens bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen regels.

HOOFDSTUK II

Landingsgelden

Artikel 8

Het landingsgeld bedraagt voor elke landing NAƒ 5,- per ton startgewicht of gedeelte daarvan, met een minimum van NAƒ 18,- per landing.

HOOFDSTUK III

Parkeergelden

Artikel 9

  • 1. Voor het parkeren op het terrein van een luchthaven is parkeergeld verschuldigd.

  • 2. Het parkeergeld bedraagt NAƒ 1,- per ton startgewicht of gedeelte daarvan per periode van 24 uur of gedeelte daarvan.

  • 3. In afwijking van het bepaalde in het vorige lid wordt het verschuldigde parkeergeld als volgt verminderd:

    • a.

      vanaf het eerste uur van de derde dag volgende op die van de landing van het vliegtuig tot en met het laatste uur van de dertigste dag na die landing: met 50%;

    • b.

      vanaf het eerste uur van de eenendertigste dag na die van de landing van het vliegtuig: met 75%.

  • 4. Over de eerste twee uren na de landing is geen parkeergeld verschuldigd.

HOOFDSTUK IV

Slotbepalingen

Artikel 10

  • 1. Dit landsbesluit kan worden aangehaald als "Landsbesluit landings- en parkeergelden".

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]

  • 3. [vervallen]