LANDSVERORDENING houdende regelen betreffende de vaststelling en invordering van luchtvaartfaciliteitengelden

Geldend van 30-04-2016 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regelen betreffende de vaststelling en invordering van luchtvaartfaciliteitengelden

Artikel 1

In deze landsverordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

minister: de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telcommunicatie;

Luchtvaartfaciliteitengelden: vergoedingen voor het beschikbaar stellen van navigatie- faciliteiten voor de luchtvaart, het verlenen van luchtverkeersbeveiligingsdiensten, alsmede het verschaffen van inlichtingen en adviezen voor een veilige en efficiënte uitvoering van de vlucht;

Vluchtinlichtingendienst: een dienst die tot doel heeft de veilige en efficiënte uitvoering van de vlucht te bevorderen door het verstrekken van inlichtingen en adviezen;

vluchtinlichtingengebied Sint Maarten: het als zodanig in de "Aeronautical Information Publication" van Sint Maarten omschreven luchtruim;

luchtvaartuig: elk toestel dat in de dampkring kan worden gehouden tengevolge van krachten die de lucht daarop uitoefent;

vliegtuig: een luchtvaartuig zwaarder dan lucht en voorzien van een voortstuwingsinrichting;

ton: 1.000 kilogram;

mijl: 1,85 kilometer.

Artikel 2

1. De methodiek voor het berekenen van de tarieven van de luchtvaartfaciliteitengelden wordt vastgesteld bij landsbesluit, houden algemene maatregelen. Vaste bestanddelen daarin worden periodiek vastgesteld door de minister overeenkomstig bij dat landsbesluit, houdende algemene maatregelen, gegeven regels.

2.Voor de toepassing van de tarieven van luchtvaartfaciliteitengelden gelden de gegevens van de dienst Lucht- en Scheepvaart als juist.

Artikel 3

  • 1. Luchtvaartfaciliteitengelden worden geheven op alle vliegtuigen, die vluchten maken door het vluchtinlichtingengebied Sint Maarten, ten laste van de eigenaar of mede-eigenaar, de exploitant, de gezagvoerder en de huurder van het luchtvaartuig.

  • 2. De in het eerste lid genoemde betalingsplichtigen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de verschuldigde luchtvaartfaciliteitengelden.

Artikel 4

De minister kan bepaalde klassen van luchtvaartuigen of vluchtcategorieën gehele of gedeeltelijke vrijstelling verlenen van de verplichting tot betaling van luchtvaartfaciliteitengelden, dan wel de verplichting tot betaling van deze gelden opschorten.

Artikel 5

Betaling geschiedt:

  • a.

    door contante afrekening door de gezagvoerder, indien zulks van hem wordt verlangd;

  • b.

    door betaling c.q. overmaking van het verschuldigde bedrag aan het Hoofd van de dienst Lucht- en Scheepvaart of aan door deze daartoe aangewezen personen;

  • c.

    op andere, bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen wijzen.

Artikel 6

De rekening voor de verschuldigde luchtvaartfaciliteitengelden worden door de zorg van de dienst Lucht- en Scheepvaart aan de betalingsplichtigen toegezonden.

Artikel 7

Luchtvaartfaciliteitengelden worden door of vanwege het Hoofd van de dienst Lucht- en Scheepvaart geïnd.

Artikel 7a

Tegen een beschikking genomen krachtens deze landsverordening, staat voor belanghebbende binnen twee maanden na dagtekening van het afschrift van de beschikking, beroep open bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken.

Artikel 8

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Landsverordening luchtvaartfaciliteitengelden".

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]