LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 589, 781, eerste lid, 785, derde lid en 785a van het Wetboek van Koophandel

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 589, 781, eerste lid, 785, derde lid en 785a van het Wetboek van Koophandel

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

  • 1. Dit landsbesluit verstaat onder aansprakelijkheid, aanvaring, reder, schade en schip hetzelfde als daaronder wordt verstaan in de artikelen van het Wetboek van Koophandel, tot welker uitvoering het dient.

  • 2. Dit landsbesluit verstaat voorts onder:

    fonds: afhankelijk van de context, hetzij het totale schadefonds, hetzij een van de in artikel 2, tweede lid bedoelde onderdelen daarvan;

    passagiers: personen, vervoerd aan boord van een schip op grond van een overeenkomst tot het vervoer van reizigers, of zich met toestemming van de vervoerder aan boord van een schip bevindend ter begeleiding van een voertuig of van levende dieren die op grond van een overeenkomst tot goederenvervoer met dat schip vervoerd worden;

    pleziervaartuigen: jachten, sportboten, sportvissersboten en in het algemeen alle vaartuigen die uitsluitend voor het genoegen worden gehouden en een geringere inhoud hebben dan van 300 ton, voor zover zij geen passagiers of goederen tegen vergoeding vervoeren of het huur- of gebruiksrecht met betrekking tot het vaartuig niet tegen betaling aan een of meer van de opvarenden of aan een persoon die voor hen opkomt verschaft is;

    rekeneenheid: het bijzondere trekkingsrecht ("special drawing right", afgekort SDR), omschreven door het Internationale Monetaire Fonds;

    schadefonds: het gestorte bedrag, bedoeld in artikel 256a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering;

    ton: bron-registerton (B.R.T.);

    tonnage: het totaal aantal tonnen dat de inhoud van een schip bedraagt, berekend overeenkomstig de metingsvoorschriften vervat in Bijlage I van het op 23 juni 1969 te Londen tot stand gekomen Internationale Verdrag betreffende de meting van schepen (Trb. 1970, no. 122;vertaling in Trb. 1970, no. 194), hetwelk voor het gehele Koninkrijk is goedgekeurd bij de rijkswet van de 12de februari 1981 en in werking getreden is met ingang van 18 juli 1982;

    wrakopruiming: het verwijderen van wrakken en het vlotbrengen, verwijderen of vernietigen van een gezonken, gestrand of verlaten schip of van enig zich aan boord daarvan bevindend voorwerp, zoals bedoeld in artikel 785a van het Wetboek van Koophandel.

§ 2. De gewone beperkingsmaatstaf

Artikel 2

  • 1. Behoudens het bepaalde in de artikelen 6 en 11 wordt de maatstaf, waarnaar de reder van een schip, ingeval aan de met het schip vervoerde goederen of reizigers, of aan de nabestaanden van de bedoelde reizigers, often gevolge van een aanvaring aan enig goed of persoon schade toegebracht is, zijn aansprakelijkheid voor deze schade kan beperken, geregeld zoals in de artikelen 3, 4 en 5 bepaald is.

  • 2. Het door de reder te vormen schadefonds wordt, al naar gelang het object of de objecten van de toegebrachte schade, opgebouwd uit ten hoogste drie delen, te weten:

    • 1°.

      een bedrag bestemd ter algehele of gedeeltelijke voldoening van vorderingen terzake van dood of letsel van passagiers, vervoerd met het schip waarvan de reder zijn aansprakelijkheid kan beperken, in het vervolg als "passagiersfonds" aan te duiden;

    • 2°.

      een bedrag bestemd ter algehele of gedeeltelijke voldoening van vorderingen terzake van dood of letsel van personen, geen passagiers zijnde, in het vervolg als "personenfonds" aan te duiden;

    • 3°.

      een bedrag bestemd ter algehele of gedeeltelijke voldoening van alle andere vorderingen met betrekking tot welke beperking van de aansprakelijkheid toegelaten is, in het vervolg aan te duiden als "zakenfonds".

  • 3. Dit landsbesluit is niet van toepassing op vorderingen, tegen de reder ingesteld uit hoofde van een arbeidsovereenkomst, voor zover deze vorderingen werkzaamheden, verricht of te verrichten in verband met het schip, betreffen en de aansprakelijkheid van de reder ter zake uit hoofde van de op de arbeidsovereenkomst toepasselijke wet niet of slechts tot een hoger bedrag dan naar de bij dit landsbesluit vastgestelde maatstaf berekend wordt kan worden beperkt.

Artikel 3

Het bedrag van het passagiersfonds beloopt even vele malen 46.666 rekeneenheden, als het schip volgens het daarvoor afgegeven veiligheidscertificaat voor passagiersschepen, bedoeld in artikel 22 van het Schepenbesluit, reizigers mag vervoeren, doch niet meer dan 25.000.000 rekeneenheden.

Artikel 4

Het bedrag van het personenfonds beloopt:

  • 1°.

    330.000 rekeneenheden voor een schip waarvan de tonnage niet meer dan 500 bedraagt;

  • 2°.

    voor een schip waarvan de tonnage meer dan 500 bedraagt wordt het sub 1° genoemde bedrag vermeerderd met:

    • a)

      500 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton vanaf 501 tot en met 3.000;

    • b)

      333 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton vanaf 3.001 tot en met 30.000;

    • c)

      250 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton vanaf 30.001 tot en met 70.000; en

    • d)

      167 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton boven 70.000.

Artikel 5

Het bedrag van het zakenfonds beloopt:

  • 1°.

    167.000 rekeneenheden voor een schip waarvan de tonnage niet meer dan 500 bedraagt;

  • 2°.

    voor een schip waarvan de tonnage meer dan 500 bedraagt wordt het sub 1° genoemde bedrag vermeerderd met:

    • a)

      167 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton vanaf 501 tot en met 30.000;

    • b)

      125 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton vanaf 30.001 tot en met 70.000; en

    • c)

      83 rekeneenheden voor elke toename van de tonnage met één ton boven 70.000.

§ 3. Bijzondere beperkingsmaatstaf

Artikel 6

Eigenaren van pleziervaartuigen kunnen hun in dit landsbesluit bedoelde aansprakelijkheid aldus beperken, dat de bedragen van het passagiersfonds, het personenfonds en het zakenfonds elk een gedeelte belopen van de volgens onderscheidenlijk de artikelen 3, 4 en 5 voor schepen van niet meer dan 500 ton berekende bedragen, zulks met dien verstande dat:

  • a)

    voor schepen tot en met 50 ton een zesde gedeelte;

  • b)

    voor schepen van 51 tot en met 100 ton een vierde gedeelte;

  • c)

    voor schepen van 101 tot en met 150 ton een derde gedeelte;

  • d)

    voor schepen van 151 tot en met 200 ton de helft;

  • e)

    voor schepen van 201 tot en met 250 ton twee derde gedeelte; en

  • f)

    voor schepen van 251 tot 300 ton drie vierde gedeelte van de aldus berekende bedragen het bedrag van elk van de fondsen vormt.

§ 4. Nadere regeling van de berekeningswijze

Artikel 7

De bij de artikelen 3 tot en met 6 vastgestelde maatstaven worden toegepast op het saldo dat overblijft, nadat de door enige schuldeiser tegen de reder ingestelde vorderingen zijn verrekend met vorderingen die deze laatste van zijn zijde naar aanleiding van hetzelfde schade-veroorzakende voorval tegen de betrokken schuldeiser mocht hebben ingesteld.

Artikel 8

Het bedrag van het schadefonds, gesteld in de rekeneenheid SDR, wordt omgerekend in guldens naar de koers van de dag waarop de reder voldoet aan de in artikel 256a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bedoelde verplichting tot storting. Daarbij wordt de waarde van guldens, uitgedrukt in SDR's, berekend volgens de waarderingsmethode die door het Internationale Monetaire Fonds op de dag van de omrekening voor zijn eigen verrichtingen en transacties toegepast wordt.

Artikel 9

Uit het totaalbedrag van elk fonds, berekend volgens de bij de artikelen 3 tot en met 5 of bij artikel 6 vastgestelde maatstaf, worden alle in artikel 2 bedoelde vorderingen waarvoor het betreffende fonds gevormd is, voldaan, voor zover zij uit één zelfde schade-veroorzakend voorval zijn ontstaan. Deze voldoening geschiedt met toepassing van het bepaalde bij het volgende artikel.

Artikel 10

  • 1. Voor zover het bedrag van het personenfonds onvoldoende is voor de volledige betaling van de vorderingen, ter voldoening waarvan dit fonds ingevolge artikel 4 gevormd is, is het zakenfonds beschikbaar voor het onbetaalde saldo van de bedoelde vorderingen, met dien verstande dat dit onbetaalde saldo naar evenredigheid meedeelt met de vorderingen, ter voldoening waarvan het zakenfonds gevormd is.

  • 2. Behoudens het bepaalde in het voorgaande lid worden vorderingen van dezelfde categorie volgens de in artikel 2 gemaakte indeling, indien het bedrag van het voor de voldoening daarvan gevormde fonds onvoldoende is, naar evenredigheid gekort.

§ 5. Onbeperkte aansprakelijkheid

Artikel 11

Terzake van schade, door een schip aan kunstwerken van havens, aan dokken of waterwegen toegebracht, en terzake van wrakopruiming kan de aansprakelijkheid door de reder niet beperkt worden.

Artikel 12

Indien op een reder tengevolge van een zelfde voorval zowel de in het voorgaande artikel bedoelde aansprakelijkheid rust als ook een gehoudenheid tot het voldoen van een of meer vorderingen als bedoeld in artikel 2, tweede lid, is alleen de in het voorgaande artikel bedoelde aansprakelijkheid onbeperkt.

Artikel 13

  • 1. Indien op een reder ten gevolge van een zelfde voorval zowel de gehoudenheid tot het voldoen van vorderingen terzake van schade, toegebracht aan kunstwerken van havens, aan dokken of waterwegen als ook die tot het voldoen van een of meer vorderingen als bedoeld in artikel 2, tweede lid sub 3° rust, worden ter bepaling van de totale verschuldigdheid van de reder de vorderingen van deze beide categorieën bij elkaar opgeteld, in voorkomende gevallen met toepassing van het bepaalde in de artikelen 7 en 10, eerste lid, en het beschikbare bedrag van het zakenfonds over alle vorderingen of het openstaande saldo daarvan naar evenredigheid verdeeld, waarna door de reder alleen de eerstbedoelde vorderingen tot hun volledige beloop boven het beschikbare bedrag van het zakenfonds worden uitbetaald.

  • 2. Vorderingen terzake van wrakopruiming worden niet ten laste van enig in artikel 2 bedoeld fonds gebracht.

§ 6. Slotbepalingen

Artikel 14

Dit landsbesluit kan worden aangehaald als 'Limitatiebesluit redersaansprakelijkheid'.

Artikel 15

[vervallen]

Artikel 16

[regelt de inwerkingtreding]