LANDSBELUIT tot instelling van een Nationale Coördinerende Raad voor Zeeonderzoek en Zeeaktiviteiten in Sint Maarten

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUITtot instelling van een Nationale Coördinerende Raad voor Zeeonderzoek en Zeeaktiviteiten in Sint Maarten

Artikel 1

De Raad heeft tot taak:

  • 1.

    Het gevraagd of op eigen initiatief de regering van Sint Maarten van advies dienen omtrent alle aangelegenheden betreffende zeeonderzoek en zeeaktiviteiten binnen de wateren van Sint Maarten.

  • 2.

    Het opstellen van een beheers- en beleidsplan voor zeeonderzoek en zeeaktiviteiten in Sint Maarten.

  • 3.

    Het geven van voorlichting aan het publiek met betrekking tot zeeonderzoek en zeeaktiviteiten.

  • 4.

    Het verwerven en toewijzen van internationale fondsen voor zeeonderzoek en zeeaktiviteiten.

  • 5.

    Het entameren van multidisciplinair zeeonderzoek en zeeaktiviteiten welke door de verschillende bestaande organen niet zelfstandig gedaan kunnen worden.

  • 6.

    Het bevorderen van onderzoek en het formuleren van aanbevelingen inzake milieutechnische aspecten en behoud beheer, en bescherming van onderwaterrijkdommen, zowel organisch als anorganisch.

  • 7.

    Het assistentie verlenen aan Sint Maarten op het gebied van de identificatie van onderzoeksprioriteiten.

  • 8.

    Het verrichten van al hetgeen met het vorenstaande in de meest ruime zin des woords verband houdt.

Artikel 2

  • 1.

    In de Raad zijn meerdere disciplines vertegenwoordigd.

De Raad bestaat uit personen die werkzaam zijn op het gebied van marien onderzoek, mariene technologie en aanverwante relevante disciplines.

  • 2.

    De Raad telt tenminste vijf en ten hoogste elf leden.

  • 3.

    De functies van voorzitter en secretaris worden onderling verdeeld.

Artikel 3

  • 1.

    [vervallen]

  • 2.

    Benoeming, schorsing en ontslag van de leden van de Raad geschiedt bij landsbesluit, op aanbeveling van de Raad.

Artikel 4

De Raad legt de regeling van haar werkzaamheden vast in een reglement dat de goedkeuring behoeft van de Minster van Onderwijs,Cultuur, Jeugd en Sport, hierna te noemen, de minister.

Artikel 5

De Raad is bevoegd om zo dikwijls zij dit nodig oordeelt deskundigen met bepaalde werkzaamheden te belasten.

Artikel 6

De ministeries verschaffen de Raad alle informatie, die noodzakelijk is om de Raad in staat te stellen te adviseren omtrent de in artikel 1 bedoelde aangelegenheden.

Artikel 7

De minister kan nadere voorschriften uitvaardigen ter uitvoering van dit landsbesluit.

Artikel 8

  • 1. De leden van de Raad genieten voor het bijwonen van de vergaderingen vergoeding van NAƒ 30,- per vergadering.

  • 2. Meerdere vergaderingen op dezelfde dag gehouden, worden tezamen als één vergadering aangemerkt.

Artikel 9

  • 1. [vervallen]

  • 2. [vervallen]

Artikel 10

De Raad dient elk jaar een begroting, betreffende de door de Raad te verrichten voorbereidingen en werkzaamheden, aan de minister voor te leggen.