Landsverordening tot regeling van de vergoeding voor reis- verblijfkosten voor ministers

1. De Ministers genieten vrije overtocht voor reizen naar een van de landen van het Koninkrijk of naar het buitenland, indien zij in hun hoedanigheid van Minister reizen.

2. De Minister-President doet mededeling aan de Gouverneur van reizen als bedoeld in het eerste lid.

1. De Ministers genieten een maandelijkse vergoeding voor vervoerkosten ad een bedrag van Naf 500,-

2. Bij een reis, als bedoeld in artikel 1, genieten zij bovendien een vergoeding voor vervoerkosten ten belope van de werkelijk gemaakte kosten.

1. Tot het maken van een reis naar het Europese deel van Nederland of naar het buitenland, wordt bij meerderheid der stemmen in de vergadering van de Ministerraad besloten.

2. De Ministers genieten bij reizen, als bedoeld in artikel 1, eerste lid, indien van een openbare logeergelegenheid gebruik wordt gemaakt, een vergoeding wegens verblijfkosten tot een door de Ministerraad, voor ieder geval afzonderlijk, dan wel in het algemeen te bepalen bedrag per dag.

3. Indien bij reizen als in het eerste lid bedoeld niet van een openbare logeergelegenheid gebruik wordt gemaakt, wordt een vergoeding genoten naar reden van de helft van het in het eerste lid bedoelde bedrag.