Landsverordening tot regeling van de bezoldiging van politieke gezagdragers, de tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging en de aanspraak op vakantie en vakantie-uitkering

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Landsverordening tot regeling van de bezoldiging van politieke gezagdragers, de tegemoetkoming in de kosten van geneeskundige behandeling en verpleging en de aanspraak op vakantie en vakantie-uitkering

Artikel 1

De politieke gezagdragers van het Land Sint Maarten, waaronder worden verstaan de Ministers, de Gevolmachtigde Minister en de leden van de Staten, genieten, met ingang van de dag waarop zij de eed (verklaring en belofte) als bedoeld in respectievelijk de artikelen 41 en 56 van de Staatsregeling van Sint Maarten hebben afgelegd en eindigende op de dag waarop zij ophouden het betreffende ambt te bekleden, een bezoldiging uit de kas van het Land Sint Maarten.

Artikel 2

  • 1. De bezoldiging is als volgt:

    • a.

      voor de Minister-President een bedrag van 15 procent boven de bezoldiging van een ambtenaar volgens de hoogste bezoldigingstrede van de hoogste schaal van de geldende bezoldigingsregeling;

    • b.

      voor de overige ministers, de voorzitter van de Staten en de gevolmachtigde minister een bedrag van 10 procent boven de bezoldiging van een ambtenaar volgens de hoogste bezoldigingstrede van de hoogste schaal van de geldende bezoldigingsregeling;

    • c.

      voor de overige leden van de Staten een bedrag van 5 procent boven de bezoldiging van een ambtenaar volgens de hoogste bezoldigingstrede van de hoogste schaal van de geldende bezoldigingsregeling.

  • 2. Het bedrag van de bezoldiging wordt verhoogd met het percentage waarmede de voor ambtenaren vastgestelde bezoldiging in verband met de stijging van het prijsindexcijfer van de gezinsconsumptie sinds het tijdstip van inwerkingtreding van deze landsverordening wordt aangepast.

  • 3. Ingeval een politieke gezagdrager het ambt van Minister-President, Minister of Gevolmachtigde Minister bekleedt en tegelijkertijd lid is van de Staten, geniet hij de hoogste bezoldiging die op een van de ambten is gesteld.

  • 4. De minister en de ondervoorzitter van de Staten, die gedurende 30 dagen of langer onafgebroken de functie van respectievelijk Minister-President of voorzitter van de Staten waarnemen, ontvangen voor die tijd, naast de hen als minister of ondervoorzitter toekomende bezoldiging, een extra toelage ten bedrage van het verschil tussen de voor de Minister-President, dan wel de voorzitter voor hun ambt geldende bezoldiging als bedoeld in het eerste lid.

Artikel 3

  • 1. De politieke gezagdrager geniet boven op zijn bezoldiging als bedoeld in artikel 2 een toelage voor representatie per maand van 6% van zijn bezoldiging.

  • 2. De minister en de ondervoorzitter van de Staten, die gedurende 30 dagen of langer onafgebroken de functie van respectievelijk Minister-President of voorzitter van de Staten waarnemen, ontvangen voor die tijd, naast de hen als minister of ondervoorzitter toekomende representatiebijdrage, een extra toelage ten bedrage van het verschil tussen de voor de Minister-President, dan wel de voorzitter voor hun ambt geldende representatietoelage als bedoeld in het eerste lid.

  • 3. De politieke gezagdrager geniet een vergoeding voor de kosten van het zakelijk gebruik van de auto of telefoon.

Artikel 4

  • 1. De politieke gezagdrager heeft aanspraak op een eerste klas ziektekostenverzekering voor zichzelf en zijn gezinsleden.

  • 2. De politieke gezagdrager die wegens ziekte verhinderd is zijn functie als zodanig uit te oefenen, heeft tot herstel van zijn gezondheid aanspraak op ziekteverlof met behoud van zijn vol inkomen.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde voorziening wordt op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek bij landsbesluit verleend.

Artikel 5

  • 1. In geval van overlijden van de politieke gezagdrager worden de bezoldiging en de toelagen bedoeld in respectievelijk de artikelen 2 en 3 niet langer doorbetaald dan tot en met de dag van overlijden. In dat geval wordt tevens aan de weduwe of weduwnaar een bedrag uitgekeerd gelijk aan driemaal het bedrag van de maandelijkse inkomsten op het tijdstip van overlijden.

  • 2. Indien de overleden politieke gezagdrager geen weduwe onderscheidenlijk weduwnaar nalaat, geschiedt de uitkering ten behoeve van zijn minderjarige wettige of natuurlijke kinderen. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien de overledene kostwinner was van ouders, broers, zusters of meerderjarige kinderen, ten behoeve van deze betrekkingen.

  • 3. Laat de overleden politieke gezagdrager ook geen betrekkingen als bedoeld in het tweede lid na, dan kan het in het eerste lid bedoelde bedrag geheel of ten dele worden uitgekeerd voor de betaling van de kosten in verband met de begrafenis, zo de nalatenschap van de overleden politieke gezagdrager voor de betaling van die kosten ontoereikend is.

  • 4. Onder maandelijkse inkomsten wordt verstaan de bezoldiging, aangevuld met de toelage bedoeld in artikel 3.

Artikel 6

  • 1. De Minister of Gevolmachtigde Minister heeft per kalenderjaar aanspraak op een vakantie van dertig werkdagen met behoud van vol inkomen. Voor elke volle kalendermaand gedurende welke hij niet als zodanig werkzaam is geweest anders dan tengevolge van ziekte of vakantie, wordt het in de eerste volzin genoemde aantal vakantiedagen verminderd met 1/12 gedeelte. Het aantal dagen waarop hij na zodanige vermindering aanspraak blijft behouden, wordt zonodig naar boven afgerond op hele dagen.

  • 2. De vakantie bedoeld in het vorige lid wordt op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek bij landsbesluit verleend.

  • 3. Voor zover aan een minister of Gevolmachtigde Minister in een kalenderjaar het volgens hem in dit artikel toekomend aantal vakantiedagen niet is verleend, wordt hem de niet genoten vakantie uitbetaald.

Artikel 7

  • 1. De politieke gezagdrager heeft aanspraak op een vakantie-uitkering, voor elke kalandermaand of de helft of meer daarvan, waarin hij als zodanig in functie is, en wel op dezelfde voet als een ambtenaar die een bezoldiging geniet welke volgens de hoogste bezoldigingstrede van de hoogste schaal van de Bezoldigingsregeling welke voor ambtenaren geldt, is vastgesteld, met inachtneming van hetgeen in de hierna volgende leden is bepaald.

  • 2. Voor de bepaling van de vakantie-uitkering wordt onder inkomen van de politieke gezagdrager verstaan, de bezoldiging die hij op grond van de bepalingen van deze landsverordening geniet, verhoogd met de aan zijn functie verbonden vaste vergoeding wegens representatie.

  • 3. De vakantie-uitkering wordt eenmaal per kalenderjaar, in de tweede helft van de maand juni, uitbetaald.

  • 4. In afwijking van het tweede lid vindt de uitbetaling van de vakantie-uitkering ook plaats bij aftreden of overlijden en wel over het tijdvak gelegen tussen het einde van de laatst verstreken periode waarover vakantie-uitkering werd uitbetaald en de datum van het aftreden of het overlijden.

  • 5. Bij overlijden van de politieke gezagdrager geschiedt uitbetaling van de vakantie-uitkering aan de weduwe of weduwnaar. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, tweede en derde lid.

Artikel 8

  • 1. Ter compensatie van door een Minister of een Gevolmachtigde Minister bij zijn ontslag of overlijden niet genoten of gedeeltelijk niet genoten vakantie, wordt aan hem, respectievelijk aan de weduwe of weduwnaar, een geldsbedrag uitbetaald gelijk aan het bedrag dat hem aan inkomen zou zijn uitgekeerd gedurende de vakantie, indien de vakantie zou zijn genoten.

  • 2. Indien de overledene geen weduwe of weduwnaar nalaat, geschiedt de uitbetaling overeenkomstig het bepaalde in artikel 5, tweede en derde lid.

Artikel 9

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening bezoldiging politieke gezagsdragers.

Memorie van toelichting Landsverordening Bezoldiging Politiek Gezagdragers

Memorie van toelichting Landsverordening Bezoldiging Politiek Gezagdragers

Translation of the National Ordinance on Remuneration of Persons Holding Political Authority

Translation of the National Ordinance on Remuneration of Persons Holding Political Authority

Translation of the Explanatory Memorandum of the National Ordinance on Remuneration of Persons Holding Political Authority

Translation of the Explanatory Memorandum of the National Ordinance on Remuneration of Persons Holding Political Authority