LANDSVERORDENING houdende voorzieningen tot regeling van de kreeftenvangst in de wateren rondom Sint Maarten en tot regeling van de kreeftenhandel in het genoemde land

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende voorzieningen tot regeling van de kreeftenvangst in de wateren rondom Sint Maarten en tot regeling van de kreeftenhandel in het genoemde land.

Artikel 1

Onder kreeften worden verstaan de tot het geslacht Panulirus behorende Crustaceeën, voorts bekend onder de namen langoust, langosta, kreef(t), (spiny) lobster, crawfish.

Artikel 2

  • 1. Het is verboden kreeften te vangen, te doden, onder zich te hebben, dood of levend ter verkoop of ter aflevering voor handen te hebben, te koop aan te bieden, te verkopen, te kopen, te verhandelen, als geschenk te geven, af te leveren, te vervoeren, in te voeren of uit te voeren, voor zover deze beneden de in het volgend lid vastgestelde minimummaat zijn.

  • 2. De in lid 1 bedoelde minimummaat heeft betrekking op het voorste gedeelte van de kreeft, genaamd kopborststuk of cephalothorax beter bekend als “cape” welke lengte, gemeten over de rugzijde, niet minder mag bedragen dan 8¾ centimeter oftewel 3½ inches.

  • 3. De in lid 1 vervatte verbodsbepalingen zijn niet van toepassing ten aanzien van door de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie, hierna: de minister, aan te wijzen personen, aan wie onder bepaalde voorwaarden speciale vergunningen zijn verleend om, ten behoeve van een wetenschappelijk, opvoedkundig of ander doel, kreeften te vervoeren of uit te voeren.

  • 4. Levend gevangen kreeften beneden de minimummaat dienen onmiddellijk vrijgelaten te worden.

Artikel 3

Het is verboden kreeften te vangen of te doden met behulp van spiesen, speren of vorken, behoudens als individuele sportbeoefening.

Artikel 4

Het is verboden kreeften op te kopen met het doel deze te verkopen, te verhandelen, af te leveren, te vervoeren, in of uit te voeren, zonder in het bezit te zijn van eenvergunning, van welke het model wordt vastgesteld door de minister.

Artikel 5

  • 1. Overtreding van de in artikel 2, 3 en 4 gestelde verbodsbepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. De dieren welke in strijd met bovenbedoelde bepalingen zijn verkregen, worden in beslag genomen en kunnen verbeurd verklaard worden.

  • 3. De vergunning, bedoeld in artikel 4, kan bij veroordeling wegens enige handeling in strijd met de bepalingen in artikel 2 worden ingetrokken.

Artikel 6

De in deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 7

Met het opsporen van de bij deze verordening strafbaar gestelde feiten zijn, behalve de in het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast:

  • a.

    de ambtenaren der Douane;

  • b.

    andere daartoe door de minister aan te wijzen personen.

Artikel 8

Het toezicht op de uitvoering van de bij deze verordening gestelde bepalingen wordt opgedragen aan een door de minister aan te wijzen functionaris.

Artikel 9

Deze verordening kan worden aangehaald als “Kreeftenverordening”.

Artikel 10

[regelt de inwerkingtreding]