Regeling vervallen per 01-01-2020

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 18de mei 2011 tot vaststelling van enkele voorschriften ter uitvoering van de Kiesverordening

Geldend van 08-10-2014 t/m 31-12-2019 met terugwerkende kracht vanaf 01-07-2014

Intitulé

Landsbesluit, houdende algemene maatregelen, van de 18de mei 2011 tot vaststelling van enkele voorschriften ter uitvoering van de Kiesverordening

§ 1. De modellen

Artikel 1

Voor het verzoekschrift, bedoeld in artikel 9, eerste lid, van de Kiesverordening, worden vastgesteld de bij dit landsbesluit behorende modellen 1A en 1B.

Artikel 2

Voor de kandidatenlijst, bedoeld in artikel 22, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 2.

Artikel 3

Voor de schriftelijke verklaring van instemming in de kandidaatstelling, bedoeld in artikel 25, eerste lid, van de Kiesverordening, worden vastgesteld de bij dit landsbesluit behorende modellen 3A en 3B.

Artikel 4

Voor de schriftelijke verklaring van ontvangst van de waarborgsom, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 4.

Artikel 5

  • 1. Voor de kaart tot oproeping voor de stemming, bedoeld in artikel 43, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 5.

  • 2. De kaart is vervaardigd van karton, in de kleur chamois.

  • 3. De kaart wordt oproepingskaart genoemd.

Artikel 6

Voor de lijst houdende het afschrift van de gegevens uit het kiezersregister, bedoeld in artikel 53, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 6.

Artikel 7

  • 1. Voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 28, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 7.

  • 2. Voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 30 van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 8.

  • 3. Voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 9.

  • 4. Voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 10.

  • 5. Voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 101 van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 11.

  • 6. Voor het proces-verbaal van de zitting van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 113, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 12.

Artikel 8

  • 1. Voor het proces-verbaal, op te maken in het geval, bedoeld in artikel 93, eerste lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 13.

  • 2. Voor de processen-verbaal, op te maken in de gevallen, bedoeld in artikel 93, tweede lid, van de Kiesverordening, worden vastgesteld de bij dit landsbesluit behorende modellen 14, respectievelijk 15.

  • 3. Voor het proces-verbaal, op te maken in het geval, bedoeld in artikel 93, derde lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 16.

  • 4. Voor het proces-verbaal, op te maken in het geval, bedoeld in artikel 93, vierde lid, van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 17.

Artikel 9

Voor het besluit van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 94 van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 18.

Artikel 10

  • 1. Voor het besluit van de voorzitter van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 114 van de Kiesverordening, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 19.

  • 2. Voor de besluiten van de voorzitter van het centraal stembureau, bedoeld in artikel 115 van de Kiesverordening, worden vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende modellen 20, onderscheidenlijk 21.

§ 2. De verdeling in stemdistricten

Artikel 11

Het land is verdeeld in stemdistricten overeenkomstig de bij dit landsbesluit behorende model 22.

§ 3. De inrichting van het stemlokaal

Artikel 12

  • 1. In elk stemlokaal bevindt zich op elk aantal van ten volle 250 kiezers, dat het stemdistrict telt, tenminste een stemhokje.

  • 2. Het stemhokje bestaat uit twee zijwanden, elk van ten minste 1 meter breed en 2 meter hoog. Wordt het hokje met de achterzijde niet tegen een ondoorzichtig deel van een wand van het lokaal geplaatst, dan dient de achterwand te zijn afgedekt. Aan de bovenkant van de voorzijde worden gordijnen aangebracht van ondoorzichtige zwarte stof,waarvan de verzwaarde onderkant afhangt tot beneden de hoogte van de lessenaar, in het derde lid genoemd.

  • 3. In elk stemhokje bevindt zich een lessenaar ter hoogte van ten minste 1.20 meter.

  • 4. Op elke lessenaar bevinden zich ten minste twee vastliggende rode potloden.

Artikel 13

De stembus voldoet aan de volgende vereisten:

  • a.
    • de bus is afsluitbaar met een deksel dat voorzien is van een slot;

  • b.
    • het deksel is in het midden voorzien van een sleuf waardoor de stembiljetten in de bus worden gestoken; en,

  • c.
    • de sleuf wordt op zodanige wijze afgesloten dat de bus slechts kan worden geopend nadat het deksel is geopend.

§ 4. De schorsing van de zitting van het stembureau

Artikel 14

  • 1. Indien zich een situatie als bedoeld in artikel 74, eerste lid, van de Kiesverordening voordoet, wordt de sleuf van de stembus onmiddellijk in tegenwoordigheid van de in het stemlokaal aanwezige kiezers gesloten, waarna de stembus wordt verzegeld.

  • 2. Indien een stemmachine wordt gebezigd, worden het bedieningspaneel, alsmede de knop of hefboom, door middel waarvan de machine voor het gebruik door de kiezer in gereedheid wordt gebracht afgesloten of vergrendeld.

  • 3. Aan de deur van het stemlokaal wordt een kennisgeving bevestigd tot wanneer de stemming is geschorst.

Artikel 15

Vervolgens worden in afzonderlijke, te verzegelen pakken gesloten:

  • a.

    de sleutels waarmede de stembus of stemmachine is afgesloten;

  • b.

    de niet gebruikte stembiljetten;

  • c.

    de teruggegeven en onbruikbaar gemaakte stembiljetten;

  • d.

    de ingeleverde oproepingskaarten;

  • e.

    het afschrift van de gegevens uit het kiezersregister.

Artikel 16

Indien de stemopneming is geschorst voordat de stembus zou worden geopend, wordt de stembus verzegeld en is artikel 15 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 17

Indien de stemopneming is geschorst nadat de stembus is geopend, worden alle stembiljetten die zich in de stembus bevonden, daarin teruggedaan, waarna de stembus wordt gesloten en verzegeld. De sleutel waarmee de stembus is afgesloten, wordt in een te verzegelen enveloppe gedaan.

Artikel 18

  • 1. Van de geschorste zitting wordt proces-verbaal opgemaakt, waarin van de in artikel 15 bedoelde verrichtingen tevens melding wordt gemaakt.

  • 2. Voor het proces-verbaal van de geschorste zitting van het stembureau, bedoeld in het eerste lid, wordt vastgesteld het bij dit landsbesluit behorende model 23.

Artikel 19

  • 1. Onmiddellijk na ondertekening van het proces-verbaal wordt dit met de stembus, dan wel de stemmachine en de verzegelde pakken door de voorzitter aan het hoofd van de afdeling Burgerzaken ter bewaring overgegeven.

  • 2. Op de dag waarop de stemming wordt hervat, stelt het in het eerste lid genoemde hoofd tijdig vóór de aanvang der stemming de ingevolge het eerste lid aan hem overgegeven stembus, dan wel de stemmachine, en pakken ter beschikking van het stembureau.

  • 3. Tijdig vóór de aanvang van de hervatte stemming pent het stembureau de pakken en stelt het aantal biljetten opnieuw vast.

  • 4. Voor deze stemming wordt een andere stembus gebezigd.

  • 5. Indien een stemmachine is gebruikt, wordt dezelfde machine voor de hervatte stemming gebezigd.

  • 6. De stemming wordt hervat acht uur in de ochtend en duurt tot acht uur in de avond.

§ 5. De vergoeding voor de leden en plaatsvervangende leden van het centraal stembureau en de overige stembureaus

Artikel 20

  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van het centraal stembureau als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Kiesverordening, ontvangen ten laste van Landskas een vaste vergoeding.

  • 2. De vergoeding bedraagt NAF. 400.

  • 3. De uitbetaling van de vergoeding geschiedt telkens op de vijfde dag na de stemming als bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de Kiesverordening.

Artikel 21

  • 1. De voorzitter, leden en plaatsvervangende leden van een stembureau als bedoeld in artikel 42, eerste lid, van de Kiesverordening, ontvangen ten laste van Landskas een vaste vergoeding.

  • 2. De vergoeding bedraagt voor de voorzitter NAF. 400.

  • 3. De vergoeding bedraagt voor de overige leden en plaatsvervangende leden NAF. 350.

  • 4. De uitbetaling van de vergoeding geschiedt telkens op de vijfde dag na de stemming als bedoeld in artikel 87, eerste lid, van de Kiesverordening.

Paragraaf 6 Slotbepalingen

Artikel 22

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 23

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Kiesbesluit.

Nota van toelichting AB 2014, no.62

Nota van Toelichting AB 2014, no. 62

Bijlage Modellen 1 tot en met 23

Model 1A

Model 1B

Model 2

Model 3A

Model 3B

Model 4

Model 5

Model 6

Model 7

Model 8

Model 9

Model 10

Model 11

Model 12

Model 13

Model 14

Model 15

Model 16

Model 17

Model 18

Model 19

Model 20

Model 21

Model 22

Model 23

Nota van toelichting AB 2013, no. 38

Nota van Toelichting AB 2013, no. 38