Ministeriële beschikking, van de Minister van Justitie, van de 31ste mei 2011, inzake vaststelling van algemene voorwaarden, onder welke een legitimatiebewijs kan worden verleend aan opsporingsambtenaren

Geldend van 19-07-2011 t/m heden

Intitulé

Ministeriële beschikking, van de Minister van Justitie, van de 31ste mei 2011, inzake vaststelling van algemene voorwaarden, onder welke een legitimatiebewijs kan worden verleend aan opsporingsambtenaren

Artikel 1

  • 1. Voor ambtenaren en personen, belast met de opsporing van strafbare feiten, wordt vastgesteld een legitimatiebewijs voor iedere afzonderlijke dienst, onderneming of stichting volgens model, aangegeven in bijlage I van deze beschikking ( kredietkaart model).

  • 2. De legitimatiebewijzen worden uitgevoerd in zwarte opdruk op blanco gekleurd PVC kaarten waarin verschillende beveiligingen zijn ingebouwd en wel:

    • a.

      Model I voor de ambtenaren van het Openbaar Ministerie, bij het Hof van Justitie en bij het Gerecht in Eerste Aanleg op een gele ondergrond;

    • b.

      Model II voor de opsporingsambtenaren van het Korps Politie Sint Maarten op een lichtblauwe ondergrond;

    • c.

      Model III voor de opsporingsambtenaren van de Dienst der Belastingen en Douane op een lichtbruine ondergrond;

    • d.

      Model IV voor de Buitengewoon Agenten van Politie op een lichtgroene ondergrond;

    • e.

      Model V voor de overige opsporingsambtenaren op een rose ondergrond.

  • 3. De legitimatiebewijzen zijn doorlopend genummerd en worden aan de linker voorzijde voorzien van een foto van de houder.

Artikel 2

De legitimatiebewijzen hebben een geldigheidsduur van ten hoogste vijf jaren. De datum, waarop de geldigheidsduur eindigt, zal op het legitimatiebewijs worden vermeld.

Artikel 3

De legitimatiebewijzen blijven eigendom van de rechtspersoon het Land Sint Maarten.

Artikel 4

Wanneer legitimatiebewijzen per post worden verzonden, dient zulks aangetekend te geschieden.

Artikel 5

  • 1.

    Zodra de houder van een legitimatiebewijs ophoudt de hoedanigheid van opsporingsambtenaar te bezitten, is hij gehouden het legitimatiebewijs onverwijld bij de hoofdcommissaris van Politie van Sint Maarten of diens vervanger in te leveren of het per

    post toe te zenden.

  • 2.

    Bij vermissing, ontvreemding en geheel of gedeeltelijk tenietgaan van het legitimatiebewijs dient daarvan door de houder terstond te worden kennisgegeven aan de Minister van Justitie van Sint Maarten of diens vervanger. De Minister van Justitie of diens vervanger zijn gehouden zodanige kennisgevingen ten spoedigste door te geven aan de

    Hoofdcommissaris.

  • 3.

    Laatstgenoemde zal de vermissing of ontvreemding bekend maken.

De in de voorgaande leden bedoelde inlevering of kennisgeving geschiedt zoveel mogelijk door tussenkomst van het hoofd van de dienst of werkgever van de betrokken opsporingsambtenaar.

Artikel 6

Aanvragen tot afgifte van een legitimatiebewijs dienen te worden gericht aan de Hoofdcommissaris, onder gebruikmaking van een aanvraagformulier, ingericht als aangegeven in de bijlage II van deze beschikking. De aanvragen worden ondertekend door het hoofd van de dienst of onderneming of door één of meer daartoe bevoegde leden van het bestuur der vereniging of stichting, waarbij of waarvoor de opsporingsambtenaar werkzaam is.

Artikel 7

  • 1. Door de zorg van de hoofdcommissaris zullen de opsporingsambtenaren, alsmede hun Hoofden van dienst of werkgevers, dan wel de betrokken verenigingen of stichtingen tijdig schriftelijk in kennis worden gesteld van het verstrijken van de geldigheidsduur der legitimatiebewijzen. Na ontvangst dezer kennisgeving zijn de opsporingsambtenaren gehouden, door tussenkomst van het hoofd van dienst, de werkgever, de vereniging of de stichting, schriftelijk een nieuwe legitimatiebewijs aan te

    vragen, onder opgave van de wijzigingen, die eventueel in de gegevens

    op het legitimatiebewijs moeten worden aangebracht.

  • 2. Het nieuwe legitimatiebewijs wordt aan het hoofd van de dienst, de werkgever, de vereniging of de stichting gezonden, die dit aan betrokkene zal doen uitreiken ter inlevering van het oude legitimatiebewijs. Het hoofd van dienst, de werkgever, de vereniging of stichting zendt het ingeleverde legitimatiebewijs ten spoedigste aan de hoofdcommissaris.

Artikel 8

  • 1. De legitimatiebewijzen van de ambtenaren van het Openbaar Ministerie, bij het Hof van Justitie en bij het Gerecht in Eerste Aanleg, de hoofdcommissaris van politie en van de hoofden van dienst worden door de Minister van Justitie ondertekend.

  • 2. De legitimatiebewijzen voor de overige opsporingsambtenaren worden namens de Minister van Justitie ondertekend door de hoofdcommissaris.

Artikel 9

  • 1. De verstrekking van legitimatiebewijzen geschiedt door een door de Minister van Justitie te bepalen bedrag.

  • 2. De legitimatiebewijzen worden vervaardigd en uitgereikt door de zorg van de Hoofdcommissaris van politie.

  • 3. Wanneer de opsporingsambtenaar tevens hulpofficier van justitie is, wordt zulks op het legitimatiebewijs vermeld.

Artikel 10

Door de zorg van de hoofdcommissaris wordt het door hem afgegeven legitimatiebewijs geregistreerd in een beveiligde doorlopend register op de harde schijf van een computer systeem welke door de Minister van Justitie van Sint Maarten is goedgekeurd. Dit systeem wordt op een door de hoofdcommissaris aangewezen plaats bewaard en door een door hem aangewezen ambtenaar(en) onderhouden en bijgewerkt.

Artikel 11

[regelt de inwerkingtreding]