Regeling vervallen per 31-07-2019

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie van Justitie

Geldend van 10-10-2010 t/m 30-07-2019

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie van Justitie

HOOFDSTUK I: Taken

Artikel 1

Het Ministerie van Justitie heeft ten minste de volgende algemene taken:

  • a.

    de voorbereiding van beleid met betrekking tot aangelegenheden welke het ministerie raken;

  • b.

    de voorbereiding van wet- en regelgeving met betrekking tot aangelegenheden welke het ministerie raken;

  • c.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen bij of krachtens wettelijke regeling aan het ministerie in het bijzonder is opgedragen of geacht moet worden daartoe te behoren;

  • d.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen krachtens medeondertekening valt onder de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het ministerie;

  • e.

    het monitoren, controleren en evalueren van het beleid en de uitvoering hiervan door de afdelingen en uitvoerende organisaties. In dit kader wordt gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van beleid.

Artikel 2

Onverminderd artikel 1 heeft het ministerie de volgende hoofdtaken:

  • a.

    het ontwikkelen, vaststellen (codificatie) en wijzigen van het burgerlijk recht, strafrecht, bestuursrecht, handelsrecht, burgerlijk procesrecht en strafprocesrecht;

  • b.

    vreemdelingen zaken inclusief toelating en uitzetting;

  • c.

    justitiële jeugdbescherming;

  • d.

    beleid, wet- en regelgeving inzake de handhaving van de openbare orde;

  • e.

    beleid, wet- en regelgeving inzake criminaliteitsbestrijding en preventie;

  • f.

    beleid, wet- en regelgeving inzake de detentiezorg, het gevangeniswezen, de vrijheidsbeneming en invrijheidstelling, waaronder gratie, amnestie en generaal pardon;

  • g.

    de kustwacht en het politiewezen;

  • h.

    het justitiële apparaat, de rechtsprekende macht en het openbaar ministerie.

HOOFSTUK II: Onderverdeling

Artikel 3

  • 1. Er is een stafbureau ter ondersteuning van de secretaris-generaal.

  • 2. Onverminderd de algemene taak, genoemd in het eerste lid, is het stafbureau belast met de algemene aandachtsgebieden en programma’s die binnen de sector afdeling- of dienstoverstijgend zijn.

Artikel 4

Het ministerie bestaat voorts uit de volgende afdelingen en uitvoerende organisaties:

  • a.

    de afdelingen:

  • i.

    de afdeling Justitiële Zaken;

  • b.

    uitvoerende organisaties:

  • i.

    Korps Politie Sint Maarten;

  • ii.

    Gevangenis en Huis van bewaring;

  • iii.

    Immigratie en Naturalisatiedienst;

  • iv.

    Landsrecherche;

  • v.

    Douane;

  • vi.

    Meldpunt Ongebruikelijke Transacties.

Artikel 5

Het formatieplan, alsmede alle functiebeschrijvingen van de gehele sector worden beschreven in bijlage 1: Functieboek Justitie, en vormen een integraal onderdeel van dit besluit.

Artikel 6

  • 1. Het hoofd van een afdeling is belast met de leiding van de afdeling en is de eerstverantwoordelijke voor het functioneren van de afdeling.

  • 2. Het afdelingshoofd neemt de uitvoering van deze taak de door de secretaris-generaal gegeven aanwijzingen in acht.

  • 3. Het afdelingshoofd rapporteert over de uitvoering van de dagelijkse managementtaken aan de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd heeft voor wat betreft de totstandkoming van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering een informatieplicht ten aanzien van de secretaris-generaal.

  • 5. Het afdelingshoofd neemt kennis van alle inkomende stukken.

  • 6. Alle uitgaande adviezen worden door het afdelingshoofd ondertekend.

  • 7. Het afdelingshoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 8. De secretaris-generaal wijst op aanbeveling van het afdelingshoofd een plaatsvervangend afdelingshoofd aan.

Artikel 7

  • 1. Het hoofd van een sectie is belast met en verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de sectie.

  • 2. Het sectiehoofd neemt bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, de aanwijzingen van het afdelingshoofd in acht.

  • 3. Het sectiehoofd is voor de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, verantwoording verschuldigd aan het afdelingshoofd.

  • 4. Het sectiehoofd neemt kennis van alle inkomende stukken de sectie betreffende.

  • 5. Alle uitgaande stukken van de sectie worden door het sectiehoofd ondertekend en ter accordering en ondertekening voorgelegd aan het afdelingshoofd.

  • 6. Het sectiehoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de sectie of afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van het afdelingshoofd.

Artikel 8

  • 1. Het afdelingshoofd draagt zorg voor het stafoverleg met de sectiehoofden en ziet toe op het doen plaatsvinden van werkoverleg binnen de secties.

  • 2. Het afdelingshoofd legt de Administratieve Organisatie voor de afdeling en de overige werkinstructies voor het personeel schriftelijk vast.

  • 3. Het afdelingshoofd brengt de Administratieve Organisatie en werkinstructies, als bedoeld onder lid 2, onverwijld ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd ziet al dan niet door tussenkomst van het sectiehoofd op gepaste wijze toe op het gedrag en de wijze van dienstvervulling van het personeel werkzaam bij de afdeling.

Artikel 9

Het afdelingshoofd brengt jaarlijks vóór 15 januari schriftelijk verslag uit aan de secretaris-generaal betreffende de werkzaamheden die door de afdeling in het voorafgaande jaar zijn uitgevoerd en van andere vermeldenswaardige zaken die in aanmerking komen voor opneming in het jaarverslag van het ministerie.

Artikel 10

  • 1. Het diensthoofd van een uitvoerende organisatie is belast met de leiding van de dienst en is de eindverantwoordelijke voor het functioneren van de dienst.

  • 2. Het diensthoofd sluit jaarlijks een managementovereenkomst af met de secretaris-generaal waarin de kwaliteit en kwantiteit van de te leveren diensten worden vastgelegd alsmede de financiële en beleidskaders waarbinnen deze gerealiseerd moeten worden.

  • 3. Het diensthoofd neemt bij de uitvoering van deze taak de aanwijzingen en werkprocessen ten aanzien financiën, personeel, facilitaire zaken en ICT in acht.

  • 4. Het diensthoofd neemt op basis van een overeenkomst ondersteunende diensten af van de Dienst Middelen en Ondersteuning (DMO) met betrekking tot: personeel en organisatie, automatisering, archief- en informatievoorziening en facilitaire zaken.

  • 5. De artikelen 7, 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing op uitvoerende diensten.

  • 6. Het diensthoofd verleent medewerking aan eventuele onderzoeken naar het functioneren van de dienst door een inspectiedienst of andere instanties door de secretaris-generaal aangewezen.

HOOFDSTUK III: Doelstellingen en taken per afdeling of dienst

Artikel 11 Afdeling Justitiële Zaken

  • 1. Ter verwezenlijk van de doelstelling van het ministerie is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het opstellen van beleid en het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het beleid ten behoeve van activiteiten die strekken tot internalisatie van maatschappelijk aanvaardbare normen en waarden en normconform gedrag gebaseerd op vroegtijdige signalering en gedegen onderzoek, waaronder het budgettaire instrumentarium;

    • b.

      het opstellen van beleid en het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het beleid ten behoeve van effectieve en efficiënte opsporing en vervolging, alternatieve strafafdoening en slachtofferzorg, waaronder het budgettaire instrumentarium;

    • c.

      het bewaken van de kwaliteit van de rechtshandhaving en justitiële klachtenbehandeling;

    • d.

      het bewaken van de kwaliteit van de politie en het openbaar ministerie;

    • e.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van de landelijke wet- en regelgeving inzake criminaliteitspreventie, de bevordering van de veiligheid, een effectieve en efficiënte opsporing en vervolging, alternatieve strafafdoening en slachtofferzorg, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • f.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van het burgerlijk (proces)recht, handelsrecht, en het bestuursprocesrecht, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • g.

      het opstellen van beleid en het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het beleid ten behoeve van de handhaving van de fundamentele principes die aan de rechtsorde ten grondslag liggen en ten behoeve van de waarborging van fundamentele rechten en vrijheden, zulks in relatie tot het strafrechtelijk systeem, waaronder het budgettaire instrumentarium;

    • h.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van de wet- en regelgeving ter waarborging van de fundamentele rechten en vrijheden van de mens, zulks in relatie tot het strafrechtelijk systeem, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • i.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van de wet- en regelgeving ter bevordering van het welzijn en de resocialisatie van gedetineerden en de instandhouding van randvoorwaarden die nodig zijn voor een humane strafexecutie, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • j.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van de wet- en regelgeving ter voorkoming van de zedelijke en lichamelijke ondergang van minderjarigen en de bevordering van op (weder)opvoeding gerichte activiteiten, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving;

    • k.

      het opstellen van beleid en het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het beleid ter bevordering van voorzieningen voor het welzijn en de resocialisatie van gedetineerden en instandhouding van de randvoorwaarden die nodig zijn voor een humane strafexecutie, waaronder het budgettaire instrumentarium;

    • l.

      het bewaken van de kwaliteit van de detentiezorg;

    • m.

      het bewaken van de kwaliteit van het reclasseringswezen en de slachtofferzorg;

    • n.

      het opstellen van beleid en het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het beleid ter voorkoming van zedelijke en lichamelijke ondergang van minderjarigen en de bevordering van op (weder) opvoeding gerichte activiteiten, waaronder het budgettaire instrumentarium;

    • o.

      het bewaken van de kwaliteit van de justitiële jeugdbescherming.

  • 2. De afdeling is verdeeld in de volgende secties:

    • a.

      Beleid;

    • b.

      Planning en Control.

Artikel 12 Korps Politie Sint Maarten

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is: alert en professioneel ingrijpen bij (dreigende) strafbare feiten, ordeverstoringgen, overlast en noodsituaties door een integere werkwijze die gebaseerd is op nabijheid, beschikbaarheid en voorspelbaarheid. Tevens het ondersteunen van het eigen vermogen van burgers en samenleving om veiligheidsproblemen in de eigen leefomgeving tot voorkomen en beheersbaar te houden. Daarmee het vertrouwen in de rechtsstaat en het gevoel van mensen te bevorderen zodat zij leven in een maatschappij die naar rechtvaardigheid streeft en waarin het normaal is zich aan de regels te houden.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken;

    • a.

      het zorgdragen voor de uitvoering van het Nationaal Criminaliteitsbeleid;

    • b.

      handhaving van de openbare orde en de openbare rechtsorde;

    • c.

      opsporing van strafbare feiten;

    • d.

      hulpverlening bij nood;

    • e.

      signalering van en advisering bij (on)veiligheidssituaties;

    • f.

      het handhaven van verkeers- en vervoersregels.

Artikel 13 Gevangenis en Huis van Bewaring

  • 1. De algemene doelstellingen van de dienst zijn:

    • a.

      het op een humane wijze doen uitvoeren van detentie en overige rechtelijke vrijheidsbenemende maatregelen;

    • b.

      het aanbieden van programma’s om de resocialisatie van de gedetineerden te bevorderen.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het in bewaring stellen of in hechtenis nemen van gedetineerden;

    • b.

      het zorgdragen voor een gestructureerde reïntegratieprogramma.

Artikel 14 Immigratie en Naturalisatiedienst

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het zorgdragen voor de coördinatie en uitvoering van een consequent, restrictief en transparant vreemdelingenbeleid waaronder toegang, toelating, (tijdelijk) verblijf, toezicht en terugkeer van vreemdelingen naar hun land van herkomst, alsmede de coördinatie van de uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap in Sint Maarten.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      de zorg voor de uitvoering van het visa beleid en afstemming hiervan met de Koninkrijkspartners en de Collectivité de Saint Martin;

    • b.

      de zorg voor het toegangsbeleid en de coördinatie van toegang tot Sint Maarten inclusief voorschriften voor de grensbewaking en controle ten aanzien van vreemdelingen;

    • c.

      de zorg voor de uitvoering van het toelatingsbeleid waaronder het ontwikkelen beleidsvoorstellen voor het verbeteren van de uitvoering hiervan;

    • d.

      de zorg voor het terugkeerbeleid en de coördinatie van terugkeer bij vrijwillig terugkeer of gedwongen terugkeer naar landen van herkomst van de vreemdelingen;

    • e.

      de zorg van het toezichtbeleid en de coördinatie van het toezicht op administratief, bestuursrechtelijk en handhavinggebied;

    • f.

      de zorg voor de uitvoering van het naturalisatiebeleid op basis van de Rijkswet op het Nederlanderschap;

    • g.

      de zorg van de procesvertegenwoordiging van de Minister van Justitie in bestuursrechtelijke procedures.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 15 Landsrecherche

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is: het verrichten van strafrechtelijke onderzoeken binnen het ambtelijk apparaat ten behoeve van het integer functioneren van dit apparaat.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het verrichten van strafrechtelijke onderzoeken binnen het ambtelijk apparaat of ten aanzien van bekleders van een openbaar ambt;

    • b.

      het instellen van onderzoeken van strafrechtelijke aard binnen het politieapparaat in opdracht van de minister en het openbaar ministerie;

    • c.

      het leveren van bijstand in opdracht van de Procureur-Generaal

      (P-G).

Artikel 16 Douane

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is: Het beheersen van de goederenstroom langs de landsgrenzen.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      toezicht en controle van de in-, uit- en doorvoer van alle goederen langs de landsgrenzen;

    • b.

      opsporing van terzake in-, uit-, en doorvoer van verboden goederen en mede toezicht op de naleving van relevante wetgeving op het gebied van economie, gezondheid, milieu, veiligheid en financiën;

    • c.

      heffing en inning van alle invoerrechten en andere belastingen bij invoer;

    • d.

      bescherming van de kwaliteit van de samenleving (veiligheid, gezondheid, economie, flora en fauna, cultuur);

    • e.

      verstrekken van informatie voor het opstellen van handelsstatistieken;

    • f.

      verstrekken van informatie aan de Minister van Financiën ten behoeve van nationaal beleid en internationale samenwerking.

Artikel 17 Meldpunt Ongebruikelijke Transacties

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is: het op effectieve wijze opsporen en voorkomen van het witwassen van geld en de hieraan ten grondslag liggende misdrijven.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken

    • a.

      het verzamelen, registreren, bewerken en analyseren van gegevens ter voorkoming en opsporing van het witwassen van geld en hieraan ten grondslag liggende misdrijven;

    • b.

      het verstrekken van gegevens aan de bevoegde autoriteiten;

    • c.

      het verrichten van onderzoeken naar de ontwikkelingen op het beleidsterrein en verbetering van de methoden voor opsporing en voorkoming;

    • d.

      het geven van aanbevelingen aan de relevante bedrijfstakken over te treffen maatregelen ter voorkoming van het witwassen van geld;

    • e.

      het geven van voorlichting;

    • d.

      het uitbrengen van periodieke verslagen aan de Ministers van Financiën en Justitie.

HOOFDSTUK IV: Slotbepalingen

Artikel 18

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Justitie.

Artikel 19

[regelt de inwerkingtreding]