LANDSVERORDENING op de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING op de de invordering van belastingen, bijdragen en vergoedingen

HOOFDSTUK I Invordering van de inkomstenbelasting, de winstbelasting en de grondbelasting

Artikel 1

De invordering van inkomstenbelasting, de winstbelasting en de grondbelasting, alsmede van de op die belastingen geheven opcenten, geschiedt overeenkomstig de bepalingen van de volgende artikelen en krachtens kohieren, welke worden toegezonden aan de Ontvanger.

Artikel 2

  • 1. De Ontvanger zendt zo spoedig mogelijk na ontvangst der kohieren, aan ieder, wiens naam daarop voorkomt, kosteloos een aanslagbiljet.

  • 2. De dagtekening wordt in het kohier en op het aanslagbiljet vermeld; deze vermelding strekt tot bewijs van die dagtekening.

  • 3. De wijze van uitreiking der aanslagbiljetten wordt door de Ontvanger geregeld. Daarbij wordt er, behoudens het bepaalde in het volgende artikel, naar gestreefd, dat deze zoveel mogelijk per post plaats heeft.

Artikel 3

  • 1. De verzending van de aanslagbiljetten, in het eerste lid van het vorige artikel bedoeld, en de inning van de daarop voorkomende bedragen kan mede plaats hebben door tussenkomst van de werkgever bij wie de belastingschuldige in dienst is, doch slechts in bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen gevallen en onder daarbij te stellen voorwaarden.

  • 2. Het bepaalde in artikel 2, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 4

  • 1. Alle betalingen van belastingen, rente wegens te late betaling, alsmede van de kosten van vervolging moeten geschieden aan de Ontvanger.

  • 2. Indien het aanslagbiljet bij de betaling niet wordt aangeboden, kan een duplicaat daarvan worden opgemaakt en uitgereikt.

Artikel 5

De toerekening en afschrijving der betalingen of van de tot verhaal van het verschuldigde ontoereikende opbrengst bij uitwinning geschiedt in de volgende orde:

  • op kosten van vervolging;

  • op de onkosten volgens de verordeningen ten laste van de belastingschuldige of belanghebbende komende;

  • op de oudste openstaande aanslagen of termijnen.

Artikel 6

  • 1. De Ontvanger is bevoegd aan de belastingschuldige op zijn verzoek uitstel van betaling en gemakkelijker betalingsvoorwaarden te verlenen, indien onafwijsbaar blijkt, dat hij door bijzondere omstandigheden, buiten zijn wil, niet bij machte is aan de voorgeschreven betalingsregelen te voldoen.

  • 2. Uitstel van betaling of enige andere betalingsregeling doet niet af aan het bepaalde in artikel 11.

  • 3. Voor wat betreft de winstbelasting wordt uitstel nimmer voor langer dan vier maanden verleend.

  • 4. De in de leden een en drie bedoelde betalingsregelingen worden schriftelijk verleend.

  • 5. Indien de belastingschuldige niet in staat is anders dan met buitengewoon bezwaar de belasting of de volle belasting te betalen, kan de belasting geheel of gedeeltelijk worden kwijtgescholden, doch slechts in bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen gevallen en onder daarbij te stellen voorwaarden.

Artikel 7

Ongeacht hetgeen bij de belastingverordeningen omtrent de termijnen van betaling is bepaald, zijn alle verschuldigde belastingen ineens en terstond invorderbaar:

  • wanneer de belastingplichtige in staat van faillissement is verklaard, gelijk mede in geval van beslaglegging op zijn roerende of onroerende goederen vanwege de rechtspersoon Sint Maarten of van verkoop daarvan, tengevolge van een beslaglegging namens derden;

  • wanneer blijkt, dat de belastingschuldige Sint Maarten wil verlaten met wegvoering of na vervreemding van zijn roerende goederen, dan wel op grond van andere feiten en omstandigheden gerechtvaardigde vrees bestaat voor verduistering van zijn roerende goederen;

  • wanneer een vordering wordt gedaan als bedoeld in artikel 10 van deLandsverordening op de invordering van directe belastingen.

Artikel 8

  • 1. Bij de uitbetaling van bezoldigingen, verlofbezoldigingen, non-activiteitstraktementen, wachtgelden en andere beloningen van personen in dienst van Sint Maarten wordt telkenmale, tenzij de belasting binnen een maand na dagtekening van het aanslagbiljet in haar geheel wordt voldaan, een deel van de aanslag in de inkomstenbelasting, in het lopende jaar opgelegd, ingehouden volgens voorschriften bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te geven. Inhouding kan op overeenkomstige wijze geschieden ten aanzien van de aanslagen in de grondbelasting.

  • 2. De beperking vervat in artikel 1614g van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing met betrekking tot de in het vorige lid bedoelde inhouding.

Artikel 9

De verplichting tot betaling der belastingen wordt niet geschorst door de indiening van bezwaarschriften tegen de aanslag of van aangiften of verzoekschriften tot het verkrijgen van ontheffing, noch door verkrijging van surseance van betaling voor zover volgens het Faillissementsbesluit 1931 de surseance ten aanzien van de verplichting tot betaling niet werkt, evenmin door het voorbehouden recht van beraad of door aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving.

Artikel 10

  • 1. De aanslagen in de in artikel 1 bedoelde belastingen, welke vijf jaren na de dagtekening van het aanslagbiljet, of na de laatst betekende akte van vervolging niet zijn ingevorderd, zijn verjaard.

  • 2. De verjaring wordt echter gestuit door de erkentenis van de belastingschuldige, hetzij door woorden, hetzij door daden, van het bestaan der belastingschuld.

  • 3. Voor de verjaring telt niet mede de tijd, gedurende welke de belastingschuldige zich metterwoon buiten Sint Maarten bevindt.

Artikel 11

  • 1. De belastingschuldige, die in gebreke blijft de verschuldigde belasting voor of op de vervaldag te voldoen, wordt door de Ontvanger aangemaand om alsnog binnen veertien dagen het verschuldigde te betalen, onder kennisgeving dat hij bij gebreke daarvan rechtens tot betaling zal worden gedwongen.

  • 2. Door de nalatige, is voor de aanmaning, die wordt uitgereikt nadat de laatste termijn van de aanslag is vervallen, interest verschuldigd ten bedrage van een half ten honderd van het bedrag van de afbetaling per aangevangen maand. Als interestmaand worden aangemerkt de kalendermaanden volgende op die waarin de laatste termijn van de aanslag is vervallen. Het bedrag van de interest wordt naar boven afgerond op vijftig cent. Voor aanslagen beneden vijftig gulden wordt geen interest berekend.

  • 3. Het bepaalde in het vorige lid blijft buiten toepassing in de gevallen bedoeld in artikel 3.

Artikel 12

Indien de krachtens artikel 11 uitgereikte aanmaning niet tot betaling of het treffen van een betalingsregeling heeft geleid, gaat de Ontvanger over tot dwanginvordering.

HOOFDSTUK II Invordering van overige belastingen, bijdragen en vergoedingen

Artikel 13

De artikelen 5, 6, eerste en tweede lid, 7, 9,11, eerste lid, en 12 zijn van overeenkomstige toepassing op de invordering van de belastingen, niet vallende onder artikel 1, van de bijdragen en vergoedingen welke volgens tarieven, vastgesteld bij landsverordening of landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden geheven, en op de bijdragen en vergoedingen toekomende aan Sint Maarten, doch geheven volgens tarieven vastgesteld bij landsverordening of bij landsbesluit, houdende algemene regelen.

Artikel 14

Indien de krachtens artikel 13 uitgereikte aanmaning niet tot betaling of het treffen van een betalingsregeling heeft geleid, gaat de Ontvanger over tot dwanginvordering, voor zover die bij landsverordening is toegelaten.

HOOFDSTUK III Slotbepaling

Artikel 15

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als:Invorderingsverordening. [regelt de inwerkingtreding]

  • 2. [vervallen]