LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende regels ter uitvoering van de Landsverordening financiële bijstand

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, houdende regels ter uitvoering van de Landsverordening financiële bijstand

Hoofdstuk 1 Definities

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    landsverordening: de Landsverordening financiële bijstand;

  • b.

    basisnorm: het bedrag in geld dat dient als uitgangspunt voor de berekening van aan een belanghebbende te verlenen bijstand als periodieke uitkering.

Hoofdstuk 2 Berekening bijstand als periodieke uitkering

Artikel 2

  • 1. Als uitgangspunt voor de berekening van de als periodieke uitkering te verlenen bijstand wordt de basisnorm genomen.

  • 2. De basisnorm bedraagt een percentage van Naf 2.883,40.

  • 3. Het in het tweede lid bedoelde percentage luidt ingeval van:

    • a.

      een alleenstaande of woningdeler: 70;

    • b.

      een eenoudergezin: 85;

    • c.

      een gezin, niet zijnde een eenoudergezin: 90.

Artikel 3

  • 1. Aan de percentages, genoemd in artikel 2, derde lid, onderdeel b of c, wordt als opslag bedoeld in artikel 6, derde lid, van de landsverordening een percentage van het in artikel 2, tweede lid, genoemde bedrag toegevoegd.

  • 2. Het percentage, bedoeld in het eerste lid, luidt:

    • a.

      indien tot het gezin een kind behoort: 5;

    • b.

      indien tot het gezin twee kinderen behoren: 10;

    • c.

      indien tot het gezin drie of meer kinderen behoren: 15.

Artikel 4

  • 1. Ter berekening van de draagkracht van het gezin, de alleenstaande of de woningdeler wordt op de van toepassing zijnde basisnorm in mindering gebracht:

    • a.

      het gemiddelde genoten of verwachte totale inkomen per maand van het gezin, de alleenstaande, onderscheidenlijk de woningdeler;

    • b.

      het vermogen van het gezin, de alleenstaande, onderscheidenlijk de woningdeler, voor zover dat meer bedraagt dan Naf 5.000,00.

  • 2. De middeling van het inkomen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geschiedt over een periode van drie kalendermaanden, volgend op en met inbegrip van de kalendermaand waarin de aanvraag is ingediend.

Artikel 5

De over een kalendermaand te verlenen bijstand als periodieke uitkering ten behoeve van voorziening in de eerste levensbehoeften bedraagt een vierde deel van de overeenkomstig artikel 4 berekende draagkracht en wordt op hele guldens naar boven afgerond.

Artikel 6

In afwijking van artikel 5 wordt de bijstand verminderd met het bedrag dat de som van de berekende bijstand en het inkomen, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, meer bedraagt dan het bij of krachtens artikel 9 van de Landsverordening minimumlonen bepaalde minimumloon voor werknemers als bedoeld in de eerste volzin van het eerste lid van even genoemd artikel.

Artikel 7

  • 1. De over een kalendermaand te verlenen bijstand ten behoeve van de verzorging van de bejaarde dan wel van de geestelijk of lichamelijk gehandicapte belanghebbende bedraagt Naf 5,00 voor elk uur ingehuurde professionele zorg, tot een maximum van 50 uren.

  • 2. Ingehuurde zorg wordt als professioneel aangemerkt, indien de betrokken persoon daarvoor door opleiding of ervaring gekwalificeerd is.

  • 3. Voor professionele zorg door huisgenoten wordt geen vergoeding toegekend.

Hoofdstuk 3 Eenmalige uitkeringen

Artikel 8

  • 1. De maximale bedragen, die bij wijze van eenmalige uitkeringen als bijstand kunnen worden verleend, zijn:

    • a.

      voor transportkosten als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel a, van de verordening: de werkelijke kosten;

    • b.

      voor uitvaartkosten: Naf 4.500,00;

    • c.

      voor kosten van tijdelijke opvang na calamiteiten: NAf 10,00 per persoon per etmaal;

    • d.

      voor kosten van migratie van Curaçao, Bonaire, Sint Eustatius of Saba naar Sint Maarten: eenmalig NAf 650,00 per persoon, mits gebruikmakend van de laagste klasse van het gebruikte middel van openbaar vervoer;

    • e.

      voor de aanschaf van schooluniformen:

      • 1°.

        indien de belanghebbende tevens bijstand als periodieke uitkering geniet: 100% van de werkelijke kosten, tot een maximum van Naf 150,00 per jaar ten behoeve van elk schoolgaand kind;

      • 1°.

        in de overige gevallen: 90% van de werkelijke kosten, tot een maximum van Naf 135,00 per jaar voor elk schoolgaand kind.

  • 2. Een belanghebbende die geen bijstand als periodieke uitkering geniet, komt slechts voor bijstand als een eenmalige uitkering in aanmerking, indien diens inkomen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, of, indien hij in gezinsverband samenwoont, dat van zijn gezin, minder bedraagt dan de helft van het in artikel 2, tweede lid, genoemde bedrag.

Hoofdstuk 4 Slotbepalingen

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit financiële bijstand.