LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 3, onderdeel e, 5, derde en vierde lid, en 8, eerste lid, onderdeel f, en tweede lid, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 3, onderdeel e, 5, derde en vierde lid, en 8, eerste lid, onderdeel f, en tweede lid, van de Landsverordening arbeid vreemdelingen

Artikel 1 definities

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • -

    de landsverordening: de Landsverordening arbeid vreemdelingen;

  • -

    de minister: de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid;

  • -

    werkgever:

    • degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf een ander arbeid laat verrichten;

    • de natuurlijke persoon die een ander huishoudelijke of persoonlijke diensten laat verrichten;

  • -

    tewerkstellingsvergunning: de vergunning welke de werkgever moet aanvragen bij de minister voor het laten verrichten van arbeid door een vreemdeling;

  • -

    aanvraag: aanvraag om tewerkstellingsvergunning;

  • -

    aanvraag om vernieuwing: aanvraag om vernieuwing van tewerkstellingsvergunning;

  • -

    verblijfsvergunning: de vergunning tot tijdelijk verblijf of tot verblijf, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Landsverordening toelating en uitzetting;

  • -

    vreemdeling: een persoon die op grond van de bepalingen van de Landsverordening toelating en uitzetting hetzij van rechtswege toelating heeft tot verblijf in Sint Maarten, hetzij voor toelating een verblijfsvergunning behoeft;

  • -

    counterpart: een lokale arbeidskracht die naast de vreemdeling bij de werkgever wordt geplaatst en die de potentie bezit om door de werkgever te worden opgeleid, dusdanig dat hij binnen een periode van maximaal drie jaar de functie van de vreemdeling over kan nemen;

  • -

    de dienst: de Dienst Arbeidszaken;

  • -

    het hoofd: het Hoofd van de Dienst Arbeidszaken

  • -

    de adviescommissie: de door de minister ingestelde commissie belast met het adviseren over bezwaarschriften ingediend op grond van artikel 12 van de landsverordening;

  • -

    de vestigingsregeling: de Vestigingsregeling voor bedrijven;

  • -

    de Inspectie: de Inspectie der Belastingen.

Artikel 2 indiening aanvraag

  • 1. Een aanvraag wordt door de werkgever ingediend bij een daartoe aangewezen ambtenaar van de dienst. De werkgever kan de aanvraag namens hem laten indienen door en de verdere afhandeling overlaten aan een hiertoe schriftelijk gemachtigde, niet zijnde de vreemdeling zelf.

  • 2. Bij het indienen van de aanvraag ontvangt de werkgever een schriftelijk en gedateerd bewijs van ontvangst.

  • 3. Bij het ingevolge artikel 5, vijfde lid, onderdeel c, van de landsverordening, melden van de beschikbaarheid van de arbeidsplaats ontvangt de werkgever hiervan schriftelijke en gedateerde bevestiging. Bij voornoemde vacaturemelding, of desgevraagd op enig moment daarvóór, ontvangt de werkgever een afschrift van de landsverordening alsook een afschrift van het onderhavige besluit met toelichting. Bij het melden van de vacature dient de werkgever tevens een schriftelijke verklaring te tekenen, ten blijke van het feit dat hij bedoelde wet- en regelgeving heeft ontvangen dan wel dat hij gedegen kennis draagt van de inhoud ervan.

Artikel 3 te verstrekken gegevens, documenten en inlichtingen

  • 1. Bij de aanvraag dienen door de werkgever de volgende gegevens te worden verstrekt:

    • a.

      naam, adres, telefoonnummer en faxnummer dan wel email-adres van de werkgever, alsmede het algemene registratienummer van de werkgever bij de Inspectie;

    • b.

      naam, voornaam, geboorteplaats en –datum, nationaliteit en burgerlijke staat van de vreemdeling;

    • c.

      de verblijfplaats van de vreemdeling;

    • d.

      aard en plaats van de door de vreemdeling te verrichten arbeid;

    • e.

      de voor de te verrichten arbeid vereiste kwalificaties, diploma’s, getuigschriften en ervaring;

    • f.

      een onderbouwde motivering van de noodzaak voor het aantrekken van de vreemdeling voor de te verrichten arbeid.

  • 2. Bij de aanvraag dienen door de werkgever de volgende documenten te worden overgelegd:

    • a.

      een afschrift van de overeenkomst tot het verrichten van arbeid die met de vreemdeling zal worden aangegaan alsook een profielschets van de desbetreffende functie;

    • b.

      het bewijs van betaling van de verschuldigde vergoeding, bedoeld in artikel 4;

    • c.

      indien toepasselijk, een afschrift van de vergunning van de onderneming van de werkgever, bedoeld in de vestigingsregeling;

    • d.

      een afschrift van de ter zake van de identiteit van de vreemdeling van belang zijnde pagina’s van een geldig paspoort;

    • e.

      een goedgelijkende pasfoto van de vreemdeling;

    • f.

      afschriften van de op de vreemdeling betrekking hebbende diploma’s en getuigschriften alsook van bewijsstukken aangaande de op hem betrekking hebbende kwalificaties en ervaring, bedoeld in het eerste lid onderdeel e;

    • g.

      een bewijs van de melding van de beschikbaarheid van de desbetreffende arbeidsplaats, bedoeld in artikel 5, vijfde lid, onderdeel c, van de landsverordening;

    • h.

      bewijs dat de werkgever, in samenwerking met de dienst, voldoende inspanningen heeft verricht om de arbeidsplaats te doen vervullen door arbeidskrachten die op de lokale arbeidsmarkt beschikbaar zijn, een en ander indachtig het bepaalde in artikel 9, onderdeel a, van de landsverordening. Bedoeld bewijs bestaat uit een of meer advertenties betreffende de beschikbaarheid van de arbeidsplaats, opgesteld in overleg en samenwerking met de dienst, en geplaatst in een of meer lokale dagbladen gedurende de periode van de vacaturemelding. In bedoelde advertentietekst moet uitdrukkelijk zijn vermeld dat sollicitatiebrieven rechtstreeks naar de dienst dienen te worden verzonden met verzending van kopie aan de werkgever;

    • i.

      in geval van een eerste aanvraag: een schriftelijke verklaring van de werkgever, dat de vreemdeling zich op dat moment buiten Sint Maarten bevindt en voornemens is zich aldaar op te houden voor de gehele duur van de behandeling van de aanvraag.

  • 3. Desgevraagd door een ambtenaar van de dienst geeft de werkgever inzage in de originele exemplaren van de diploma’s en getuigschriften, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, of in afschriften daarvan, gewaarmerkt door de bevoegde instanties van het land waar deze zijn afgegeven.

  • 4. Desgevraagd verstrekt de werkgever de aanvullende inlichtingen die naar het oordeel van de behandelend ambtenaar of de minister nodig zijn voor de behandeling van de aanvraag.

  • 5. Indien de in het eerste lid bedoelde gegevens niet worden verstrekt, de in het tweede lid bedoelde bewijsstukken niet worden overgelegd, de in het derde lid bedoelde medewerking niet wordt verleend of de in het vierde lid bedoelde inlichtingen niet worden verstrekt, wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

  • 6. Een aanvraag wordt evenmin in behandeling genomen indien de in het tweede lid, onderdeel a, bedoelde overeenkomst tot het verrichten van arbeid een of meer bedingen bevat die in strijd zijn met een landsverordening of een landsbesluit, houdende algemene maatregelen.

  • 7. Een aanvraag wordt evenmin in behandeling genomen indien het een vreemdeling betreft ten aanzien van wie eerder tewerkstellingsvergunning was aangevraagd doch geweigerd, tenzij een bepaalde tijd verlopen is nadat de eerdere aanvraag was afgewezen. Die bepaalde tijd bedraagt een jaar indien met betrekking tot de eerdere aanvraag alle rechtsmiddelen zijn uitgeput. Die bepaalde tijd bedraagt drie jaar indien met betrekking tot de eerdere aanvraag alle rechtsmiddelen niet zijn uitgeput.

  • 8. Een aanvraag wordt evenmin in behandeling genomen indien er een sterk vermoeden bestaat dan wel bewijs voorhanden is dat de werkgever in het kader van het doen van de aanvraag handelt of gehandeld heeft in strijd met de openbare orde dan wel de goede zeden.

Artikel 4 de vergoeding

  • 1. Voor het in behandeling nemen van een aanvraag is de werkgever aan het Land verschuldigd:

    • a.

      in geval van arbeid in een leidinggevende functie: een vergoeding van NAf 3.000,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van één jaar of minder, NAf 5.400,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van ten hoogste twee jaar doch meer dan één jaar, en NAf 7.500,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van ten hoogste drie jaar doch meer dan twee jaar;

    • b.

      in overige gevallen: een vergoeding van NAf 1.600,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van één jaar of minder, NAf 2.800,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van ten hoogste twee jaar doch meer dan één jaar, en NAf 3.900,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van ten hoogste drie jaar doch meer dan twee jaar;

    • c.

      in geval van huishoudelijk personeel: een vergoeding van NAf 800,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van één jaar of minder, NAf 1.600,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van ten hoogste twee jaar doch meer dan één jaar, en NAf 2.400,00 indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor de duur van ten hoogste drie jaar doch meer dan twee jaar.

  • 2. Bij het doen van de aanvraag dient bewijs te worden overgelegd van betaling van de vergoeding als ware de tewerkstellingsvergunning verleend voor ten hoogste een jaar. Indien de tewerkstellingsvergunning verleend wordt voor meer dan een jaar dan wordt de tewerkstellingsvergunning niet afgegeven dan nadat het verschil in vergoeding voldaan is.

  • 3. De vergoeding wordt betaald door storting op de rekening van de Ontvanger, dan wel middels voldoening per cheque of in contanten aan de Ontvanger.

Artikel 5 vrijstelling van tewerkstellingsvergunning

  • 1. Het verbod, bedoeld in artikel 2 van de landsverordening, is niet van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die:

    • a.

      als tuinman of dienstbode met een dienstverband van minder dan 16 uur per week arbeid verricht voor een werkgever als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, 2°, van de landsverordening;

    • b.

      als bestuurder of directeur van een vennootschap arbeid verricht, terwijl hij in het bezit is van een daarop betrekking hebbende vergunning in de zin van de vestigingsregeling, mits de vreemdeling niet voornemens is zich metterwoon in Sint Maarten te vestigen.

  • 2. Het verbod, bedoeld in artikel 2 van de landsverordening, is evenmin van toepassing met betrekking tot een vreemdeling die:

    • a.

      in het bezit is van een vergunning tot verblijf voor onbepaalde tijd in de Sint Maarten,

    • b.

      gehuwd is met een Nederlander,

    • c.

      voorafgaand aan zijn meerderjarigheid ten minste vijf jaar aaneengesloten hoofdverblijf in Sint Maarten heeft gehouden op grond van verblijfsvergunning wegens verblijf bij ouders of voogd, of

    • d.

      een niet in Sint Maarten geboren Nederlander is.

  • 3. Van artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel a, van de landsverordening kan worden afgeweken, indien de arbeid bij wijze van stage wordt verricht:

    • a.

      voor de duur van ten hoogste drie maanden, of

    • b.

      als onderdeel van een opleidingsprogramma van een in Sint Maarten gevestigde instelling.

Artikel 6 specialisatie, vakbekwaamheid; moratorium

  • 1. Een tewerkstellingsvergunning wordt, indien het betreft een eerste aanvraag, geweigerd indien de arbeid betreft een niet-gespecialiseerd beroep, dan wel indien de arbeid door een laag- of ongeschoolde kracht kan worden verricht. Hiertoe worden de volgende beroepen gerekend:

    • a.

      schoonmaker;

    • b.

      bordenwasser;

    • c.

      autowasser;

    • d.

      arbeider;

    • e.

      chauffeur;

    • f.

      helper;

    • g.

      keukenhelper;

    • h.

      busboy/ busgirl.

  • 2. Tenzij van bijzondere omstandigheden blijkt, wordt een tewerkstellingsvergunning geweigerd indien de arbeid betreft een gespecialiseerd beroep ten aanzien waarvan het aanbod de vraag reeds overstijgt. Deze categorie omvat de volgende beroepen:

    • a.

      beveiligingsbeambte;

    • b.

      coiffeuse;

    • c.

      kapper;

    • d.

      winkelbediende;

    • e.

      casino dealer;

    • f.

      administratief medewerker;

    • g.

      boekhoudkundig medewerker;

    • h.

      receptionist;

    • i.

      telefonist;

    • j.

      OPC;

    • k.

      onderhoudsman;

    • l.

      tuinman.

  • 3. Een tewerkstellingsvergunning wordt voorts geweigerd indien niet door de werkgever is aangetoond dat de vreemdeling beschikt over de kwalificaties, diploma’s, getuigschriften of ervaring die, volgens opgave van de werkgever, vereist zijn voor het verrichten van de arbeid.

  • 4. Een tewerkstellingsvergunning kan worden geweigerd indien de, volgens opgave van de werkgever, voor de te verrichten arbeid vereiste kwalificaties, diploma’s, getuigschriften of ervaring, wanneer afgezet tegen de aard en zwaarte van de functie, kennelijk onredelijk zijn.

Artikel 7 maximale duur tewerkstellingsvergunning

  • 1. Een tewerkstellingsvergunning wordt in beginsel steeds voor één jaar verleend, met de mogelijkheid van vernieuwing in beginsel steeds voor één jaar, met dien verstande dat de totale geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning, inclusief vernieuwingen, maximaal drie jaar mag bedragen. De totale geldigheidsduur van maximaal drie jaar is niet toepasselijk op vreemdelingen met een opleiding op hbo-niveau of hoger.

  • 2. Na verloop van de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning komt de werkgever niet in aanmerking voor een tewerkstellingsvergunning ten behoeve van de vreemdeling in kwestie, dan nadat die vreemdeling gedurende ten minste één jaar wederom buiten Sint Maarten zal hebben gewoond. Na verloop van de geldigheidsduur van de tewerkstellingsvergunning zal de werkgever, indien hij de functie aansluitend meent te moeten doen vervullen door een vreemdeling, een tewerkstellingsvergunning moeten aanvragen ten aanzien van een nieuwe vreemdeling. Deze bepaling is niet toepasselijk op vreemdelingen met een opleiding op hbo-niveau of hoger.

  • 3. Voor bijzondere categorieën vreemdelingen wordt eenmalig tewerkstellingsvergunning verleend voor korte duur, en wel als volgt:

    i) animeermeisjes: voor zes maanden, zonder mogelijkheid van vernieuwing;

    ii) vakmensen in de bouw: voor de duur van het desbetreffende project, met de mogelijkheid van eenmalige vernieuwing.

  • 4. Ten aanzien van de in het derde lid bedoelde categorieën vreemdelingen geldt eveneens het in tweede lid gestelde.

Artikel 8 leeftijd

Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd indien de vreemdeling op de dag van de indiening van de aanvraag de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt, of de leeftijd van 57 jaar reeds heeft bereikt. Deze bepaling is niet toepasselijk op vreemdelingen met een opleiding op hbo-niveau of hoger.

Artikel 9 quota

  • 1. Per bedrijfssector kunnen quota worden vastgesteld, betreffende het maximale aantal of percentage vreemdelingen die de werkgever in dienst mag hebben.

  • 2. Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd, indien toekenning van de tewerkstellingsvergunning ertoe zou leiden dat binnen de onderneming van de werkgever het voor de desbetreffende bedrijfssector geldende quotum overschreden zal worden.

Artikel 10 counterpart

  • 1. Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd, indien de werkgever weigert een door de dienst geschikt bevonden en aan de werkgever ter beschikking gestelde counterpart aan te stellen.

  • 2. Een aanvraag om vernieuwing wordt geweigerd, indien blijkt dat de werkgever de desbetreffende counterpart zonder toestemming vooraf van de dienst heeft heengezonden dan wel de opleiding van de counterpart niet afdoende ter hand heeft genomen, het een en ander ter beoordeling door de dienst.

  • 3. De opleiding van de counterpart mag maximaal drie jaar duren. De kosten gemoeid met het opleiden van de counterpart zijn voor rekening van de werkgever.

Artikel 11 voldoening sociale premies en loonbelasting; medische verzekering

  • 1. Een tewerkstellingsvergunning wordt geweigerd dan wel wordt ingetrokken, indien blijkt dat de werkgever de van overheidswege verschuldigde sociale premies en loonbelasting niet voldaan heeft, een en ander conform het door de werkgever bij het doen van de aanvraag opgegeven loon. Een tewerkstellingsvergunning wordt eveneens geweigerd dan wel ingetrokken, indien blijkt dat de werkgever niet gezorgd heeft voor een afdoende medische verzekering ten behoeve van de vreemdeling.

  • 2. Een aanvraag om vernieuwing wordt geweigerd indien blijkt dat de werkgever in de periode, voorafgaand aan de aanvraag om vernieuwing, de in het eerste lid bedoelde sociale premies en loonbelasting niet heeft afgedragen, dat de vreemdeling niet bij de Inspectie geregistreerd is geweest, of dat de vreemdeling niet afdoende medisch verzekerd is geweest.

Artikel 12 verbod wijziging van functie of werkgever

Een aanvraag om vernieuwing wordt geweigerd, indien blijkt dat de vreemdeling in kwestie bij de werkgever een andere functie gaat vervullen. In een dergelijk geval wordt de tewerkstellingsvergunning, voorzover nog geldig, ingetrokken.

Artikel 13 verblijfsvergunning

  • 1. In geval van een eerste aanvraag wordt de tewerkstellingsvergunning niet uitgereikt dan nadat door de werkgever is aangetoond dat voor de vreemdeling een aanvraag om een verblijfsvergunning is gedaan.

  • 2. In geval van een aanvraag om vernieuwing wordt de tewerkstellingsvergunning geweigerd, indien blijkt dat de vreemdeling in de periode voorafgaande aan de aanvraag niet in het bezit is geweest van een verblijfsvergunning.

Artikel 14 de beschikking

  • 1. De beschikking, houdende toekenning dan wel weigering van de tewerkstellingsvergunning, wordt per fax of per e-mail aan de werkgever verzonden. In uitzonderlijke gevallen wordt de beschikking per aangetekende post verzonden of persoonlijk aan de werkgever uitgereikt. In geval van uitreiking in persoon dient de werkgever voor ontvangst te tekenen.

  • 2. Indien het een toewijzende beschikking betreft, wordt in de beschikking steeds opgenomen dat met het verkrijgen van de tewerkstellingsvergunning niet tevens voldaan is aan de bepalingen van de landsverordening toelating en uitzetting, voorzover dit betreft het verkrijgen van een verblijfsvergunning voor de vreemdeling. Eveneens wordt in de toewijzende beschikking steeds melding gemaakt van de intrekkingsgronden alsook de verplichting van de werkgever om terstond enige gronden voor intrekking van de tewerkstellingsvergunning, zoals vermeld in artikel 10 van de landsverordening, bij de dienst te melden, te weten:

    • a.

      kennis van onjuiste of onvolledige gegevens die mogelijk tot een andere beslissing op de aanvraag zouden hebben geleid;

    • b.

      weigering of intrekking van de verblijfsvergunning van de vreemdeling;

    • c.

      ontslag van de vreemdeling, of

    • d.

      faillissement van de werkgever.

  • 3. De beschikking is, voor het overige, zoveel mogelijk gemotiveerd. In de beschikking wordt steeds opgenomen de rechtsmiddelenclausule inzake indiening van bezwaar op grond van artikel 12 van de landsverordening.

  • 4. Een afschrift van de beschikking, met daarbij gevoegd een afschrift van de landsverordening en van het onderhavige besluit met toelichting, wordt ook aan de vreemdeling verstrekt, voor zover deze reeds tot Sint Maarten is toegelaten.

Artikel 15 toezicht

Desgevraagd door een ambtenaar van de dienst is de werkgever, en eveneens de vreemdeling, verplicht medewerking te verlenen bij het vaststellen of voldaan is aan de voorwaarden voor geldigheid van de tewerkstellingsvergunning, waaronder:

  • a.

    dat het bedrijf van de werkgever daadwerkelijk operationeel is;

  • b.

    dat de vreemdeling daadwerkelijk in dienst is bij de werkgever, in de functie waarvoor de tewerkstellingsvergunning is verleend;

  • c.

    dat de werkgever daadwerkelijk de counterpart geplaatst heeft en deze naar behoren opleidt;

  • d.

    dat de werkgever het in de desbetreffende bedrijfssector geldende quotum respecteert;

  • e.

    dat de vreemdeling niet jonger dan de minimumleeftijd en niet ouder dan de maximumleeftijd is;

  • f.

    dat de werkgever inderdaad de ten aanzien van de vreemdeling verschuldigde sociale premies en loonbelasting heeft voldaan, zorg heeft gedragen voor medische verzekering ten behoeve van de vreemdeling en er tevens op heeft toegezien dat de vreemdeling geregistreerd is bij de Inspectie;

  • g.

    dat de werkgever daadwerkelijk een verblijfsvergunning voor de vreemdeling heeft aangevraagd.

Artikel 16 mandatering beslissing

  • 1. De bevoegdheid om te beslissen op een aanvraag kan aan het hoofd worden gemandateerd. Het eerder verleende mandaat aan het hoofd wordt bij deze ingetrokken.

  • 2. De bevoegdheid om te beslissen op een bezwaarschrift ingediend op grond van artikel 12 van de landsverordening is aan de adviescommissie gemandateerd, voorzover het advies van de adviescommissie strekt tot instandhouding van de beschikking waartegen bezwaar.

  • 3. Bij het uitoefenen van het in het eerste respectievelijk tweede lid bedoelde mandaat zullen het hoofd respectievelijk de adviescommissie steeds binnen een maand na het nemen van aan hem respectievelijk haar gemandateerde besluiten, kopie van deze besluiten aan de minister doen toekomen, vergezeld van het desbetreffende advies en de onderliggende documenten.

Artikel 17 inwerkingtreding

[regelt de inwerkingtreding]

[vervallen]

Artikel 18 overgangsregeling

Een aanvraag om vernieuwing wordt, met ingang van de datum van inwerkingtreding van dit besluit, gelijkgesteld met een eerste aanvraag, in zoverre dat de vernieuwing voor maximaal drie jaar verleend zal worden. Indien ten aanzien van een bepaalde vreemdeling de tewerkstellingsvergunning, inclusief vernieuwingen, per datum inwerkingtreding van dit besluit, gedurende vijf jaar of meer aaneengesloten verleend is geweest, kan de minister beslissen om de vernieuwing niet te beperken tot de maximale duur van drie jaar.

Artikel 19 citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit arbeid vreemdelingen.