Regeling vervallen per 19-02-2021

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot de onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport

Geldend van 10-10-2010 t/m 18-02-2021

Intitulé

LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, tot de onderverdeling en nadere uitwerking van het Ministerie Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport

HOOFDSTUK I: Taken

Artikel 1

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sportheeft ten minste de volgende algemene taken:

  • a.

    de voorbereiding van beleid met betrekking tot aangelegenheden welke het desbetreffende ministerie raken;

  • b.

    de voorbereiding van wet- en regelgeving met betrekking tot aangelegenheden welke het desbetreffende ministerie raken;

  • c.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen bij of krachtens wettelijke regeling aan het desbetreffende ministerie in het bijzonder is opgedragen of geacht moet worden daartoe te behoren;

  • d.

    de coördinatie en uitvoering van hetgeen krachtens medeondertekening valt onder de verantwoordelijkheid van de bewindspersoon die verantwoordelijk is voor het desbetreffende ministerie;

  • e.

    het monitoren, controleren en evalueren van het beleid en de uitvoering hiervan door de afdelingen en uitvoerende organisaties. In dit kader wordt gekeken naar de effectiviteit en efficiëntie van beleid.

Artikel 2

Onverminderd artikel 1 heeft het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport de volgende hoofdtaken:

  • a.

    de zorg voor onderwijsaangelegenheden in de ruimste zin van het woord en het toezicht op de uitvoering hiervan;

  • b.

    de zorg voor culturele, recreatie- en sportaangelegenheden en het toezicht op de uitvoering hiervan;

  • c.

    de zorg voor interne en externe communicatie inzake aangelegenheden het ministerie aangaande;

  • d.

    de zorg voor een blijvende ontwikkeling en vorming van het menselijke kapitaal;

  • e.

    de zorg voor blijvende ontwikkeling, ondersteuning en bevordering van het cultuur-, jeugd- en sport aangelegenheden;

  • f.

    het behartigen en coördineren van de aangelegenheden op het gebied van onderwijs, cultuur, jeugd en sport in Koninkrijks-, regionaal en internationaal verband;

  • g.

    het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van optimale voorzieningen ten behoeve van onderwijs, cultuur, jeugd en sport;

  • h.

    de zorg voor onderwijsvernieuwing en het toezicht op de uitvoering hiervan;

  • i.

    de zorg voor onderwijsbekostiging en het toezicht op de uitvoering hiervan;

  • j.

    de zorg voor onderwijsondersteuning en het toezicht op de uitvoering hiervan;

  • k.

    de zorg voor het bibliotheekwezen;

  • l.

    de zorg voor de beleidsontwikkeling ten aanzien van monumenten en cultureel erfgoed;

  • m.

    de zorg voor de vertaling van de UNESCO-doelen in het algehele onderwijs en sociaal-cultureel beleid;

  • n.

    de zorg voor controle inzake financiële zaken en het subsidiebeleid op het gebied van onderwijs, cultuur, jeugd en sport;

  • o.

    de zorg voor controle en evaluatie van programma’s op het gebied van onderwijs, cultuur, jeugd en sport;

  • p.

    het namens de overheid optreden als schoolbestuur gericht op de totstandkoming en instandhouding van een kwantitatief en kwalitatief optimaal stelsel van openbaar onderwijs.

HOOFDSTUK II: Onderverdeling

  • 1.

    Er is een stafbureau ter ondersteuning van de secretaris-generaal.

  • 2.

    Onverminderd de algemene taak, genoemd in het eerste lid, is het stafbureau belast met de algemene aandachtsgebieden en programma’s die binnen het ministerie afdeling- of dienstoverstijgend zijn.

Artikel 4

Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport bestaat voorts uit de volgende afdelingen en uitvoerende organisaties:

  • a.

    afdelingen:

    • i.

      de afdeling Onderwijs;

    • ii.

      de afdeling Cultuur;

    • iii.

      de afdeling Jeugd en Sportzaken;

  • b.

    uitvoerende organisaties:

    • i.

      inspectiedienst OCJS;

    • ii.

      dienst Studiefinanciering;

    • iii.

      dienst Studentenondersteuning;

    • iv.

      dienst Onderwijsinnovatie;

    • v.

      dienst Examens;

    • vi.

      dienst Openbaar Onderwijs.

Artikel 5

Het formatieplan, alsmede alle functiebeschrijvingen van de gehele sector worden beschreven in bijlage 1: Functieboek Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport, en vormen een integraal onderdeel van dit besluit.

Artikel 6

  • 1. Het hoofd van een afdeling is belast met de leiding van de afdeling en is de eerstverantwoordelijke voor het functioneren van de afdeling.

  • 2. Het afdelingshoofd neemt bij de uitvoering van deze taak de door secretaris-generaal gegeven aanwijzingen in acht.

  • 3. Het afdelingshoofd rapporteert over de uitvoering van de dagelijkse managementtaken aan de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd heeft voor wat betreft de totstandkoming van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering een informatieplicht ten aanzien van de secretaris-generaal.

  • 5. Het afdelingshoofd neemt kennis van alle inkomende stukken.

  • 6. Alle uitgaande adviezen worden door het afdelingshoofd ondertekend.

  • 7. Het afdelingshoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 8. De secretaris-generaal wijst op aanbeveling van het afdelingshoofd een plaatsvervangend afdelingshoofd aan.

Artikel 7

  • 1. Het hoofd van een sectie is belast met en verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de sectie.

  • 2. Het sectiehoofd neemt bij de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, de aanwijzigen van het afdelingshoofd in acht.

  • 3. Het sectiehoofd is voor de uitvoering van de taak, bedoeld in het eerste lid, verantwoording verschuldigd aan het afdelingshoofd.

  • 4. Het sectiehoofd neemt kennis van alle inkomende stukken de sectie betreffende.

  • 5. Alle uitgaande stukken van de sectie worden door het sectiehoofd ondertekend en ter accordering en ondertekening voorgelegd aan het afdelingshoofd.

  • 6. Het sectiehoofd brengt diens bevindingen, alsmede alle gewichtige voorvallen, de belangen van de sectie of afdeling betreffende ten spoedigste ter kennis van het afdelingshoofd.

Artikel 8

  • 1. Het afdelingshoofd draagt zorg voor het stafoverleg met de sectiehoofden en ziet toe op het doen plaatsvinden van werkoverleg binnen de secties.

  • 2. Het afdelingshoofd legt de Administratieve Organisatie voor de afdeling en de overige werkinstructies voor het personeel schriftelijk vast.

  • 3. Het afdelingshoofd brengt de Administratieve Organisatie en werkinstructies, bedoeld onder het tweede lid, onverwijld ter kennis van de secretaris-generaal.

  • 4. Het afdelingshoofd ziet al dan niet door tussenkomst van het sectiehoofd op gepaste wijze toe op het gedrag en de wijze van dienstvervulling van het personeel werkzaam bij de afdeling.

Artikel 9

Het afdelingshoofd brengt jaarlijks vóór 15 januari schriftelijk verslag uit aan de secretaris-generaal betreffende de werkzaamheden die door de afdeling in het voorafgaande jaar zijn uitgevoerd en van andere vermeldenswaardige zaken die in aanmerking komen voor opneming in het jaarverslag van het ministerie.

Artikel 10

  • 1. Het diensthoofd van een uitvoerende organisatie is belast met de leiding van de dienst en is de eindverantwoordelijke voor het functioneren van de dienst.

  • 2. Het diensthoofd sluit jaarlijks een managementovereenkomst af met de secretaris-generaal waarin de kwaliteit en kwantiteit van de te leveren diensten worden vastgelegd alsmede de financiële en beleidskaders waarbinnen deze gerealiseerd moeten worden.

  • 3. Het diensthoofd neemt bij de uitvoering van deze taak de aanwijzingen en werkprocessen ten aanzien financiën, personeel, facilitaire zaken en ICT in acht.

  • 4. Het diensthoofd neemt op basis van een overeenkomst ondersteunende diensten af van de Dienst Middelen en Ondersteuning (DMO) met betrekking tot: personeel en organisatie, automatisering, archief- en informatievoorziening en facilitaire zaken.

  • 5. De artikelen 7, 8 en 9 zijn van overeenkomstige toepassing op uitvoerende diensten.

  • 6. Het diensthoofd verleent medewerking aan eventuele onderzoeken naar het functioneren van de dienst door een inspectiedienst of andere instanties door de secretaris-generaal aangewezen.

HOOFDSTUK III: Doelstellingen en taken per afdeling of dienst

Artikel 11 Afdeling Onderwijs

  • 1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het ministerie is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake onderwijs, en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • b.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake onderwijsvernieuwing en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • c.

      het zorgdragen voor voorlichting en informatie over het beleid, wet- en regelgeving ter zake van onderwijszaken;

    • d.

      het bevorderen, (doen) verrichten en aansturen van beleidsondersteunend kwalitatief en kwantitatief onderzoek en planningsactiviteiten met betrekking tot onderwijszaken;

    • e.

      het bevorderen van, (doen) verrichten en aansturen van evaluatie van onderwijszaken;

    • f.

      het ontwikkelen en implementeren van beleid en procedures die ontwikkelingen op het gebied van onderwijs ondersteunen;

    • g.

      het behartigen en coördineren van de aangelegenheden op het gebied van onderwijs in Koninkrijks-, regionaal en internationaal verband;

    • h.

      het adviseren van de overheid over de toewijzing van de middelen op basis van onderzoek, voortgangsrapportages en prognoses van de programmaorganisaties;

    • i.

      het zorgdragen voor de behartiging van een beleid gericht op blijvende ontwikkeling en optimalisering van de kwaliteit en kwantiteit (aard en omvang) van de human resources;

    • j.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake studiefinanciering alsmede het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • k.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake kwaliteitscontrole alsmede het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • l.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake studentenzorg alsmede het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • m.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake examenaangelegenheden alsmede het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • n.

      het zorgdragen voor de uitvoering beleid met betrekking tot UNESCO-zaken op het gebied van onderwijs, en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • o.

      het bevorderen van het welzijn van alle leden van de samenleving door middel van onderwijs;

    • p.

      het bevorderen van het principe van gelijkheid door middel van onderwijs;

    • q.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van optimale voorziening ten behoeve van onderwijs.

  • 2. De afdeling is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 12 Afdeling Cultuur

  • 1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van het ministerie is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het adviseren van de overheid over de toewijzing van middelen op basis van onderzoek, voortgangsreportages en prognoses van de programmaorganisaties;

    • b.

      het zorgdragen voor beleid gericht op de bevordering en optimaliseren van de culturele en kunstuitingen en de toegankelijkheid hiervan;

    • c.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake cultuurzaken, en het toezicht op de uitvoering hiervan (integraal cultuurbeleid);

    • d.

      het zorgdragen voor de stimulering van culturele programma’s, amateuristische kunstbeoefening en musea;

    • e.

      het zorgdragen voor de uitvoering beleid met betrekking tot UNESCO-zaken op het gebied van cultuur en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • f.

      het bevorderen van het welzijn van alle leden van de samenleving door middel van cultuur;

    • g.

      het bevorderen van de toegankelijkheid van culturele voorzieningen voor het algemeen publiek;

    • h.

      het behartigen en coördineren van de aangelegenheden op het gebied van cultuur in Koninkrijks-, regionaal en internationaal verband;

    • i.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van optimale voorzieningen ten behoeve van cultuur;

    • j.

      het zorgdragen voor o.m. monumenten-, museum-, bibliotheek- en kunstenbeleid en algemene culturele evenementenbeleid;

    • k.

      het zorgdragen voor het beleid ter bescherming van het cultureel erfgoed.

  • 2. De afdeling is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 13 Afdeling Jeugd en Sportzaken

  • 1. Ter verwezenlijking van de doelstellingen van de sector is de afdeling verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het adviseren van de overheid over de toewijzing van middelen op basis van onderzoek, voortgangsrapportages en prognoses van de programmaorganisaties;

    • b.

      het zorgdragen voor de behartiging van een beleid gericht op blijvende ontwikkeling en optimalisering van de kwaliteit en kwantiteit (aard en omvang) van de human resources;

    • c.

      het zorgdragen voor beleid, wet- en regelgeving inzake jeugd- en sportzaken, en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • d.

      het zorgdragen voor de stimulering van sportbeoefening en recreatie;

    • e.

      het bevorderen van participatie en wedijver op professioneel niveau zowel op individuele als groepsbasis in de verschillende takken van sport om uitmuntende prestaties te behalen op nationaal, regionaal en internationaal niveau;

    • f.

      het bevorderen van het welzijn van alle leden van de samenleving door middel van sport;

    • g.

      het bevorderen van het principe van gelijkheid door middel van onderwijs, cultuur en sport;

    • h.

      het bevorderen van hechte gemeenschapsbanden, teamspirit, verantwoordelijkheidsgevoel en discipline door ondersteuning van sportmanifestaties;

    • i.

      het bevorderen van de totstandkoming en de instandhouding van optimale voorzieningen ten behoeve van de jeugd en sport;

    • j.

      het zorgdragen voor het uitvoeringsbeleid met betrekking tot UNESCO-verdragen op het gebied van jeugd- en sportzaken, en het toezicht op de uitvoering hiervan;

    • k.

      het voorbereiden, implementeren en beheren van de wet- en regelgeving ten behoeve van de ontwikkeling van jeugdigen, alsmede het monitoren van de naleving van deze wet- en regelgeving: met bijzondere aandacht voor jeugdigen die problemen hebben of geven;

    • l.

      handhavend toezicht op de naleving van internationale verdragen, waaronder rapportages met betrekking tot de rechten van het kind, het landelijke beleid en de wet- en regelgeving ten behoeve van de ontwikkeling van jeugdigen;

    • m.

      het bevorderen, (doen) verrichten en aansturen van beleidsondersteunend en evaluatief onderzoek met betrekking tot de ontwikkeling van jeugdigen;

    • n.

      het bevorderen, (doen) verrichten en aansturen van de planning van activiteiten, gebaseerd op beleidskaders, met betrekking tot de ontwikkeling van jeugdigen;

    • o.

      het ontwikkelen van beleidsnota’s en –adviezen en het doen van voorstellen voor het ontwikkelen, bijstellen, bewaken en (doen) uitvoeren van het mediabeleid ten behoeve van de ontwikkeling van jeugdigen, waaronder het budgettaire instrumentarium en het (doen) verzorgen van voorlichting met betrekking tot internationale verdragen, het beleid en de landelijke wet- en regelgeving.

Artikel 14 Inspectiedienst OCJS

  • 1. De algemene doelstellingen van de dienst zijn:

    • a.

      het op efficiënte en effectieve wijze toezicht (controle en inspectie) uitoefenen op de uitvoering van wet- en regelgeving alsmede van het beleid op het gebied van onderwijs;

    • b.

      het bevorderen van en het er op toezien dat het onderwijs wordt verricht in overeenstemming met internationaal erkende normen en regelgeving;

    • c.

      het op efficiënte en effectieve wijze toezicht (controle en inspectie) uitoefenen op de uitvoering van de wet- en regelgeving alsmede van het beleid op het gebied van cultuur, jeugd en sport;

    • d.

      het bevorderen van en het er op toezien dat de jeugdzorg wordt verricht in overeenstemming met internationaal erkende normen en regelgeving;

    • e.

      het bevorderen van en het er op toezien dat sport wordt verricht in overeenstemming met internationaal erkende normen en regelgeving;

    • f.

      het bevorderen van en het er op toezien dat het behouden en restauratie van cultuur wordt verricht in overeenstemming met internationaal erkende normen en regelgeving.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het schriftelijk rapporteren van de bevindingen aan de geïnspecteerde, het bevoegd gezag en de minister, waarbij tevens aandachtspunten voor verbetering kunnen worden aangedragen;

    • b.

      het stimuleren van effectief en efficiënt onderwijs door middel van controle en inspectie;

    • c.

      het zonodig afdwingen van de gewenste situatie door middel van sanctionering via publieke rapportage of strafrechtelijke optreden;

    • d.

      het jaarlijks bekend maken van de toestand van het onderwijs door middel van een onderwijsverslag;

    • e.

      het zorgdragen voor de uitvoering van de leerplichtlandsverordening;

    • f.

      het zorgdragen voor kwaliteitscontrole van de geleverde onderwijsdiensten en –producten;

    • g.

      het zorgdragen voor aanbevelingen en verbeterpunten ter waarborging van de kwaliteit van het onderwijs;

    • h.

      het aandragen van aandachtspunten voor het beleid en wetgeving op het gebied van continue evaluatie van het onderwijs, uit een oogpunt van kwaliteitszorg wat betreft onderwijsafsluiting;

    • i.

      het zorgdragen voor de kwaliteitscontrole van de examenafname en rapportage over de eindresultaten;

    • j.

      het toezicht houden op de naleving van wet- en regelgeving en de uitvoering van beleid op de terreinen van cultuur, jeugd en sport, door middel van het schriftelijk rapporteren van de bevindingen aan de geïnspecteerde en aan de minister, waarbij tevens aandachtspunten voor verbetering kunnen worden aangedragen;

    • k.

      het zonodig afdwingen van de gewenste situatie door middel van sanctionering via de daartoe geëigende instrumenten;

    • l.

      het jaarlijks bekend maken van de toestand van de beleidsuitvoering op de terreinen van cultuur, jeugd en sport door middel van een verslag aan de minister;

    • m.

      het zorgdragen voor kwaliteitscontrole van de door derden geleverde diensten en producten op het gebied van cultuur, jeugd en sport;

    • n.

      het zorgdragen voor aanbevelingen en verbeterpunten ter waarborging van de kwaliteit van de uitvoering van het cultuur-, jeugd- en sportbeleid;

    • o.

      het toezicht houden voor de kwaliteit bij de verzelfstandigde musea, het verlenen van vergunningen voor de uitleningen van beschermde cultuurvoorwerpen en het verlenen van exportvergunningen voor cultuurgoederen;

    • p.

      het toezicht houden op de kwaliteit van cultuurhistorische archiefvorming en archiefbeheer van het ministerie;

    • q.

      het toezicht houden op de kwaliteit en het uitoefenen van controle ten aanzien van archeologische monumenten, opgravingen en vondsten en ten aanzien van monumenten en beschermde stads- en dorpsgezichten;

    • r.

      het toezicht houden op de kwaliteit en het uitoefenen van controle bij het verlenen vergunningen voor het organiseren van voorstellingen met het doel bij te dragen aan de professionalisering van de organisatie van voorstellingen en de bescherming van de artiest;

    • s.

      het verrichten van onderzoeken en rapporteren over de kwaliteit van jeugd en jongeren faciliteiten;

    • t.

      het verrichten van onderzoeken en rapporteren over de kwaliteit van sportfaciliteiten en de sportbeoefening op school en buiten schoolverband;

    • u.

      het toezicht op de naleving van het in het beleid bepaalde omtrent de kwaliteit van de sport faciliteiten.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 15 Dienst Studiefinanciering

  • 1. De algemene doelstellingen van de dienst zijn:

    • a.

      het verstrekken van studiefinanciering, informatie en begeleiding voor het volgen van een MBO/ SBO, HBO of WO opleiding in Sint Maarten, in Nederland, dan wel voor het voorzetten van de studie in de Verenigde Staten, in de regio of elders;

    • b.

      het op een dynamische, innovatieve en klantgerichte wijze verstrekken van informatie, begeleiding en financiering om mogelijkheden en kansen te creëren voor iedere burger in de samenleving, die aan de gestelde criteria voldoet, om zich volgens eigen keuze zowel plaatselijk als internationaal professioneel te ontwikkelen;

    • c.

      het bijdragen aan de persoonlijke ontwikkeling en vorming van de bevolking en het creëren van kansen voor een betere toekomst voor de individuele persoon zelf en onze samenleving als geheel.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het uitvoeren van de studietoelageregeling;

    • b.

      het toekennen en verstrekken van studiefinanciering en tegemoetkoming schoolkosten;

    • c.

      het voorbereiden van studenten op verblijf en studie in het buitenland;

    • d.

      het monitoren van de studieverloop en – resultaten van de studenten in Sint Maarten, de regio en in het buitenland in verband met de advisering aan de minister met betrekking tot de verlenging, intrekking en beëindiging van de studiefinanciering;

    • e.

      het onderhouden van contact met studenten aan wie studiefinanciering is toegekend en met de instellingen belast met de begeleiding van onze studenten in het buitenland;

    • f.

      het onderhouden van contact met de onderwijsinstellingen in Sint Maarten, in de regio en in het buitenland ten behoeve van de studenten met studiefinanciering van overheidswege;

    • g.

      het innen van studieschulden.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 16 Dienst Studentenondersteuning

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het zorgdragen voor studenten en scholierenbegeleiding en zorg ten behoeve van het effectief doorlopen van het ontwikkelingsproces.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het verlenen van hulp (counseling, adviseren en begeleiding) aan de leerling en ouders;

    • b.

      het monitoren van de sociale en emotionele ontwikkeling van de leerlingen in samenwerking met de scholen;

    • c.

      het testen van scholieren en studenten ten behoeve van het speciaal onderwijs;

    • d.

      het ondersteunen van de primaire onderwijsprocessen in zaken aangaande de sociale en emotionele ontwikkeling van studenten.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 17 Dienst Onderwijsinnovatie

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het implementeren van beleid en innovaties op het gebied van onderwijs door middel van effectieve planning, teneinde onderwijs en scholing in de samenleving positief te beïnvloeden.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het zorgdragen voor de ontwikkeling en uitvoering van onderwijsvernieuwingprogramma’s en daaraan verwante deelprogramma’s en in het kader daarvan de afstemming van het onderwijs op de veranderingen binnen de lokale, regionale en internationale arbeidsmarkt;

    • b.

      het implementeren van vernieuwingen/hervormingen gericht op het verbeteren van het onderwijs;

    • c.

      het bevorderen en verzekeren van onderwijs en scholingskansen gericht op het verbeteren van de toegankelijkheid, rechtvaardigheid en toepasselijkheid in het onderwijssysteem;

    • d.

      het zorgdragen voor technische ondersteuning inzake studentenzorg;

    • e.

      het effectief ondersteunen en faciliteren van de implementatie van vernieuwingen en hervormingen op onderwijsgebied;

    • f.

      het implementeren en zorgdragen voor ondersteuning aangaande onderwijsvernieuwingen gericht op de verbetering van het onderwijsaanbod ten behoeve van het succes van de leerlingen;

    • g.

      het zorgdragen voor de noodzakelijke condities ter aanvaarding van onderwijsvernieuwingen;

    • h.

      in nauwe samenwerking met de afdeling Onderwijs en andere afdelingen binnen het bestuur van Sint Maarten alsmede de particuliere sector, samenwerken aan onderwijsverbeteringsdoelen;

    • i.

      het formuleren van voorstellen voor nationale onderwijs projecten voor interne, locale en externe financiering.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 18 Dienst Examens

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is het ontwikkelen van betrouwbare en valide toetsen en examens ten behoeve van het onderwijs.

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      het ontwikkelen, legitimeren en vaststellen van betrouwbare en valide toetsen en examens ten behoeve van het onderwijs in het ruimste zin des woords;

    • b.

      het ontwikkelen, legitimeren en vaststellen van betrouwbare en valide kaders voor kwaliteitscontrole van het onderwijs op het gebied van (leer)prestaties;

    • c.

      het onderzoeken en evalueren van vastgestelde toetsen, examens en kwaliteitscontrole instrumenten;

    • d.

      het aandragen van aandachtspunten voor het beleid en wetgeving op het gebied van continue evaluatie van het onderwijs, uit een oogpunt van kwaliteitszorg wat betreft onderwijsafsluiting;

    • e.

      het produceren en distribueren van examens.

  • 3. De dienst is niet onderverdeeld in secties.

Artikel 18a Dienst Openbaar Onderwijs

  • 1. De algemene doelstelling van de dienst is:

    • a.

      het namens de overheid zorg dragen voor het bestuur en beheer van een kwantitatief en kwalitatief optimaal stelsel van openbaar onderwijs;

    • b.

      het zorgdragen voor organisatorische en management ondersteuning van openbare onderwijsinstellingen;

    • c.

      een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het beleid ten aanzien van het aanbod en de kwaliteit van het openbare onderwijs en haar voorzieningen;

  • 2. Ter verwezenlijking van de doelstelling is de dienst verantwoordelijk voor de volgende taken:

    • a.

      management, planning en beheer van het openbaar onderwijs;

    • b.

      centraal coördineren van leerlingenregistratie en –administratie;

    • c.

      uitvoeren van personeelsbeleid en –beheer van het openbaar onderwijs;

    • d.

      centrale verzorging en beheer van voorzieningen voor het openbaar onderwijs;

    • e.

      ondersteunen van het management van openbare scholen;

    • f.

      het registreren en rapporteren van kerngegevens openbaar onderwijs.

HOOFDSTUK IV: Slotbepalingen

Artikel 19

[vervallen]

Artikel 20

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Organisatiebesluit Onderwijs, Cultuur, Jeugd en Sport.

Artikel 21

[regelt de inwerkingtreding]