LANDSVERORDENING, ter uitvoering van artikel 8 van de Vergunningslandsverordening

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING, ter uitvoering van artikel 8 van de Vergunningslandsverordening

I. EISEN WAARAAN EEN LOKALITEIT MOET VOLDOEN OM VOOR EEN KOFFIEHUISVERGUNNING, SOCIËTEITVERGUNNING, BIERHUISVERGUNNING, RESTAURANTVERGUNNING A, RESTAURANTVERGUNNING B OF VOOR EEN IJSHUISVERGUNNING IN AANMERKING TE KUNNEN KOMEN.

Artikel 1

Om voor een koffiehuisvergunning, sociëteitvergunning, bierhuisvergunning, restaurantvergunning A, restaurantvergunning B of voor een ijshuisvergunning in aanmerking te kunnen komen, moet een lokaliteit voldoen aan de volgende eisen:

  • a.

    de lokaliteit moet een oppervlakte hebben van ten minste 30 m²;

  • b.

    wordt in een inrichting het bedrijf krachtens een vergunning in meer dan een lokaliteit uitgeoefend, dan moet ten minste een van die lokaliteiten aan de sub a gestelde eis voldoen en moeten de overige lokaliteiten elk een oppervlakte hebben van ten minste 20 m²;

  • c.

    wanneer er in de wand tussen twee aan elkaar grenzende lokalen een open gedeelte is, worden die lokalen alleen dan als één geheel beschouwd, indien de opening niet door deuren of op andere wijze kan worden afgesloten, van de vloer af gemeten ten minste 2,50 meter hoog is en haar breedte ten minste de helft bedraagt van de breedte van de scheidingswand.

Artikel 2

De gemiddelde hoogte van de lokaliteit of lokaliteiten, waarvoor vergunning is of wordt verleend, gerekend van de vloer tot de onderkant van de zoldering, van het plafond of van de bekapping, zo deze als zoldering dient, mag niet minder zijn dan 3 meter.

Artikel 3

Ten minste één wand van de lokaliteit, waarvoor vergunning is of wordt verleend, moet buitenwand zijn over de volle afmeting, die de lokaliteit aan de zijde van die wand heeft.

Artikel 4

  • 1. De lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend moet voorts voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      voldoende toetreding van licht en verse lucht moet kunnen plaatsvinden; de gezamenlijke openingen daartoe moeten ten minste een tiende van de vloeroppervlakte bedragen;

    • b.

      de wanden moeten van zodanige constructie zijn gemaakt dat ze gemakkelijk afwasbaar zijn;

    • c.

      de vloer moet betegeld zijn;

    • d.

      een plafond moet aanwezig zijn;

    • e.

      zowel vloer, wanden als plafond moeten in behoorlijke staat verkeren;

    • f.

      de inrichting moet aangesloten zijn op het waterleiding- en elektriciteitsnet;indien aansluiting op het waterleidingnet redelijkerwijs van de betrokkene niet kan worden gevergd, moet een andere, door de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, hierna te noemen: de Inspectiedienst, goed te keuren, watervoorziening worden toegepast;

    • g.

      een toonbank van hard, afwasbaar materiaal moet aanwezig zijn;

    • h.

      een gootsteen met droogrek en afvoer met stankbocht naar een beerput of riool moet aanwezig zijn

  • 2. In de inrichting moeten er deugdelijke toiletgelegenheden zijn, die voldoen aan de volgende eisen:

    • a.

      er moeten ten behoeve van de bezoekers voor mannen en voor vrouwen afzonderlijk, volledig gescheiden toiletgelegenheden zijn. Deze toiletgelegenheden mogen niet rechtstreeks met de keuken of met een voor het publiek toegankelijke lokaliteit in verbinding staan, doch moeten niettemin van daaruit op gemakkelijke wijze te bereiken zijn. De toiletten moeten steeds in zindelijke staat worden gehouden;

    • b.

      bij de toiletgelegenheden moet een behoorlijke gelegenheid bestaan om de handen te wassen, voorzien van stromend water, zeep, handdoek of papieren handdoeken en een papiermand. Deze gelegenheid moet voorzien zijn van een afvoer met stankbocht naar beerput of riool;

    • c.

      in elk toilet moet een raam op een hoogte van ten minste 1,50 meter, gerekend van de vloer tot de onderkant van het raam, aanwezig zijn van ten minste 0,25 m² grootte, dat in onmiddellijke verbinding staat met de buitenlucht;

    • d.

      alle toiletten, urinoirs en andere sanitaire inrichtingen moeten, waar mogelijk, aangesloten zijn op het waterleidingnet, voorzien zijn van afvoer met stankbocht naar beerput of riool en afdoende van de vergunningslokaliteiten afgesloten zijn;indien aansluiting op het waterleidingnet redelijkerwijs van de betrokkene niet kan worden gevergd, moet een andere, door de Inspectiedienst goed te keuren watervoorziening worden toegepast;

    • e.

      de vloeren van alle toiletten, urinoirs en andere sanitaire inrichtingen moeten betegeld zijn, alsook de wanden, tot op een hoogte van ten minste 1,60 meter.

Artikel 5

Indien de voorgeschreven ventilatieopeningen ontbreken, moet in de lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend, aanwezig zijn een elektrische ventilator met een middellijn van ten minste 0.50 meter, die in verbinding staat met de buitenlucht, of een andere doeltreffende inrichting voor toetreding van buitenlucht.

Artikel 6

In een lokaliteit waarvoor een vergunning wordt of is verleend, mogen niet aanwezig zijn vaste of verplaatsbare schotten, schermen, gordijnen of andere afscheidingen, hoger dan 1.25 meter van de vloer af gemeten, die van de lokaliteit een deel afzonderen.

Artikel 7

De lokaliteit waarvoor vergunning wordt of is verleend, moet uitsluitend voor de uitoefening van het bedrijf krachtens een koffiehuisvergunning, sociëteitvergunning, , bierhuisvergunning, restaurantvergunning A, restaurantvergunning B of voor een ijshuisvergunning zijn ingericht en worden gebruikt.

II. EISEN WAARAAN HOTELS OF LOGEMENTEN MOETEN VOLDOEN OM VOOR EEN HOTEL- OF LOGEMENTVERGUNNING IN AANMERKING TE KUNNEN KOMEN.

Artikel 8

Om voor een hotelvergunning, of een logementvergunning in aanmerking te komen moet een hotel of logement voldoen aan de eisen, omschreven in de artikelen 9 tot en met 15.

Artikel 9

  • 1. Een logement moet ten minste bevatten vier uitsluitend voor logeergasten bestemde slaapkamers.

  • 2. Een hotel moet ten minste bevatten tien uitsluitend voor logeergasten bestemde slaapkamers.

  • 3. Slaapkamers, welke alleen door een andere slaapkamer bereikt kunnen worden, blijven ten aanzien van de toepassing van het bepaalde bij het eerste en tweede lid, buiten aanmerking.

  • 4. Eveneens blijven buiten aanmerking slaapkamers op zolders, waarvan het dak niet behoorlijk is beschoten of niet op andere wijze voldoende beschutting biedt tegen hitte of vochtigheid, of ruimten die kennelijk voor andere doeleinden bestemd zijn of gebruikt worden.

Artikel 10

In het hotel of logement moet bovendien, kennelijk uitsluitend of in hoofdzaak ten behoeve van de logeergasten, aanwezig zijn een lokaliteit, waarin desgevraagd de maaltijd kan worden gebruikt.

Artikel 11

  • 1. De in artikel 9, eerste en tweede lid, bedoelde slaapkamers moeten door een metsel- of ander onbrandbaar werk van elkaar gescheiden zijn en een volledig afsluitend plafond van pleister-, hout- of ander werk hebben; zij moeten aan de binnenzijde op voldoende wijze kunnen worden afgesloten.

  • 2. Indien twee slaapkamers met elkaar in rechtstreekse verbinding staan, moet de verbindingsdeur in beide kamers door middel van een schuifgrendel of blindensluiting op voldoende wijze kunnen worden afgesloten.

Artikel 12

De in artikel 9, eerste en tweede lid, bedoelde slaapkamers moeten door ventilatieopeningen of beweegbare ramen, deuren of bovenlichten, rechtstreeks in verbinding staan met de buitenlucht, met dien verstande dat de gezamenlijke doorlaatruimte niet minder mag bedragen dan een tiende deel van de vloeroppervlakte van die kamers. Deuren worden niet meegerekend, met uitzondering van de daarin eventueel aanwezige ventilatieopeningen.

Artikel 13

  • 1. In elke slaapkamer, bedoeld in artikel 9, eerste en tweede lid, moeten ten minste aanwezig zijn een voor onmiddellijk gebruik gereed zijnd bed met toebehoren, een vaste wasgelegenheid voor zover mogelijk aangesloten op het waterleidingnet, en in een slaapkamer onmisbaar te achten meubelen en voorwerpen.

  • 2. De slaapplaatsen in eenzelfde kamer mogen niet boven elkaar zijn aangebracht.

Artikel 14

In elke slaapkamer moet ten minste 6 m² vloeroppervlakte zijn. Indien een slaapkamer voor meer dan één persoon bestemd en ingericht is, moet daarin per persoon ten minste 5 m² vloeroppervlakte zijn.

Artikel 15

  • 1. In de inrichtingen moeten, volledig van elkaar gescheiden, toiletgelegenheden voor mannen en vrouwen afzonderlijk aanwezig zijn, welke niet rechtstreeks met een voor het publiek toegankelijke lokaliteit in verbinding mogen staan en steeds in zindelijke toestand moeten worden gehouden.

  • 2. Voor elke sekse afzonderlijk moet in een logement, dat vier tot negen bedden heeft, ten minste één toiletgelegenheid aanwezig zijn; in een hotel dat tien tot 19 bedden heeft, ten minste twee toiletgelegenheden; in een hotel dat 20 tot 29 bedden heeft, ten minste drie toiletgelegenheden en zo vervolgens.

  • 3. Alle sanitaire inrichtingen, zoals toiletten, urinoirs, badkamers enzovoorts, dienen, voor zover daartoe gelegenheid bestaat, te zijn aangesloten op het waterleidingnet en voorzien te zijn van een afvoer met stankbocht naar beerput of riool. De vloeren van deze sanitaire inrichtingen dienen betegeld te zijn, alsook de wanden tot op een hoogte van ten minste 1.60 meter.

  • 4. Bij deze toiletgelegenheden moet een behoorlijke gelegenheid zijn om de handen te wassen, voorzien van stromend water, zeep, handdoek of papieren handdoeken en een papiermand.

  • 5. In de inrichtingen moeten volledig van elkaar gescheiden badkamers voor mannen en vrouwen afzonderlijk aanwezig zijn, welke niet rechtstreeks met een voor het publiek toegankelijke lokaliteit in verbinding mogen staan en steeds in zindelijke staat moeten worden gehouden.

  • 6. Voor elke sekse afzonderlijk moet voor elke negen bedden ten minste één badkamer aanwezig zijn.

III. EISEN WAARAAN EEN SLIJTERIJ MOET VOLDOEN OM VOOR EEN SLIJTVERGUNNING IN AANMERKING TE KUNNEN KOMEN.

Artikel 16

  • 1. Om voor een slijtvergunning in aanmerking te komen, moet een slijterij voldoen aan de eisen, gesteld in artikel 4, lid 1, sub a tot en met e.

  • 2. De Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, hierna te noemen: de minister, kan, in overleg met de Inspectiedienst, toestaan dat in plaats van tegels een ander deugdelijk materiaal wordt gebruikt.

IV. EISEN VAN HYGIENISCHE AARD

Artikel 17

Voor de bereiding van spijzen in de onder I en II van deze landsverordening bedoelde inrichtingen moet een afzonderlijke keuken, geheel afgescheiden van de overige lokaliteiten, aanwezig zijn.

Artikel 18

De keuken van een restaurant, hotel, logement of sociëteit, laatstgenoemde inrichting voor zover deze over een keuken beschikt, moet voldoen aan de volgende eisen;

  • a.

    de keuken moet een oppervlakte hebben van ten minste 9 m²;

  • b.

    de gemiddelde hoogte van de keuken, gerekend van de vloer tot het plafond, mag niet minder zijn dan 3 meter;

  • c.

    voldoende toetreding van licht en verse lucht moet kunnen plaatsvinden; de gezamenlijke openingen daartoe moeten minstens een tiende van de vloeroppervlakte bedragen;

  • d.

    de vloer, alsmede de wanden tot een hoogte van 1.60 meter, moeten betegeld of van een ander, door de minister goed te keuren, daartoe geschikt materiaal zijn;

  • e.

    de keuken moet zijn aangesloten op het waterleiding- en elektriciteitsnet. Indien aansluiting op het waterleidingnet redelijkerwijs van de betrokkene niet kan worden gevergd, moet een andere, door de Inspectiedienst goed te keuren, watervoorziening worden toegepast;

  • f.

    er moet aanwezig zijn een gootsteen met aanrecht, voorzien van stromend water en afvoer met stankbocht naar een beerput of riool;

  • g.

    het bovenblad van het aanrecht moet zijn vervaardigd van graniet, glas, plastic, marmer of enig ander hard en afwasbaar materiaal;

  • h.

    etenswaren, al dan niet toebereid, moeten worden bewaard op zodanige wijze, dat zoveel mogelijk wordt voorkomen dat insecten of ongedierte bij deze eetwaren kunnen komen;

  • i.

    de toegangsdeuren tot de keuken moeten automatisch sluiten;

  • j.

    de ramen en overige openingen moeten zijn afgesloten met vliegengaas;

  • k.

    het plafond van de keuken moet van degelijk materiaal zijn vervaardigd en moet in behoorlijk staat worden gehouden.

V. ONTHEFFINGEN

Artikel 19

De minister kan, in overleg met de Inspectiedienst, ten aanzien van de eisen betreffende ventilatie en ventilatieopeningen, gesteld aan inrichtingen als bedoeld onder I, II en III, ontheffing verlenen voor luchtgekoelde (zogenaamde "Air-conditioned”) lokaliteiten.

Artikel 20

  • 1. Van ieder van de bepalingen in de artikelen 1, onder b, 2, 3, 4, 5, 6, 9, leden 3 en 4, 10, 12 tot en met 15 kan, op schriftelijk verzoek, al dan niet voor een bepaalde tijd, ontheffing worden verleend door de minister . Op een verzoek om ontheffing van de bepalingen in de artikelen 1, onder b, 2, 3, 4, 5, 6, 12, 13 en 15 beslist de minister na ingewonnen schriftelijk advies van de Inspectiedienst.

  • 2. De minister beschikt op het verzoek binnen zes weken na ontvangst.

  • 3. [vervallen]

Artikel 21

De minister kan ontheffing verlenen van de bepaling in artikel 17, uitsluitend voor wat betreft een restaurantvergunning B, indien de bereiding van de spijzen zodanig eenvoudig geschiedt, dat redelijkerwijze van de betrokkene geen afzonderlijke keuken kan worden gevergd.

Artikel 22

De ontheffing, bedoeld in artikel 20, vervalt met ingang van de dag waarop de vergunning voor de uitoefening, waarvan de ontheffing werd verleend, vervalt, onherroepelijk is ingetrokken of naar een ander gebouw wordt overgeschreven.

Artikel 23

  • 1. Deze verordening kan worden aangehaald als "Uitvoeringsverordening van de vergunningslandsverordening".

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]