LANDSVERORDENING met betrekking tot het heffen en innen van vergunningsrechten ingevolge de Vergunningslandsverordening

Geldend van 30-04-2016 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING met betrekking tot het heffen en innen van vergunningsrechten ingevolge de Vergunningslandsverordening

Artikel 1

In deze landsverordening wordt verstaan onder:

  • a.

    [vervallen]

  • b.

    de minister: de Minister van Financiën;

  • c.

    [vervallen]

  • d.

    het vergunningsrecht : het recht dat jaarlijks aan de landskas is verschuldigd voor het houden van een vergunning bedoeld in de artikelen 10 tot en met 18 van de Vergunningslandsverordening;

  • e.

    het bijzondere vergunningsrecht: het recht dat aan de landskas is verschuldigd voor een toestemming bedoeld in de artikelen 45, eerste lid, 47, vierde lid, 52 en 54, onder b, van de Vergunningslandsverordening.

Artikel 2

  • 1.

    Het vergunningsrecht bedraagt voor de onderscheidenlijke vergunningen, bedoeld in de artikelen 10 tot en met 18 van de Vergunningslandsverordening:

    • a.

      voor de vergunning, bedoeld in artikel 10 (hotelvergunning), voor een hotel met:

(1) ten hoogste 10 kamers NAf 900,-

(2) 11 tot en niet 50 kamers NAf 1.200,-

(3) 51 tot met 100 kamers NAf 1.800,-

(4) 101 tot en met 300 kamers NAf 3.600,-

(5) 301 tot en met 500 kamers NAf 5.400,-

(6) 500 kamers of meer NAf 7.200,-

welke bedragen onderscheidenlijk worden vermeerderd met NAf 12,- per kamer en NAf 1.500,- voor elk koffiehuis of restaurant dat door de vergunninghouder wordt geëxploiteerd;

  • b.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 11 (koffiehuisvergunning) NAf 2.000,-;

  • c.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 12 (sociëteitsvergunning) NAf 1.200,-;

  • d.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 13 (grossiersvergunning) NAf 2.400,-;

  • e.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 14 (slijtvergunning) NAf 3.000 -;

  • f.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 15 (bierhuisvergunning) NAf 900,-;

  • g.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 16 (logementvergunning) NAf 720,-;

  • h.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 17 eerste lid (restaurantvergunning A) NAf 2.520,-;

  • i.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 17, tweede lid (restaurantvergunning B) NAf 2.400,-;

  • j.

    voor de vergunning, bedoeld in artikel 18 (ijshuisvergunning) NAf 1.400,-.

    • 2.

      In afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onder b, e, h, i en j bedraagt het vergunningsrecht voor een vergunning voor een lokaliteit gelegen buiten de districten vermeld op de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde kaart de helft van genoemde bedragen.

Artikel 3

Het bijzondere vergunningsrecht, bedoeld in artikel 40, vierde lid, van de Vergunningslandsverordening bedraagt:

  • a.

    voor de toestemming, bedoeld in artikel 45, eerste lid, per jaar per automaat NAf 750,-;

  • b.

    voor een toestemming, bedoeld in artikel 47 , vierde lid, (later sluitingsuur) per jaar NAf 600,-;

  • c.

    voor een toestemming, bedoeld in artikel 52, (maken van muziek enz.) per jaar NAf 500,-;

  • d.

    voor een toestemming, bedoeld in artikel 54, onder b, (uitoefenen van een toegestaan nevenbedrijf) per jaar NAf 250,-.

Artikel 4

Het bijzondere vergunningsrecht, bedoeld in artikel 40, vierde lid, van de Vergunningslandsverordening bedraagt voor een toestemming als bedoeld in artikel 46 terzake van de verkoop van:

  • a.

    sterke drank NAf 25,-;

  • b.

    zwak-alcoholische drank NAf 15,-;

  • c.

    alcoholvrije drank NAf 10,-;

  • d.

    ijs en spijzen NAf 10,-.

Artikel 5

Het vergunningsrecht en het bijzondere vergunningsrecht zijn verschuldigd uiterlijk op de

dag van afgifte van de vergunning of de toestemming.

Artikel 6

Het bijzondere vergunningsrecht wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur.

Artikel 7

  • 1. De inning van de rechten, bedoeld in de artikelen 2 en 3, geschiedt tegen kwitantie door de Ontvanger.

  • 2. Wanneer de rechten, bedoeld in het eerste lid, in de loop van het jaar verschuldigd worden, bedraagt het over dat jaar verschuldigde vergunningsrecht zoveel twaalfde gedeelten van het over het volle jaar verschuldigde als er maanden van dat jaar resteren, de maand van afgifte mede gerekend.

Artikel 8

  • 1. De inning van het bijzondere vergunningsrecht, bedoeld in artikel 4, geschiedt door voldoening van het recht op de door de minister vastgestelde wijze aan de daartoe door de minister aangewezen ambtenaren of personen.

  • 2. De voldoening van het bijzondere vergunningsrecht, bedoeld in artikel 4, geschiedt door op het aan de verzoeker af te geven schriftelijke bewijs van de toestemming een of meer legeszegels te plakken tot het verschuldigde bedrag.

  • 3. De geplakte legeszegels worden voor de afgifte van het schriftelijke bewijs van de toestemming aan de verzoeker door middel van een afstempeling voor verder gebruik ongeldig gemaakt.

Artikel 9

  • 1. Het vergunningsrecht dient voor de aanvang van de termijn, waarvoor het verschuldigd is, in zijn geheel te worden voldaan bij de Ontvanger.

  • 2. Ingeval niet is voldaan aan het vereiste, genoemd in het eerste lid, wordt het bedrag van het desbetreffende vergunningsrecht verhoogd met 50%.

  • 3. Het ingevolge het tweede lid verhoogde bedrag van het vergunningsrecht dient te worden voldaan bij de Ontvanger uiterlijk binnen 30 dagen na de schriftelijke kennisgeving van het verhoogde bedrag.

Artikel 10

In bijzondere gevallen kan de minister op een daartoe strekkend schriftelijk verzoek toestaan, dat, in afwijking van het bepaalde in artikel 9, eerste lid, het vergunningsrecht per half jaar wordt voldaan.

Artikel 11

  • 1. Restitutie van betaalde rechten over nog niet ingetreden kwartalen, kan op verzoek van de belanghebbende of ambtshalve door of vanwege de minister worden verleend, indien geen gebruik van de vergunning wordt gemaakt. Restitutie wordt ambtshalve verleend op grond van een besluit tot intrekking van de vergunning.

  • 2. Bij jaarlijkse voldoening van de rechten, bedoeld in de artikelen 2 en 3, wordt aan de vergunninghouder benevens een kwitantie een vignet verstrekt. De vergunninghouder is verplicht dit vignet, voor de controle op de betaling van de vergunningsrechten, duidelijk zichtbaar en op een hoogte van twee meter boven de vloer in de lokaliteit op te hangen. Indien niet aan het voorgaande kan worden voldaan moet tenminste het bewijsstuk dat de vergunningsrechten zijn voldaan in de lokaliteit aanwezig zijn.

  • 3. De minister stelt de vorm en inrichting van het vignet vast.

Artikel 12

  • 1. Hij die bezwaar heeft tegen een schriftelijke kennisgeving als bedoeld in artikel 6, kan binnen twee maanden na de dagtekening van de kennisgeving een bezwaarschrift indienen bij de minister.

  • 2. De minister beslist op het bezwaarschrift zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee maanden na ontvangst bij gemotiveerd besluit en geeft bij aangetekende brief of gewaarmerkt ontvangstbewijs hiervan kennis aan belanghebbende.

  • 3. Het bezwaar schort de verplichting tot betaling van enige heffing niet op.

Artikel 13

Hij die bezwaar heeft tegen een ingevolge het vorige artikel gedane beslissing van de minister kan binnen twee maanden na de dagtekening van het afschrift van het besluit of die van het ontvangstbewijs in beroep komen bij het Gerecht, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Landsverordening op het beroep in belastingzaken.

Artikel 14

  • 1. Een ieder is gehouden aan de minister de door deze gevorderde gegevens en inlichtingen te verstrekken welke voor de heffing en de invordering van het vergunningsrecht van belang kunnen zijn.

  • 2. Worden door de landsverordening aangelegenheden van een derde aangemerkt als aangelegenheden van hem die vermoedelijk belastingplichtige is, dan gelden, voor zover het deze aangelegenheden betreft, gelijke verplichtingen voor de derde.

Artikel 15

  • 1. De gegevens en inlichtingen dienen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden verstrekt, hetzij schriftelijk, hetzij mondeling, ter keuze van de minister en binnen een door deze te stellen termijn.

  • 2. Toegelaten moet worden, dat afschriften en uittreksels worden gemaakt van de boeken en andere bescheiden, waarvan krachtens artikel 14 inzage wordt verstrekt. De vorige volzin is van overeenkomstige toepassing op de afschriften en uittreksels van boeken en andere bescheiden die ter inzage worden verstrekt.

Artikel 16

  • 1. Hij die handelt in strijd met het bepaalde in de artikelen 14 en 15 van deze landsverordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. De in het eerste lid strafbaar gestelde feiten zijn overtredingen.

Artikel 17

  • 1. [regelt de inwerkingtreding]

  • 2. [vervallen]

  • 3. Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Landsverordening vergunningsrecht.

Hotel

NAf 75,- per bar      

plus NAf 1,- per kamer

variërend tussen NAf 900,-

en NAf 7.200,- vermeerderd

met NAf 1.500,- per

koffiehuis of restaurant

en NAf 12,- per kamer

Koffiehuis

NAf 75,-

NAf 1.000,- of NAf 2.000,-

voor bepaalde hotspots

Sociëteit

NAf 75,-

NAf 1.200,-

Grossierderij

NAf 150,-

NAf 2.400,-

Slijterij

NAf 100,-

NAf 1.500,- of Naf 3.000,-

voor bepaalde hotspots

Bierhuis

NAf 50,-

NAf 900,-

Logement

NAf 30,- per bar plus

NAf 1,- per kamer

NAf 720,-

Restaurant A

NAf 75,-

NAf 1.260,- of NAf 2.520,-

voor bepaalde hotspots

Restaurant B

NAf 75,-

NAf 1.200,- of NAf 2.400,-

voor bepaalde hotspots

Ijshuis

Naf 40,-

NAf 700,- of NAf 1.400 ,-

voor bepaalde hotspots

Buffetvergunning

NAf 5,- per keer

variërend tussen NAf 10,- en

NAf 25,- per keer

Automaat

NAf 50,-

NAf 750,-

Later sluitingsuur

nihil

NAf 600,-

Vermakelijkheden

nihil

NAf 500,-

Nevenbedrijf

nihil

NAf 250,-