Regeling vervallen per 04-10-2019

LANDSVERORDENING houdende regelen betreffende de handel in dranken en spijzen alsmede het verschaffen van huisvesting met bediening tegen vergoeding

Geldend van 30-05-2015 t/m 03-10-2019

Intitulé

LANDSVERORDENING houdende regelen betreffende de handel in dranken en spijzen alsmede het verschaffen van huisvesting met bediening tegen vergoeding

Artikel 1

Deze landsverordening verstaat onder:

sterke drank:

  • a.

    drank, die bij een temperatuur van vijftien graden van de honderddelige schaal meer dan eenentwintig volumeprocenten alcohol bevat;

  • b.

    onvermengde, door overhaling verkregen alcoholhoudende drank alsmede likeur en bitter, voor zover niet reeds vallende onder de omschrijving van de onder a bedoelde drank;

zwak-alcoholische drank:

  • a.

    bier;

  • b.

    wijn, waaronder wordt verstaan de gegiste drank, geheel of gedeeltelijk verkregen uit sap of het aftreksel van druiven, rozijnen of krenten, dan wel van andere verse of gedroogde vruchten of plantendelen, voor zover niet vallende onder de omschrijving van "sterke drank" onder a;

  • c.

    andere dan de onder b vermelde "sterke drank" en de onder a en b vermelde "zwak-alcoholische drank", die bij een temperatuur van vijftien graden van de honderddelige schaal eenentwintig of minder volumenprocenten alcohol bevat;

verkopen in het klein: verkopen bij hoeveelheden van minder dan negen liter;

logement: elke gelegenheid, waar aan vier of meer personen tot een maximum van negen, niet zijnde bloed- of aanverwanten van de houder, tot de derde graad inbegrepen, en die niet in dienst van de houder zijn, tegen vergoeding huisvesting met bediening verleend wordt;

hotel: elke gelegenheid, waar aan tien of meer personen, niet zijnde bloed- of aanverwanten van de houder, tot de derde graad inbegrepen, en die niet in dienst van de houder zijn, tegen vergoeding huisvesting met bediening verleend wordt;

timeshare resort: een hotel, waar aan personen timeshare rechten zijn verleend;

timeshare recht: een zakelijk of persoonlijk recht waarbij voor een bepaalde of onbepaalde periode het genot wordt verleend van een onroerende zaak of een gedeelte daarvan, onder de beperking van dat recht in die zin, dat het gebruik van de onroerende zaak de desbetreffende persoon slechts gedurende een omschreven deel van een jaar of meerdere jaren periodiek toekomt;

lokaliteit: vertrek of ruimte, waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning of toestemming is verleend;

houder: hij aan wie een vergunning of toestemming ingevolge deze landsverordening is verleend, of indien deze niet optreedt als hoofd van het bedrijf, het hoofd van het bedrijf of degene die dit hoofd als zodanig vervangt;

verkoopautomaat: ieder toestel waaruit daarin ten verkoop aanwezige spijzen, drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel door inwerping van geldstukken of fiches kunnen worden betrokken, zonder dat daarbij de onmiddellijke medewerking van andere personen dan de koper vereist is;

minister: de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie.

Artikel 2

  • 1. De verkoop van sterke drank mag niet plaats vinden, dan krachtens en anders dan overeenkomstig een vergunning of toestemming, verleend op grond van deze landsverordening.

  • 2. De verkoop van spijzen, zwak-alcoholische drank, alcoholvrije drank, gebruik ter plaatse, mag niet anders plaatsvinden dan krachtens en anders dan overeenkomstig een vergunning of toestemming verleend op grond van deze landsverordening.

  • 3. Onder verkoop wordt mede begrepen het ten verkoop aanbieden, het kennelijk ten verkoop uitstallen en het kennelijk ten verkoop in voorraad hebben.

  • 4. Het verlenen van huisvesting met bediening tegen vergoeding in een hotel of logement mag niet plaatsvinden, dan krachtens en anders dan overeenkomstig een vergunning, verleend op grond van deze landsverordening.

Artikel 3

Geen vergunning is vereist voor de verkoop van sterke, zwak-alcoholische en alcoholvrije drank in het klein, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel of spijzen:

  • a.

    op of in aan het internationaal verkeer deelnemende openbare middelen van vervoer, die tijdelijk op doorreis in Sint Maarten verblijven, mits de verkoop alleen geschiedt voor gebruik op of in deze middelen van vervoer;

  • b.

    in legerplaatsen of in vertrekken of ruimten, aan het militair gezag onderworpen, door hen, aan wie, onder voorwaarden door de Minister van Algemene Zaken te stellen, de verkoop door het militair gezag wordt toegestaan.

Artikel 4

[vervallen]

Artikel 5

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen:

  • a.

    één of meer wijken, buurten of straten worden aangewezen, waarin vergunningen niet mogen worden verleend;

  • b.

    voor één of meer wijken, buurten of straten een maximum van aldaar te verlenen vergunningen worden vastgesteld;

  • c.

    één of meer wijken, buurten of straten worden aangewezen, waarin vergunningen niet dan onder bij die landsverordening vastgestelde voorwaarden mogen worden verleend;

  • d.

    één of meer wijken, buurten of straten worden aangewezen, waarin vergroting of vermeerdering van de lokaliteiten niet mag plaats hebben;

  • e.

    één of meer wijken, buurten of straten worden aangewezen, waarin bestaande vergunningen niet mogen worden verplaatst dan wel slechts mogen worden verplaatst onder bij dat landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vastgestelde voorwaarden.

Artikel 6

Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen voor de verkoop van sterke en zwak-alcoholische drank in het klein worden vastgesteld:

  • a.

    voorschriften, waaraan de sluiting van flessen, kannen of kruiken, waarin die drank wordt verkocht, moet voldoen;

  • b.

    voorschriften betreffende het aanbrengen van aanduidingen op flessen, blikken, kannen of kruiken, op hun omhulsels of op de plaatsen waar deze drank ten verkoop wordt uitgestald.

Artikel 7

De verkoop van sterke, zwak-alcoholische of alcoholvrije drank in het klein voor gebruik elders dan ter plaatse van verkoop, geschiedt niet anders dan in gesloten flessen, blikken, kannen of kruiken.

Artikel 8

Bij of krachtens landsbesluit, houdende algemene maatregelen, worden met betrekking tot ruimte, licht, ramen, inrichting en luchtverversing eisen gesteld, waaraan een lokaliteit moet voldoen om voor een van de in de artikelen 10 tot en met 18 genoemde vergunningen in aanmerking te kunnen komen.

Artikel 9

  • 1. De uitoefening van het bedrijf krachtens een vergunning moet uitsluitend op naam en voor rekening van de vergunninghouder geschieden.

  • 2. Is de vergunninghouder een natuurlijke persoon, dan moet de uitoefening van het bedrijf geschieden door de vergunninghouder, die zich daarin, met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid, slechts kan doen bijstaan door zijn echtgenoot, door zijn bloed- en aanverwanten in de rechte lijn en door het personeel, dat bij hem in loondienst is.

  • 3. Is de vergunninghouder een rechtspersoon, dan moet de uitoefening van het bedrijf geschieden door het bestuur van de rechtspersoon, dat zich daarin, met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid, slechts kan doen bijstaan door personeel, dat bij de rechtspersoon in loondienst is.

  • 4. De vergunninghouder is verplicht desgevraagd aan de minister alle inlichtingen te verschaffen ten aanzien van de schriftelijke dan wel mondelinge overeenkomsten die hij met personen werkzaam in of ten behoeve van zijn vergunningsinrichting, gesloten heeft. Blijft de vergunninghouder geheel of gedeeltelijk in gebreke om aan een verzoek tot het verschaffen van de vereiste inlichtingen te voldoen binnen een door de minister te bepalen termijn, dan wordt hij geacht aan het bepaalde in het eerste, tweede of derde lid niet te voldoen.

    § 2. VERGUNNINGEN

Artikel 10

Een "hotelvergunning" geeft de houder recht tot:

  • a.

    het houden van een hotel;

  • b.

    de verkoop in het klein van sterke, zwak-alcoholische en alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel of spijzen voor gebruik ter plaatse, voor welke de vergunning geldt.

Artikel 11

Een "koffiehuisvergunning" geeft de houder recht tot de verkoop in het klein van sterke drank zowel voor gebruik ter plaatse als voor gebruik elders en tot de verkoop van zwak-alcoholische of alcoholvrije drank en voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel voor gebruik ter plaatse.

Artikel 12

Een "sociëteitsvergunning" geeft de houder recht tot verkoop in het klein van sterke, zwak-alcoholische en alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel of spijzen uitsluitend aan leden van de sociëteit en hun geïntroduceerden voor gebruik ter plaatse, voor welke de vergunning geldt.

Artikel 13

Een "grossiersvergunning" geeft de houder recht tot de verkoop anders dan in het klein van sterke drank, uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse, voor welke de vergunning geldt.

Artikel 14

Een “slijtvergunning” geeft de houder recht tot de verkoop in het klein van sterke drank uitsluitend voor gebruik elders dan ter plaatse, voor welke de vergunning geldt.

Artikel 15

Een "bierhuisvergunning" geeft de houder recht tot de verkoop in het klein van zwak-alcoholische en alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel, voor gebruik ter plaatse.

Artikel 16

Een "logementvergunning" geeft de houder recht tot:

  • a.

    het houden van een logement;

  • b.

    de verkoop in het klein van zwak-alcoholische en alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel en spijzen voor gebruik ter plaatse, uitsluitend aan logeergasten en gasten van dezen.

Artikel 17

  • 1. Een “restaurantvergunning A" geeft de houder recht tot de verkoop in het klein van alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel en spijzen, welke in een ter plaatse aanwezige keuken worden bereid, voor gebruik ter plaatse.

  • 2. Een “restaurantvergunning B" geeft de houder recht tot de verkoop in het klein van alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel en bepaalde, op eenvoudige wijze te bereiden spijzen in een zogenaamd snelbuffet, voor gebruik ter plaatse.

Artikel 18

Een “ijshuisvergunning" geeft de houder recht tot de verkoop in het klein van alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel, voor gebruik ter plaatse.

§ 3. VERLENING, WEIGERING EN INTREKKING VAN VERGUNNINGEN EN TOESTEMMINGEN

Artikel 19

  • 1. De bevoegdheid tot het verlenen, weigeren en intrekken van een vergunning of een toestemming berust bij de minister.

  • 2. De vergunning of toestemming wordt schriftelijk verleend en gesteld ten name van de aanvrager.

  • 3. In de vergunning wordt opgenomen een omschrijving van de lokaliteit waarvoor zij is verleend, met vermelding van de oppervlakte daarvan.

Artikel 20

  • 1. Hij die in het bezit wenst te worden gesteld van een vergunning als bedoeld in een van de artikelen 10 tot en met 18 of van een toestemming als bedoeld in een van de artikelen 45 en 46, dient zulks schriftelijk te verzoeken aan de minister, onder vermelding van de soort vergunning welke verlangd wordt.

  • 2. Het verzoekschrift moet vermelden naam, voornamen, geboortedatum, woonplaats en beroep van de aanvrager en zo het een rechtspersoon betreft moet het verzoekschrift vermelden, de naam, datum en nummer goedkeuring harer statuten alsmede plaats van domicilie.

  • 3. Bij het verzoekschrift om een sociëteitsvergunning worden overlegd een afschrift of afdruk van de statuten en van het reglement, alsmede een opgave van de namen en woonplaatsen van de leden van de sociëteit.

Artikel 21

  • 1. Zodra verzoeker een opgave heeft gedaan van de ligging van de vertrekken of ruimten voor welke de vergunning waarvoor hij in aanmerking komt geldt, wordt door de minister mededeling gedaan in een of meer lokale nieuwsbladen.

  • 2. De opgave wordt gedurende veertien dagen na mededeling ter visie gelegd op het bestuurskantoor gedurende welke tijd een ieder het recht heeft schriftelijk zijn bezwaren tegen verlening van de vergunning kenbaar te maken.

  • 3. De verzoeker legt bij zijn opgave het bewijs over van storting in de landskas van een door de minister vastgesteld bedrag, hetwelk dient ter bestrijding van de kosten van de mededeling, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 22

  • 1. Indien ingevolge artikel 21, tweede lid, bezwaren worden kenbaar gemaakt, wordt in opdracht van de minister een onderzoek ingesteld, waarbij de naaste buren van de lokaliteiten voor welke de vergunning zal gelden, worden gehoord.

  • 2. Het getal van de te horen personen bedraagt nooit minder dan zes van de dichtstbijzijnde buren, zowel ten westen, ten oosten, ten noorden als ten zuiden van de plaats waar de vergunningsinrichting zal zijn gelegen, met dien verstande, dat deze ervan zoveel mogelijk op verschillende afstanden van bedoelde plaats moeten zijn gelegen, welke afstand echter niet meer zal bedragen dan 200 meter voor de ten westen gelegen erven en 100 meter voor de overige erven.

  • 3. Het proces-verbaal van onderzoek wordt uiterlijk binnen veertien dagen na het verstrijken van de in artikel 21, tweede lid, bedoelde termijn bij de minister ingediend.

Artikel 23

Gedurende een week na het verstrijken van de in artikel 21, tweede lid, bedoelde termijn, kunnen zowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben ingebracht, kennis nemen van de tegen het verzoek kenbaar gemaakte bezwaren.

Artikel 24

  • 1. Binnen drie weken na het verstrijken van de in artikel 21, tweede lid, bedoelde termijn of, in geval er bezwaren zijn kenbaar gemaakt binnen drie weken na de indiening van het proces-verbaal van onderzoek, beslist de minister over het verzoek en geeft daarvan terstond per aangetekende brief kennis aan de verzoeker.

  • 2. De termijnen van drie weken kunnen eenmaal met, ten hoogste drie weken door de minister worden verlengd.

Artikel 25

  • 1. De minister is bevoegd, alvorens te beslissen zich te doen voorlichten door deskundigen door de minister aan te wijzen en kan bepalen, dat zowel de verzoeker als zij, die bezwaren hebben kenbaar gemaakt, op die bezwaren worden gehoord.

  • 2. De verzoeker en zij, die bezwaren hebben kenbaar gemaakt, zijn gehouden aan de deskundigen de gevraagde inlichtingen te verstrekken en toegang te verschaffen tot hun respectievelijke lokaliteiten gelegen binnen het in artikel 22, tweede lid, vermelde rayon. Weigering hiertoe heeft tot gevolg, dat het verzoek, respectievelijk de bezwaren als vervallen worden beschouwd.

Artikel 26

Een vergunning wordt niet verleend dan nadat gebleken is dat aan de eisen, vastgesteld ingevolge artikel 8, is voldaan. Voor zover deze eisen van hygiënische aard zijn, moet worden overgelegd een verklaring vanwege de Inspectiedienst Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid inhoudende dat aan bedoelde eisen is voldaan.

Artikel 27

Aan een ingevolge deze landsverordening verleende vergunning kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, de staten gehoord, bijzondere voorwaarden worden gesteld.

Artikel 28

  • 1. De vergunning wordt geweigerd:

    • a.

      indien de aanvrager binnen de laatste vijf jaren onherroepelijk is veroordeeld tot vrijheidsstraf ter zake van een opzettelijk gepleegd misdrijf;

    • b.

      indien de aanvrager binnen de laatste vijf jaren onherroepelijk is veroordeeld tot vrijheidsstraf van een maand of langer of geldboete van tweehonderdvijftig gulden of meer wegens overtreding van een van de wettelijke bepalingen ter verzekering van de accijns of het invoerrecht op gedistilleerd;

    • c.

      indien de aanvrager binnen de laatste vijf jaren twee keer onherroepelijk is veroordeeld wegens een van de feiten, bedoeld in artikel 57 van deze landsverordening;

    • d.

      indien de aanvrager van één of meer rechten, vermeld in artikel 1:64 van het Wetboek van Strafrecht, bij rechterlijke uitspraak is ontzet, zolang het gemis van dat recht ten gevolge van die ontzetting voortduurt;

    • e.

      indien de aanvrager tot het plegen van ontucht gelegenheid biedt, of ook in ander opzicht van bekend slecht levensgedrag is;

    • f.

      wanneer binnen de laatste vijf jaren een vroegere vergunning, welke aan de aanvrager verleend was, werd ingetrokken krachtens het bepaalde in artikel 32 eerste lid sub a, c, d, e en g;

    • g.

      wanneer één of meer leden van het bestuur van een rechtspersoon, aanvraagster zijnde, zouden verkeren in een van de gevallen vermeld onder a t/m f van dit artikellid;

    • h.

      indien de aanvrager, behoudens de vergunning ingevolge deze landsverordening, nog op grond van enige andere wettelijke bepaling een vergunning of toestemming nodig heeft om een vergunningsinrichting, als in deze landsverordening bedoeld, te mogen drijven, terwijl vaststaat, dat die vergunning hem niet zal worden verleend;

    • i.

      indien het belang van de openbare orde, de goede zeden of de publieke rust zulks vergt;

    • j.

      indien het vastgestelde maximum aantal vergunningen reeds is bereikt;

    • k.

      indien is bepaald, dat in een stadsgedeelte of ander gedeelte van het betrokken gebied, waar de lokaliteit in het verzoekschrift genoemd gelegen is, vergunningen niet meer worden verleend;

    • l.

      indien de aanvrager niet meerderjarig is noch meerderjarig is verklaard, terwijl hem evenmin handlichting is verleend voor het uitoefenen van een bedrijf, waarvoor krachtens deze landsverordening een vergunning is vereist;

    • m.

      indien de aanvrager krachtens onherroepelijke rechterlijke uitspraak de beschikking of het beheer over zijn goederen heeft verloren;

    • n.

      indien gegrond vermoeden bestaat, dat de verkoop van drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel of spijzen niet op naam en voor rekening van de aanvrager zal plaats vinden;

      i.indien gegrond vermoeden bestaat, dat de aanvrager niet de beschikking heeft over de lokaliteit waarvoor de vergunning wordt gevraagd;

    • o.

      indien de lokaliteit niet voldoet aan de eisen, waaraan zij krachtens artikel 8 moeten voldoen;

    • p.

      indien aan de aanvrager of diens echtgeno(o)t(e) voor de lokaliteit, waarvoor de aanvraag wordt gedaan, reeds een slijt-, dan wel grossiersvergunning is verleend, zo de aanvraag een van de andere in deze landsverordening genoemde vergunningen geldt;

    • q.

      indien aan de aanvrager of diens echtgeno(o)t(e) voor de lokaliteit, waarvoor de aanvraag wordt gedaan, reeds een hotel-, koffiehuis-, sociëteit-, bierhuis-, logement-, dan wel een restaurantvergunning is verleend, zo de aanvraag een van de andere in deze landsverordening genoemde vergunning geldt.

  • 2. Een sociëteitsvergunning wordt bovendien geweigerd:

    • a.

      wanneer de sociëteit niet rechtspersoon is;

    • b.

      wanneer niet voldaan is aan het voorschrift van artikel 20, derde lid;

    • c.

      wanneer de sociëteit niet te goeder trouw sociëteit kan worden geacht.

Artikel 29

[vervallen]

Artikel 30

De Staten kunnen in zeer bijzondere gevallen, wanneer het een inrichting betreft, die naar hun oordeel van belang is voor de maatschappelijke of economische ontwikkeling van het land, de minister machtigen een koffiehuisvergunning te verlenen in afwijking van het bepaalde in artikel 28, eerste lid, onder j.

Artikel 31

De vergunning kan worden ingetrokken:

  • 1.

    indien na het verstrijken van de in artikel 40, derde lid, bedoelde sluitingstermijn het vergunningsrecht niet is voldaan;

  • 2.

    indien de houder zich bij herhaling aan overtreding van de bepalingen van deze landsverordening heeft schuldig gemaakt;

  • 3.

    indien een van de gevallen, bedoeld in artikel 28, eerste lid, sub a, b, c en d zich voordoet.

Artikel 32

  • 1. De vergunning wordt ingetrokken:

    • a.

      indien het belang van de openbare orde, goede zeden of de publieke rust zulks vergt;

    • b.

      op schriftelijk verzoek van de persoon te wiens naam de vergunning is gesteld;

    • c.

      indien het geval, bedoeld in artikel 28, eerste lid, sub e, zich voordoet;

    • d.

      indien gebleken is, dat de uitoefening van het bedrijf krachtens een vergunning niet uitsluitend op naam en voor rekening van de vergunninghouder plaats vindt;

    • e.

      indien de vergunning werd verkregen op grond van opzettelijk onjuist of onvolledig verstrekte gegevens;

    • f.

      bij feitelijke afwezigheid van de persoon op wiens naam de vergunning is gesteld, buiten het land gedurende tenminste een jaar, al dan niet tussentijds onderbroken door een tijdelijk verblijf in Sint Maarten voor korter dan drie achtereenvolgende maanden tenzij hij ten genoege van de minister aantoont, dat hij door overmacht daartoe gedwongen was;

    • g.

      indien de persoon op wiens naam de vergunning is gesteld, de verkoop krachtens de vergunning in de lokaliteit waarvoor de vergunning is verleend, gedurende drie maanden achtereen opzettelijk heeft gestaakt of heeft doen staken, of heeft toegelaten, dat de verkoop langer dan drie maanden achtereen werd gestaakt;

    • h.

      indien de vergunningslokaliteit of haar aanhorigheden niet voldoen aan de eisen van hygiënische aard, en de vergunninghouder er niet voor heeft gezorgd om na schriftelijke aanzegging van de minister binnen zes maanden na ontvangst van de aanzegging de nodige verbeteringen aan te brengen;

    • i.

      wanneer een of meer leden van het bestuur van een rechtspersoon, vergunninghoudster zijnde, zouden komen te verkeren in een van de gevallen vermeld onder a tot en met f van artikel 28, eerste lid.

  • 2. Een sociëteitvergunning wordt bovendien ingetrokken wanneer blijkt, dat de sociëteit voor welke de vergunning werd verleend, niet meer te goeder trouw sociëteit kan worden geacht.

Artikel 33

  • 1. Alvorens een vergunning te verlenen, te weigeren of in te trekken, wint de minister schriftelijk advies in van de Minister van Justitie.

  • 2. Binnen drie weken na ontvangst van het verzoek van de minister, brengt de Minister van Justitie een met redenen omkleed schriftelijk advies uit aan de minister.

Artikel 34

  • 1. Ingeval de minister besluit tot weigering of intrekking, wordt het met redenen omklede besluit tot weigering of intrekking van de vergunning in aangetekend afschrift aan betrokkene medegedeeld.

  • 2. De beschikking tot intrekking treedt niet in werking alvorens de termijn, waarbinnen beroep kan worden ingesteld, is verstreken of, indien beroep wordt ingesteld, totdat de beslissing van de minister onherroepelijk is geworden.

Artikel 35

[vervallen]

Artikel 36

De minister kan bij intrekking van de vergunning de houder schriftelijk toestemming verlenen het bedrijf voort te zetten gedurende een in deze toestemming te vermelden termijn, waarin de houder gelegenheid heeft orde op zijn zaken te stellen. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 37

[vervallen]

§ 4. GELDIGHEID WIJZIGINGEN EN OVERSCHRIJVING VAN VERGUNNINGEN

Artikel 38

1.De vergunning geldt uitsluitend:

  • a.

    voor de persoon aan wie zij is verleend;

  • b.

    voor de in de vergunning vermelde lokaliteit.

Artikel 39

  • 1. De vergunning van de overleden persoon op wiens naam de vergunning is gesteld, wordt desgevraagd overgeschreven ten name van de langstlevende echtgeno(o)t(e). Indien de langstlevende echtgeno(o)t(e) geen desbetreffend verzoek doet, dan wel indien de overleden persoon te wiens name de vergunning is gesteld geen echtgeno(o)t(e) nalaat, geschiedt de overschrijving ten name van het enige wettige of gewettigde kind, of, indien er meer wettige of gewettigde kinderen zijn, van het wettige of gewettigde kind dat daarvoor naar het oordeel van de minister in aanmerking komt. Indien noch de langstlevende echtgeno(o)t(e), noch enig wettig of gewettigd kind krachtens voorgaande bepalingen daarvoor in aanmerking komt, geschiedt de overschrijving ten name van het enige natuurlijk erkende kind, of, indien er meer natuurlijke erkende kinderen zijn, van het natuurlijke erkende kind dat daarvoor naar het oordeel van de minister in aanmerking komt. Al het voorgaande met inachtneming van de rechten van derden, die hebben aangetoond de meeste aanspraak op overschrijving van de vergunning te hunnen name te kunnen doen gelden.

  • 2. Op het verzoek om overschrijving, dat schriftelijk binnen drie maanden na het overlijden moet zijn ingediend, wordt binnen drie maanden beschikt. Een zodanig verzoek wordt, met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel, ingewilligd indien aan de bepalingen van deze landsverordening wordt voldaan.

  • 3. Het in artikel 43 bedoelde afschrift van de vergunning wordt bij overschrijving voorzien van een vermelding van de overschrijving met aanduiding van de naam van de nieuwe vergunninghouder.

    § 5. HET VERGUNNINGSRECHT

Artikel 40

  • 1. Bij landsverordening kan van hem te wiens name de vergunning is gesteld, een vergunningsrecht worden geheven.

  • 2. De vergunning vervalt van rechtswege:

    • a.

      bij overlijden van de persoon aan wie zij is verleend, tenzij de vergunning overeenkomstig het bepaalde in artikel 39 op naam van een van de in dat artikel genoemde personen wordt overgeschreven;

    • b.

      indien de persoon aan wie zij is verleend de beschikking over de lokaliteit waarvoor zij is verleend, verliest, tenzij hij binnen een jaar, gerekend vanaf het tijdstip, waarop hij de beschikking over de betreffende lokaliteit heeft verloren, over een lokaliteit beschikt, welke aan de ingevolge artikel 8 gestelde eisen voldoet;

    • c.

      indien de rechtspersoon, aan welke de vergunning is verleend, zijn rechtspersoonlijkheid verliest.

  • 3. Bij overlijden van de persoon op wiens naam de vergunning is gesteld, kan het bedrijf tijdelijk zonder vergunning worden voortgezet:

    • a.

      door de langstlevende echtgeno(o)t(e), tenzij derden kunnen aantonen meer recht hierop te hebben;

    • b.

      indien er geen langstlevende echtgeno(o)t(e) is, dan wel indien deze niet binnen twee weken na het overlijden het bedrijf voortzet, door een of meer van zijn/haar wettige of gewettigde kinderen of hun wettelijke vertegenwoordiger(s), tenzij derden kunnen aantonen meer recht hierop te hebben;

    • c.

      indien er ook geen wettige of gewettigde kinderen zijn, dan wel indien ook deze niet binnen twee weken na het overlijden, onderscheidenlijk na verloop van de sub b genoemde termijn het bedrijf voortzetten, door een of meer van zijn natuurlijk erkende kinderen of hun wettelijke vertegenwoordiger(s), mits deze binnen twee weken na het overlijden, onderscheidenlijk na verloop van de sub b genoemde termijn, onderscheidenlijk van de voor de wettige of gewettigde kinderen gestelde termijn van hun bevoegdheid gebruik maken, tenzij derden kunnen aantonen meer recht hierop te hebben. Zodanige voortzetting eindigt zodra de termijn voor de indiening van een verzoek tot overschrijving als bedoeld in artikel 39, tweede lid, is verstreken, of, ingeval een zodanig verzoek is ingediend, zodra daarop is beschikt.

  • 4. Bij of krachtens de in het eerste lid van dit artikel bedoelde landsverordening worden bepaald:

    • a.

      de bedragen van de te heffen vergunningsrechten;

    • b.

      de termijn waarbinnen het vergunningsrecht moet zijn voldaan.

  • 5. Bij niet voldoen aan het vergunningsrecht binnen de in het tweede lid onder b bedoelde termijn is de minister bevoegd te bepalen, dat de lokaliteit gedurende ten hoogste drie maanden gesloten wordt.

  • 6. Op overeenkomstige wijze als in het eerste en tweede lid van dit artikel bepaald kan ten aanzien van de door de minister verleende schriftelijke toestemmingen een bijzonder vergunningsrecht worden geheven tot ten hoogste de helft van de in het tweede lid van dit artikel bedoelde bedragen.

    § 6. BIJZONDERE BEPALINGEN

Artikel 41

Het bestuur van de sociëteit waarvoor een sociëteitsvergunning is verleend, is gehouden op verzoek van de minister een schriftelijke opgave in te dienen van de namen en woonplaatsen van de leden van de sociëteit.

Artikel 42

  • 1. Alvorens tot verbouwing of herbouw van een lokaliteit over te gaan, geeft de houder van de voorgenomen verbouwing of herbouw schriftelijk kennis aan de minister. De lokaliteit wordt voor het publiek gesloten, indien en zolang tijdens en na de verbouwing of herbouw de lokaliteit niet voldoet aan de eisen bedoeld in artikel 8.

  • 2. Indien een lokaliteit ten gevolge van verwaarlozing of een andere dan in het eerste lid van dit artikel genoemde oorzaak niet meer aan de krachtens artikel 8 gestelde eisen voldoet, kan de minister de lokaliteit doen sluiten voor de duur dat zij niet aan deze eisen voldoet.

  • 3. Het in artikel 43 bedoelde afschrift van de vergunning wordt zo nodig na verbouwing of herbouw voorzien van een vermelding van deze verbouwing of herbouw.

Artikel 43

  • 1. In een lokaliteit moet de vergunning of een door de Secretaris-Generaal van het Ministerie van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie gewaarmerkt afschrift daarvan duidelijk zichtbaar en op een hoogte van twee meter boven de vloer zijn opgehangen.

  • 2. Boven of terzijde van een van de buitendeuren die als hoofdingang toegang geven tot de lokaliteit, moeten aan de buitenzijde van de lokaliteit met duidelijk leesbare letters zijn aangebracht:

    • a.

      de naam van hem aan wie de vergunning is verleend;

    • b.

      de soort vergunning welke is verleend;

    • c.

      de vermelding dat toelating van personen beneden de leeftijd van zestien jaar is verboden. Dit verbod is niet van toepassing op die lokaliteiten waarvoor een sociëteits-, hotel- of logementvergunning is verleend.

  • 3. De minister kan nadere voorschriften geven ten aanzien van het bepaalde in de vorige leden.

Artikel 44

  • 1. De houder aan wie een logement- of hotelvergunning is verleend, is verplicht alvorens enig persoon huisvesting te verlenen, overeenkomstig de gegevens uit diens paspoort of ander identiteitsbewijs volledig en duidelijk naar waarheid in te vullen het register volgens het model bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, vast te stellen.

  • 2. Hij is bovendien verplicht een afschrift van de aantekeningen, gemaakt in het register, bedoeld in het eerste lid van dit artikel, door of namens hem ondertekend elke maandag uiterlijk om tien uur ’s ochtends in te leveren of te doen inleveren aan een van de politiebureaus of ten kantore van het betrokken Minister van Justitie.

Artikel 44a reglement

  • 1. De houder van een hotelvergunning, die tevens een timeshare-resort exploiteert, stelt een tussen hem en de genothebbende van een onroerende zaak binnen het timeshare-resort geldend reglement op, bevattende de voor de vergunninghouder geldende algemene voorwaarden waaronder hij zijn beroep of bedrijf uitoefent, dat in ieder geval de in de bijlage hij deze landsverordening opgenomen bepalingen bevat.

  • 2. Het reglement, bedoeld in het eerste lid, wordt door de vergunninghouder, bedoeld in het eerste lid, ter goedkeuring overgelegd aan de minister. Na goedkeuring wordt het reglement door de vergunninghouder gedeponeerd bij de griffie in het Gerecht in Eerste Aanleg.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde vergunninghouder leeft het reglement voortdurend na.

  • 4. Wijzigingen in het reglement worden vooraf aan de minister voorgelegd.

Artikel 44b bevoegdheid vergunninghouder

  • 1. De in artikel 44a, eerste lid, bedoelde vergunninghouder dient bevoegd te zijn tot verkoop van de timeshare-rechten voor de periode waarin deze timeshare-rechten kunnen worden genoten.

  • 2. Ter staving van het eerste lid legt de vergunninghouder schriftelijke documenten aan de minister over, waaruit zijn bevoegdheid blijkt.

Artikel 44c 1 to 1 sales to accomodation ratio

  • 1. De in artikel 44a, eerste lid, bedoelde vergunninghouder verkoopt niet meer timeshare-rechten dan er accommodatie binnen het timeshare-resort beschikbaar is.

  • 2. Indien het timeshare-recht niet gekoppeld is aan een bepaalde onroerende zaak en aan een bepaald deel van het jaar, legt de vergunninghouder ter staving van het eerste lid een accountantsverklaring over, inhoudende dat het aantal genothebbenden, dat recht heeft op het gebruik van een bepaalde onroerende zaak binnen het timeshare-resort, in een kalenderjaar niet het aantal onroerende zaken, dat beschikbaar is binnen het timeshare-resort, overschrijdt.

Artikel 44d rechten en plichten bij overgang

  • 1. De in artikel 44a, eerste lid, bedoelde vergunninghouder respecteert de geldende timeshare-rechten van zijn voorganger, indien hij een timeshare-resort overneemt.

  • 2. De in artikel 44a, eerste lid, bedoelde vergunninghouder draagt er zorg voor dat de timeshare-rechten, waarvoor hij zich heeft verbonden, overgaan op degene, die het timeshare-resort overneemt.

Artikel 45

  • 1. Voor de verkoop in het klein door middel van automaten van spijzen, alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel op of aan de openbare weg of op een voor het publiek toegankelijke plaats, voor gebruik ter plaatse, is schriftelijke toestemming van de minister vereist. Aan deze toestemming kunnen voorwaarden worden verbonden.

  • 2. Geen toestemming wordt verleend voor de verkoop van sterke of zwak-alcoholische drank door middel van automaten.

Artikel 46

Bij een tijdelijke, al of niet zich herhalende gelegenheid ter beoefening van sport of in andere bijzondere gevallen kan de minister, de Minister van Justitie gehoord, toestaan dat, hetzij in een lokaliteit, hetzij in een voor die gelegenheid opgerichte tent of op een daarvoor in gebruik genomen terrein, op door de minister aangewezen dagen of uren in het klein sterke-, zwak-alcoholische of alcoholvrije drank, voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel en/of spijzen zonder een van in de artikelen 10 tot en met 18 genoemde vergunningen worden verkocht voor gebruik in zodanige lokaliteit of tent of op zodanig terrein. Aan deze toestemming, die schriftelijk wordt verleend, kunnen voorwaarden worden verbonden.

Artikel 47 SLUITINGSTIJD

  • 1. Een lokaliteit waarvoor een grossiers- of slijtvergunning is verleend moet zijn gesloten van ’s avonds half 7 tot ’s ochtends 8 uur.

  • 2. Een lokaliteit waarvoor een hotel-, koffiehuis-, bierhuis-, logement-, restaurant- of ijshuisvergunning is verleend, moet gesloten zijn van middernacht tot zonsopgang.

  • 3. Een sociëteit moet eveneens gesloten zijn van ’s ochtends 1 tot 8 uur.

  • 4. Om bijzondere redenen of op aanvraag van de houder kan de minister een later sluitingsuur of een afwijkende regeling ten aanzien van het sluitingsuur vaststellen.

Artikel 48

Het is de houder verboden gedurende de tijd dat de lokaliteit ingevolge deze landsverordening gesloten moet zijn, daarin bezoekers aanwezig te hebben.

Deze bepaling is niet van toepassing ten aanzien van hotels en logementen voor zover het betreft personen die daar hun nachtverblijf hebben.

Artikel 49

Het is de bezoeker, na door of namens de houder gewaarschuwd te zijn, verboden zich te bevinden in een lokaliteit nadat deze ingevolge de artikelen 47 of 56 gesloten dient te zijn.

Artikel 50

  • 1. Het is de houder verboden in een lokaliteit waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning is verleend tot de verkoop van sterke of zwak-alcoholische drank voor gebruik ter plaatse, personen in kennelijke staat van dronkenschap of personen beneden de leeftijd van zestien jaar anders dan in gezelschap van hun ouders of voogden toe te laten. Hetgeen hiervoor bepaald is ten aanzien van personen beneden de leeftijd van zestien jaar, geldt niet, indien deze personen in het hotel of logement gehuisvest zijn. Het voorgaande is evenmin van toepassing op leden van sociëteiten en gasten, die in hotels of logementen hun nachtverblijf hebben.

  • 2. Het is de houder alsmede de verkoper, niet-vergunninghouder, verboden aan personen beneden de leeftijd van zestien jaar alcoholische drank te verkopen of te verstrekken.

Artikel 51

  • 1. Het is de houder verboden, in een voor het publiek toegankelijke lokaliteit waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning tot de verkoop van sterke of zwak-alcoholische drank is verleend, arbeidslonen uit te betalen of toe te laten dat arbeidslonen in zodanige lokaliteit uitbetaald worden, met uitzondering van arbeidslonen verschuldigd voor werkzaamheden die zijn verricht in de lokaliteit of terzake van het bedrijf dat daarin wordt uitgeoefend.

  • 2. Voor de toepassing van het in het vorige lid bepaalde wordt met een lokaliteit gelijkgesteld het erf waarop een lokaliteit als in dat lid bedoeld zich bevindt.

Artikel 52

Het is de houder verboden in een voor het publiek toegankelijke lokaliteit, zonder schriftelijke toestemming van de minister, de Minister van Justitie gehoord, muziek, vertoningen of andere verrichtingen ten vermake van het publiek te maken, te geven of toe te laten, of gelegenheid tot dansen te geven of dansen toe te laten.

Artikel 53

  • 1. Het is zonder schriftelijke toestemming van de minister, de Minister van Justitie gehoord, aan de houder verboden in een lokaliteit, waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning, niet zijnde een grossiersvergunning of slijtvergunning, is verleend, vrouwen of personen beneden de leeftijd van achttien te laten bedienen.

  • 2. Het is zonder schriftelijke vergunning van de minister, de Minister van Justitie gehoord, aan de houder verboden in een lokaliteit waarvoor ingevolge deze landsverordening een grossiers- of een slijtvergunning is verleend, personen beneden de leeftijd van achttien jaren te laten bedienen.

  • 3. Het in het eerste lid van dit artikel vermelde verbod is niet van toepassing op de inwonende echtgeno(o)t(e) of de inwonende meerderjarige dochters van de persoon wiens naam de vergunning gesteld.

Artikel 54

De houder van een hotel-, koffiehuis-, bierhuis-, logement-, restaurant- of ijshuisvergunning is verplicht zorg te dragen, dat in de lokaliteit:

  • a.

    geen ongeregeldheden of hazardspelen plaats vinden;

  • b.

    geen nevenbedrijf wordt uitgeoefend, met uitzondering van het bedrijf of de bedrijven, tot de uitoefening waarvan de ministertoestemming heeft verleend.

Artikel 55

Het is verboden in een lokaliteit waarvoor ingevolge deze landsverordening een vergunning, niet zijnde een grossiersvergunning, is verleend, sterke of zwak-alcoholische drank te mengen of te bottelen.

Artikel 56

  • 1. Op grond van buitengewone omstandigheden, welke gevaar kunnen opleveren voor de openbare orde en rust en de goede zeden, kan bij besluit van de minister, de Minister van Justitie gehoord, voor een bepaalde tijd voor het gehele land of voor een gedeelte daarvan de verkoop, de aflevering en de verstrekking van sterke drank of zwak alcoholische drank in lokaliteiten worden verboden, dan wel sluiting van alle genoemde of een of meer bij deze beschikking te noemen lokaliteiten, worden bevolen.

  • 2. De beschikking bevat de gronden waarop zij berust. Vooruitlopend op de totstandkoming van de beschikking kan de minister het verbod of bevel mondeling ter kennis van de houder brengen of laten brengen.

    § 7. STRAF- EN AANVERWANTE BEPALINGEN

Artikel 57

  • 1. Overtreding van hetgeen bij of krachtens de artikelen 2, 6, 7, 41, 42, eerste lid, 43, 44, 44a, 44b, artikel 44c, artikel 44d, artikel 47 tot en met 52, 53, eerste en tweede lid, 54, 55 en 56, eerste lid is bepaald wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of een geldboete van de tweede categorie.

  • 2. Indien ten tijde van het plegen van een overtreding als omschreven in het vorige lid nog niet twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van die overtredingen of wegens overtreding van artikel 2:213 of artikel 3:53 van het Wetboek van Strafrecht onherroepelijk is geworden, wordt hij gestraft met hechtenis van ten hoogste zes maanden.

  • 3. Het opzettelijk verstrekken van onjuiste of onvolledige inlichtingen, met het oogmerk een vergunning als bedoeld in de artikelen 10 tot en met 18 te verkrijgen of een ander te laten verkrijgen, wordt, voor zover het Wetboek van Strafrecht er niet in voorziet, gestraft met hechtenis van ten hoogste vier maanden of een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 58

Bij overtreding van een of meer bepalingen van deze landsverordening door een rechtspersoon zijn aansprakelijk alle leden van het bestuur, tenzij deze kunnen aantonen dat door hen de nodige maatregelen zijn genomen tot verzekering van de naleving van de bepalingen van deze landsverordening, in welk geval de natuurlijke persoon die het strafbare feit veroorzaakte, aansprakelijk is.

Artikel 59

Al hetgeen gediend heeft of bestemd geweest is tot het plegen van een overtreding van deze landsverordening, alsmede al hetgeen voorwerp van het strafbare feit heeft uitgemaakt, kan verbeurd worden verklaard. De vernietiging of onbruikbaarmaking daarvan kan worden bevolen.

Artikel 60

  • 1. Met het opsporen van de overtredingen van deze landsverordening zijn, behalve de in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast de bij landsbesluit aangewezen ambtenaren.

  • 2. De in het eerste lid genoemde personen zijn te allen tijde bevoegd ter inbeslagneming de uitlevering te vorderen van alle voor inbeslagneming vatbare voorwerpen.

  • 3. Zij hebben te allen tijde vrije toegang tot alle lokaliteiten waar verkoop van sterke drank, van zwak-alcoholische drank, van alcoholvrije drank, van voor consumptie bestemd ijs of soortgelijk artikel of spijzen voor gebruik ter plaatse geschiedt, of waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat die verkoop plaats vindt. Zij hebben mede vrije toegang tot alle lokaliteiten en aanhorigheden van lokaliteiten waar redelijkerwijs vermoed kan worden dat overtreding van deze landsverordening plaats vindt. Wordt hun de toegang geweigerd, dan verschaffen zij zich die desnoods met inroeping van de sterke arm.

  • 4. Is de lokaliteit tevens een woning of alleen door een woning toegankelijk, dan treden zij deze tegen de wil van de bewoner niet binnen dan op algemene of bijzondere schriftelijke last van de officier van justitie of een hulpofficier van Justitie, dan wel in tegenwoordigheid van een van deze ambtenaren.

  • 5. Van dit binnentreden wordt door de opsporingsambtenaren binnen tweemaal vierentwintig uren proces-verbaal opgemaakt, dat aan hem wiens woning is binnengetreden, in afschrift wordt uitgereikt.

Artikel 61

De feiten, bij deze landsverordening strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.

§ 8. SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN

Artikel 62

Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Vergunningslandsverordening".

Artikel 63

  • 1. [regelt de inwerkingtreding]

  • 2. [vervallen]

Artikel 64

[vervallen]

Memorie van Toelichting P.B. 1963, no. 28 / AB 2013, GT no. 126

MvT P.B. 1963, no. 28 / AB 2013, GT no. 126