LANDSVERORDENING regelende de keuring van motorrijtuigen

Geldend van 30-05-2015 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING regelende de keuring van motorrijtuigen

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

motorrijtuigen: rij- of voertuigen, bestemd om uitsluitend of mede door mechanisch kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig, te worden voortbewogen;

zware motorrijtuigen: loaders, trekkers, motorgraders, scrapers, backhoe loaders, kranen, tractors, betontrucks, asfalttrucks, gasoline tankwagens, boortrucks, walsen en vorkheftrucks;

wegen: alle voor het openbaar rij- of ander verkeer openstaande wegen of paden. De in de wegen of paden Iiggende bruggen en duikers maken daarvan deel uit. De tot de wegen behorende paden en bermen maken deel van de wegen uit;

bestuurder: hij die een motorrijtuig bestuurt;

eigenaren: ook beheerders en voorts allen, die krachtens enig zakelijk recht, bezit daaronder begrepen, de beschikking over een motorrijtuig hebben;

keuringsbewijs: het door een door de minister benoemde deskundige afgegeven, op naam van de eigenaar gestelde bewijs van goedkeuring van het betrokken motorrijtuig, ingericht volgens een bij deze verordening behorend model;

de minister: de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie.

Artikel 2

Het is de bestuurder verboden met een motorrijtuig over een weg te rijden, tenzij hij bij zich heeft een door de minister benoemde deskundige afgegeven, op naam van de eigenaar gesteld, geldig bewijs van goedkeuring van het betrokken motorrijtuig.

Artikel 3

De minister is bevoegd een derde met de keuring van motorrijtuigen te belasten.

Artikel 4

  • 1. De keuring van motorrijtuigen geschiedt naar de eisen gesteld in Hoofdstuk IV van de Wegenverkeersverordening .

  • 2. Op verzoek van de belanghebbende is de deskundige verplicht een kopie van het keuringsrapport behorende bij zijn motorrijtuig kosteloos beschikbaar te stellen.

Artikel 5

De keuring dient te geschieden met behulp van deugdelijke apparatuur.

Artikel 6

  • 1. Een keuringsbewijs als in artikel 1 bedoeld, is, voor wat betreft motorrijtuigen op twee wielen of tot vervoer van personen bestemde motorrijtuigen voor eigen gebruik, gedurende twee jaren en voor wat betreft andere motorrijtuigen, gedurende een jaar geldig, te rekenen van de datum van dagtekening van het stuk.

  • 2. Op het keuringsbewijs kunnen mede in verband met de aard van het vervoer, waarvoor het voertuig is bedoeld, beperkende voorwaarden worden gesteld.

  • 3. Bij gegrond vermoeden, dat een motorrijtuig waarvoor een geldig keuringsbewijs is afgegeven, niet, of niet meer aan de gestelde eisen voldoet, is de eigenaar verplicht op vordering van of vanwege de minister binnen een door deze te bepalen tijd het motorrijtuig te laten herkeuren.

  • 4. Indien bij herkeuring blijkt, dat het motorrijtuig niet voldoet aan de bij of krachtens de Wegenverkeersverordening gestelde eisen, wordt het keuringsbewijs ongeldig verklaard en als zodanig gewaarmerkt.

Artikel 7

  • 1. Keuring vindt niet plaats dan na betaling van het voor de keuring vastgestelde bedrag.

  • 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid geschiedt kosteloos:

    • a.

      de keuring als bedoeld in artikel 6, derde lid;

    • b.

      de keuring van motorrijtuigen die bij openbare diensten in gebruik zijn.

Artikel 8

  • 1. De met de keuring belaste deskundige legt een register aan, waarin ten aanzien van ieder motorrijtuig vermeld worden de namen en woonplaats van de eigenaar, de dagtekening der keuring, het nummer en de aard van het motorrijtuig en, voor zover het motorrijtuigen die voor het openbaar personenvervoer gebezigd worden betreft, ook het aantal op grond van de ter zake bestaande regelingen bepaalde zit- en/of staanplaatsen.

  • 2. Van het in het eerste lid bedoelde register wordt desverzocht door de deskundige een uittreksel aan de politie verstrekt.

Artikel 9

Het is de bestuurder verboden op een weg een bewijs van keuring voor een ander motorrijtuig dan dat waarvoor het stuk afgegeven is, te gebruiken.

Artikel 10

  • 1. Bij overgang van het motorrijtuig op een nieuwe eigenaar of bij verandering van nummer, is in het eerste geval de nieuwe eigenaar en in het tweede geval de eigenaar verplicht binnen veertien dagen na de overgang of de nummerverandering van het feit in het in artikel 8 bedoelde register aantekening te laten houden en het keuringsbewijs dienovereenkomstig te doen wijzigen.

  • 2. Bij gebreke van de aantekening als in het eerste lid vermeld, is het na het verstrijken van de daarin bedoelde veertien dagen verboden het motorrijtuig op de weg te gebruiken of te besturen, totdat de vereiste aantekening alsnog is geschied.

  • 3. Indien het motorrijtuig blijvend buiten gebruik is gesteld, is de eigenaar verplicht het keuringsbewijs in te leveren bij de deskundige, bij gebreke waarvan dit door of vanwege de minister ongeldig kan worden verklaard.

Artikel 11

Voor verloren geraakte, versleten, geheel of ten dele onleesbaar geworden of teniet gegane keuringsbewijzen kunnen door degene, die ze heeft afgegeven, duplicaten worden afgegeven. De bewijzen, waarvoor de duplicaten worden afgegeven, verliezen alsdan hun geldigheid.

Artikel 12

De afgifte, zomede overschrijving van keuringsbewijzen en duplicaten hiervan, vindt slechts plaats tegen betaling van de hiervoor vastgestelde bedragen.

Artikel 13

  • 1. De minister kan van de bepaling, vervat in artikel 2, in bijzondere gevallen, ontheffing verlenen.

  • 2. Van ingevolge het eerste lid verleende ontheffing wordt aan degene, aan wie zij is verleend een bewijs verstrekt, dat op eerste vordering daartoe van de in artikel 15 genoemde personen, behoorlijk aan deze ter inzage moet worden afgegeven.

Artikel 14

Deze verordening is niet van toepassing op motorrijtuigen voorzien van Franse nummerplaten, waarvan de eigenaren in de Collectivité de Saint Martin hun woonplaats hebben, zomede motorrijtuigen toebehorende aan het internationaalverkeer en die tijdelijk van de wegen in Sint Maarten gebruik maken, mits de bestuurder een bij het motorrijtuig behorend geldig kentekenbewijs bij zich heeft.

Dit bewijs dient op eerste vordering van een opsporingsambtenaar, behoorlijk ter inzage te worden afgegeven.

Artikel 15

Opsporingsambtenaren bedoeld in artikel 184 van het Wetboek van Strafvordering zijn met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze verordening belast.

Artikel 16

  • 1. Op eerste vordering van opsporingsambtenaren is de bestuurder van het motorrijtuig verplicht dit te doen stilhouden en het keuringsbewijs behoorlijk ter inzage af te geven.

  • 2. Opsporingsambtenaren zijn bevoegd zich te vergewissen van de naleving van de bepalingen van deze landsverordening en zonodig een voertuig, ten aanzien waarvan zij een onderzoek wensen in te stellen, te betreden en naar een nabij gelegen plaats te vervoeren of doen vervoeren voor rekening en risico van de eigenaar. De bestuurder is verplicht desgevorderd zijn tot het onderzoek en het vervoer noodzakelijke medewerking te verlenen en desverlangd de bedoelde personen in het voertuig te vervoeren.

Artikel 17

  • 1. Overtreding van of handelen in strijd met de bepalingen van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste dertig dagen of een geldboete van de eerste categorie.

  • 2. Indien tijdens het plegen van het strafbare feit nog geen jaar is verlopen, sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een gelijke overtreding onherroepelijk is geworden, of vrijwillig is voldaan aan de voorwaarde, door de bevoegde ambtenaar van het openbaar ministerie krachtens artikel 1:149 van het Wetboek van Strafrecht gesteld, kan hechtenis worden opgelegd tot het dubbele van het gestelde maximum of kan de op het feit gestelde geldboete worden verhoogd naar de naasthogere categorie.

Artikel 18

De in deze verordening strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen.

Artikel 19

Met inachtneming van de voorschriften van deze verordening kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, nadere regelen worden gesteld omtrent punten, waarin deze verordening niet voorziet.

Artikel 20

  • 1. Deze landsverordening kan worden aangehaald als "Verordening op de keuring van motorrijtuigen".

  • 2. [regelt de inwerkingtreding]

  • 3. [vervallen]

Memorie van Toelichting

MvT LANDSVERORDENING regelende de keuring van motorrijtuigen