LANDSVERORDENING, regelende het vervoer van personen met zeil- of motorschepen, alsmede de aan dat vervoer verbonden heffing van vergunningsrecht

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

LANDSVERORDENING, regelende het vervoer van personen met zeil- of motorschepen, alsmede de aan dat vervoer verbonden heffing van vergunningsrecht

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    vergunning: een vergunning, als bedoeld in artikel 3;

  • b.

    vergunninghouder: degene te wiens name de vergunning onder a vermeld, is verleend, of diens gemachtigde;

  • c.

    vergunningsrecht: de maandelijkse retributie, verschuldigd voor de afgifte van de onder a bedoelde vergunning;

  • d.

    zeil- of motorschip: elk vaartuig dat door een zeil, motor schip of beiden wordt voortbewogen;

  • e.

    naamlijst: de lijst van namen, geboortedata en -plaatsen, huisadressen en lokale adressen van de personen, te vervoeren met zeil- of motorschip;

  • f.

    [vervallen]

  • g.

    de minister: de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie;

  • h.

    [vervallen]

  • i.

    havenbeheerder: de als beheerder van de binnenwateren en de havens aangewezen ambtenaar, dienst of bedrijf van Sint Maarten dan wel rechtspersoon, opgericht overeenkomstig de bepalingen van Sint Maarten en waarvan Sint Maarten de meerderheid van de aandelen bezit;

Artikel 2

  • 1. Deze landsverordening is uitsluitend van toepassing op de zeil- of motorschepen, welke tegen geldelijke of tegen welke andere vergoeding dan ook, passagiers of charterdiensten onderhouden, hetzij geregeld of ongeregeld, hetzij met dek of slaapaccommodatie, hetzij rond Sint Maarten, in de Simpsonbay Lagoon of naar het buitenland.

  • 2. Met het in het eerste lid bepaalde, worden tevens gelijkgesteld de z.g. "bareboat" charters, veerboten (ferries) en daarmee gelijkgestelde soort vaartuigen, alsmede de charters, het vissen ten doel hebbende.

Artikel 3

Het is verboden zonder vergunning van de minister de in artikel 2 van deze landsverordening bedoelde diensten te verrichten.

Artikel 4

  • 1. De aanvraag voor een vergunning geschiedt schriftelijk bij de minister en bevat tenminste de navolgende gegevens:

    • a.

      naam en voornamen, geboortedatum en -plaats, adres en nationaliteit van de aanvrager(s);

    • b.

      in geval de aanvrager een rechtspersoon is, de juridische vorm, naam en zetel van de rechtspersoon, geboortedata en -plaatsen, adressen en nationaliteiten van de bestuursleden;

    • c.

      voor wat betreft de aanvrager, bedoeld onder a, van vreemde nationaliteit, een goed gelijkende pasfoto, alsmede een bewijs van toelating;

    • d.

      de naam van het vaartuig (de vaartuigen), de desbetreffende maten en fabrieksmerk van het vaartuig en het maximum van het aantal te vervoeren passagiers;

    • e.

      indien de aanvrager niet de eigenaar is van het vaartuig, de naam, geboortedatum en -plaats van de eigenaar, alsmede zijn verklaring, dat aanvrager namens hem gemachtigd is het vaartuig te gebruiken, alsmede de aanvrage te doen;

    • f.

      indien de vergunninghouder niet zelf als schipper(s) van het vaartuig (vaartuigen) zal optreden, de namen, de geboortedata en -plaatsen, adressen en nationaliteiten van de schippers en zo nodig de toelatingsbewijzen;

    • g.

      een verzekeringspolis, als bewijs dat de opvarenden (crew en passagiers) verzekerd zijn tegen eventueel op te lopen ongelukken of verlies van leven.

  • 2. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de wijze van aanvragen van de vergunning.

  • 3. De aanvrager is gehouden alle door de minister gewenste inlichtingen volledig en naar waarheid te verstrekken.

Artikel 5

In geval van ziekte of andere bijzondere gevallen, waardoor de vergunninghouder verhinderd is van zijn vergunning gebruik te maken, kan de minister, voor een bepaalde tijd, op voordracht van de vergunninghouder, een ander toestemming verlenen voor de vergunninghouder op te treden.

Artikel 6

Het is de vergunninghouder verboden om van een vaartuig gebruik te maken of doen maken dat niet is voorzien van een door of vanwege de havenbeheerder afgegeven geldig bewijs van deugdelijkheid of een daarmede gelijk te stellen bewijs. Het is de vergunninghouder verboden om van een vaartuig gebruik te maken of doen maken dat niet voldoet en de wettelijke veiligheidsregels.

Artikel 7

Het is de vergunninghouder verboden om van een ander vaartuig gebruik te maken of te doen maken dan het vaartuig waarvoor de vergunning werd afgegeven.

Artikel 8

De vergunning kan bij een met redenen omkleed besluit van de minister worden geweigerd, indien:

  • a.

    naar oordeel van de minister reeds een duurzame en redelijke voorziening in de behoefte van de diensten vermeld in artikel 2 bestaat;

  • b.

    de aanvrager reeds in het bezit is van een eerste vergunning.

Artikel 9

De vergunning wordt bij een met redenen omkleed besluit van de minister geweigerd, indien:

  • a.

    de aanvrager niet bereid blijkt de gewenste inlichtingen volledig en naar waarheid te verstrekken, dan wel opzettelijk valse inlichtingen heeft verstrekt;

  • b.

    de aanvrager en of diens schipper een geldig bewijs van bekwaamheid niet kan overleggen;

  • c.

    de aanvrager de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt;

  • d.

    de minister gegronde redenen heeft om te verwachten dat de vergunning gebruikt zal worden in strijd met de openbare orde, veiligheid of goede zeden;

  • e.

    indien de aanvrager of diens schipper niet kan overleggen een geldige polis als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder g.

Artikel 10

  • 1. De vergunning vervalt van rechtswege:

    • a.

      bij het overlijden van de vergunninghouder, behoudens het bepaalde in het tweede lid;

    • b.

      indien de rechtspersoon, zijnde de vergunninghouder, ophoudt te bestaan;

    • c.

      indien de vergunninghouder zijn feitelijke woonplaats niet meer in Sint Maarten heeft.

  • 2. In het geval, bedoeld in het eerste lid, onder a, kan de minister de vergunning, indien deze noodzakelijk is voor het levensonderhoud van het gezin, waarvoor de vergunninghouder kostwinner of mede-kostwinner was, op een daartoe strekkend verzoek van dit gezin overschrijven op naam van een lid van het gezin, of een op voordracht van het gezin andere derde, overschrijven. De bepalingen van deze landsverordening blijven echter ook op hem van kracht.

  • 3. Bij de overschrijving kunnen aan de vergunning andere of aanvullende voorwaarden worden verbonden.

Artikel 11

De vergunning wordt op verzoek van de vergunninghouder door de minister ingetrokken.

Artikel 12

  • 1. De vergunning kan bij een met redenen omkleed besluit van de minister blijvend of voor een in voornoemd besluit te bepalen termijn worden ingetrokken, indien:

    • a.

      uiteindelijk blijkt dat de vergunninghouder bij het aanvragen van de vergunning opzettelijk valse inlichtingen heeft verstrekt;

    • b.

      de aanvrager of diens schipper(s) na het vervallen van het bewijs van bekwaamheid, een nieuwe niet meer kan verkrijgen, behoudens het bepaalde in het tweede lid;

    • c.

      na herhaalde waarschuwingen het vaartuig waarvoor de vergunning werd verleend, niet voldoet aan de eisen vermeld in artikel 6;

    • d.

      na herhaalde waarschuwingen de aanvrager blijft volharden of doen volharden in het gebruik van en ander vaartuig dan die waarvoor de vergunning is verleend;

    • e.

      de vergunninghouder, naar oordeel de minister, langer dan zes maanden geen gebruik heeft gemaakt van zijn vergunning;

    • f.

      indien de vergunninghouder in een situatie komt te verkeren, dat hij een bewijs van goed gedrag niet kan overleggen;

    • g.

      indien op het schip zich feiten hebben voorgedaan, die de vrees wettigen, dat het van kracht blijven der vergunning gevaar zou opleveren voor de openbare orde, veiligheid of zedelijkheid;

    • h.

      indien de vergunninghouder niet meer kan overleggen een geldige polis, als bedoeld in artikel 4, lid 1 onder g.

  • 2. In het geval, bedoeld in het eerste lid onder b, kan de aanvrager aan de minister verzoeken om gebruik te mogen maken van een andere schipper die in het bezit is van een bewijs als bedoeld in artikel 9 onder b.

Artikel 13

  • 1. Het besluit tot intrekking van de vergunning vermeldt de dag waarop het in werking treedt. Tenzij de minister in bijzondere gevallen anders bepaalt, treedt het besluit niet in werking voordat de termijn van beroep is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist.

  • 2. Een afschrift van het besluit wordt de belanghebbende bij aangetekende brief toegezonden of tegen gedagtekend ontvangstbewijs uitgereikt.

Artikel 14

[vervallen]

Artikel 15

  • 1.

    Voor de berekening van het vergunningsrecht als bedoeld in artikel 1 onder c, worden de vaartuigen verdeeld als volgt:

    • a.

      de zogenoemde "bareboats" waaronder vallen de charters het vissen ten doel hebbende;

    • b.

      de vaartuigen, welke zich meer dan een zeemijl uit de kust van Sint Maarten begeven met het doel om naar een van de omliggende eilanden te reizen,voor welke vaartuigen een vergunning werd verleend voor het vervoer van:

      • i.

        maximaal 40 passagiers en

      • ii.

        meer dan 40 passagiers;

    • c.

      de vaartuigen, welke binnen een zeemijl van Sint Maarten, rond Sint Maarten/de Collectivité de Saint Martin en in de Simpsonbay Lagoon varen.

  • 2.

    Het vergunningsrecht bedraagt voor de categorie genoemd in het eerste lid onder::

    • a.

      een bedrag van NAf 2.000,- per jaar;

    • b.

      onder i. een bedrag van NAf 100,- per dag;

      onder ii. een bedrag van NAf 250,- per dag en een bedrag van NAf 50,- per dag;

    • c.

      een bedrag van NAf 50,- per dag.

Artikel 16

[vervallen]

Artikel 17

Het vergunningsrecht is verschuldigd door de vergunninghouder.

Artikel 18

  • a.

    Door de Afdeling Financiën wordt voor het vergunningsrecht inningsopdrachten uitgeschreven, welke door de Ontvanger aan de vergunninghouder zullen worden toegezonden.

  • b.

    De vergunninghouder is verplicht het vergunningsrecht te voldoen vóór de vijfde dag van de maand waarvoor het geldt.

  • c.

    Bij niet tijdige betaling zal een boete in rekening worden gebracht van 10% van het oorspronkelijke bedrag.

  • d.

    De Ontvanger is bevoegd de vergunninghouder een inningsopdracht toe te zenden, gebaseerd op een periode van een jaar. Ten aanzien van de invordering van een dergelijke inningsopdracht is deze echter gehouden aan het bepaalde onder b.

Artikel 19

De vergunninghouder is verplicht vóór de aanvang van elke reis een naamlijst op te maken, naar waarheid in te vullen en te ondertekenen.

Een afschrift van de naamlijst dient vóór de reis te worden overhandigd aan één van de ambtenaren, voor dit doel door de minister aangewezen.

Artikel 20

  • a.

    Indien blijkt, dat ten onrechte geen of minder tourbelasting werd betaald, wordt de niet betaalde, doch verschuldigde belasting met een viervoud verhoogd.

  • b.

    Het onder a vermelde vindt slechts toepassing, indien het niet of te weinig betalen van belasting te wijten is opzet of onverschoonbaar verzuim van de vergunninghouder.

Artikel 21

Indien de vergunninghouder onweerlegbaar en ten genoegen van de minister kan bewijzen dat het in rekening gebrachte vergunningsrecht te hoog is, kan de minister vermindering verlenen tot maximaal de helft van het voormelde recht.

Artikel 22

De vergunninghouder is te allen tijde verplicht de daartoe door of vanwege de minister aangewezen ambtenaar toe te laten teneinde controle uit te oefenen.

Artikel 23

  • 1. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, zal de vorm en tekst van de naamlijst worden vastgesteld.

  • 2. In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, kunnen bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, bepalingen en regelen worden vastgesteld.

Artikel 24

Deze landsverordening kan worden aangehaald als: Vergunningsverordening vaartuigen. [regelt de inwerkingtreding]