LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van artikel 13, onderdeel a, van de Organisatie en beheersverordening Brandweer

1. Het tarief bedraagt voor het beschikbaar stellen van:

• a.

  een redvoertuig : NAf 725,-;

• b.

  een autospuit, grote bezetting : NAf 250,-;

• c.

  een autospuit, lage bezetting : NAf 150,-;

• d.

  een hulpverleningsvoertuig : NAf 150,-;

• e.

  een 4x4 haakarmvoertuig : NAf 250,-;

• f.

  een haakarmbak met inhoud : NAf 75,-;

• g.

  een personenauto of pickup met chauffeur : NAf 50,-;

• h.

  kleine blusmiddelen, per apparaat : NAf 100,-.

2. De tarieven, genoemd in het eerste lid, gelden per uur of gedeelte van een uur en zijn inclusief bemensing.

3. Voor het beschikbaar stellen van personeel anders dan overeenkomstig het eerste lid, is het tarief NAf 25,- per mensuur.

1. Het gebruik van de voertuigen en materialen van de Brandweer geschiedt overeenkomstig de bestaande procedures.

2. De ter beschikkingstelling geschiedt enkel, indien naar het oordeel van de Commandant de uitoefening van de publiekrechtelijke taak van de Brandweer niet in het gedrang komt en de aard van de verzochte voertuigen of het verzochte materiaal zich niet verzet tegen het voorgenomen gebruik.

3. De nevenwerkzaamheden worden onmiddellijk gestaakt, zodra de uitvoering van de publiekrechtelijke taak van de Brandweer hiertoe aanleiding geeft.

1. Indien een ter beschikking gesteld voertuig of apparaat naar het oordeel van de Commandant ten gevolge van het gebruik door betrokkene meer dan normaal is verontreinigd, worden de kosten van het reinigen ervan aan de aanvrager van de dienst in rekening gebracht overeenkomstig het tarief, genoemd in artikel 4, onderdeel b.

2. Indien een ter beschikking gesteld voertuig of apparaat door toedoen van de aanvrager van de dienstverlening wordt beschadigd, worden de kosten van herstel of vernieuwing aan de aanvrager van de dienst in rekening gebracht.

1. De dienstverlening wordt aangevraagd op een daartoe door de Brandweer beschikbaar gesteld formulier, waarin in elk geval ruimte is gereserveerd voor de volgende aantekeningen:

• a.

  persoonsgegevens van de aanvrager;

• b.

  voorlopige berekening van de kosten;

• c.

  tijdstippen waarop het materieel of personeel de kazerne verlaat en terugkeert;

• d.

  berekening werkelijke kosten.

2. Bij de indiening van de aanvraag wordt een voorlopige berekening gemaakt van de kosten verbonden aan de dienstverlening.

3. De voorlopige berekening als bedoeld in het in het derde lid wordt t op het kantoor van de Ontvanger betaald.

1. Personeel of materieel wordt enkel ter beschikking gesteld na overlegging van een betalingsbewijs afgegeven door of namens de Ontvanger. Het betalingsbewijs wordt aan het aanvraagformulier gehecht.

2. Een afschrift van het aanvraagformulier en het betalingsbewijs worden aan de aanvrager verstrekt.

3. De duur van de dienstverlening wordt berekend met ingang van het tijdstip waarop het ter beschikking gestelde personeel of materieel de kazerne verlaat tot het tijdstip van terugkeer.

4. Het tijdstip waarop het materieel of personeel de kazerne verlaat en het tijdstip van terugkeer worden op het aanvraagformulier aangetekend.

1. De vaststelling van de werkelijke kosten verbonden aan de dienstverlening geschiedt bij terugkeer van het ter beschikking gestelde personeel of materieel.

2. De berekening van de werkelijke kosten wordt aangetekend op het aanvraagformulier.

3. Indien de totale kosten hoger zijn dan de voorlopige berekening, dan wordt het verschil bij de Ontvanger betaald.

4. Indien de totale kosten lager zijn dan de voorlopige berekening, dan wordt door de Ontvanger restitutie verleend.

1. Artikel 8, eerste en tweede lid, zijn niet van toepassing, indien direct optreden van de Brandweer (een onveilige situatie of) extra schade kan voorkomen.

2. Indien een geval als bedoeld in het eerste lid zich voordoet, wordt de kostenberekening achteraf gemaakt.