Ministeriële regeling ter uitvoering van de Landsverordening identificatie bij dienstverlening

Artikel 1

In deze regeling wordt onder "landsverordening" verstaan: Landsverordening identificatie bij dienstverlening.

Artikel 2

Het bedrag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 5, van de landsverordening wordt bepaald op NAf 2.500,- per jaar indien het een periodieke premie betreft, en op NAf 5.000,- indien het een eenmalige premie betreft.

Artikel 3

Het bedrag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 6, van de landsverordening wordt bepaald op NAf 20.000,-.

Artikel 4

Het bedrag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 7, van de landsverordening wordt bepaald op NAf 20.000,-.

Artikel 5

Het bedrag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 11, van de landsverordening wordt vastgesteld op NAf 20.000,-.

Artikel 6

Het bedrag, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, onder 13, van de landsverordening wordt bepaald op NAf 20.000,-.

Artikel 7

Vrijstelling van artikel 2, eerste lid, van de landsverordening wordt verleend indien als cliënt optreedt:

• a.

  een onderneming of instelling als bedoeld in artikel 2, vierde lid, onder a, van de landsverordening;

• b.

  een natuurlijke persoon of rechtspersoon die is aangesloten bij een effectenbeurs die lid is van de Fédération Internationale des Bourses de Valeurs en die niet gevestigd is in een land dat niet voldoet aan ten minste 10 van de door de Financial Action Task Force (FATF) voorgestelde kern-aanbevelingen.

Artikel 8

Als document in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel d, van de landsverordening wordt aangewezen het origineel van een geldige verblijfsvergunning, vergezeld van een geldig paspoort. In geval de originele verblijfsvergunning respectievelijk het geldig paspoort niet kan worden overlegd, kan onder overlegging van en verklaring van de bevoegde autoriteiten ter zake worden volstaan met een kopie van deze documenten.

Artikel 9

De gegevens die in het uittreksel dan wel het identificatiedocument, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de landsverordening moeten zijn opgenomen, zijn:

• a.

  van de rechtspersoon: de rechtsvorm, de statutaire naam, de handelsnaam, hetvolledige adres, de plaats van vestiging, land van zetel, en indien de rechtspersoon bij een Kamer van Koophandel en Nijverheid, of soortgelijke instantie, is geregistreerd, het registratienummer en het land waarin een zodanige Kamer, of soortgelijke instantie, is ingesteld;

• b.

  van alle gemachtigden en vertegenwoordigers: de naam, de geboortedatum en het document aan de hand waarvan identificatie heeft plaatsgevonden.

Artikel 10

Als staat in de zin van artikel 4, tweede en derde lid, en artikel 5, vijfde lid, van de landsverordening worden aangewezen de leden van de Financial Action Task Force (FATF) voor zover zij voldoen aan ten minste 10 van de door de FATF voorgestelde kern-aanbevelingen.

Artikel 11

[vervallen]