LANDSBESLUIT, HOUDENDE ALGEMENE MAATREGELEN, ter uitvoering van de artikelen 2, 3 en 4 van de Sanctielandsverordening, houdende de implementatie van Resoluties 1267 (15 oktober 1999), 1333 (19 december 2000), 1363 (30 juli 2001), 1368 (12 september 2001), 1373 (28 september 2001), 1390 (16 januari 2002) en 1526 (30 januari 2004) van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties

Geldend van 10-10-2010 t/m heden

Intitulé

Sanctielandsbesluit Al-Qaida c.s, Taliban van Afghanistan c.s., Osama bin Laden c.s. en lokaal aan te wijzen terroristen

Artikel 1

  • 1. Het is eenieder verboden direct of indirect enige beheers- of beschikkingshandeling te verrichten met betrekking tot gelden of activa die al dan niet afkomstig zijn van of gegenereerd worden uit gelden of activa die bij in Sint Maarten gevestigde natuurlijke personen, kredietinstellingen of andere ondernemingen of instellingen worden gehouden en die direct of indirect, geheel of gedeeltelijk toebehoren aan of ter beschikking staan van dan wel direct of indirect beheerd worden door Al-Qaida, de Taliban van Afghanistan, Osama bin Laden en tevens vertegenwoordigers van vorengenoemden alsmede de natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen zoals aangewezen door het Al-Qaida en Taliban Sancties Comité van de Verenigde Naties.

  • 2. Het is eenieder verboden direct of indirect enige beheers- of beschikkingshandeling te verrichten met betrekking tot gelden of activa die al dan niet afkomstig zijn van of gegenereerd worden uit gelden of activa die bij in Sint Maarten gevestigde natuurlijke personen, kredietinstellingen of andere ondernemingen en instellingen worden gehouden en die direct of indirect, geheel of gedeeltelijk toebehoren aan of ter beschikking staan van dan wel direct of indirect beheerd worden door al dan niet lokaal aan te wijzen terroristen, of degene die terrorisme financieren, of al dan niet lokaal aan te wijzen terroristische organisaties alsmede de vertegenwoordigers van vorengenoemden, zoals aangewezen door de Ministers van Financiën en van Justitie.

Artikel 2

  • 1. Het is eenieder verboden direct of indirect betalingen te verrichten, op welke wijze ook, aan Al-Qaida, de Taliban van Afghanistan, Osama bin Laden alsmede de natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen zoals aangewezen door het Al-Qaida en Taliban Sancties Comité van de Verenigde Naties waar ook gevestigd die direct of indirect toebehoren aan of beheerd worden door vorengenoemden alsmede hun vertegenwoordigers.

  • 2. Het is eenieder verboden direct of indirect betalingen te verrichten, op welke wijze ook aan al dan niet lokaal aan te wijzen terroristen, of aan degene die terrorisme financieren, of aan al dan niet lokaal aan te wijzen terroristische organisaties alsmede aan de vertegenwoordigers van vorengenoemden, zoals aangewezen door de Ministers van Financiën en van Justitie.

Artikel 3

  • 1. Het is eenieder verboden direct of indirect kapitaal of andere financiële middelen ter beschikking te stellen aan Al-Qaida, de Taliban van Afghanistan, Osama bin Laden alsmede de natuurlijke personen, ondernemingen of instellingen zoals aangewezen door het Al-Qaida en Taliban Sancties Comité van de Verenigde Naties waar ook gevestigd die direct of indirect toebehoren aan of beheerd worden door vorengenoemden alsmede hun vertegenwoordigers.

  • 2. Het is eenieder verboden direct of indirect kapitaal of andere financiële middelen ter beschikking te stellen aan al dan niet lokaal aan te wijzen terroristen, of aan degene die terrorisme financieren, of aan al dan niet lokaal aan te wijzen terroristische organisaties alsmede aan de vertegenwoordigers van vorengenoemden, zoals aangewezen door de Ministers van Financiën en van Justitie.

Artikel 4

  • 1. Het is natuurlijke personen, genoemd in paragraaf 1 van Resolutie 1526 van 30 januari 2004 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties, alsmede hun familieleden, verboden Sint Maarten in te reizen dan wel via Sint Maarten door te reizen.

  • 2. Onder natuurlijke personen als bedoeld in het eerste lid worden niet begrepen ingezetenen van Sint Maarten, alsmede andere natuurlijke personen waarop de Landsverordening toelating en uitzetting niet van toepassing is.

Artikel 5

Het is eenieder verboden op enige wijze direct of indirect medewerking te verlenen aan handelingen die ingevolge de artikelen 1 tot en met 4 verboden zijn.

Artikel 6

  • 1. De Minister van Financiën kan, gehoord de Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, naar aanleiding van een bij hem daartoe schriftelijk ingediend verzoek, ontheffing verlenen van de in de artikelen 1 tot en met 3 en 5 opgenomen verboden.

  • 2. De in het eerste lid bedoelde ontheffing wordt niet verleend voor het in artikel 4 genoemde verbod.

Artikel 7

[regelt de inwerkingtreding]

Artikel 8

Dit landsbesluit wordt aangehaald als: Sanctielandsbesluit Al-Qaida c.s, Taliban van Afghanistan c.s., Osama bin Laden c.s. en lokaal aan te wijzen terroristen.